100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting - Burgerlijk procesrecht (JUR-3BURGPROCES)

Rating
-
Sold
-
Pages
31
Uploaded on
11-12-2025
Written in
2023/2024

Samenvatting van de hoorcolleges.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 11, 2025
Number of pages
31
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

SAMENVATTING BURGERLIJK PROCESRECHT
Hoorcollege 1 – Inleiding
Inleiding
Verschillen Amerikaans en Nederlands recht:
 In Amerika juryrechtspraak
 In NL moet er een wettelijke grond voor aansprakelijkheid zijn, wil je schadevergoeding kunnen krijgen
 in NL wordt dit niet snel aangenomen, in Amerika wel
 In NL is er een grondslag voor immateriële schade, in Amerika niet  in NL zijn we hier terughoudend
in, in Amerika niet

Burgerlijk procesrecht dient ertoe om een vermogensrecht geldend te kunnen maken = dienende functie.

Wanneer is het nodig om naar de rechter te gaan?
 Eerst proberen om in onderling overleg tot een oplossing te komen, daarna kun je een rechter
inschakelen (geschilbeslechting).
 In sommige gevallen is een rechter noodzakelijk, bijv. bij een echtscheiding, faillissementsverklaring
etc.

Verschillende procedures
 Dagvaardingsprocedure
 Verzoekschriftprocedure

Schikking = partijen komen buiten de rechtszaal tot een oplossing zonder dat de rechter hierbij betrokken is.
 Voordeel  de rechter hoeft geen vonnis te schrijven en dit scheelt heel veel tijd. Ook voor partijen
zelf want het geschil is ten einde en de kosten kunnen niet verder oplopen.
 De schikking wordt vastgelegd in een proces-verbaal en dit geeft een executoriale titel.
 De schikking vindt plaats ZONDER de rechter. Wanneer een schikking niet tot stand komt, is de rechter
nog steeds onpartijdig wanneer hij wel een uitspraak moet doen.

Art. 79 Rv = verplichte rechtsvertegenwoordiging
 Partijen kunnen in zaken voor de kantonrechter in persoon procederen
 Voor alle andere zaken kunnen zij NIET in persoon procederen

Kanttekeningen procederen
 Procederen kost veel geld
 Vonnis (= executoriale titel) is vereist
 Je moet nagaan of er wel iets te halen valt bij de schuldenaar  ‘van een kale kip kun je niet plukken’
 Procederen brengt risico’s met zich mee. Je kunt namelijk wel gelijk hebben, maar dit betekent niet dat
je ook altijd gelijk krijgt.
- Art. 237 Rv = de partij die in het ongelijk wordt gesteld, wordt in de kosten veroordeeld.
- De hoogte van de proceskosten zijn afhankelijk van de verrichte werkzaamheden en het financiële
belang van de zaak.

Procesrecht in beweging
 Project Maatschappelijke Effectieve Rechtspraak  de rechter als geschiloplosser, niet alleen het
juridische geschil, maar ook de achterliggende problematiek. Hierop is veel kritiek want een rechter
moet wel onafhankelijk zijn.
 Wet Afwikkeling Massaschade in Collectieve Acties  maakt het mogelijk om als een collectief
schadevergoeding te vorderen, art. 1018b-1018n Rv
- 1 procedure per geschil en na deze procedure kun je ook geen individuele procedure meer starten
 KEI-project werd ingevoerd (kwaliteit en innovatie)
- KEI-wetgeving
- KEI-rechtspraak  digitalisering van rechtspraak
 Met de spoedwet KEI is de digitalisering teruggedraaid
 Toenemende aandacht voor ADR

ADR (overheidsrechtspraak – arbitrage – bindend advies – mediation (formeel naar informeel))

1

,Partijen kunnen afstand doen van de rechtspraak en kiezen voor ADR, wanneer dit vrijwillig en ondubbelzinnig
is (art. 17 Gw = niemand kan tegen zijn wil van de overheidsrechter worden afgehouden)
Mediation
= is een vorm van conflictoplossing waarin partijen zelf tot een oplossing komen met behulp van een
onafhankelijke, onpartijdige derde die alleen het proces van communicatie tussen partijen begeleid.
 Mediation wordt vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst, art. 7:900 BW
 Een mediator neemt geen bindende beslissing, geeft alleen advies

Arbitrage
= is een wettelijke vorm van private rechtspraak gebaseerd op een overeenkomst, waarbij partijen een geschil
voorleggen aan arbiters. Dit zijn private rechters. Zij kunnen een bindende beslissing nemen in het geschil
tussen partijen. NADEEL is de hoge kosten
 Anders dan bij mediation kan een arbiter een bindende beslissing nemen. Die beslissing heet een
arbitraal vonnis, art. 1059 Rv
 Arbitraal vonnis levert GEEN executoriale titel op

Bindend advies
= is een vorm van private rechtspraak, die niet in de wet geregeld is, waarbij partijen overeenkomen dat zij hun
geschil aan bindend adviseurs ter beslechting voorleggen. Die bindende adviseurs zijn private rechters.
 Geschillencommissies
 Kent niet zoals arbitrage een regeling in Rv
 Bindend advies wordt vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst, art. 7:900 BW
 Bindend advies levert GEEN executoriale titel op

 Voordelen arbitrage en bindend advies
 Deskundigheid (specifieke)  partijen kunnen zelf bepalen wie ze benoemen
 In beginsel bij één instantie, dus geen hoger beroep en cassatie
 Snellere beslissing  bij geschillencommissies (bindend advies) heb je binnen een half jaar een
beslissing. Bij arbitrage duurt het alsnog vaak 2 jaar
 Goedkoper  vooral geschillencommissies zijn goedkoper, arbitrage is alsnog wel duur
 Vertrouwelijk  niet openbaar, beslissingen worden niet gepubliceerd
 Voordeel ARBITRAGE  tenuitvoerlegging onder Verdrag van New York
- Is een verdrag waardoor arbitrale vonnissen in 170 landen ten uitvoer kunnen worden gelegd
- Dit geldt niet voor een vonnis van de overheidsrechter, die kan alleen maar in de EU ten uitvoer
worden gelegd

 Gemeenschappelijke kenmerken arbitrage en bindend advies
 Alternatief voor de overheidsrechter
 Particuliere rechtspraak gebaseerd op een overeenkomst, art. 6:236 BW (zwarte lijst)
 Procedureregels zijn grotendeels aan partijen, MAAR wel de beginselen van het burgerlijk procesrecht
in acht nemen
 Beide kan zowel institutioneel plaatsvinden als ad hoc
- Institutioneel = arbiters van arbitrage-instituten die reglementen van die instituten hanteren
- Ad hoc = arbiters worden door de rechtbank benoemd en zij stellen zelf hun procesorde vast
 Toepassingsgebied is hetzelfde voor geschillen die ter vrije beschikking van partijen staan, art. 1020 lid
3 Rv
- De rechter is wel uitsluitend bevoegd wanneer het gaat om een geschil van openbare orde, bijv.
faillietverklaring etc.

Welke vorm kies je?
 Arbitrage en bindend advies zijn alleen verstandig als partijen nog goed met elkaar om kunnen gaan
 Belangrijke reden om voor arbitrage te kiezen is de specifieke deskundigheid
 Als partijen willen dat hun uitspraak niet in het publieke domein terecht komt, kunnen ze het beste
voor arbitrage kiezen. Dit is namelijk niet openbaar.
 Als je na het geschil nog samen door een deur moet, kun je het beste voor mediation kiezen



2

,Hoorcollege 2 – Grondbeginselen van het burgerlijk procesrecht
Art. 6 EVRM
Basisvoorwaarden voor een eerlijke werkbare procedure:
1. Onafhankelijkheid en onpartijdigheid
De rechter is onafhankelijk ten opzichte van de uitvoerende macht, wetgevende macht en partijen. De
onafhankelijkheid moet waarborgen dat de rechter zich niet laat beïnvloeden door druk van buitenaf.
 Rechtspositioneel = onafhankelijkheid ten opzichte van de uitvoerende macht. Wordt gewaarborgd
door benoeming van de rechter, onverenigbare functies (niet toegestaan om advocaat EN notaris te
zijn), schorsing en ontslag van rechters etc.
 Functioneel = onafhankelijkheid ten opzichte van de wetgevende macht. De rechter mag geen
instructies ontvangen van de wetgever.

Onpartijdigheid brengt mee dat de rechter niet vooringenomen mag zijn.
 Subjectief = dit ziet op de persoonlijke overtuiging van de rechter. Er wordt aangenomen dat een
rechter subjectief onpartijdig is en een partij moet bewijzen wanneer dit niet zo is.
 Objectief = er wordt voorkomen dat een rechter onpartijdig is door bijv. benoeming etc.

 Twijfel onpartijdigheid van de rechter:
 Wraking, art. 36-39 Rv = geschiedt op initiatief van partijen. Dit kan worden gedaan wanneer de
rechter onpartijdig is of de schijn van onpartijdigheid heeft.
 Verschoning, art. 40-41 Rv = geschiedt op initiatief van rechters zelf. Wanneer de rechter twijfelt aan
zijn eigen onpartijdigheid.

2. Hoor en wederhoor
Aspecten van hoor en wederhoor, art. 19 lid 1 Rv:
 Recht op rechterlijk gehoor = partijen moeten hun standpunten voldoende naar voren kunnen
brengen, zowel schriftelijk als mondeling
- Recht op een mondelinge behandeling, art. 87 Rv (recht op pleidooi is vervallen, art. 134 Rv (oud))
valt hier ook onder. De rechter kan op grond van lid 1 op verzoek van partijen of ambtshalve een
mondelinge behandeling bevelen. Op grond van lid 8 krijgen partijen de mogelijkheid om alsnog
mondeling de zaak toe te lichten wanneer geen mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden.
o HR Verhoeven c.s./Staat: het recht van partijen om hun standpunten mondeling ten
overstaan van de rechter uiteen te zetten, is een fundamenteel beginsel van het burgerlijk
procesrecht, dat is neergelegd is art. 134 (oud) Rv en voortvloeit uit art. 6 EVRM. Een
rechterlijke beslissing die mede wordt genomen op de grondslag van een voorafgaande
mondelinge behandeling behoort, tenzij bijzondere omstandigheden, te worden gegeven
door de rechter ten overstaan van wie die mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden, om
te waarborgen dat het verhandelde daadwerkelijk wordt meegewogen bij de totstandkoming
van die beslissing.
o Mag een rechter een verzoek tot het houden van een mondelinge behandeling afwijzen?
 HR Verzoek pleidooi ten onrechte afgewezen (art. 134 oud Rv): volgens vaste rechtspraak
hebben partijen in beginsel het recht van pleidooi. Een rechter mag alleen in zeer
uitzonderlijke gevallen dit recht op een mondelinge behandeling afwijzen:
1. Klemmende redenen wederpartij  HR Bistro ’t Plenske
2. Toewijzing van verzoek is strijdig met de goede orde  HR Weef c.s./Atesia
 HR 24 maart 2023 (NJ 2023/125): de rechtspraak van de HR over een op grond van art.
134 lid 1 (oud) Rv gedaan verzoek om pleidooi, heeft zijn betekenis behouden voor de vraag
of de rechter een op grond van art. 87 lid 8 Rv gedaan verzoek om een mondelinge
behandeling af te wijzen.
 Recht op tegenspraak = partij moet de gelegenheid krijgen om te reageren op het standpunt van de
wederpartij en op de bewijsmiddelen van de wederpartij (ook wel het recht op een procedureel debat)
- HR Dipasa Europe Huyton (JPBr 2003/22): beide partijen moeten voldoende gelegenheid krijgen
voor kennisneming van en uitlating over ingebrachte stukken. De rechter dient er ook ambtshalve
op te letten dat deze regel wordt nageleefd.
- HR Schuldsanering (NJ 2015/233): het hof heeft zijn oordeel mede gebaseerd op het proces-
verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg waarover het ambtshalve heeft kunnen
beschikken. Blijkens het proces-verbaal van de mondelinge behandeling bij het hof heeft de

3

, advocaat van verzoeker tot cassatie aldaar medegedeeld dat zij het proces-verbaal van de
behandeling bij de rechtbank nooit heeft ontvangen.
Gelet op het fundamentele belang van het beginsel van hoor en wederhoor, had het hof moeten
nagaan of de rechtbank een afschrift van dat proces-verbaal aan de advocaat van verzoeker had
toegezonden, of had het zelf een afschrift aan de advocaat van verzoeker moeten toekomen,
voordat hij mede op basis van dat proces-verbaal uitspraak gaat doen.
 Gelijkheid van wapenen = betekent dat procespartijen in de procedure precies dezelfde kansen
moeten hebben.

 Een digitale zitting levert geen strijd op met het beginsel van hoor en wederhoor, mits het allemaal goed
werkt.
 Per april 2021 bevat het procesreglement limieten voor processtukken in hoger beroep in dagvaardings- en
verzoekschriftprocedures
 HR 3 juni 2022 (JBPR 2022/53): het door art. 6 EVRM beschermde recht op toegang tot de rechter en
het in art. 19 lid 1 Rv verankerde beginsel van hoor en wederhoor zijn kernbeginselen van het
burgerlijk procesrecht, maar deze beginselen zijn niet absoluut.
Partijen moeten de gelegenheid hebben om hun standpunten toe te lichten en op elkaar te regeren en
aan de waarheidsplicht van art. 21 Rv kunnen doen voldoen. De beperking van de omvang van
processtukken is legitiem en niet disproportioneel.

3. Openbaarheidsbeginsel
Zowel zittingen als uitspraken zijn openbaar. Dit is van belang ter bescherming van partijdigheid, willekeur, de
rechtseenheid en de rechtsontwikkeling
 Zitting, art. 27 lid 1 Rv  UITZONDERINGEN sub a-d
 Uitspraak, art. 29 lid 1 Rv  HR 21 april 2023 (2023/41): verstrekken van informatie over zittingen,
verstrekken van uitspraken, verstrekken van informatie over aanhangige procedures en verstrekken
van informatie over afgesloten procedures
 Dit is verplicht, maar wel de anonimiseringsrichtlijn in acht nemen.

4. Motivering
Art. 30 Rv (jo. 230 Rv jo. 287 Rv)  belang van een gemotiveerde uitspraak:
 Controle door partijen en rechters in hoger beroep
 Transparantie
 Rechtseenheid en rechtsontwikkeling

5. Toegankelijke rechtspleging
De procedure moet daadwerkelijk voor de rechtzoekende openstaan, toegankelijk zijn. Belemmeringen zijn bijv.
dat je griffierechten moet betalen, dat je je door een advocaat moet laten bijstaan, de advocaatkosten etc.

Hoe zou het toegankelijker kunnen? Procesvertegenwoordiging, gefinancierde rechtsbijstand, vereenvoudiging
van de procedure, pilots bij diverse gerechten, digitalisering etc.

MAAR ook:
6. Goede procesorde
HR Van Rens c.s./Waalwijk: ondanks dat het rapport ruim voor de termijn was ingediend, kunnen stukken toch
niet voldoende tijdig ingediend zijn en is er sprake van strijd met de goede procesorde. Het had namelijk eerder
gekund. Er kan toch op grond van de bijzondere omstandigheden van het geval geoordeeld worden dat de
stukken niet voldoende tijdig zijn overgelegd.

7. Waarheidsplicht
Art. 21 Rv = de partijen zijn verplicht om de feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Speelt een rol in de
dagvaarding en verzoekschriftprocedure.
 Reikwijdte  van toepassing in ALLE procedure, in eerste aanleg, hoger beroep en cassatie



Verplichtingen die voortvloeien uit de waarheidsplicht:

4
$7.25
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
PNRSNG

Get to know the seller

Seller avatar
PNRSNG Radboud Universiteit Nijmegen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
New on Stuvia
Member since
1 day
Number of followers
0
Documents
6
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions