Marktverovering
Onderzoek naar de bedrijfsomgeving: het vijfkrachtenmodel van Porter
1. Macht van leveranciers
- Veel of weinig leveranciers op de markt? (geeft invloed aan)
- Zijn er substituten? (geen afhankelijkheid aan)
- Belang van de bedrijfstak voor de leverancier? (als de er veel winst vandaan
halen, zullen ze je minder snel laten gaan)
- Mogelijkheid zelf produceren? (ja, dan heeft de leverancier minder macht)
2. Macht van afnemers
- Hoe groot is de totale marktomzet die per afnemers wordt afgenomen?
- Belang van afnemer bij de koop van het product? (snel genoegen met substituut?)
- Hoogte kosten overstappen andere leverancier?
- Kan de afnemer zelf produceren?
3. Mate waarin substituten verkrijgbaar zijn
- Ze kunnen de vraag naar producten veranderen
- Zijn er veel/weinig substituten beschikbaar?
- Zijn de substituten makkelijk verkrijgbaar?
- Is het voor de afnemers gemakkelijk om over te stappen?
- Is er sprake an een substituut of is het product complementair?
4. Dreiging van nieuwe toetreders tot de markt
- Moeten er veel kosten gemaakt worden om toe te treden?
- Veel kennis nodig om te beginnen?
- Sprake van schaalvoordelen?
- Kunnen toetreders makkelijk gebruikmaken van distributiekanalen?
- Is de markt beschermt door patenten?
- Beperkt de overheid dmv vergunningen/stimuleert hij dmv subsidies?
5. Interne bedrijfstakconcurrentie
- Hoeveel concurrenten zijn er en hoe groot zijn die dan?
- Sprake van enkele marktleiders?
- Sprake van grote gevestigde merken?
- Heftige concurrentiestrijd op prijs en kwaliteit?
- Visie, missie en strategie van concurrenten?
- Homogeen of heterogeen product?
- Hoge uitstapdrempels?
Onderzoek naar de bedrijfsomgeving: het vijfkrachtenmodel van Porter
1. Macht van leveranciers
- Veel of weinig leveranciers op de markt? (geeft invloed aan)
- Zijn er substituten? (geen afhankelijkheid aan)
- Belang van de bedrijfstak voor de leverancier? (als de er veel winst vandaan
halen, zullen ze je minder snel laten gaan)
- Mogelijkheid zelf produceren? (ja, dan heeft de leverancier minder macht)
2. Macht van afnemers
- Hoe groot is de totale marktomzet die per afnemers wordt afgenomen?
- Belang van afnemer bij de koop van het product? (snel genoegen met substituut?)
- Hoogte kosten overstappen andere leverancier?
- Kan de afnemer zelf produceren?
3. Mate waarin substituten verkrijgbaar zijn
- Ze kunnen de vraag naar producten veranderen
- Zijn er veel/weinig substituten beschikbaar?
- Zijn de substituten makkelijk verkrijgbaar?
- Is het voor de afnemers gemakkelijk om over te stappen?
- Is er sprake an een substituut of is het product complementair?
4. Dreiging van nieuwe toetreders tot de markt
- Moeten er veel kosten gemaakt worden om toe te treden?
- Veel kennis nodig om te beginnen?
- Sprake van schaalvoordelen?
- Kunnen toetreders makkelijk gebruikmaken van distributiekanalen?
- Is de markt beschermt door patenten?
- Beperkt de overheid dmv vergunningen/stimuleert hij dmv subsidies?
5. Interne bedrijfstakconcurrentie
- Hoeveel concurrenten zijn er en hoe groot zijn die dan?
- Sprake van enkele marktleiders?
- Sprake van grote gevestigde merken?
- Heftige concurrentiestrijd op prijs en kwaliteit?
- Visie, missie en strategie van concurrenten?
- Homogeen of heterogeen product?
- Hoge uitstapdrempels?