Inleiding in de Westerse Kunstgeschiedenis II
114121046Y | Aantekeningen 2024-2025 | Vroegmoderne Tijd
Week 2: Giotto en de wedergeboorte van de kunsten
College docent: Dr. Machtelt Brüggen Israëls
Hoofdstuk 13: Kunst in dertiende- en veertiende-eeuws Italië
I. Stijl en formele ontwikkeling
Aandacht voor de natuur en mens
De kunst in de dertiende en veertiende eeuw in Italië, met name de werken van Giotto, Duccio
en hun tijdgenoten, vertegenwoordigt een cruciale overgang van de gestileerde middeleeuwse
kunst naar een meer naturalistische en expressieve benadering van de werkelijkheid. Deze
periode markeert een hernieuwde aandacht voor de natuur, het menselijk lichaam en de
uitdrukking van emoties in de beeldende kunst.
Naar het leven werken
Giotto di Bondone (1267-1337) wordt vaak beschouwd als de herintrede van de kunst naar de
natuurgetrouwe weergave van de werkelijkheid. Het verhaal gaat dat Giotto werd ontdekt door
de beroemde kunstenaar Cimabue (1240-1302) terwijl hij schapen tekende. Dit moment
markeert het begin van Giotto's nieuwe benadering van de kunst, waarin de natuur een centrale
rol speelt, in tegenstelling tot de gestileerde en symbolische voorstellingen die kenmerkend
waren voor de middeleeuwse kunst. Bijvoorbeeld, de schapen die Giotto schilderde waren veel
natuurlijker en realistischer dan de schapen in de beroemde mozaïeken van de San Vitale-kerk
in Ravenna, die een meer symbolische en schematische vorm van afbeelden hanteerden.
Giotto’s focus op natuur en het leven zelf was een breuk met de conventies van de
middeleeuwse kunst en luidde het begin van de 'wedergeboorte' van de kunsten in, die later de
Renaissance zou kenmerken.
Relatie met de Bedelorden
Giotto's werk was sterk beïnvloed door de Bedelorden, zoals de Franciscanen. Deze monastieke
orde, onder leiding van Franciscus van Assisi, verschilde van traditionele kloosterorden door
hun nadruk op armoede en het leven te midden van de mensen in steden, in plaats van zich
terug te trekken in afgelegen kloosters. Franciscus werd in 1228 heilig verklaard en werd vaak
afgebeeld als de heilige die met vogels predikte, een beeld dat door Giotto werd omarmd in
zijn kunst.
De Franciscanen hadden een grote invloed op de kunst van Giotto, met name op de manier
waarop heiligen en religieuze guren moesten worden afgebeeld. Zo moesten ze herkenbaar
en menselijk zijn, wat een meer natuurlijke en menselijke benadering van religieuze
1
fi
,voorstellingen betekende. Dit idee van herkenbaarheid is belangrijk in de beeldtaal van Giotto,
vooral in zijn iconogra e en portrettering van heiligen zoals Franciscus van Assisi.
Ognissanti Madonna (1306)
Giotto’s werk evolueerde snel, en een belangrijk moment in deze ontwikkeling was de
Ognissanti Madonna (1306). In dit schilderij maakte Giotto gebruik van architecturale
elementen, zoals een achtergrond van zuilen en bogen, wat bijdroeg aan een gevoel van diepte
en ruimte. Dit was een innovatieve benadering die een nieuw perspectief introduceerde, waar
eerder de achtergrond vaak vlak en tweedimensionaal was.
In de Arenakapel in Padua toonde Giotto zijn expertise in het weergeven van diepte en
beweging, vooral in de manier waarop draperieën over het lichaam vielen en zo een gevoel van
volume en beweging creëerden. Deze benadering zou de basis vormen voor de verdere
ontwikkeling van perspectief en natuurlijke weergave in de Italiaanse kunst.
Maestà (1308-1311)
In de Maestà van Giotto komt zijn diepe focus op de natuur en het menselijk leven volledig tot
uiting. De centrale guur in het werk is Christus, maar ook andere heiligen en guren worden
met een grotere nadruk op hun menselijkheid en emotie afgebeeld. Dit stond in contrast met
de iconogra e van eerdere periodes, waarin heiligen vaak in abstracte, gestileerde vormen
werden gepresenteerd.
Giotto's werk benadrukte ook de opkomst van geogra sche bewustwording en internationale
oriëntatie. Kunstenaars zoals Duccio in Siena creëerden ook werk in de stijl van de Maestà, maar
Giotto's werk was innovatief in zijn aandacht voor emotie en beweging, iets dat zelfs rivaliteit
tussen leerling en meester weerspiegelde.
Historisch bewustzijn
De ontwikkeling van de 'Maniera Greca' - de Griekse en Byzantijnse manier van schilderen -
beïnvloedde de vroege kunst van de dertiende en veertiende eeuw, maar kunstenaars zoals
Giotto begonnen zich te distantiëren van de formules van de Byzantijnse stijl. Giotto
introduceerde een poging om diepte en gevoel van zwaarte en massa te creëren, evenals een
meer tedere en emotionele benadering van de menselijke guur. Dit stond in scherp contrast
met de meer gestileerde en symbolische representatie van de 'Maniera Greca’.
Er was in deze tijd ook een sterk historisch bewustzijn, een besef van de eigen tijd en een
waardering voor de kunst van de oudheid. Dit is zichtbaar in het werk van kunstenaars als Nicola
Pisano, die de klassieke beeldhouwkunst bestudeerde en deze invloeden toepaste in zijn werk,
zoals de Preekstoel van Pisa (ca. 1260), waarop klassieke guren zoals Hercules op een
natuurgetrouwe manier werden afgebeeld.
2
fi fi fi fi fi fi fi
, Internationale oriëntatie en invloeden
De kunst van de dertiende en veertiende eeuw in Italië werd ook beïnvloed door Oosterse
stijlen, vooral van de oostelijke regio’s van het Middellandse Zeegebied, en door de invloeden
vanuit Parijs en het Île-de-France. In tegenstelling tot de grote ramen in Franse kathedralen,
werd in Italië de oppervlakte van de muren vaak gebruikt om verhalen te vertellen, zoals we zien
in de vele fresco’s van Giotto en zijn tijdgenoten. Dit gaf de Italiaanse kunst een uniek karakter
dat zowel internationaal gericht was als geworteld in de lokale tradities.
II. Iconogra e en boodschap
De iconogra e in de dertiende en veertiende eeuw was sterk verbonden met de culturele en
politieke context van de tijd. Kunst werd gebruikt om zowel religieuze boodschappen als de
sociale en politieke idealen van de steden weer te geven.
Maestà (1308-1311)
De Maestà van Duccio is een voorbeeld van hoe iconogra e werd ingezet om een religieuze
boodschap te communiceren. Duccio’s polyptiek, die Maria en Christus afbeeldt, benadrukt de
menselijke aspect van deze heiligen en hun rol als beschermers van de stad Siena. De keuze om
Christus en Maria op een majestueuze en herkenbare manier af te beelden, weerspiegelt de
wens om de heiligen dichtbij de gelovigen te plaatsen.
Allegorie van Goed en Slecht Bestuur (1338)
De Allegorie van Goed en Slecht Bestuur van Ambrogio Lorenzetti is een belangrijk werk waarin
de visuele representatie van politieke idealen centraal staat. Het toont hoe goed bestuur leidt
tot vrede en voorspoed, terwijl slecht bestuur resulteert in chaos en con ict. Dit werk benadrukt
de rol van deugden zoals wijsheid en gerechtigheid in het politieke leven van Siena. De
personi caties van de theologische deugden en kardinale deugden (zoals pax en virtus) zijn
visueel gecodi ceerd in de compositie van het schilderij, wat het belang van ethisch leiderschap
in de stad benadrukt.
Stedelijke politieke iconogra e
De Palazzo Pubblico in Siena bevatte werken die niet alleen religieuze boodschappen, maar ook
politieke idealen uitdragen. In de Raadszaal werd de wereldlijke macht gekoppeld aan de
goddelijke bescherming, waarbij de stad zelf werd afgebeeld als onder bescherming van de
heiligen en deugdzaam bestuur. Het werk van Giotto, bijvoorbeeld in de Arenakapel, en dat van
Lorenzetti in de Raadszaal, speelt een belangrijke rol in het visualiseren van de stedelijke
identiteit van Siena als een plaats van rechtvaardigheid en vrede.
3
fi fifi fi fi fi fl
, Maria als stadspatroon
In de kunst van deze tijd, vooral in Siena, werd Maria vaak afgebeeld als de beschermster van de
stad, een beeld dat de religieuze en politieke verbondenheid van de heilige familie met de
stedelijke gemeenschap benadrukte. Dit wordt duidelijk in de iconogra e van de Maestà,
waarbij Maria de rol speelt van beschermende moeder voor zowel het christelijke geloof als de
stad Siena zelf.
Simone Martini en Oosterse invloeden
De invloed van Oosterse en Mongolische stijlen is zichtbaar in het werk van Simone Martini, met
name in de manier waarop stof en stoffen worden afgebeeld, zoals in de Annunciatie (1333). De
kalligra sche lijnvoering en de vloeiende, oosterse patronen in de mantel van de engel
versterken de spirituele betekenis van het werk en duiden op een groeiende internationale
oriëntatie in de kunst.
4
fi fi
114121046Y | Aantekeningen 2024-2025 | Vroegmoderne Tijd
Week 2: Giotto en de wedergeboorte van de kunsten
College docent: Dr. Machtelt Brüggen Israëls
Hoofdstuk 13: Kunst in dertiende- en veertiende-eeuws Italië
I. Stijl en formele ontwikkeling
Aandacht voor de natuur en mens
De kunst in de dertiende en veertiende eeuw in Italië, met name de werken van Giotto, Duccio
en hun tijdgenoten, vertegenwoordigt een cruciale overgang van de gestileerde middeleeuwse
kunst naar een meer naturalistische en expressieve benadering van de werkelijkheid. Deze
periode markeert een hernieuwde aandacht voor de natuur, het menselijk lichaam en de
uitdrukking van emoties in de beeldende kunst.
Naar het leven werken
Giotto di Bondone (1267-1337) wordt vaak beschouwd als de herintrede van de kunst naar de
natuurgetrouwe weergave van de werkelijkheid. Het verhaal gaat dat Giotto werd ontdekt door
de beroemde kunstenaar Cimabue (1240-1302) terwijl hij schapen tekende. Dit moment
markeert het begin van Giotto's nieuwe benadering van de kunst, waarin de natuur een centrale
rol speelt, in tegenstelling tot de gestileerde en symbolische voorstellingen die kenmerkend
waren voor de middeleeuwse kunst. Bijvoorbeeld, de schapen die Giotto schilderde waren veel
natuurlijker en realistischer dan de schapen in de beroemde mozaïeken van de San Vitale-kerk
in Ravenna, die een meer symbolische en schematische vorm van afbeelden hanteerden.
Giotto’s focus op natuur en het leven zelf was een breuk met de conventies van de
middeleeuwse kunst en luidde het begin van de 'wedergeboorte' van de kunsten in, die later de
Renaissance zou kenmerken.
Relatie met de Bedelorden
Giotto's werk was sterk beïnvloed door de Bedelorden, zoals de Franciscanen. Deze monastieke
orde, onder leiding van Franciscus van Assisi, verschilde van traditionele kloosterorden door
hun nadruk op armoede en het leven te midden van de mensen in steden, in plaats van zich
terug te trekken in afgelegen kloosters. Franciscus werd in 1228 heilig verklaard en werd vaak
afgebeeld als de heilige die met vogels predikte, een beeld dat door Giotto werd omarmd in
zijn kunst.
De Franciscanen hadden een grote invloed op de kunst van Giotto, met name op de manier
waarop heiligen en religieuze guren moesten worden afgebeeld. Zo moesten ze herkenbaar
en menselijk zijn, wat een meer natuurlijke en menselijke benadering van religieuze
1
fi
,voorstellingen betekende. Dit idee van herkenbaarheid is belangrijk in de beeldtaal van Giotto,
vooral in zijn iconogra e en portrettering van heiligen zoals Franciscus van Assisi.
Ognissanti Madonna (1306)
Giotto’s werk evolueerde snel, en een belangrijk moment in deze ontwikkeling was de
Ognissanti Madonna (1306). In dit schilderij maakte Giotto gebruik van architecturale
elementen, zoals een achtergrond van zuilen en bogen, wat bijdroeg aan een gevoel van diepte
en ruimte. Dit was een innovatieve benadering die een nieuw perspectief introduceerde, waar
eerder de achtergrond vaak vlak en tweedimensionaal was.
In de Arenakapel in Padua toonde Giotto zijn expertise in het weergeven van diepte en
beweging, vooral in de manier waarop draperieën over het lichaam vielen en zo een gevoel van
volume en beweging creëerden. Deze benadering zou de basis vormen voor de verdere
ontwikkeling van perspectief en natuurlijke weergave in de Italiaanse kunst.
Maestà (1308-1311)
In de Maestà van Giotto komt zijn diepe focus op de natuur en het menselijk leven volledig tot
uiting. De centrale guur in het werk is Christus, maar ook andere heiligen en guren worden
met een grotere nadruk op hun menselijkheid en emotie afgebeeld. Dit stond in contrast met
de iconogra e van eerdere periodes, waarin heiligen vaak in abstracte, gestileerde vormen
werden gepresenteerd.
Giotto's werk benadrukte ook de opkomst van geogra sche bewustwording en internationale
oriëntatie. Kunstenaars zoals Duccio in Siena creëerden ook werk in de stijl van de Maestà, maar
Giotto's werk was innovatief in zijn aandacht voor emotie en beweging, iets dat zelfs rivaliteit
tussen leerling en meester weerspiegelde.
Historisch bewustzijn
De ontwikkeling van de 'Maniera Greca' - de Griekse en Byzantijnse manier van schilderen -
beïnvloedde de vroege kunst van de dertiende en veertiende eeuw, maar kunstenaars zoals
Giotto begonnen zich te distantiëren van de formules van de Byzantijnse stijl. Giotto
introduceerde een poging om diepte en gevoel van zwaarte en massa te creëren, evenals een
meer tedere en emotionele benadering van de menselijke guur. Dit stond in scherp contrast
met de meer gestileerde en symbolische representatie van de 'Maniera Greca’.
Er was in deze tijd ook een sterk historisch bewustzijn, een besef van de eigen tijd en een
waardering voor de kunst van de oudheid. Dit is zichtbaar in het werk van kunstenaars als Nicola
Pisano, die de klassieke beeldhouwkunst bestudeerde en deze invloeden toepaste in zijn werk,
zoals de Preekstoel van Pisa (ca. 1260), waarop klassieke guren zoals Hercules op een
natuurgetrouwe manier werden afgebeeld.
2
fi fi fi fi fi fi fi
, Internationale oriëntatie en invloeden
De kunst van de dertiende en veertiende eeuw in Italië werd ook beïnvloed door Oosterse
stijlen, vooral van de oostelijke regio’s van het Middellandse Zeegebied, en door de invloeden
vanuit Parijs en het Île-de-France. In tegenstelling tot de grote ramen in Franse kathedralen,
werd in Italië de oppervlakte van de muren vaak gebruikt om verhalen te vertellen, zoals we zien
in de vele fresco’s van Giotto en zijn tijdgenoten. Dit gaf de Italiaanse kunst een uniek karakter
dat zowel internationaal gericht was als geworteld in de lokale tradities.
II. Iconogra e en boodschap
De iconogra e in de dertiende en veertiende eeuw was sterk verbonden met de culturele en
politieke context van de tijd. Kunst werd gebruikt om zowel religieuze boodschappen als de
sociale en politieke idealen van de steden weer te geven.
Maestà (1308-1311)
De Maestà van Duccio is een voorbeeld van hoe iconogra e werd ingezet om een religieuze
boodschap te communiceren. Duccio’s polyptiek, die Maria en Christus afbeeldt, benadrukt de
menselijke aspect van deze heiligen en hun rol als beschermers van de stad Siena. De keuze om
Christus en Maria op een majestueuze en herkenbare manier af te beelden, weerspiegelt de
wens om de heiligen dichtbij de gelovigen te plaatsen.
Allegorie van Goed en Slecht Bestuur (1338)
De Allegorie van Goed en Slecht Bestuur van Ambrogio Lorenzetti is een belangrijk werk waarin
de visuele representatie van politieke idealen centraal staat. Het toont hoe goed bestuur leidt
tot vrede en voorspoed, terwijl slecht bestuur resulteert in chaos en con ict. Dit werk benadrukt
de rol van deugden zoals wijsheid en gerechtigheid in het politieke leven van Siena. De
personi caties van de theologische deugden en kardinale deugden (zoals pax en virtus) zijn
visueel gecodi ceerd in de compositie van het schilderij, wat het belang van ethisch leiderschap
in de stad benadrukt.
Stedelijke politieke iconogra e
De Palazzo Pubblico in Siena bevatte werken die niet alleen religieuze boodschappen, maar ook
politieke idealen uitdragen. In de Raadszaal werd de wereldlijke macht gekoppeld aan de
goddelijke bescherming, waarbij de stad zelf werd afgebeeld als onder bescherming van de
heiligen en deugdzaam bestuur. Het werk van Giotto, bijvoorbeeld in de Arenakapel, en dat van
Lorenzetti in de Raadszaal, speelt een belangrijke rol in het visualiseren van de stedelijke
identiteit van Siena als een plaats van rechtvaardigheid en vrede.
3
fi fifi fi fi fi fl
, Maria als stadspatroon
In de kunst van deze tijd, vooral in Siena, werd Maria vaak afgebeeld als de beschermster van de
stad, een beeld dat de religieuze en politieke verbondenheid van de heilige familie met de
stedelijke gemeenschap benadrukte. Dit wordt duidelijk in de iconogra e van de Maestà,
waarbij Maria de rol speelt van beschermende moeder voor zowel het christelijke geloof als de
stad Siena zelf.
Simone Martini en Oosterse invloeden
De invloed van Oosterse en Mongolische stijlen is zichtbaar in het werk van Simone Martini, met
name in de manier waarop stof en stoffen worden afgebeeld, zoals in de Annunciatie (1333). De
kalligra sche lijnvoering en de vloeiende, oosterse patronen in de mantel van de engel
versterken de spirituele betekenis van het werk en duiden op een groeiende internationale
oriëntatie in de kunst.
4
fi fi