100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting - Sociale Psychologie: deel 1 - psychologie KUL

Rating
5.0
(1)
Sold
2
Pages
65
Uploaded on
20-12-2025
Written in
2025/2026

Dit document omvat een samenvatting van het vak sociale psychologie: deel 1, gedoceerd door Griet van Vaerenbergh. Het is gebaseerd op de slides en de inhoud van de lessen.

Institution
Module











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
December 20, 2025
Number of pages
65
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

SAMENVATTING – SOCIALE
PSYCHOLOGIE – DEEL 1




2025-2026
PSYCHOLOGIE– ABA 1 – KU Leuven

,INLEIDING

Sociale psychologie = waarom we dingen doen onder invloed van anderen

 Impliciete druk = lief vragen om iets te doen
 Explicieite druk = je moet iets doen + weigeren = straf

Eerste indruk  quick & dirty (snel & negatief)

 Deze valt zeker bij te sturen  veel positieve elementen nodig om negatieve indruk beter te maken
o Meer positieve elementen nodig om negatieve indruk beter te maken dan omgekeerd

Negativity bias = negativiteitsdenkfout  vooringenomenheid om negatief te denken (meer aandacht op het negatieve, dan
positieve)

 Was nuttig voor de overleving van onze voorouders (bv. als ze geritsel hoorden in het donker  gevaar!!)
 Alert zijn voor wat negatief kan zijn
 Media bevorderen dit effect  buiten proportioneel aandacht geven aan wat mis loopt
o Dit kan een vertekend beeld geven

DUS: zelf moeten we proberen van het negatieve iets positief te maken

Aangeleerde hulpeloosheid = vanalles geprobeerd & niets helpt  op den duur word je passief omdat je niet meer weet wat te
doen

Black box = alles waar we geen zicht op hebben – gevoelens & gedachten



Brug waar het meeste zelfmoorden zijn gebeurd

 2016/2017: Regering wilde hier iets aan doen
o Brug aantrekkelijker gemaakt  foto’s van lachende
kinderen, quotes
o MAAR: ZM-cijfer was gestegen na aanpassingen...
o Reden: veel aandacht aan brug  mensen die ZM overwegen kiezen hier sneller voor + complexiteit van wij als
mens kan niet ongedaan worden gemaakt door een ‘leuk’ prentje
 Conclusie: WIJ HEBBEN ANDEREN NODIG OM TE KUNNEN OVERLEVEN
o Sociale deprivatie (soc.psy) = wanneer we geen toegang hebben tot andere mensen doet dat iets met ons
 In sociologie: wanneer je bepaalde middelen niet hebt (financieel etc.)  je kan jezelf niet alles geven
 Bij dieren: gedepriveerd = ontbering (geen eten krijgen)
 Bv. weeskinderen in Roemenië  kinderen kregen geen affectie  ontbeerd van sociale affectie
 Bepaalde kinderen naar adoptieouders vs. sommigen bleven in weeshuis
o Adoptie  betere hersenactiviteit
o Weeskindern  slechtere hersenactiviteit  ontwikkelingsachterstand
o Sociale paradox = ondanks dat we andere mensen dus echt nodig hebben, gaan we ze ook vaak uit de weg (bv.
op de trein een plek tussen laten)
o Mensen zijn vaak niet goed in voorspellen van hoe ze zich gaan voelen bij connectie (bv. niet durven met
vreemden te praten op de trein  achteraf bleek uit een experiment dat dit fijne gesprekken waren)

Naast dat wij anderen nodig hebben, worden wij beïnvloed door die anderen of beïnvloeden wij die anderen

 Impliciet of expliciet




1

,Wij hebben speciale bubbels rond ons:

 Intieme ruimte: liefje, huisdier, hechte vrienden, broer/zus,...

Als er een ongewenst iemand in een te dichte ruimte komt  impact op je gedrag (bv.
wegduwen, stap achteruit, ...)

Amygdala = deel in hersenen  reguleren van emoties & interpersoonlijke afstand

 Door ongeluk  amygdala beschadigd  interpersoonlijke afstand niet meer kunnen
reguleren




1. WAT IS SOCIALE PSYCHOLOGIE?

Sociale psychologie = de wetenschappelijke studie van de manier waarop de gedachten, gevoelens en handelingen van
mensen beïnvloed worden door de feitelijke, voorgestelde of geïmpliceerde aanwezigheid van andere mensen

OF

Sociale psychologie = het deelgebied van de psychologie dat zich bezighoudt met sociale invloeden op individueel gedrag en
met gedrag van mensen met, voor, over of tegen elkaar

 Overt gedrag = openlijke, zichtbare gedrag (dat anderen ook kunnen waarnemen)
 Covert gedrag = bedekte, niet-zichtbare gedrag (bv. meningen, voorkeuren, stemmingen, motivatie, ...)


1. GEDACHTEN, GEVOELENS & HANDELINGEN

Anderen hebben invloed op op hoe we ons gedragen, op hoe we (ons) voelen, op hoe we (over onszelf) denken

 Als wij posters van andere objectief mooie mensen (bv. hoge symmetrie) zien en nadien een vragenlijst moeten invullen
 onszelf lelijk & minderwaardig vinden
 Ook non-verbaal gedrag = lichaamstaal + paraverbaal (= hoe we iets zeggen) heeft invloed – bv. intonatie, hoog/laag
o We hechten meer geloof aan het non-verbale dan
het verbale soms (bv. Je liefje zegt heel monotoon
dat hij van je houdt + draait weg  niet echt
geloven)
o Als er geen non-verbaal gedrag is (bv. chatten) 
blijf je vragen hebben of het echt wel zo is (bv. Ja,
het gaat goed.  Is dat echt zo?)
o Dit diagram klopt enkel in ambigue situaties =
situaties waarin er twijfel is (bv. als je niet meer
zeker weet of je liefje van jou houdt  meer op non-verbale letten)


2. DRIE SOORTEN INVLOED / AANWEZIGHEID

Fysiek / feitelijk

 Bv. rugzaktoerist na aanslagen in Zaventem  mensen omzeilden deze mensen

Voorgesteld

 Bv. in het kleedhokje beïnvloed worden door ‘Zou mijn lief het mooi vinden?’




2

, Impliciet / onrechtstreeks (= vervat in)  geen personen bijstaan, maar er zit een doel achter, bedacht door een
consumentenpsycholoog

 Bv. Supermarket  snoepjes aan de kassa staan daar niet voor niets – om je tijdens het wachten te proberen verleiden
 Bv. Pijltjes die de weg in Ikea wijzen (= nudges  begrijpelijke, ongedwongen dingen die je in een bepaalde richting
duwen)

2.1 UITGANGSPUNTEN VAN DE SOCIALE PSYCHOLOGIE

Sociale psychologie  situationele gedragsdeterminanten (= factoren uit de omgeving / context)  factoren liggen vnl. buiten
de persoon (situationisme = situatie gebruiken om gedrag te verklaren)

 <-> differentiële psychologie (dispositionisme  dispositie = persoonlijkheidseigenschap)  factor = persoonlijkheid
(intern)
 Interactionisme = gedrag wordt nooit bepaald door 1 aspect van de psychologie (persoonlijkheid, situatie, ...)
 Verklaren adhv gedrag door situatie = goedkeuren van dat gedrag (bv. Milgram)

Andere uitgangspunten (buiten situationisme):

 Experimenteel onderzoek  in geïsoleerde labostudie
 Dieronderzoek  andere verklaringen zoeken (bv. niet dezelfde cognitieve waarden – kakkerlakken)
 Kennisopbouw  we weten niet altijd alles zeker
 Beschrijven, uitleggen, begrijpen EN voorspellen + verklaren

2.2 DE RELATIE TUSSEN SOCIALE PSYCHOLOGIE EN MENSENKENNIS

We hebben veel gezond verstand (hoge cognitieve vaardigheden)

Wetenschappelijke studie Intuïtieve / alledaagse kennis
 Systematische kennisverwerwing  proberen  Eenzijdige selectie  je baseert je simpelweg
om alle relevante info proberen te verzamelen op eigen ervaring (iets wat je toevallig opmerkt
(niet echt mogelijk om de hele populatie te als waarheid aannemen)
bestuderen  alsnog via  Bv. de ene keer zeg je ‘soort zoekt soort’ & de
statistiek/representatieve steekproeven – andere keer zeg je ‘tegenpolen trekken elkaar
gemengde groep die de populatie aan’
vertegenwoordigen  algemene uitspraken
doen)
 Objectief  onafhankelijk van wie een  Subjectief  bservaties zet je naar je eigen
onderzoek doet  hetzelfde moeten kunnen hand volgens persoonlijke voorkeur etc.
waarnemen
 Experimentele methode  alle factoren die van  Onderhevig  loopt niet gecontroleerd
invloed kunnen zijn  constant (onder
controle) houden
Wetenschap is niet per se juister dan het andere  gewoon andere manieren van kennis verwerven

 Sommige intuïtieve mensenkennis kan waar zijn, terwijl wetenschappelijke studies misschien nog gefalsifieerd worden

HOOFDSTUK 1 – METHODES VAN SOCIAALPSYCHOLOGISCH ONDERZOEK (H1-HB)

Het is afhankelijk van welk doel je hebt welke methode je kiest

Drie methodes waarin je iets te weten kan komen over het sociale gedrag van mensen:

 Beschrijvende methode (= begrijpende methode)
o Observatie
o Zelfbeschrijvingen
 Correlationeel onderzoek
 Experimentele methode

3

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
1 week ago

Maximdevocht's summaries for the bachelor of psychology at the kuleuven are fantastic, I'm very happy to have invested in his summaries, they are worth it! In addition, his customer friendliness and his quick accessibility on the Stuvia platform are a great added value:)

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
maximdevocht
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
34
Member since
3 year
Number of followers
5
Documents
32
Last sold
5 days ago

4.0

7 reviews

5
3
4
2
3
1
2
1
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions