Hoofdstuk 4
Zouten
Verhoudingsformules
van zouten
i Zouten bestaan uit positieve en negatieve
ionen, zouten zelf zijn neutraal
i In de verhoudingsformule geef je aan in welke
verhouding de ionen in een zout voorkomen
i In de naam van een zout wordt altijd de naam
van het positieve ion gevolgd door de naam
van het negatieve ion
i Wanneer van een metaalion meerdere ion
ladingen voorkomen, geef je met behulp van
een romeins cijfer aan om welke ion lading het
gaat
Oplosbaarheid
van zouten
i Bij het oplossen van een zout wordt het
ionrooster verbroken en ontstaan losse ionen
i Er zijn goed, matig en slecht oplosbare zouten
i Natrium, kalium, calcium en bariumoxide
reageren met water tot metaalionen en
hydroxide-ionen
i Bij het indampen van een zoutoplossing wordt
vast zout gevormd
Zouten
Verhoudingsformules
van zouten
i Zouten bestaan uit positieve en negatieve
ionen, zouten zelf zijn neutraal
i In de verhoudingsformule geef je aan in welke
verhouding de ionen in een zout voorkomen
i In de naam van een zout wordt altijd de naam
van het positieve ion gevolgd door de naam
van het negatieve ion
i Wanneer van een metaalion meerdere ion
ladingen voorkomen, geef je met behulp van
een romeins cijfer aan om welke ion lading het
gaat
Oplosbaarheid
van zouten
i Bij het oplossen van een zout wordt het
ionrooster verbroken en ontstaan losse ionen
i Er zijn goed, matig en slecht oplosbare zouten
i Natrium, kalium, calcium en bariumoxide
reageren met water tot metaalionen en
hydroxide-ionen
i Bij het indampen van een zoutoplossing wordt
vast zout gevormd