INZICHT IN PODOLOGIE BIJ SPORTERS
Functional Sport Screening
Artikels:
1) ‘Runners with anterior knee pain use a greater percentage of their available pronation range of motion’,
Rodrigues ea, 2013
2) ‘Evaluating runners with and without anterior knee pain using the time to contact the ankle joint complexes’
range of motion boundary’, Rodrigues ea, 2013
Excessieve pronatie wordt vaak verondersteld een risicofactor te zijn in de ontwikkeling van overuse running related
injuries zoals anterieure kniepijn. Toch is er weinig biomechanisch bewijs om het verband tussen pronatie en letsels te
ondersteunen.
In tegenstelling tot biomechanische studies, hebben ortheses aangetoond dat ze pijn verminderen en de functie van
personen met anterieure kniepijn verbeteren.
Is excessieve voetpronatie een risicofactor voor overuse RRI?
Biomechanische studies Orthotische studies
Weinig bewijs Pijn ↓
RRI ↓
Eén mogelijke reden voor het verschil tussen biomechanische en orthotische studies zou de manier waarop
excessieve pronatie wordt gedefinieerd kunnen zijn.
Definiëring excessieve pronatie
Biomechanische studies Orthotische studies
Deze studies hebben lopers geclassificeerd door de Hoewel deze variabelen niet direct worden gemeten,
‘peak pronation angle’ te vergelijken met een ‘generic
kunnen ortheses hun klinische effecten bereiken door
treshold’ gemaakt door gebruik te maken van
het gewricht van het eindbereik te houden of door de
gemiddelden en standaard deviaties beschreven in
de literatuur. hoeveelheid tijd die het gewricht heeft te verhogen
voordat het gewricht het eindbereik bereikt.
• ROM ↓
• Hoeveelheid tijd tot eindbereik ↑
Het probleem met het creëren van een ‘generic treshold’
is dat het niet duidt op het specifieke gewricht en de
individuele anatomie.
Het houdt geen rekening met:
• De beschikbare ROM van het gewricht?
• De hoeveelheid tijd dat het gewricht heeft om
te reageren voor het zijn eind bereik (range)
bereikt?
Pagina 1 van 100
, 2019-2020 Inzicht in podologie bij sporters Sportpodo
De knie is de meest frequent geblesseerde regio van het lichaam, met anterieure kniepijn als meest prevalente
diagnose. Zoals bij ieder overbelastingsletsel, spelen verschillende factoren een rol in de ontwikkeling van AKP, zoals
trainingsfouten, biomechanische defecten en anatomische afwijkingen. Twee biomechanische factoren die vaak
betrokken zijn in de ontwikkeling van AKP zijn ‘excessieve’ en/of ‘langdurige’ (prolonged) pronatie. Er wordt
verondersteld dat door excessieve en/of langdurige pronatie de tibia intern geroteerd wordt als de knie-extensie
begint, dit verstoort het screw-home mechanisme. Om dit screw-home mechanisme te behouden wordt er
verondersteld dat de femur compenseert door nog meer intern te roteren en hierdoor de vereiste externe rotatie van
de knie te bereiken die nodig is voor de knie-extensie.
EXCESSIEVE PRONATIE → ‘excessief’: het gewricht heeft een drempel (threshold) overschreden
→ MAAR: meestal wordt er voor deze drempel een gemiddelde of standaard deviatie uit de literatuur gebruikt
→ GEVOLG: deze techniek is gelimiteerd
→ WAAROM gelimiteerd?
REDEN 1: er wordt geen onderwerp-specifieke drempel (threshold) gemaakt
REDEN 2: er wordt geen rekening gehouden met de beschikbare ROM in het enkelgewricht-complex (TCG +
STG)
Voorbeeld: twee lopers met 7° pronatie.
Wanneer de drempel wordt bepaald aan de hand van gemiddelden en standaarddeviaties uit de literatuur, zouden
beide lopers waarschijnlijk worden geclassificeerd met een ‘normale’ hoeveelheid pronatie. Als loper 1 echter slechts
7° bewegingsmogelijkheid (ROM) heeft, kan dit onze interpretatie veranderen, omdat deze loper zijn ROM-limieten
nadert bij iedere stap tijdens het lopen. Terwijl, als loper 2 een bewegingsmogelijkheid heeft van 15° pronatie, hij een
eversie-buffer van 8° zou hebben. Met dit concept kan een meer fysiologische en onderwerps-specifieke drempel
worden gecreëerd om te bepalen of er een normale of buitensporige hoeveelheid pronatie optreedt.
Loper 1 Loper 2
7° pronatie 7° pronatie
Beschikbare ROM: 7° Beschikbare ROM: 15°
Eversie-buffer: 0° Eversie-buffer: 7°
The joint’s available range of motion (ROM) Anatomical threshold
The amount of time the joint has to respond before reaching Neuromuscular treshold
end range; time to contact (TtC)
Pagina 2 van 100
, 2019-2020 Inzicht in podologie bij sporters Sportpodo
Dynamische analyse
• Anatomical treshold (anatomische drempel)
o Passieve pronatie ROM (statisch passief) vs dynamische pronatie hoeken tijdens lopen (dynamisch
AJC1)
o Eversie / pronatie buffer = passieve statische pronatie ROM van het AJC – angulaire beweging in
het AJC tijdens lopen
o Resultaat onderzoek: er is geen significant verschil in traditionele pronatie variabelen tussen gezonde
en geblesseerde lopers (no greater eversion peak)
o Resultaat onderzoek: geblesseerde lopers gebruiken een significant groter procent van hun
beschikbare pronatie ROM
BUFFER PEAK
1) Anatomical treshold
• Kleine buffer → ↑ RRI
o Eind ROM van het gewricht → ↑ spanning en rek (stress-strain) op het zacht weefsel vh gewricht
o Verminderd demping van impact krachten via gewrichtsrotatie
o Minder flexibiliteit om zich aan te passen aan veranderingen in ondergrond
o Compensatie van meer proximale gewrichten (bv. knie) → risico op blessure vh proximaal gewricht
• Probleem oplossend
1) Passieve pronatie ROM ↑
➢ stretching van zacht weefsel (in geval van beperking)
2) Bewegingscontrole piek pronatie
➢ Ortheses of schoeisel
➢ Core stability ↑ (in geval van ↓ core stability)
• Hulpmiddel / tool
o Preventief
o Curatief
1
Ankle Joint Complex: STG en TCG
Pagina 3 van 100
, 2019-2020 Inzicht in podologie bij sporters Sportpodo
2) Neuromusculaire treshold
Time to contact = hoeveelheid tijd het gewricht heeft om te reageren voor het zijn eindbereik bereikt
• Eind ROM → risico op blessure ↑
o Grotere eisen aan gewrichtsoppervlakken en omliggende zacht weefsel
o Risico van de omliggende gewrichten om te compenseren om zo de gewenste beweging te
vervolledigen
• Kortere time to contact (TtC) → risico op RRI ↑
o Omliggende musculatuur → niet voldoende tijd om te reageren op onverwachte verstoringen → het
gewricht wordt geforceerd naar het einde van het bereik → grotere eisen aan
gewrichtsoppervlakken en omliggend zacht weefsel
o Einde van het bereik → omliggende gewrichten worden geforceerd tot kinematische aanpassingen
• Probleem oplossend
o Combinatie van kleinere pronatiebuffer en/of snelle eversie snelheid tot een korter TtC → inzicht
geblesseerd weefsel
▪ Kortere TtC als een resultaat van een kleinere pronatiebuffer
• Grotere eisen aan het gewricht zijn omliggend passief zacht weefsel en
gewrichtsstructuren
o Stressfractuur
o Sinus tarsi syndroom
o Kraakbeen problematiek
o Blessure thv deltoïdeum ligament
• Door de reductie van bewegingen in de enkel → compensatie van proximale
gewrichten
o Anterieure kniepijn
▪ Kortere TtC als een resultaat van een snellere snelheid
• Grotere eisen aan de omliggende musculatuur als het probeert om het gewricht van
zijn eindbereik te houden
o Tibialis posterior tendinitis
o MTSS
o ROM verbeteren
o ROM controleren
• Hulpmiddel / tool
o Preventief
o Curratief
Pagina 4 van 100