Bvp leerjaar 1 opdrachten
Opdracht 1.
Solliciteren
o Tijdens het solliciteren moet je erop letten dat je duidelijk
uitlegt voor welk doel je komt en of geschikt bent voor hun
en wederzijds geld dat ook. Tijdens het schrijven van je
sollicitatiebrief moet je erop letten dat het niet te lang is
en alleen belangrijke dingen in staan.
o
Opdracht 2.
Omgaan met cliënten
A
o 1: goedendagzeggen. 2: vragen of ze een afspraak
hebben of een afspraak willen maken. (Cliënten hebben
een afspraak) 3: vragen hoelaat ze een afspraak hebben
4: jas aannemen 5: vragen of ze kopje koffie willen of
thee.
B
SADAF AZIMI 1
, o Non-verbale communicatie = communiceren zonder taal
te gebruiken en Verbale communicatie = communiceren
met taal.
o Non-verbale communicatie: oogcontact – houding –
gebaren – ademhaling. Verbale communicatie: woorden –
geluiden – schrijven –
o Woorden en houding
C
o Non-verbaal: mijn houding kan ‘lui’ zijn en te veel
gebaren. Verbaal: te snel praten en mezelf in twee talen
verhaspelen.
D
o Dat ik minder snel moet praten en niet te veel
o Ik ga tijdens gesprekken met klanten mezelf erop
aanwijzen
o Mijn stagebegeleider ziet enige verbetering, maar ik moet
nog wel minder snel praten.
E
o Ik neem de telefoon op en zeg. ‘’goeie dag, met Body ’N
Face’’
o Dat je meldt met welk bedrijf de beller te maken heeft, en
alles op te schrijven dat je hoort (naam, nummer etc.)
o Naam, nummer en het doel van het gesprek.
o Mijn sterke punten zijn, ik schrijf alles op. Mijn zwakke
punten zijn, nummer vergeten op te schrijven.
o Feedback bvp-leider.
o Wat gaat goed?
Dat je netjes de telefoon op neemt.
SADAF AZIMI 2
, o Waarin kan ik verbeteren?
Dat ik de gegevens van de bellen compleet
noteer.
F
o Je moet je collega’s met respect behandelen.
o Ik ben zelf ook een collega
G
o Nee, want elke klacht is anders en het verschilt per
persoon.
o Klachten worden niet door de stagiaires afgehandeld. Maar
door de eigenaar.
Opdracht 3
Diagnose en advies
A
Huidtype herkennen 1 A4
De lagen van de opperhuid
De opperhuid bestaat uit 5 lagen van beneden naar boven
bestaat de opperhuid uit de basaalcellenlaag (stratum
cylindricum) – stekellaag (stratum spinosum) – korrellaag
(stratum granulosum) – doorschijnende laag (stratum lucidum)
en hoornlaag
SADAF AZIMI 3
Opdracht 1.
Solliciteren
o Tijdens het solliciteren moet je erop letten dat je duidelijk
uitlegt voor welk doel je komt en of geschikt bent voor hun
en wederzijds geld dat ook. Tijdens het schrijven van je
sollicitatiebrief moet je erop letten dat het niet te lang is
en alleen belangrijke dingen in staan.
o
Opdracht 2.
Omgaan met cliënten
A
o 1: goedendagzeggen. 2: vragen of ze een afspraak
hebben of een afspraak willen maken. (Cliënten hebben
een afspraak) 3: vragen hoelaat ze een afspraak hebben
4: jas aannemen 5: vragen of ze kopje koffie willen of
thee.
B
SADAF AZIMI 1
, o Non-verbale communicatie = communiceren zonder taal
te gebruiken en Verbale communicatie = communiceren
met taal.
o Non-verbale communicatie: oogcontact – houding –
gebaren – ademhaling. Verbale communicatie: woorden –
geluiden – schrijven –
o Woorden en houding
C
o Non-verbaal: mijn houding kan ‘lui’ zijn en te veel
gebaren. Verbaal: te snel praten en mezelf in twee talen
verhaspelen.
D
o Dat ik minder snel moet praten en niet te veel
o Ik ga tijdens gesprekken met klanten mezelf erop
aanwijzen
o Mijn stagebegeleider ziet enige verbetering, maar ik moet
nog wel minder snel praten.
E
o Ik neem de telefoon op en zeg. ‘’goeie dag, met Body ’N
Face’’
o Dat je meldt met welk bedrijf de beller te maken heeft, en
alles op te schrijven dat je hoort (naam, nummer etc.)
o Naam, nummer en het doel van het gesprek.
o Mijn sterke punten zijn, ik schrijf alles op. Mijn zwakke
punten zijn, nummer vergeten op te schrijven.
o Feedback bvp-leider.
o Wat gaat goed?
Dat je netjes de telefoon op neemt.
SADAF AZIMI 2
, o Waarin kan ik verbeteren?
Dat ik de gegevens van de bellen compleet
noteer.
F
o Je moet je collega’s met respect behandelen.
o Ik ben zelf ook een collega
G
o Nee, want elke klacht is anders en het verschilt per
persoon.
o Klachten worden niet door de stagiaires afgehandeld. Maar
door de eigenaar.
Opdracht 3
Diagnose en advies
A
Huidtype herkennen 1 A4
De lagen van de opperhuid
De opperhuid bestaat uit 5 lagen van beneden naar boven
bestaat de opperhuid uit de basaalcellenlaag (stratum
cylindricum) – stekellaag (stratum spinosum) – korrellaag
(stratum granulosum) – doorschijnende laag (stratum lucidum)
en hoornlaag
SADAF AZIMI 3