Vragen examen ‘Marktonderzoek’
Vraag 1: wat is benchmarking?
A) Onderzoek dat aangeeft hoe de markt voor een merk, product of dienst zich
ontwikkelt.
B) Onderzoek waarbij respondenten een cijfermatig oordeel geven over
producten of dienstverlening.
C) Verzamelen van cijfers die een ondernemer in staat stellen om zijn eigen
prestaties te vergelijken met die van andere bedrijven.
D) Geeft een organisatie inzicht in de bekendheid van haar organisatie,
producten/diensten en of merk.
Vraag 2: Wat van onderzoek wordt hier beschreven: ‘Arnoud begint een webwinkel
in bouwmaterialen. Voordat Arnoud begint met de webwinkel wil hij weten hoe
klanten op het web zoeken naar bouwmaterialen, via welke zoekwoorden. Ook
wil hij graag weten welke prijs klanten bereid zijn te betalen en welke informatie
klanten nodig hebben om tot aankoop over te gaan’.
A) Verkennend (exploratief) onderzoek
B) Verklarend onderzoek
C) Beschrijvend (descriptief) onderzoek
Vraag 3: Wat zijn de voordelen van deskresearch? Er zijn twee antwoorden juist!
A) Veel informatie beschikbaar
B) Goedkoop
C) Betrouwbare informatie/cijfers
D) Precies onderzoeken wat je wilt weten
Vraag 4: ‘Gegevens zijn speciaal voor dit doel onderzocht’. Is dit een
omschrijving van primaire gegevens of secundaire gegevens?
A) Primaire gegevens
B) Secundaire gegevens
Vraag 5: ‘Onderzoek gericht op veel cijfers, aantallen en hoeveelheden.’ Is dit
een omschrijving van kwalitatief onderzoek of kwantitatief onderzoek?
A) Kwalitatief onderzoek
B) Kwantitatief onderzoek
Vraag 6: Wat is een gestructureerd interview?
A) De onderzoeker heeft vooraf een aantal vragen geformuleerd die beslist
beantwoord moeten worden, maar de interviewer bedenkt ook vragen tijdens
het gesprek.
B) Is een vraaggesprek waarbij de onderwerpen die aan bod moeten komen zijn
vastgelegd, maar de vragen niet exact zijn uitgeschreven.
C) Gesprek tussen respondent en een interviewer waarbij men diepgaand op een
onderwerp ingaat.
, D) Is een vraaggesprek waarbij alle vragen vooraf exact zijn uitgeschreven en de
vragenlijst in de voorgeschreven volgorde wordt doorlopen.
Vraag 7: Welke aspecten van een enquête is juist?
A) Robot calling
B) Mobile research
C) Conversie tracking
D) Online focusgroepen
Vraag 8: ‘Trekking op basis van willekeurigheid’. Is dit een omschrijving van
aselecte trekking of selecte trekking?
A) Aselecte trekking
B) Selecte trekking
Vraag 9: Wat is sneeuwbalsteekproef?
A) Via-via zoeken naar mensen die aan het onderzoek mee kunnen doen.
B) Enquêteur gaat op zoek naar respondenten die aan bepaalde eisen voldoen.
C) Iedere zoveelste persoon of bedrijf op een lijst gekozen wordt.
Vraag 10: Wat van steekproef wordt hier beschreven: Bij deze steekproef worden
200 startadressen gekozen en daarna elke 6e huis, links van het starthuis.
Daarbij zorg je ervoor dat het goed verdeeld is over de stad, platteland,
vrijstaand huis of flats.
A) Quotasteekproef
B) Gestratificeerde steekproef
C) Clustersteekproef
D) Gelegenheidsteekproef
Vraag 11: De NON-response van een onderzoek kan beïnvloed worden. Welke
factoren hierop zijn van invloed? Er zijn twee antwoorden juist!
A) Goede inleiding schrijven
B) Interview afnemen onder derden
C) Waardebon
Vraag 12: Wat van tabel of diagram is te zien op de onderstaande afbeelding?
, A) Kruistabel
B) Frequentietabel
C) Lijndiagram
D) Staafdiagram
Vraag 13: Wat is interval?
A) Vaste afstanden tussen de variabelen, met absoluut nulpunt.
B) Dient om iets of iemand te benoemen.
C) Vaste afstanden tussen de variabelen, zonder absoluut nulpunt.
D) De antwoorden staan in een bepaalde volg’orde, zonder dat er sprake is van
vaste afstanden.
Vraag 14: Reken de benodigde steekproefomvang uit. Uit hoeveel personen
moet de steekproef voor dit onderzoek bestaan? Rond af op hele personen.
De fabrikant van zonnepanelen verwacht een actieve merkbekendheid van 25% (p).
Deze fabrikant wil weten wat de werkelijke actieve merkbekendheid is.
De gewenste betrouwbaarheid is 76,4% (Z-waarde: 1). De nauwkeurigheidsmare
(m) bij dit onderzoek is plus en min 7%.
Formule:
n = z2 x p x (1 – p)
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
m2
Let op: letters (p, m) staan niet vermeld tijdens de examenvraag. Dit moet je uit
je hoofd leren!
Wat is de werkelijke actieve merkbekendheid van deze zonnepanelen fabrikant?
A) 38 personen
B) 45 personen
C) 60 personen
D) 65 personen
Vraag 15: Reken de standaardfout uit. Rond af op 1 decimaal.
De totale populatie bestaat uit 500.000 Belgische huishoudens. Uit een
steekproefonderzoek onder 200 huishoudens blijkt dat 30% een huisdier bezit. De
betrouwbaarheid is 94,5% (Z-waarde: 2).
Formule:
Vraag 1: wat is benchmarking?
A) Onderzoek dat aangeeft hoe de markt voor een merk, product of dienst zich
ontwikkelt.
B) Onderzoek waarbij respondenten een cijfermatig oordeel geven over
producten of dienstverlening.
C) Verzamelen van cijfers die een ondernemer in staat stellen om zijn eigen
prestaties te vergelijken met die van andere bedrijven.
D) Geeft een organisatie inzicht in de bekendheid van haar organisatie,
producten/diensten en of merk.
Vraag 2: Wat van onderzoek wordt hier beschreven: ‘Arnoud begint een webwinkel
in bouwmaterialen. Voordat Arnoud begint met de webwinkel wil hij weten hoe
klanten op het web zoeken naar bouwmaterialen, via welke zoekwoorden. Ook
wil hij graag weten welke prijs klanten bereid zijn te betalen en welke informatie
klanten nodig hebben om tot aankoop over te gaan’.
A) Verkennend (exploratief) onderzoek
B) Verklarend onderzoek
C) Beschrijvend (descriptief) onderzoek
Vraag 3: Wat zijn de voordelen van deskresearch? Er zijn twee antwoorden juist!
A) Veel informatie beschikbaar
B) Goedkoop
C) Betrouwbare informatie/cijfers
D) Precies onderzoeken wat je wilt weten
Vraag 4: ‘Gegevens zijn speciaal voor dit doel onderzocht’. Is dit een
omschrijving van primaire gegevens of secundaire gegevens?
A) Primaire gegevens
B) Secundaire gegevens
Vraag 5: ‘Onderzoek gericht op veel cijfers, aantallen en hoeveelheden.’ Is dit
een omschrijving van kwalitatief onderzoek of kwantitatief onderzoek?
A) Kwalitatief onderzoek
B) Kwantitatief onderzoek
Vraag 6: Wat is een gestructureerd interview?
A) De onderzoeker heeft vooraf een aantal vragen geformuleerd die beslist
beantwoord moeten worden, maar de interviewer bedenkt ook vragen tijdens
het gesprek.
B) Is een vraaggesprek waarbij de onderwerpen die aan bod moeten komen zijn
vastgelegd, maar de vragen niet exact zijn uitgeschreven.
C) Gesprek tussen respondent en een interviewer waarbij men diepgaand op een
onderwerp ingaat.
, D) Is een vraaggesprek waarbij alle vragen vooraf exact zijn uitgeschreven en de
vragenlijst in de voorgeschreven volgorde wordt doorlopen.
Vraag 7: Welke aspecten van een enquête is juist?
A) Robot calling
B) Mobile research
C) Conversie tracking
D) Online focusgroepen
Vraag 8: ‘Trekking op basis van willekeurigheid’. Is dit een omschrijving van
aselecte trekking of selecte trekking?
A) Aselecte trekking
B) Selecte trekking
Vraag 9: Wat is sneeuwbalsteekproef?
A) Via-via zoeken naar mensen die aan het onderzoek mee kunnen doen.
B) Enquêteur gaat op zoek naar respondenten die aan bepaalde eisen voldoen.
C) Iedere zoveelste persoon of bedrijf op een lijst gekozen wordt.
Vraag 10: Wat van steekproef wordt hier beschreven: Bij deze steekproef worden
200 startadressen gekozen en daarna elke 6e huis, links van het starthuis.
Daarbij zorg je ervoor dat het goed verdeeld is over de stad, platteland,
vrijstaand huis of flats.
A) Quotasteekproef
B) Gestratificeerde steekproef
C) Clustersteekproef
D) Gelegenheidsteekproef
Vraag 11: De NON-response van een onderzoek kan beïnvloed worden. Welke
factoren hierop zijn van invloed? Er zijn twee antwoorden juist!
A) Goede inleiding schrijven
B) Interview afnemen onder derden
C) Waardebon
Vraag 12: Wat van tabel of diagram is te zien op de onderstaande afbeelding?
, A) Kruistabel
B) Frequentietabel
C) Lijndiagram
D) Staafdiagram
Vraag 13: Wat is interval?
A) Vaste afstanden tussen de variabelen, met absoluut nulpunt.
B) Dient om iets of iemand te benoemen.
C) Vaste afstanden tussen de variabelen, zonder absoluut nulpunt.
D) De antwoorden staan in een bepaalde volg’orde, zonder dat er sprake is van
vaste afstanden.
Vraag 14: Reken de benodigde steekproefomvang uit. Uit hoeveel personen
moet de steekproef voor dit onderzoek bestaan? Rond af op hele personen.
De fabrikant van zonnepanelen verwacht een actieve merkbekendheid van 25% (p).
Deze fabrikant wil weten wat de werkelijke actieve merkbekendheid is.
De gewenste betrouwbaarheid is 76,4% (Z-waarde: 1). De nauwkeurigheidsmare
(m) bij dit onderzoek is plus en min 7%.
Formule:
n = z2 x p x (1 – p)
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
m2
Let op: letters (p, m) staan niet vermeld tijdens de examenvraag. Dit moet je uit
je hoofd leren!
Wat is de werkelijke actieve merkbekendheid van deze zonnepanelen fabrikant?
A) 38 personen
B) 45 personen
C) 60 personen
D) 65 personen
Vraag 15: Reken de standaardfout uit. Rond af op 1 decimaal.
De totale populatie bestaat uit 500.000 Belgische huishoudens. Uit een
steekproefonderzoek onder 200 huishoudens blijkt dat 30% een huisdier bezit. De
betrouwbaarheid is 94,5% (Z-waarde: 2).
Formule:
