100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Notities goederenrecht AJ 2025-26 + alle oefeningen (letterlijk genoteerd wat prof zei)

Rating
-
Sold
-
Pages
183
Uploaded on
17-12-2025
Written in
2025/2026

Deze samenvatting goederenrecht geschreven in AJ 2025-26 bevat alle notities van alle lessen goederenrecht gedoceerd door Prof Carette inclusief de beide gastcolleges. Ook de oefeningen die besproken werden in de les zijn in het document opgenomen. Je kan op messenger een berichtje sturen voor een lagere prijs. De mogelijke examenvragen die de prof aanhaalde tijdens de lessen zijn ook in het document opgenomen.

Show more Read less
Institution
Module












Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Uploaded on
December 17, 2025
Number of pages
183
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

Goederenrecht 2025-2026

Inleiding

• Situering goederenrecht binnen burgerlijk recht (zakelijke rechten + goederen)
- Burgerlijk recht 2 grote componenten:
§ Enerzijds personenrecht
o Personen-en familierecht = geen vermogensrechtelijke elementen: persoon,
persoonlijkheid, familiebanden, hoe kan ik huwen,…)
o Familiaal vermogensrecht: vermogensrechtelijke elementen van p&f (schenkingen,
erfrecht,…)
§ Anderzijds het vermogensrecht binnen burgerlijk recht = vermogensrechtelijke
rechtsverhoudingen (tegenovergestelde van p&f) 3 categorieën van vermogensrechten
o 1. Intellectuele rechten (gaan we niet behandelen)
o 2. Zakelijke rechten (zakelijke zekerheden, zakelijke gebruiksrechten) = dit zijn
vermogensrechtelijke verhoudingen tav goederen (niet enkel tav zaken)
o 3. Verbintenissen (ook partimoniale verhoudingen maar tussen personen) =
verhouding tussen een schuldeiser en een schuldenaar

• Zakelijke rechten is verhouding tussen goederen en verbintenissen tussen personen
- Samen met her verbintenissenrecht is goederenrecht de basis van het vermogensrecht
- Goederenrecht lijkt wat op verbintenissenrecht
§ Verbintenissenrecht = meer beginselen, algemene principes
§ Verbintenissenrecht + goederenrecht geven je juridische intuïtie
- Goederenrecht vergelijken met sigaar = iets dat je langdurig in mond steekt, niet vluchtig inhaleren
maar diep tot u nemen. Ook het geval bij het goederenrecht
§ Goederenrecht is erg abstract (vb. Erfpacht heb je hier ooit al van gehoord? Vaak niet)
§ In praktijk toch erg groot toepassingsgebied (vb. Burenhinder of appartementsmede-
eigendom)

• Relevantie
- Goederenrecht op zich
§ Studie van zakelijke rechten in het algemeen
§ Studie van de verschillende zakelijke rechten
§ Studie van het goed zelf
o Bepaalt het juridisch statuut van het goed
o Er zijn verschillende onderscheiden te maken: lichamelijk/onlichamelijk of
roerend/onroerend
» Afhankelijk van de kwalificatie heeft dit impact op de zakelijke rechten
namelijk welk zakelijk recht kan bijvoorbeeld worden toegepast
» Vb. Niet elk zakelijk recht kan op ORG

- Interactie met andere vakgebieden (bv. fiscaal recht, FVR, bestuursrecht, mensenrechten, verb- en
contractenrecht, AhR, zekerhedenrecht…)
§ Veel discussies in andere rechtstakken waar goederenrecht een element van uitmaakt
§ Vb 1. Fiscaal recht: onroerende voorheffing belasting op onroerende goederen die u heeft.
Moet dit op een wooncontainer betaald worden, zuiver goederenrechtelijke vraag is goed
RG of ORG?
§ Vb 2. Als je advocaat wordt en eigen kantoorruimte aanschaft je kan dit gesplitst kopen met
vennootschap, blote eigendom bij u persoonlijk en vruchtgebruik bij vennootschap. In een
fiscale of vennootschapsrechtelijk discussie bestaat belangrijke ‘poot’ goederenrecht
1

, § Vb 3. Erfrecht: vruchtgebruik bij langst levende echtgenoot
§ Vb 4. Bestuursrecht: goederen van de overheid, een gemeenteplein kan je hier zakelijke
rechten op vestigen? Neen niet zomaar, hier gelden bijzondere regels voor
§ Vb 5. Mensenrechten: bescherming eigendom (in EVRM, Gw.)

Overzicht
• Aanpak (colleges – oefensessies – blended leren)
• Leerstof
- Colleges (digitaal + fysiek) + oefensessies (laatste college oefensessie)
- Handboek Goederenrecht (op BB lijst niet te kennen randnummers) + BAMA Codex (met UA
addendum)
• Examen
- Schriftelijk, gesloten boek
- Duurtijd: 2u
- Kennis – Inzicht – Toepassing
§ Op examen onder andere aantal waar/fout vragen: belangrijk hierbij is om te motiveren!
§ Grondig en volledig antwoorden op examen + verwijzen naar wetsartikels
§ Studietips: concretiseer de info, 5-15 pagina’s bekijken en dan boek wegleggen en doen
alsof je het uitlegt aan je bomma zo activeer je kennis want rechten is vanbuiten eren maar
ook kunnen toepassen!
- Codex cf facultair reglement

Deel 1 Algemeen deel

Titel 1 Situering
Code civil in een notendop
Code civil periode na Franse Revolutie waar men streed tegen het feodale systeem. Belangrijkste
kenmerken hiervan, zeer grote machtsconcentratie bij degenen die eigendom hadden (zeer specifiek
onroerende eigendom: gronden, kastelen, boerderijen) zij hadden vrijheid en politieke macht en dit
systeem met een standenmaatschappij zat maximaal op slot om die standen in stand te houden. Principe
van het economisch immobilisme, concentratie van macht bij sommigen en dan ervoor zorgen dat dit zo
veel mogelijk behouden blijft. Franse revolutie: vrijheid en gelijkheid, Napoleon zegt om hierbij te komen is
een essentieel element onbezwaarde individuele eigendom. In de plaats van dat er machtsconcentratie is
en iedereen een slaaf is van andermans grond, smeken om te mogen bewerken en er niet meer van af
geraakt. Vandaar voor Napoleon hoeksteen het gehele privaatrecht, bouwsteen OBW: eigendom. Zelfs
personenrecht was instrumenteel want persoon was een titularis van het eigendomsrecht.
Eigendomsrecht is vandaag nog steeds (meermaals door Cassatie bevestigd) van openbare orde.
Bovendien om te komen tot vrijheid en gelijkheid hadden we contractvrijheid. Je hebt eigendom en je mag
maximaal doen wat je wil, maximaal contracten sluiten met wat je wil dit is de wilsautonomie.
Testeervrijheid is je mag doen met je vermogen wat je wil. Idee wilsautonomie was de hoofdlijn. Voor
napoleon economisch immobilisme na Napoleon economisch liberalisme (= maximale vrijheid). Gepaard
met vrijheid komt ook verantwoordelijkheid. Hoe groter je vrijheid was om te bepalen wat je vooraf doet
hoe groter het je eigen verantwoordelijkheid is om er te geraken. Ook hier dus hoe groter vrijheid hoe
meer er een consequentie is, je mag doen wat je wil contracten sluiten met de inhoud die je zelf wil en die
de andere aanvaardt maar je bent er dan wel aan gebonden. Dit is de verantwoordelijke pendant van de
contractvrijheid = bindende kracht. En de pendant van ‘doe maar wat je wil is het oude art. 1382 oud BW,
de buitencontractuele aansprakelijkheid. Je mag doen wat je wil maar als je schade toebrengt aan anderen
moet u daarvoor instaan.
Hitlijst/top 3 Napoleon:
1) 544 oud BW eigendom (3.50 BW)
2) 1134 oud BW contractvrijheid maar tegelijk ook bindende kracht (5.69 BW)
2

, 3) 1382 oud BW buitencontractuele aansprakelijkheid (6.5 BW)

Na de code civil (1804) socialisering/vermaatschappelijking en dematerialisering
Revolutie ban absolutisme van de ideeën van Napoleon: idee maatschappij als bende egoïsten iedereen
doet en handelt vanuit zijn eigen belang en dan zijn we allemaal best af (contractvrijheid en
aansprakelijkheid) vanaf 20ste eeuw evolutie naar socialisering privaatrecht maar ook vooral van
goedrenrecht. Idee dat overheid wel aantal correcties moet toepassen op die zeer sterke
vrijheidsgedachte. Zien we in goederenrecht doordat vanuit de rechtspraak meer en meer begrenzingen
kwamen op het eigendomsrecht. Bijvoorbeeld rechtsmisbruik, dit is een sociale correctie op een
vermogensrecht (een subjectief recht), burenhinder, overheidsbeperkingen op ORG, bouwbeperkingen op
stuk grond. Daarnaast ook algemeen maatschappelijk aantal evoluties, als we kijken naar Code Civil 1804
toen maatschappij met grotendeels boeren, landbouw. Met als belangrijkste onderdeel grond en
werktuigen. Vandaag de dag hele evolutie/verschuiving naar bijvoorbeeld de waarde van aandelen dat
soms vele malen grote is dan stuk landbouwgrond. Dit wordt de dematerialisering genoemd van materiële
dingen naar hoge waarde immateriële onlichamelijke dingen. Bouwtechnieken en ook onze
samenlevingsvorm is gewijzigd. De densiteit van wonen, vroeger allemaal mensen ver weg in ieders
boerderij woonde nu appartementsgebouwen bijna in elkaar dat mensen wonen wat nieuwe problemen
en vraagstukken creëert.
Aantal kenmerkende elementen die bewoordingen en voorbeelden in Code Civil hebben gevormd zijn
doorheen de jaren zeer sterk gewijzigd toch is Burgerlijk Wetboek meer dan ongeveer 220 jaar niet
gewijzigd. We moesten wachten op een nieuwe Napoleon: Koen Geens. Grote hervormingsgolf, we
hebben nu het BW en het oud BW (niet het ‘nieuwe’). Boek 3 Goederen belangrijk voor dit vak (wet 4
februari 2020).

• Wet van 13 april 2019 tot invoering van een nieuw Burgerlijk Wetboek
boek 1. Algemene bepalingen;
boek 2. Personen, familie + relatievermogensR;
boek 3. Goederen;
boek 4. Nalatensch, schenkingen en testamenten;
boek 5. Verbintenissen;
boek 6. Aansprakelijkheidsrecht;
boek 7. Bijzondere contracten (wetsvoorstel 2025);
boek 8. Bewijs;
boek 9. Zekerheden (Titel 1 pers. zekerheden);
boek 10. Verjaring

• Nieuw Boek III BW
= niet al te grote hervormingen, is vooral een codificatie. Betekent dat strekkingen in rechtspraak
(vooral van Cassatie) nu wettelijk zijn vastgelegd. Discussies onder oude recht grotendeels beslecht in
nieuw wetboek. Vooral ook een bundeling van wetgeving, was voorheen erg versnipperd (opstalwet,
hypotheekwet,..) nu allemaal gebundeld in BW. Ook hernummering. Evoluties van hierboven zijn
vastegeldge n ten dele versterkt:
- Vb. Socialisering die al lang bezig was is vastgeklikt, burenhinder was in rechtspraak ontstaan nu
vastgelegd in wet.
- Vb. Dematerialisering: doorgezet in boek 3 want wetsbepalingen hierin meer aandacht aan ZR op
onlichamelijke goederen (vb. Zakelijk recht op schuldvorderingen/verbintenissen deze zijn
onlichamelijk)
- Flexibilisering, modernisering: nieuwe begrippen in plaats van de achterhaalde in 1804




3

,• Inhoud
- I. Algemene bepalingen
- II. Goederen
- III. Eigendom
- IV. Mede-eigendom
- V. Burenrelaties
- VI. Vruchtgebruik
- VII. Erfpacht
- VIII. Opstal


Titel 2 Temporele toepassing
Alvorens toepassen wet afvragen wat is het temporeel toepassingsgebied? Elementen van overgangsrecht,
staan in invoeringswet 4 februari 2020. Voor boek III BW begint staat art. 37 en 38 hiervan
• Inwerkingtreding (zie art. 37 ev W2020)
- 1/9/21 (muv 3.30 §1, 3°, 5°, 7° en §2, lid 2 BW = 1/7/22)
§ Datum inwerkingtreding boek 3: 1 september 2021
- Eerbiedigende werking: enkel Rsf/RH na 1/9/21
§ Principe is de eerbiedigende werking = uitgangspunt maar niet noodzakelijk het principe
§ Zelfs binnen goederenrecht aantal wetswijzigingen gehad zoals in het appartementsrecht,
deze golden met onmiddellijke werking
§ Eerbiedigende werking = nieuwe wet (boek 3) enkel van toepassing op rechtshandelingen
en rechtsfeiten van na inwerkingtreding 1 september 2021
o Niet van toepassing pp RH en RF van voor 1 september 2021
• Maar is complexer dan dat want art. 37 zegt:
- Boek 3 NIET van toepassing op de toekomstige gevolgen RH/Rsf van voor 1/9/21 (bv GwH
2110/21), evenmin (latere) RH/Rsf mbt eerdere ZR
§ Niet van toepassing op zakelijke rechten die onder het oude regime gelden
o In de eerste plaats zien of ZR steunt op RH van voor of na 1 september 2021
» Vb 1. Vruchtgebruik gevestigd via en contract van 2017 dan het oude recht
toepassen
» Vb 2. Via een contract 2 januari 2022 dan nieuwe recht
» Vb 3. Stel hebben een RH die ZR vestigt, bijvoorbeeld we vestigen
opstalrecht om een woontoren te bouwen. We zijn niets met opstalrecht als
we woontoren niet mogen bouwen en we weten niet of we mogen bouwen
want hebben nog geen vergunning. Op 1 september 2020, we vestigen
opstalrecht onder opschortende voorwaarde van het verkrijgen van een
definitieve en uitvoerbare omgevingsvergunning. Duurt lang vergunning
afgeleverd, en wordt aangevochten. Opschortende voorwaarde vervult zich
pas in 2023. Welk recht passen we toe? Het oude recht want we kijken naar
de datum van de rechtshandeling niet de datum van het sorteren van de
rechtsgevolgen.
» Verschil rechtsfeit en rechtshandeling = hebben beide rechtsgevolgen maar
bij een rechtshandeling worden ze beoogd. Rechtsfeit stel je niet met oog op
rechtsgevolgen die er niettemin aan verbonden zijn.
» Vb 4. Planten boom dicht bij een scheidingsgrens, planten boom is rechtsfeit
dus kijken naar datum van het planten van de boom
o Toekomstige gevolgen van zakelijke rechten die onder het oud recht gelden: vallen
ook onder oud recht
» Vb. Vruchtgebruik van 2016 dat vandaag nog loopt, hierop oude recht
toepassen.
4

, § Ook niet van toepassing op rechtshandelingen en rechtsfeiten mbt ZR die onder oude recht
golden/onder regime oude recht vallen
o Rechtshandelingen en rechtsfeiten mbt oude rechten vallen onder oud recht
» Vb. Minnelijke beëindiging, kan ZR beëindigd worden zijn er formele
vereisten voor? Als dit ZR is naar oud recht dan vraag naar oud recht
behandelen.
- Tenzij partijen: conventionele toepassing – anticipatieve toepassing
§ Tot 1 september 2021 was de vraag als we voor de inwerkingtreding boek 3 ZR willen
vestigen kunne we dit dan al naar nieuw recht? Ja
o Zelfs voor dwingende bepalingen
» Vb. Erfpacht onder oude recht voor minimumduur 27j te vestigen onder het
nieuwe recht is minimumduur 15j. Je kan dit bij dwingende bepalingen
alleen als je dit pas laat ingaan na inwerkingtreding dus ervoor zeggen we
sluiten dit voor 27j en dan vanaf inwerkingtreding zeggen ‘het is voor 15j’.
» Staat in art. 37: ‘tenzij partijen anders bedingen’
- Geen afbreuk verworven rechten
- Bijz regime: waar afwijkend regime geldt
§ Verkrijgende verjaring (art 37 § 2 W2020)
o Duaal regime: verjaring naar oud recht berekenen en naar nieuw recht en de eerste
die in werking treedt heb je!
§ Opstal (art 38 W2020)
o Alleen voor eeuwigdurende opstalrechten
o Komen we later op terug
• PM: reeds wijzigingen: art. 3.182 BW en 3.133 BW

Op examen alleen nieuwe recht toepassen. Wel het overgangsregime van hierboven kennen. (vb.
Waar/fout vraag is het nieuwe of oude recht van toepassing?)

Overzicht
• Structuur cursus
- Deel 1 Algemeen deel
- Deel 2 Goederen
- Deel 3 Zakelijke rechten
• Terminologie
- Voorwerpen < goederen < zaken
- Voorwerpen (3.38 BW) muv personen en dieren (3.39 BW)
- Goederen: voorwerpen die toe-eigenbaar zijn (3.41 BW) = mogelijk voorwerp ZR (art. 3.7 BW)
- Lichamelijke goederen (art. 3.40 BW) = zaken


3.38 BW alles behalve de mens en een dier is een voorwerp maw er is een grote driedeling tussen:
• Mensen = P&F
• Dieren = 3.39 BW (aparte categorie maar §2 gewoon regels lichamelijke goederen op toepassen).
Bepaling heeft vooral symboolfunctie, dier is toch bijvoorbeeld niet met een stoel te vergelijken. Zou
een apart regime kunnen hebben maar is er nog niet.
• Voorwerpen
- (1) Goederen 3.41 BW = iets dat kan worden toegeëigend, waarover je kan beschikken en wat
voorwerp kan zijn van een zakelijk recht (vb. Lucht en zee niet)
§ Wat is een goed meer dan een zaak? Naast de zaken ook de onlichamelijke goederen
- (2) Onderscheid lichamelijk en onlichamelijk goed (zintuigelijk waarnemen of niet?)
5

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
lauraschepers Universiteit Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
141
Member since
4 year
Number of followers
66
Documents
20
Last sold
4 days ago

4.4

13 reviews

5
7
4
4
3
2
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions