100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Uitwerkingen praktische economie module 7 economische groei HAVO 5

Rating
5.0
(1)
Sold
2
Pages
17
Uploaded on
15-11-2020
Written in
2019/2020

volledige uitwerkingen van hele module economische groei (7) van praktische economie voor HAVO 5

Level
Module










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Secondary school
Level
Module
School year
5

Document information

Uploaded on
November 15, 2020
Number of pages
17
Written in
2019/2020
Type
Summary

Subjects

Content preview

Economie voor havo & vwo bovenbouw




MODULE
ECONOMISCHE GROEI
ANTWOORDEN

HAVO




Antwoorden Module Economische groei – havo 1

, HAVO
ANTWOORDEN


HOOFDSTUK 1 DE NATIONALE ECONOMIE

Paragraaf 1.1 Het binnenlands product
Opdrachten
1 a Er is bij een datacentrum relatief weinig (menselijk) contact nodig met andere
bedrijven en/of met klanten.
b Een datacentrum heeft een betrouwbare infrastructuur nodig, zoals een goed
elektriciteitsnetwerk en goed opgeleide ICT-specialisten. Nederland voldoet aan deze
eisen.
2 Bedrijven leveren onderling goederen en diensten. De waarde van die onderlinge
leveringen (de ingekochte goederen en diensten) zitten in de TO van de ontvangende
bedrijven verwerkt, maar vormen tegelijkertijd de opbrengsten van het leverende bedrijf.
Om te voorkomen dat de onderlinge leveringen twee keer worden meegeteld, worden ze
van de TO van het ontvangende bedrijf afgetrokken.
In het geval van bron 7: de totale productie is € 0,20 + € 0,50 + € 1,90 = € 2,60. In dit
bedrag wordt de tarwe nu twee keer te veel meegerekend en meel één keer te veel.
Daardoor is het bedrag van de totale productie € 0,70 te hoog.
3 a Tijdens de productie slijten vaste kapitaalgoederen. Dat is waardevermindering
(afschrijvingen).
b De afschrijvingen worden van het bbp afgetrokken om het nbp te berekenen.
4 a TO = opbrengst staal + opbrengst
ijzer = € 250.000 × € 400 + 200.000 × € 600 = € 220 miljoen
bruto toegevoegde waarde = totale opbrengst – ingekochte goederen en
diensten = € 220 miljoen – (€ 46 miljoen + € 36 miljoen + € 8 miljoen) = €130 miljoen
b € 130 miljoen – afschrijvingen = € 130 miljoen – € 12 miljoen = € 118 miljoen
c winst = TO – TK = € 220 miljoen – €188 miljoen = €32 miljoen
d bijdrage aan bbp = bruto toegevoegde waarde = €130 miljoen
e bijdrage aan nbp = bruto toegevoegde waarde – afschrijvingen =
€130 miljoen – €12 miljoen = €118 miljoen
5 De kosten van de inkoop van goederen en diensten nemen minder toe dan de omzet.
Men gaat zuiniger om met ingekochte goederen en diensten of de prijsstijging bij de
inkoop blijft achter bij de prijsstijging van de verkochte goederen en diensten.
6 TO = afzet × prijs = 600 ×1.000 meter × € 120 = € 72 miljoen
bruto toegevoegde waarde = TO – ingekochte goederen en diensten =
€ 72 miljoen – (€ 5 miljoen + € 2 miljoen + (90.000 × € 400) + € 1 miljoen) = € 28 miljoen
€ 28 miljoen – € 2 miljoen (afschrijvingen) = € 26 miljoen
De bijdrage aan het nbp is gelijk aan netto toegevoegde waarde = € 26 miljoen.

Paragraaf 1.2 Het binnenlands inkomen
Opdrachten
7 a Ja, want zowel met ‘subjectief’ als met ‘subject’ wordt naar personen / een persoon
verwezen.
b A = personen; B = producten
8 a primair (pacht, natuur)
b niet primair
c primair (winst, ondernemerschap)
d primair (pacht, natuur)
e primair (loon, arbeid)
f primair (rente, kapitaal)
g niet primair
9 binnenlands; nationaal; binnenlands; nationaal
10 Het binnenlands product geeft aan wat er in Nederland wordt geproduceerd en dus ook
hoeveel mankracht daarvoor nodig is. Het nationaal product betreft ook de Nederlandse
productie in het buitenland, maar dat levert in Nederland zelf geen werkgelegenheid op.

2

, HAVO
ANTWOORDEN


Paragraaf 1.3 De economische kringloop
Opdrachten
11 a De belastingstroom van financiële instellingen naar de overheid en de importstroom
van gezinnen naar het buitenland.
b In werkelijkheid werken er ook mensen bij de overheid. Er moet dus ook een
geldstroom van de overheid naar de gezinnen gaan.
c Bijvoorbeeld: de vervangingsinvesteringen (van bedrijven naar bedrijven) en de
belastingstroom van bedrijven naar de overheid.
12 a Y = 650 + 140 + 110 + 200 – 180 = 920
b 920 = 650 + 100 + S → S = 170
c




d De gezinnen sparen 170. De bedrijven hebben I = 140 nodig, de overheid
(O – B) = 10, het buitenland E – M = 20. Bij elkaar opgeteld: 140 + 10 + 20 = 170.
e S – I = 170 – 140 = 30
f 1 (S – I) + (B – O) = 30 – 10 = 20
2 of: E – M = 200 – 180 = 20
g Nee, in dat geval was er geen nationaal spaaroverschot meer geweest voor Bonrijk.
Want het nationaal spaaroverschot was 20, maar de extra 30 aan
overheidsbestedingen veroorzaken een tekort van 20 – 30 = –10. Dan had Bonrijk
een nationaal spaartekort gehad, waardoor het buitenland niet meer kan importeren
dan exporteren.




3
£4.03
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
4 year ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
lynnsiegmund
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
40
Member since
5 year
Number of followers
27
Documents
1
Last sold
5 months ago

3.6

5 reviews

5
3
4
0
3
0
2
1
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions