1. De gestaltwetten
- Wet van het ingevulde hiaat P. 3
- Wet van symmetrie P. 3
- Wet van nabijheid P. 4
- Wet van eenvoud P. 4
- Wet van overeenkomst P. 5
- Wet van voorgrond en achtergrond P. 5
- Wet van gelijke achtergrond P. 6
- Wet van gelijke bestemming P. 6
- Wet van ingeslotenheid P. 7
- Wet van continuïteit P. 7
2. De semiotiek
- Icoonische tekens P. 9
- Indexiale tekens P. 9
- Symbolische tekens P. 10
- Primaire denotatie P. 10
- Secundaire denotatie P. 11
- Primaire connotatie P. 11
- Secundaire connotatie P. 11
3. De retoriek
- Ethos P. 13
- Pathos P. 14
- Logos P. 14
- Kairos P. 15
- Schema's P. 16
- Tropen P. 18
- Framing P. 21
4. Het AS model
- Analysis-Synthese model uitleg & voorbeeld P. 25
- Beoogde werking, zenderperspectief P. 26
- Actuele werking Ontvangersperspectief P. 27
- Voorstel verandering P. 28
5. Bijlages
- Bijlage 1 foto’s bij het artikel P. 29
- Bijlage 2 het artikel P. 31
- Bronvermelding gebruikte afbeeldingen P. 33
- Literatuurlijst P. 36
,1
,Gestaltwet van ingevulde hiaat
Op de foto zie je een halve cirkel met daarin een gezicht. Bij deze foto is de gestaltwet van
ingevulde hiaat van toepassing omdat je hersenen de halve cirkel willen af maken als een
complete cirkel. Bij de gestaltwet van ingevulde hiaat trekken je hersenen denkbeeldige
lijnen door.
Gestaltwet van symmetrie
Op de foto zie je een roodborstje dat water drinkt. Door de weerspiegeling van het water
zie je twee symmetrische roodborstjes. Deze foto valt onder de gestaltwet van symmetrie
omdat de twee vogels volledig symmetrisch aan elkaar zijn door de weerspiegeling van het
water.
2
, Wet van nabijheid
Op de foto zie je meerdere mussen op een tak. Omdat zij bij elkaar zitten worden zij gezien
als een eenheid. Ze horen bij elkaar. Bij de wet van nabijheid zien we meerdere voorwerpen
die op elkaar lijken bij elkaar, hierdoor gaan onze hersenen ervanuit dat dit bij elkaar hoort.
Wet van eenvoud
In het ijsjes logo zie je de vorm van een ijsje op een heel eenvoudige manier. Met simpele
lijnen wordt direct duidelijk gemaakt wat er staat. Je ziet in een oogopslag dat het een ijsje
is, je hoeft er niet lang over na te denken. Bij de wet van eenvoud zie je direct wat het is
omdat het eenvoudig is afgebeeld.
3