LDM201
SAMENVATTING STRESSFYSIOLOGIE
Hoorcollege 1, 20-09-2019
Stress = de toestand waarin een dier verkeert wanneer het als gevolg van een stressor onder zware
druk staat (uitdaging voor het organisme) en waarin de homeostase/allostase “ontregeld” is of dreigt
te worden ontregeld.
Impact stressor is groter bij verminderde controleerbaarheid en/of voorspelbaarheid
Homestase = stabiliteit door regelsystemen.
Het systeem kan beschouwd worden als een regelsysteem met vaste normen (bv homeostase van de
interne temperatuur). Homeostase werkt door middel van feedbacksystemen.
Allostase = stabiliteit door aanpassing.
Systeem met wisselende normen en/of systeem ‘on demand’. Daardoor kan er een nieuwe stabiele
situatie ontstaan.
stabiliteit door verandering, Anticipatie!
Allostatic load = het systeem wordt zodanig belast dat er schade ontstaat of dat de kans op schade
zeer groot is.
Eustress = positieve stress
functioneel
- beter functioneren/presteren, fight-flight-freeze response
- ontspanning nadien
Distress = negatieve stress
langdurige verstoring
- langdurige/chronische effecten op fysiologie
- geen ontspanning
- leid tot (gezondheids)klachten
Fight-flight-freeze response = bij kortdurende stress (eustress) zie je een zeer sterk verhoogd
adrenaline en glucocorticoid niveau om zo glucose vrij te maken.
Type stressor:
Fysiek = trauma, intense hitte of koude
Chemisch = te weinig O2 toevoer, voedseltekort, zuur-base uit balans, osmotisch
Fysiologisch = pijn, shock
Psychologisch of emotioneel = angst, spenen
Sociaal = conflict, sociale isolatie
Kortdurende stress: bv rat in kooi bij te lage temperatuur
Langdurige stress: bv rat in geïsoleerde huisvesting
Bij acute stressrespons wordt zowel adrenaline als glucocorticoïden gevormd.
Bij chronische stress gaat het vooral om de glucocorticoden
Mineralcoritcoids oefenen een effect uit op de mineralenhuishuiding en daarmee op de
waterhuishouding en de bloeddruk
1
, LDM201
SAMENVATTING STRESSFYSIOLOGIE
CRH = Corticotropin-releasing hormone
ACTH = Adrenocoricotropic hormone
Hypofyse:
- Adenohypofyse = anterior pituitary
- neurohypofyse
Als er voldoende cortisol (of corticosteron) aanwezig is krijgen de anterior pitiutary en de
hypothalamus een signaal om respectievelijk geen ACTH of CRH te maken. Een tropisch hormoon zet
stimuleert een ander orgaan om iets te produceren. Dus de CRH stimuleert de anterior pitiutary om
ACTH te maken. ACTH stimuleert de bijnier weer om cortisol te maken.
Autonoom systeem:
- sympatisch zenuwstelsel (actie)
- parasympatisch zenuwstelsel (rust, herstel, digestie)
Oefenvragen college 1:
1. Een verhoogde hartslag tijdens het transport van dieren is het gevolg van:
- Stressrespons SAM-as
2. Stabiliteit door aanpassing hoort bij:
2
SAMENVATTING STRESSFYSIOLOGIE
Hoorcollege 1, 20-09-2019
Stress = de toestand waarin een dier verkeert wanneer het als gevolg van een stressor onder zware
druk staat (uitdaging voor het organisme) en waarin de homeostase/allostase “ontregeld” is of dreigt
te worden ontregeld.
Impact stressor is groter bij verminderde controleerbaarheid en/of voorspelbaarheid
Homestase = stabiliteit door regelsystemen.
Het systeem kan beschouwd worden als een regelsysteem met vaste normen (bv homeostase van de
interne temperatuur). Homeostase werkt door middel van feedbacksystemen.
Allostase = stabiliteit door aanpassing.
Systeem met wisselende normen en/of systeem ‘on demand’. Daardoor kan er een nieuwe stabiele
situatie ontstaan.
stabiliteit door verandering, Anticipatie!
Allostatic load = het systeem wordt zodanig belast dat er schade ontstaat of dat de kans op schade
zeer groot is.
Eustress = positieve stress
functioneel
- beter functioneren/presteren, fight-flight-freeze response
- ontspanning nadien
Distress = negatieve stress
langdurige verstoring
- langdurige/chronische effecten op fysiologie
- geen ontspanning
- leid tot (gezondheids)klachten
Fight-flight-freeze response = bij kortdurende stress (eustress) zie je een zeer sterk verhoogd
adrenaline en glucocorticoid niveau om zo glucose vrij te maken.
Type stressor:
Fysiek = trauma, intense hitte of koude
Chemisch = te weinig O2 toevoer, voedseltekort, zuur-base uit balans, osmotisch
Fysiologisch = pijn, shock
Psychologisch of emotioneel = angst, spenen
Sociaal = conflict, sociale isolatie
Kortdurende stress: bv rat in kooi bij te lage temperatuur
Langdurige stress: bv rat in geïsoleerde huisvesting
Bij acute stressrespons wordt zowel adrenaline als glucocorticoïden gevormd.
Bij chronische stress gaat het vooral om de glucocorticoden
Mineralcoritcoids oefenen een effect uit op de mineralenhuishuiding en daarmee op de
waterhuishouding en de bloeddruk
1
, LDM201
SAMENVATTING STRESSFYSIOLOGIE
CRH = Corticotropin-releasing hormone
ACTH = Adrenocoricotropic hormone
Hypofyse:
- Adenohypofyse = anterior pituitary
- neurohypofyse
Als er voldoende cortisol (of corticosteron) aanwezig is krijgen de anterior pitiutary en de
hypothalamus een signaal om respectievelijk geen ACTH of CRH te maken. Een tropisch hormoon zet
stimuleert een ander orgaan om iets te produceren. Dus de CRH stimuleert de anterior pitiutary om
ACTH te maken. ACTH stimuleert de bijnier weer om cortisol te maken.
Autonoom systeem:
- sympatisch zenuwstelsel (actie)
- parasympatisch zenuwstelsel (rust, herstel, digestie)
Oefenvragen college 1:
1. Een verhoogde hartslag tijdens het transport van dieren is het gevolg van:
- Stressrespons SAM-as
2. Stabiliteit door aanpassing hoort bij:
2