1.1 DEFINITIE VAN DE PSYCHOLOGIE
Psychologie = (letterlijk) “de leer van de geest”
Functieleer = de studie van de menselijke functies (emoties, denken, fantasie,
waarnemen, geheugen,…)
Algemene psychologie = bestuderen van algemene processen en niet van het
afwijkende
Definitie van de psychologie:
“De wetenschappelijke studie van het gedrag en de mentale activiteiten van een individu”
1.2 WETENSCHAPPELIJKE PSYCHOLOGIE EN INTUÏTIEVE MENSENKENNIS
1.3 GESCHIEDENIS VAN DE PSYCHOLOGIE
1.3.1 Verre voorgeschiedenis
Psychologie = zo oud als de mens zelf
Oudheid -> filosofie hield zich bezig met psychologische kwesties
Middeleeuwen -> weinig filosofie (Plato, Aristoteles en Socrates)
1.3.2 Directe voorgeschiedenis
1.3.2.1 Ontwikkeling filosofie
Filosofen vroegen zich af wat de waarde is vh onze kennis, waar onze overtuigingen vandaan komen & hoe we tot betrouwbare
inzichten kunnen komen. —> 2 belangrijke stromingen gevormd:
Rationalisme: René Descartes ZEGT:
o De rede (het denken) is de enige manier om tot kennis te komen
o Onderscheidt gevormd
• Res cogitans (het geestelijke) – res extensa (de materie)
• Naar de geest werd gn wetenschappelijk onderzoek gedaan, enkel naar de materie
• Het lichaam behoort tot een deel van de materie en werd onderzocht via biologie
o Methodische twijfel
• Trok ALLES in twijfel: hij wou een filosofie creëren zo specifiek als wiskunde
o Dualisme vloeit voort uit het rationalisme
Empirisme: John Locke, Francis Bacon, John stuart Mill zeggen:
o Kennis = macht
o Denken vertroebelt de waarneming
o Tabulas rasa -> onbeschreven blad
o Het enige waar je zeker van kan zijn is wat je kan waarnemen
1.3.2.2 De impact van natuurwetenschappen op het ontstaan van de psychologie
Nieuwe ontdekkingen -> nieuwe vragen
Psychofysica -> de wet van Weber
1.3.3 Psychologie als wetenschap van bewustzijn
Wilhelm Wundt (1879!!)
Bewustzijnspsychologie
Eerste laboratorium voor wetenschappelijke psychologie (in Leipzig) Vooral studie van de
waarneming
1.3.3.1 Structuralisme
Structuralisme (Titchener -> leerling Wundt)
1
, Structuur van het bewustzijn onderzoeken via introspectie en experimenteren
1.3.3.2 Functionalisme
Functionalisme (Amerika)
Onderzoekt de functie van het bewustzijn
Dierproeven
1.3.4 Behavioristische revolutie
Empirisme -> “je kan alleen zeker zijn van datgene wat je kan zien”
Behaviorisme vloeit voort uit empirisme
Behaviorisme zegt: het enige wat je kan zien van de menselijke psyche is het gedrag
• Het enige waar je zeker kan van zijn = het gedrag
Louter beschrijven van S-R connecties (H5)
• Want S/R is het enige wat je kan zien ih gedrag
Watson
1.3.5 Nieuwe klemtonen Europa
1.3.5.1 Gestaltpsychologie
De gestaltpsychologie (Wolfgang Köhler, Kurt Lewin)
Waarnemen is geen apart registreren van afzonderlijke delen, maar wel een onmiddellijk
vatten van de ‘gestalt’
“Het geheel is meer dan de som van de delen”
o Bv. soep is lekkerder in het geheel dan alles aparte ingrediënten
o Bv. het geheel van de hersenen kan onthouden, niet de neuronen apart
Gestalt = een geheel dat n te herleiden is naar de delen: het vertoont kenmerken die enkel terug te vinden zijn in het geheel
1.3.5.2 Dieptepsychologie
Dieptepsychologie (Sigmund Freud) (dia 17,18 hfst1)
= De theorie die ontstaan is uit psychoanalyse (=therapie)
Drie lagen in de menselijke geest:
Bewust, onderbewust, onbewust (=verdrongen volgens Freud, trauma en taboe)
Manieren waarop verdrongen zaken invloed kunnen uitoefenen op je gedrag
o Versprekingen
bv. zie scène Friends, Ross zegt rachel ipv Emily
o Faalhandeling
bv. Vrouw gaat vreemd, is betrapt door onderbroek die in wasmand lag, dit is niet uit
dommigheid maar dit is het onbewuste die haar deze fout liet maken omdat het
onbewuste wou dat dit uitkwam
o Symptoomstoornis (functie dat n mr gaat)
bv. Jarenlang verlamming, hij besefte dat hij homoseksueel was en toen hij dit zegde aan
zijn vrouw ging verlamming weg
2
,3
, 1.3.6 Amerika en de herontdekking
1.3.6.1 Neobehaviorisme
(Clark Hull, Edward Tolman)
Substroming vh behaviorisme
o Bleef behavioristisch in doel, moest aanpassingen aanbrengen id verwerking
In experimenten uit behaviorisme werd gemerkt dat verschillende organismen een ander
gedrag stelden bij aanbieding van dezelfde prikkel. Dit valt niet te verklaren uit S-R reacties.
o Neobehaviorisme zegt er zit iets intern tussen S & R daarom: O eraan toegevoegd.
Ipv S-R schema een S-O-R schema
o S= stimulus
o R= respons
o O= organisme (behoeften, verlangens, verwachtingen, eerdere ervaringen,..)
→Black box = je weet niet wat zich in het organisme afspeelt
1.3.6.2 Humanistische psychologie
Humanistische psychologie (Abraham Maslow, Carl Rogers)
= Reactie tegen de twee hoofdstromingen van dat moment, zijnde: (reden waarom > opsommingen)
Behaviorisme zegt:
Mens onder controle van de omgeving (stimuli)
Mens is niet veel meer dan een laboratoriumrat
Dieptepsychologie (Freud)zegt:
Mens onder controle van het onbewuste
Mens stelt voornamelijk abnormaal, neurotisch gedrag
Humanistische psychologie: mens & mogelijkheden centraal! (=psychologie van de derdeweg)
1.3.7 Overzicht structuren geschiedenis
1.3.8 Hedendaagse stromingen
1.3.8.1 Cognitieve psychologie
Cognitieve psychologie
De mens is een informatieverwerker die zelf vorm en inhoud heeft aan wat op hen afkomt (input) en
dit beïnvloedt de output
Input = prikkels, (ZINTUIGEN)
Output = gedrag (GEDRAG)
De verwerking van prikkels is het belangrijkste bij de cognitieve psychologie
o Bv. meisje met anorexia -> input = (eten) goed; output = slecht (overgeven)
o De verwerking tussen beiden gaat niet goed
De wijze waarop wij info verwerken, bepaalt ons gedrag:
Goede informatieverwerkingsstrategieën zorgen voor psychische gezondheid
Slechte informatieverwerking strategieën: psychische stoornissen
4