Publiekrecht
1
,2
Recht en Staatsrecht
Wat is recht?
Het recht is een systeem van regels waarmee de samenleving wordt geordend.
Welke rechtsbronnen zijn er?
❖ Wet
❖ Rechtspraak/ Jurisprudentie
❖ Gewoonte/ ongeschreven regels
❖ Rechtsleer/ Doctrine (Opvattingen en theorieën inzake het recht)
❖ Verdragen
Codificeren?
Het in een wet (boek) vastleggen van het recht.
De overheid kan ook privaatrechtelijk handelen. Bijv. als ze een onroerend goed kopen.
(Als de overheid geleverd krijgt)
Rechtsgebieden in de categorie Publiekrecht en Privaatrecht:
Rechtsgebied/ Wet Publiekrecht Privaatrecht
Huurrecht X
Strafrecht X
Familierecht X
Erfrecht X
Belastingrecht X
Staatsrecht X
Overeenkomstenrecht X
Ondernemingsrecht X
Wet ruimtelijke ordening X
Bestuursrecht X
,3
Definitie van de staat?
❖ Afgebakend grondgebied
❖ Bepaalde gemeenschap van mensen
❖ Gezag uitgeoefend door een organisatie, die het machtsmonopolie heeft.
Welke staatsvorm heeft Nederland?
Nederland kent het “Constitutionele monarchie + parlement stelsel ” staatsvorm.
Een parlementaire monarchie of constitutionele monarchie is een vorm van monarchie waarbij de
monarch eigenlijk geen echte macht heeft. De macht berust eigenlijk bij het parlement. De macht
die de monarch heeft kan door het parlement worden teruggenomen
Trias Politica
De Franse filosoof Montesquieu is de bedenker van de driemachtenleer, ook wel de trias politica
genoemd. Volgens Montesquieu’s theorie dient de staat zo ingericht te zijn dat drie machten van
elkaar gescheiden zijn en elkaars functioneren bewaken. Het gaat hierbij om de wetgevende
macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht. Op deze manier zou niet één van
deze machten de overhand kunnen krijgen. Het doel van Montesquieu was om tirannie te
voorkomen en de vrijheid van de burger te vergroten. Zijn ideeën hebben de st aatsinrichting van
veel Westerse landen beïnvloed.
Wetgevende macht
In artikel 81 staat dat de regering en de Staten -Generaal samen de wetten vaststellen. Dit
betekent dat de regering de Staten-Generaal nodig heeft om wetten te maken, en de Staten -
Generaal de regering. De wetgevende macht is hierdoor gecentreerd rond deze twee publieke
organen.
Uitvoerende macht
De ministers vormen de uitvoerende macht in Nederland. Hoewel de Koning gezamenlijk met de
ministers de regering vormt, is de rol van de Koning b eperkt.
Rechtsprekende macht
Hoofdstuk 6 in de Nederlandse Grondwet regelt de organisatie van de rechtsprekende macht. De
rechtsprekende macht bestaat in Nederland uit rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad. De
Grondwet staat door middel van artikel 1 17 garant voor de onafhankelijkheid van de rechter door
deze voor het leven te benoemen.
Territoriale decentralisatie
Bepaalde taken zijn territoriaal verdeeld (gemeenten & provincies).
Functionele decentralisatie
Taken zijn functioneel verdeeld (product- en bedrijfschappen, Commissariaat van de media).
Deconcentratie
Taken worden toebedeeld aan zelfstandige administratieve eenheden die een zekere band met de
regering houden (Belastingdienst).
, 4
Autonomie VS Medebewind
Krijgt het lagere orgaan de zelfstandige bevoegdheid tot bestuur (Autonomie) (Recht om zelf te
bepalen wat je doet, zelfbestuur) of wordt het lagere orgaan toegestaan om hogere regelingen
zelfstandig uit te voeren (Medebewind) (Geen zelfstandigheid, medewerking geven aan hogere
overheid).
Monisme VS Dualisme
Tussen wetgevende en uitvoeren macht. Onafhankelijk van elkaar ( Dualisme) (Duidelijke
scheiding tussen kabinet en parlement) of afhankelijk/ volgend (Monisme) (Parlement en
regering, ofwel wetgevende en uitvoerende macht zijn sterk met elkaar verweven).
In de Grondwet (30) staan er een aantal organen
1. Kroon – Koning en ministers (Ander woord voor regering)
2. Staten-Generaal – eerste (75) en tweede kamer (150)
3. Regering – Zelfde als kroon
4. Kabinet – Ministers en staatssecretarissen
5. Ministerraad – Ministers (Minister-president is de voorzitter)
6. Hoe wordt een minister benoemd of ontslagen ? – Koninklijk besluit volgens GW art. 43
Wat zijn grondrechten?
Grondrechten zijn vastgelegd in de Grondwet & in internationale verdragen.
Twee soorten grondrechten
1. Klassieke grondrechten – afdwingbaar bij de rechter! (Vrijheid van demonstreren, Vrijheid
van meningsuiting).
2. Sociale grondrechten – Overheid moet zich ervoor inzetten, maar is niet afdwingbaar bij
de rechter.
Actief kiesrecht VS Passief kiesrecht
Iedereen die handelingsbekwaam is en dus stemrecht heeft ( Actief) of degene waarop gestemd
kan worden, ofwel zichzelf kandidaat kan stellen (Passief).
Welke decentrale organen kent Nederland?
❖ Provincie
❖ Gemeente
❖ Waterschap
Te vinden in hoofdstuk 7 van de Grondwet.
Machtenscheiding tussen de organen
Uitvoerende macht Wetgevende macht Rechtsprekende
macht
Provincie Gedeputeerde staten Provinciale staten Rechterlijke macht
Gemeente College Gemeenteraad Rechterlijke macht
Burgermeesters en
wethouders
Rijk (let op! Rijk hoort Regering Staten-Generaal Rechterlijke macht
niet bij decentralisatie)
1
,2
Recht en Staatsrecht
Wat is recht?
Het recht is een systeem van regels waarmee de samenleving wordt geordend.
Welke rechtsbronnen zijn er?
❖ Wet
❖ Rechtspraak/ Jurisprudentie
❖ Gewoonte/ ongeschreven regels
❖ Rechtsleer/ Doctrine (Opvattingen en theorieën inzake het recht)
❖ Verdragen
Codificeren?
Het in een wet (boek) vastleggen van het recht.
De overheid kan ook privaatrechtelijk handelen. Bijv. als ze een onroerend goed kopen.
(Als de overheid geleverd krijgt)
Rechtsgebieden in de categorie Publiekrecht en Privaatrecht:
Rechtsgebied/ Wet Publiekrecht Privaatrecht
Huurrecht X
Strafrecht X
Familierecht X
Erfrecht X
Belastingrecht X
Staatsrecht X
Overeenkomstenrecht X
Ondernemingsrecht X
Wet ruimtelijke ordening X
Bestuursrecht X
,3
Definitie van de staat?
❖ Afgebakend grondgebied
❖ Bepaalde gemeenschap van mensen
❖ Gezag uitgeoefend door een organisatie, die het machtsmonopolie heeft.
Welke staatsvorm heeft Nederland?
Nederland kent het “Constitutionele monarchie + parlement stelsel ” staatsvorm.
Een parlementaire monarchie of constitutionele monarchie is een vorm van monarchie waarbij de
monarch eigenlijk geen echte macht heeft. De macht berust eigenlijk bij het parlement. De macht
die de monarch heeft kan door het parlement worden teruggenomen
Trias Politica
De Franse filosoof Montesquieu is de bedenker van de driemachtenleer, ook wel de trias politica
genoemd. Volgens Montesquieu’s theorie dient de staat zo ingericht te zijn dat drie machten van
elkaar gescheiden zijn en elkaars functioneren bewaken. Het gaat hierbij om de wetgevende
macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht. Op deze manier zou niet één van
deze machten de overhand kunnen krijgen. Het doel van Montesquieu was om tirannie te
voorkomen en de vrijheid van de burger te vergroten. Zijn ideeën hebben de st aatsinrichting van
veel Westerse landen beïnvloed.
Wetgevende macht
In artikel 81 staat dat de regering en de Staten -Generaal samen de wetten vaststellen. Dit
betekent dat de regering de Staten-Generaal nodig heeft om wetten te maken, en de Staten -
Generaal de regering. De wetgevende macht is hierdoor gecentreerd rond deze twee publieke
organen.
Uitvoerende macht
De ministers vormen de uitvoerende macht in Nederland. Hoewel de Koning gezamenlijk met de
ministers de regering vormt, is de rol van de Koning b eperkt.
Rechtsprekende macht
Hoofdstuk 6 in de Nederlandse Grondwet regelt de organisatie van de rechtsprekende macht. De
rechtsprekende macht bestaat in Nederland uit rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad. De
Grondwet staat door middel van artikel 1 17 garant voor de onafhankelijkheid van de rechter door
deze voor het leven te benoemen.
Territoriale decentralisatie
Bepaalde taken zijn territoriaal verdeeld (gemeenten & provincies).
Functionele decentralisatie
Taken zijn functioneel verdeeld (product- en bedrijfschappen, Commissariaat van de media).
Deconcentratie
Taken worden toebedeeld aan zelfstandige administratieve eenheden die een zekere band met de
regering houden (Belastingdienst).
, 4
Autonomie VS Medebewind
Krijgt het lagere orgaan de zelfstandige bevoegdheid tot bestuur (Autonomie) (Recht om zelf te
bepalen wat je doet, zelfbestuur) of wordt het lagere orgaan toegestaan om hogere regelingen
zelfstandig uit te voeren (Medebewind) (Geen zelfstandigheid, medewerking geven aan hogere
overheid).
Monisme VS Dualisme
Tussen wetgevende en uitvoeren macht. Onafhankelijk van elkaar ( Dualisme) (Duidelijke
scheiding tussen kabinet en parlement) of afhankelijk/ volgend (Monisme) (Parlement en
regering, ofwel wetgevende en uitvoerende macht zijn sterk met elkaar verweven).
In de Grondwet (30) staan er een aantal organen
1. Kroon – Koning en ministers (Ander woord voor regering)
2. Staten-Generaal – eerste (75) en tweede kamer (150)
3. Regering – Zelfde als kroon
4. Kabinet – Ministers en staatssecretarissen
5. Ministerraad – Ministers (Minister-president is de voorzitter)
6. Hoe wordt een minister benoemd of ontslagen ? – Koninklijk besluit volgens GW art. 43
Wat zijn grondrechten?
Grondrechten zijn vastgelegd in de Grondwet & in internationale verdragen.
Twee soorten grondrechten
1. Klassieke grondrechten – afdwingbaar bij de rechter! (Vrijheid van demonstreren, Vrijheid
van meningsuiting).
2. Sociale grondrechten – Overheid moet zich ervoor inzetten, maar is niet afdwingbaar bij
de rechter.
Actief kiesrecht VS Passief kiesrecht
Iedereen die handelingsbekwaam is en dus stemrecht heeft ( Actief) of degene waarop gestemd
kan worden, ofwel zichzelf kandidaat kan stellen (Passief).
Welke decentrale organen kent Nederland?
❖ Provincie
❖ Gemeente
❖ Waterschap
Te vinden in hoofdstuk 7 van de Grondwet.
Machtenscheiding tussen de organen
Uitvoerende macht Wetgevende macht Rechtsprekende
macht
Provincie Gedeputeerde staten Provinciale staten Rechterlijke macht
Gemeente College Gemeenteraad Rechterlijke macht
Burgermeesters en
wethouders
Rijk (let op! Rijk hoort Regering Staten-Generaal Rechterlijke macht
niet bij decentralisatie)