100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Recht in je opleiding - Bestuursrecht, ISBN: 9789462909069 Openbare orde & veiligheid en bestuursrecht

Rating
-
Sold
4
Pages
18
Uploaded on
30-03-2023
Written in
2022/2023

Samenvatting voor het boek Recht in je opleiding - bestuursrecht. Dit zijn de hoofdstukken: 1 -10, 13-15, 17 en 18. Later zullen de andere hoofdstukken toe worden gevoegd voor het tweede deeltentamen

Institution
Module









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Unknown
Uploaded on
March 30, 2023
File latest updated on
May 19, 2023
Number of pages
18
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Bestuursrecht:
H1 Inleiding bestuursrecht:
Het bestuursrecht bevat de regels die de overheid nodig heeft om te kunnen en mogen besturen, de
normen voor het overheidsbestuur die bij het besturen in acht moeten worden genomen en de
regels die de burger nodig heeft om tegen dit besturen te kunnen optreden. Er wordt een
onderscheid gemaakt tussen het algemeen en bijzonder bestuursrecht. Het algemeen bestuursrecht
wordt in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) behandeld. In deze wet worden algemene regels
gegeven over de rechtsbescherming, handhaving en bijvoorbeeld de begrippen bestuursorgaan,
delegatie, attributie, mandaat, besluit en beschikking. Het bijzonder bestuursrecht richt zich op een
bepaald onderdeel van het bestuursrecht. Het betreft dan de diverse terreinen van overheidszorg. Je
kunt recht onderscheiden in privaatrecht en bestuursrecht. Privaatrecht regelt de relatie tussen
burgers onderling en bestuursrecht de relatie tussen overheden en de overheid en burger.
Het publiekrecht kun je onderverdelen in:

1. Het strafrecht
2. Het staatsrecht
3. Het bestuursrecht

Het materieel bestuursrecht bevat rechtsnormen waarin voor burgers en bestuursorganen
aanspraken en verplichtingen zijn opgenomen. Onder formeel bestuursrecht verstaat men de
procesrechtelijke regels die de burger nodig heeft om tegen het optreden van de overheid iets te
ondernemen.

Een van de kenmerken van het bestuursrecht is dat voor overheidsoptreden het legaliteitsbeginsel
van toepassing is. Dat houdt onder andere in dat bevoegdheden en rechten van de overheid om op
te treden in de wet zijn terug te vinden. Een ander kenmerk van het bestuursrecht is het
specialiteitsbeginsel. De overheid behartigt vele algemene belangen. Het algemeen belang is een
ruim begrip. Om te voorkomen dat de overheid zich te makkelijk beroept op het dienen van het
algemeen belang, wordt in de wet telkens het specifieke belang aangegeven. De bevoegdheden om
het specifieke belang te behartigen worden in de wet nauwkeurig omschreven. De overheid mag bij
het gebruik van een bevoegdheid, alleen het belang behartigen waarvoor die regeling speciaal is
bedoeld. Indien de overheid zijn bevoegdheid voor een ander doel aanwendt, is er sprake van
détournement de pouvoir.
Regels mogen niet de een hogere regel tegen werken. De orde is hierbij als volgt:

1. Verdragen
2. Statuut
3. Grondwet
4. Wetten in formele zin
5. KB's die regels bevatten (zoals AmvB)
6. Ministeriële regelingen (verordeningen)
7. Provinciale verordeningen
8. Gemeentelijke verordeningen en waterschap verordeningen
9. Beleidsregels
10. Vergunningsvoorschriften

, Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Overheidsmacht is verspreid over verschillende
niveaus. Op elk van deze niveaus treffen we openbare lichamen aan: de staat, de provincies, de
waterschappen, de gemeenten en de openbare lichamen waaraan krachtens de grondwet
verordende bevoegdheid is verleend. De provincie wordt bestuurd door provinciale staten,
gedeputeerde staten en de commissaris van de koning. Gemeenten worden bestuurd door de
gemeenteraad, burgemeester en het college van burgemeester en wethouder. De openbare
lichamen bezitten rechtspersoonlijkheid. De overheid staat gelijk met een natuurlijk persoon.
Wanneer de overheid privaatrechtelijk handelt, moe zij rekening houden met het feit dat zij handelt
in het algemeen belang. De overheid die als “burger” optreedt, moet rekening houden met de
algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Communicatie tussen burgers en overheid kan op
allerlei manieren plaatsvinden: schriftelijk, mondeling en ook digitaal. Volgens art. 2:1, eerste lid,
Awb kan eenieder zich in het verkeer met bestuursorganen laten bijstaan of door een gemachtigde
laten bijstaan. De overheid mag een bijstand van een bepaald persoon weigeren als hier ernstige
bezwaren tegen bestaan. Dit mag niet bij advocaten.



H2 bevoegdheidsverkrijging:
Attributie is het toekennen (=het scheppen) van een nieuwe bevoegdheid. Bij attributie wordt een
bevoegdheid in het leven geroepen. Voorbeeld hiervan is Art. 147 lid 1 van de gemeentewet, waarin
wordt bepaald dat de gemeenteverordeningen mag vaststellen. Bij delegatie is sprake van
overdragen van een bevoegdheid aan een ander. Delegatie is slechts toegestaan indien dit bij
wettelijk voorschrift mogelijk is gemaakt. Er moet een wettelijk voorschrift (= is bijvoorbeeld een
provinciale of gemeentelijke verordening) zijn dat de delegatie mogelijk maakt (art. 10:15 Awb).
Delegatie aan ondergeschikten is niet toegestaan (art. 10:14 Awb). Onder mandaat wordt verstaan:
de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen (art 10:1 Awb). Het verschil
met delegatie is dat er bij mandaat geen bevoegdheden worden overgedragen. De
verantwoordelijkheid en de bevoegdheid blijven dus bij het bestuursorgaan dat de ander
gemachtigd heeft om in naam van hem besluiten te nemen (art. 10:2 Awb).



H3 belanghebbende:
Onder belanghebbende wordt verstaan: degene diens belang rechtstreeks bij een besluit is
betrokken (art. 1:2 Awb). Als een bestuursorgaan een besluit neemt dat juridische consequenties
heeft voor degene tot wie het besluit is gericht, is die persoon belanghebbende. Als je niet degene
bent tot wie de beslissing direct gericht is gericht, maar wel tegen een bepaald besluit bezwaar wilt
maken, ben je pas belanghebbende als je aan de volgende vijf, door de rechter ontwikkelde,
voorwaarden voldoet:

1. Je hebt een eigen belang: Het belang moet een belang van jezelf zijn, waar jij door getroffen
bent
2. Je hebt een objectief bepaalbaar belang: Je belang mag niet te persoonlijk zijn. Enkel een
subjectief gevoel van sterke betrokkenheid is onvoldoende.
3. Je hebt een actueel, voldoende zeker belang: Je belang moet op het moment dat het besluit
is genomen aanwezig zijn en mag niet een in de toekomst gelegen onzeker belang zijn.
4. Je hebt een persoonlijk belang: Je belang moet zich voldoende onderscheiden van dat van
anderen.
5. Je hebt een rechtstreeks betrokken belang: Iemands belang moet voldoende direct door het
besluit zijn geraakt.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
tijmendegroot NHL Stenden Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
36
Member since
4 year
Number of followers
29
Documents
11
Last sold
1 month ago

4.0

3 reviews

5
1
4
1
3
1
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions