H6 lever – galwegen – pancreas
Herhaling anatomie en fysiologie
Lever: omgeven door taai, vezelig kapsel en door laag visceraal peritoneam omgeven
bestaat uit 4 kwabben:
o rechter
o linker
o lobus caudatus
o lobus quadratus
Tussen linker en rechter kwam taai bindweefselplooi = sikkelvormig ligament dat uiloopt in ronde
ligament dat een vezelig overblijfsel is van navelstrengader
Lever in 100000 leverlobjes functionele eenheden lever (lobje zeshoek)
in midden leverlob venule die bloed afgeven in richting vena hepatica die uitmondt in
vena cava inferior
Op de hoeken arteriolaire tak van arteria hepatica, veneuze tak van de poortader en
galafvoergang = portaal gebied
Bloed stroomt in richting centrum leverlob
Gal stroomt in richting van portaveld
Gal water, ionen, bilirubine, cholesterol en verschillende galzure zouten
Water en ionen
o Verdunnen en neutraliseren van zuren in maaginhoud wanneer het in dunne darm
toekom
Galzure zouten
o In lever gevormd uit cholesterol
o Nodig voor normale vetvertering en opname van vetten (meeste vetten in voeding
niet wateroplosbaar)
o Verkleinen gemulgeerde druppeltjes
Bilirubine = afbraakproduct van hemoglobine
o Gele stof
o Komt vrij bij afbraak van oude rode bloedcellen
o Giftig voor het lichaam wordt uitgescheiden via gal verlaat zo het lichaam via
uitwerpselen
Galblaas: bevindt zich in uitsparing onder rechterkwab
Gespierde buidel waarin gal wordt opgeslagen en geconcentreerd voordat aan dunne darm
wordt gegeven
de ductuc cysticus loopt van aan galblaas tot punt waar het samenkomt met ductus
hepaticus tot de ductus choledochus
o Ductus choledochus mondt samen met afvoerbuis van pancreas uit in de papil van
Vater, omgeven door sfincter van Oddi
Galblaas trekt samen oiv cholecystokinine dat door duodenum wordt afgegeven
Pancreas: ligt achter de maag en loopt vanaf het duodenum lateraal door naar de milt
Exocrien orgaan dat pancreassap vormt = mengsel van spijsverteringsenzymes en buffers
o Enzymes van pancreas: amylase, lipase, chymotrypsine, trypsine, carboxypeptidasen
o Buffer: natriumcarbonaat
, Klierbuizen verenigen zich in de ductus pancreaticus, die samen met de ductus choledochus
uitmondt in dunne darm
Secretine en cholecystokinine regelen vorming en afgifte van pancreasenzymes
+/- 90% van galzuren wordt terug geabsorbeerd in dunne darm en opnieuw door lever verwerkt in
gal enterohepatische cyclus
Ziekten van galblaas en galwegen
Galstenen
= cholecystolithiase
Veel voorkomende aandoening
Verhoogd risico obesitas, vrouwen, middelbare leeftijd (fat, female, forty)
Galsteen vast in ductus hepaticus of choledocus galkoliek afkomstig van krampachtige
galblaassamentrekkingen
Krampachtige pijn maximaal na een uur en dan minderen
Pijn in epigastrium of in rechter hypochonder + uitstralen naar tussen de schouderbladen
Uitlokkende factor vetrijke maaltijd (veel CCK -> sterk samentrekken -> steen vast)
Onderzoek: ‘teken van Murphy’
Onderzoeker drukt met 3 vingers net onder rechtse rib, bij uitademen dieper duwen
patiënt voelt pijn en onderbreekt ademhaling (= positieve Murphy)
Diagnostiek: Echografie stenen zichtbaar + verbreding ductus choledocus
Uitzetting ontstaan door belemmerde afvoer (op gewone overzichtsfoto galsteen dikwijls ook
te zien)
Cholecystitis
Indien steen niet spontaan passeert galblaas zal ontsteken
Ontstaan oedeem van galblaaswand + galblaas zal in volume toenemen
Continue pijn, koorts, tekens van infectie
Belemmerde afvoer
Bilirubine zal opstapelen in bloed patiënt krijgt gele kleur = icterus
o Zichtbaar in sclerae (wit vh oog) bij ernstig ook op huid + typische jeuk
o Urine donker gekleurd door afbraakproducten
o Stoelgang bleke kleur door gestoorde vetabsorptie (mastiek)
Diagnostiek: echografie galblaas is vergroot en wand is verdikt
Cholangitis
Steen blijft zitten in ductus choledocus MAAR langs steen afvoer van gal mogelijk
Risico op infectie van galwegen zelf = cholangitis
Diagnostiek: CT-scan (vooral bij mensen met overgewicht)
Via gastroscopie en ERCP (endoscopische reograde choledocho-pancreaticografie) verschil tussen
tumor en steen
Herhaling anatomie en fysiologie
Lever: omgeven door taai, vezelig kapsel en door laag visceraal peritoneam omgeven
bestaat uit 4 kwabben:
o rechter
o linker
o lobus caudatus
o lobus quadratus
Tussen linker en rechter kwam taai bindweefselplooi = sikkelvormig ligament dat uiloopt in ronde
ligament dat een vezelig overblijfsel is van navelstrengader
Lever in 100000 leverlobjes functionele eenheden lever (lobje zeshoek)
in midden leverlob venule die bloed afgeven in richting vena hepatica die uitmondt in
vena cava inferior
Op de hoeken arteriolaire tak van arteria hepatica, veneuze tak van de poortader en
galafvoergang = portaal gebied
Bloed stroomt in richting centrum leverlob
Gal stroomt in richting van portaveld
Gal water, ionen, bilirubine, cholesterol en verschillende galzure zouten
Water en ionen
o Verdunnen en neutraliseren van zuren in maaginhoud wanneer het in dunne darm
toekom
Galzure zouten
o In lever gevormd uit cholesterol
o Nodig voor normale vetvertering en opname van vetten (meeste vetten in voeding
niet wateroplosbaar)
o Verkleinen gemulgeerde druppeltjes
Bilirubine = afbraakproduct van hemoglobine
o Gele stof
o Komt vrij bij afbraak van oude rode bloedcellen
o Giftig voor het lichaam wordt uitgescheiden via gal verlaat zo het lichaam via
uitwerpselen
Galblaas: bevindt zich in uitsparing onder rechterkwab
Gespierde buidel waarin gal wordt opgeslagen en geconcentreerd voordat aan dunne darm
wordt gegeven
de ductuc cysticus loopt van aan galblaas tot punt waar het samenkomt met ductus
hepaticus tot de ductus choledochus
o Ductus choledochus mondt samen met afvoerbuis van pancreas uit in de papil van
Vater, omgeven door sfincter van Oddi
Galblaas trekt samen oiv cholecystokinine dat door duodenum wordt afgegeven
Pancreas: ligt achter de maag en loopt vanaf het duodenum lateraal door naar de milt
Exocrien orgaan dat pancreassap vormt = mengsel van spijsverteringsenzymes en buffers
o Enzymes van pancreas: amylase, lipase, chymotrypsine, trypsine, carboxypeptidasen
o Buffer: natriumcarbonaat
, Klierbuizen verenigen zich in de ductus pancreaticus, die samen met de ductus choledochus
uitmondt in dunne darm
Secretine en cholecystokinine regelen vorming en afgifte van pancreasenzymes
+/- 90% van galzuren wordt terug geabsorbeerd in dunne darm en opnieuw door lever verwerkt in
gal enterohepatische cyclus
Ziekten van galblaas en galwegen
Galstenen
= cholecystolithiase
Veel voorkomende aandoening
Verhoogd risico obesitas, vrouwen, middelbare leeftijd (fat, female, forty)
Galsteen vast in ductus hepaticus of choledocus galkoliek afkomstig van krampachtige
galblaassamentrekkingen
Krampachtige pijn maximaal na een uur en dan minderen
Pijn in epigastrium of in rechter hypochonder + uitstralen naar tussen de schouderbladen
Uitlokkende factor vetrijke maaltijd (veel CCK -> sterk samentrekken -> steen vast)
Onderzoek: ‘teken van Murphy’
Onderzoeker drukt met 3 vingers net onder rechtse rib, bij uitademen dieper duwen
patiënt voelt pijn en onderbreekt ademhaling (= positieve Murphy)
Diagnostiek: Echografie stenen zichtbaar + verbreding ductus choledocus
Uitzetting ontstaan door belemmerde afvoer (op gewone overzichtsfoto galsteen dikwijls ook
te zien)
Cholecystitis
Indien steen niet spontaan passeert galblaas zal ontsteken
Ontstaan oedeem van galblaaswand + galblaas zal in volume toenemen
Continue pijn, koorts, tekens van infectie
Belemmerde afvoer
Bilirubine zal opstapelen in bloed patiënt krijgt gele kleur = icterus
o Zichtbaar in sclerae (wit vh oog) bij ernstig ook op huid + typische jeuk
o Urine donker gekleurd door afbraakproducten
o Stoelgang bleke kleur door gestoorde vetabsorptie (mastiek)
Diagnostiek: echografie galblaas is vergroot en wand is verdikt
Cholangitis
Steen blijft zitten in ductus choledocus MAAR langs steen afvoer van gal mogelijk
Risico op infectie van galwegen zelf = cholangitis
Diagnostiek: CT-scan (vooral bij mensen met overgewicht)
Via gastroscopie en ERCP (endoscopische reograde choledocho-pancreaticografie) verschil tussen
tumor en steen