Samenvatting VDI2 hoofdstuk 7 volledig

VDI2: verbandleer

Zwachteltechnieken en orthopedische verpleegkunde
Behandelingsmethoden
Doel fractuurbehandeling
 Verkrijgen van botgenezing zonder asstandafwijking van betekenis, met behoud
van functie
 Pijlers: repositie, immobilisatie en revalidatie
De initiële behandeling van een fractuur bestaat uit:
- Spalken van fractuur
- Indien huid of vascularisatie wordt bedreigd of er sprake is van toenemende
neurologische schade: repositie door middel van tractie
- Bij een gewrichtsluxatie: repositie dmv tractie
- Bij een open fractuur: steriele wondbedekking
- Bij een begeleidend arterieel letsel: dichtdrukken van vat
Repositie = herstellen van normale anatomische stand. Fractuuruiteinden komen weer
met elkaar in contact en genezingsproces kan beginnen
2 soorten reposities
- Onbloedige repositie en bloedige repositie, verschil is ene is onder plaatselijke
verdoving andere is operatie
Immobilisatie (opvolger na 1x repositie) = juiste anatomische stand handhaven die wordt
verkregen door repositie tot aan consolidatie

Tractie
 Fractuur wordt in anatomische stand gebracht en geïmmobiliseerd dmv
trekkracht. Deze kracht kan komen van het gewicht van de patiënt of door het
stand van het bed

Huidtractie (pleister- of foamtractie)
 Wordt gebruikt wanneer er beperkte trekkracht is verreist voor
een korte periode. Gewicht hangt af van fractuur, maar vaak
wordt wel 1/10 van lichaamsgewicht : 3
Indicaties huidtracties
- Rekken van pezen en kapsels
- Stand correctie
- Tijdelijk bij volwassenen, vooral kinderen
Contra-indicatie: huidletsels

Skelettractie
 Op bot zelve dmv pin doorheen bot en hier hangt een touw vast dat in verbinding
met gewicht staat. 1/7 tot 1/10 van het gewicht
Indicaties skelettractie
- Preoperatieve pijn verlichten door immobilisatie
- Operatieve reductie en osteosynthese gemakkelijker maken door positie van
fractuurfragmenten preoperatief te optimaliseren
- Minder kans op verplaatsing van fractuur en vervorming gewricht

, VDI2: verbandleer

Contra-indicatie: niet bij kinderen → metaal niet door groeikernen

Schedeltractie (of halotractie)
 Ring dat wordt vastgemaakt met 4 pinnen aan hoofd, koorden worden
samengebonden en met gewicht verbonden (2-3kg)
Indicaties
- Trauma, na enkele dagen (zonder complicaties zoals oedeem, uitbreiding
fractuurhematoom) overschakelen naar halofixatie (halovest). Is een soort korset
rond schouders
- Reumatische aandoeningen, enkele weken op voorhand zodat ligamenten in
operatiegebied uitrekken = ruimte
- Aangeboren scoliose/kyfose bij kinderen → deel van behandeling rondom
corrigerende operaties aan wervelkolom. Vaak 6-8 pinnen omdat schedel
zwakker is
Verpleegkundige aandachtspunten bij schedeltractie
- Decubituspreventie: achterhoofd
- Stand van het bed: anti-trendelenburg
- Verzorgen van de insteekopeningen: reinigen (korst)
- Draaien en transfers met 2 vpk want halokroon moet worden losgekoppeld van
tractie: hoofd immobiliseren
Vpk aandachtspunten
Kans op complicaties groot door bedrust
Aanvankelijk heeft pat hulp nodig bij hygiëne, toiletgang en aan- en uitkleden
Algemene aandachtspunten bij de verzorging
- Verander nooit iets aan de richting
- Gewichten worden nooit afgehaakt
- Controle verloop kabels en vrijhangen van gewichten
- Observatie lidmaat en parameters
- Verzorging huidperforaties
- Bed in Trendelenburg-positie behouden (gewichten). Bij schedeltractie is het
anti-Trendelenburg
- Decubituspreventie
- Voet in een hoek van 90° rechtop (spitsvoet)
- Psychologische opvang
Tractie nadelen
- Discomfort tijdens het aanbrengen en bij het bewegen
- Vpk verzorging is moeilijker (bv: bedpan)
- Kennis vpk
- Erytheem bij huidtractie
- Drukletsel
- Infecties insteekpunten: skelet en schedeltractie
- Neuropathie: bij bv heupfractuur door te lange druk op zenuwen: max. 3 dagen
preop