PSYCHOLOGIE
H1: inleiding
Wat is psychologie?
Onderzoeken van menselijk gedrag en mentale processen: voorbeelden?
- Menselijk gedrag: agressie, criminaliteit, verslaving, spijbelgedrag, pestgedrag,
sexting…
- Mentale processen: gedachten van mensen zoals angststoornissen, piekergedrag,
emoties…
Dit verklaren vanuit een specifiek denkkader (zie later)
Tracht mee verklaringen te geven voor maatschappelijke problemen
= de wetenschappelijke studie van het menselijk gedrag (= waarneembaar) en de
mentale processen (= niet waarneembaar) van individuen (of groepen)
Waar kom je in contact met psychologen?
- Tijdens de eerste levensjaren (ontwikkelingspsycholoog)
- Tijdens de schooltijd (CLB, leraren, leerlingenbegeleiders,…)
- In het hoger onderwijs
- In de hulpverlening (CGG, psychiatrische ziekenhuizen, jeugdzorg, …)
- In bedrijven
- In justitie
Deelgebieden
Klinische psychologie (fase 2, 3 en 4): Forensische psychologie (fase 3):
- psychopathologie: psychiatrische - Mensen die feiten hebben gepleegd
ziektebeelden
- Bv: bipolaire stoornis, depressie,
eetstoornissen, angststoornissen,
persoonlijkheidsstoornissen…
Neuropsychologie: Ontwikkelingspsychologie (fase 1):
- Link tussen hersenen en psychiatrische - Een ontwikkeling
ziektes - Wat moet peuter kunnen? Wat moet
lagere schoolkind kunnen?
Sociale psychologie (fase 1): Leerpsychologie:
- Doen onderzoek naar groepsdynamica, - Hoe leren mensen?
sexting… - Hoe komt het dat ik een fobie voor
spinnen heb ontwikkeld?
,Stromingen (of scholen) in de psychologie
= visie op hulpverlening (p32-45): elke visie heeft zijn manier om ernaar te kijken
Voorbeeld depressie
Psychodynamische stroming: grondlegger Freud (1865-1939) – oudste stroming
- Het probleem depressie is terug te brengen naar de kindertijd
- Je hebt trauma’s vanuit de kindertijd
- Dingen die je in kindertijd hebt meegemaakt en in het onderbewustzijn hebt
teruggestoken. Op een gegeven moment wordt het te veel en komt het eruit (bv:
agressie, eetstoornis, depressie…)
- Gebaseerd op Freud
- Therapie gaat trauma een plaats geven, niet meer wegsteken maar erover praten.
Behavioristische stroming: grondlegger Watson (1878-1958)
- Psychologie moet zich niet bezig houden met wat er in het hoofd van mensen afspeelt,
want dat kunnen we niet bewijzen.
- Richten op uiterlijk waarneembaar gedrag
- Iemand is agressief -> agressie aanpakken
- Mensen gaan belonen
- Gedragstherapie: gewenst gedrag belonen en ongewenst gedrag straffen
- Bv: kinderen, mensen met verstandelijke beperking
Cognitieve stroming:
- Gedachten die mensen kunnen ziek maken
- Hoe denken mensen met een depressie? Wat zeggen mensen met een depressie vaak
over zichzelf? (bv: ik kan niks, het is mijn schuld…) -> de negatieve cognities
veroorzaken de depressie
- Mensen die u anders gaan leren denken (bv: met dagboeken)
- Behandelen OCD: richten op dwanggedachten
- Voordelen: niet graven in het verleden
- Combinatie gedragstherapie (straffen en belonen) en cognitieve therapie = cognitieve
gedragstherapie
Humanistische psychologie (Carl Rogers) (niet kennen)
Biopsychosociale stroming:
- Meest gehanteerde benadering
- Probleem wordt veroorzaakt door 3 componenten: biologische, psychologische en
sociaal
- Depressie heeft een biologische oorzaak: tekort aan serotonine in de hersenen,
genetische aspect (in bepaalde families meer suïcides, psychoses…) -> wordt
aangepakt met medicatie
- Psychologische factor: vroeger gepest, copingsmechanisme -> dingen die je meemaakt
en hoe je daarmee omgaat
- Sociale factoren: omgeving -> vrienden, armoede, migratie
Systemische stroming:
- Komt veel voor
, - Problemen worden veroorzaakt door het systeem waarin je leeft
- Bv: gezinnen, problemen met kinderen? Koppelrelatie?
- Bv: pestgedrag -> de groep behandelen en niet het individu
- Eetstoornissen zijn vaak systemisch
Als hulpverlener moet je de basis kennen van het aanbod. Wat past er het beste bij het
probleem van die persoon? Kinderen gaat men vaak systemisch begeleiden.
Onderzoeksmethoden
Wetenschappelijke studie -> er wordt onderzoek naar gedaan
2 soorten onderzoeksmethoden
- Kwantitatieve methoden: vragenlijst, testen, sommige experimenten
o Gericht op meten en cijfers, statistiek om samenhang aan te tonen (in cijfers)
o Testen die men afneemt (bv: IQ test)
o Op de cijfers gaat men statistiek om samenhang aan te tonen (bv samenhang
tussen agressie en psychopathie)
- Kwalitatieve methoden: casestudy, testen zoals projectieve testen, interview en
enquête, observatie
o Gericht op beschrijvingen en interpreteren (in woorden)
o Casus beschrijven (bv: hoe gedragen kinderen van 5 jaar zich tijdens de
speeltijd)
De observatie
- Voorbeeld van open participerende observatie: Konrad Lorenz
- Imprinting: het eerste wat ganzen zien, zien ze als ‘de
moedergans’ en volgen ze
- Als er over een bepaald onderwerp geen gegevens zijn (nieuw
onderwerp)
- Open versus bedekte observatie (via one way screen)
- Participerende (onderzoeker maakt deel uit) versus niet-
participerende (onderzoeker gaat observeren) observatie
Knelpunten:
- Tijdsverslindend
- Onderzoekers zijn vaak geneigd te zien wat ze willen zien
- Moeilijk voor herhaling en controlevatbaar
- Als mensen weten dat ze geobserveerd worden, gedragen ze zich mogelijks anders
Kwalitatieve methode
Het experiment
Milgram experiment
- Test de bereidheid om te gehoorzamen aan gezag ook al gaat het in tegen je geweten
- Opzet: invloed van straf (= elektroshock) op leren
- Niet-participerende observatie
H1: inleiding
Wat is psychologie?
Onderzoeken van menselijk gedrag en mentale processen: voorbeelden?
- Menselijk gedrag: agressie, criminaliteit, verslaving, spijbelgedrag, pestgedrag,
sexting…
- Mentale processen: gedachten van mensen zoals angststoornissen, piekergedrag,
emoties…
Dit verklaren vanuit een specifiek denkkader (zie later)
Tracht mee verklaringen te geven voor maatschappelijke problemen
= de wetenschappelijke studie van het menselijk gedrag (= waarneembaar) en de
mentale processen (= niet waarneembaar) van individuen (of groepen)
Waar kom je in contact met psychologen?
- Tijdens de eerste levensjaren (ontwikkelingspsycholoog)
- Tijdens de schooltijd (CLB, leraren, leerlingenbegeleiders,…)
- In het hoger onderwijs
- In de hulpverlening (CGG, psychiatrische ziekenhuizen, jeugdzorg, …)
- In bedrijven
- In justitie
Deelgebieden
Klinische psychologie (fase 2, 3 en 4): Forensische psychologie (fase 3):
- psychopathologie: psychiatrische - Mensen die feiten hebben gepleegd
ziektebeelden
- Bv: bipolaire stoornis, depressie,
eetstoornissen, angststoornissen,
persoonlijkheidsstoornissen…
Neuropsychologie: Ontwikkelingspsychologie (fase 1):
- Link tussen hersenen en psychiatrische - Een ontwikkeling
ziektes - Wat moet peuter kunnen? Wat moet
lagere schoolkind kunnen?
Sociale psychologie (fase 1): Leerpsychologie:
- Doen onderzoek naar groepsdynamica, - Hoe leren mensen?
sexting… - Hoe komt het dat ik een fobie voor
spinnen heb ontwikkeld?
,Stromingen (of scholen) in de psychologie
= visie op hulpverlening (p32-45): elke visie heeft zijn manier om ernaar te kijken
Voorbeeld depressie
Psychodynamische stroming: grondlegger Freud (1865-1939) – oudste stroming
- Het probleem depressie is terug te brengen naar de kindertijd
- Je hebt trauma’s vanuit de kindertijd
- Dingen die je in kindertijd hebt meegemaakt en in het onderbewustzijn hebt
teruggestoken. Op een gegeven moment wordt het te veel en komt het eruit (bv:
agressie, eetstoornis, depressie…)
- Gebaseerd op Freud
- Therapie gaat trauma een plaats geven, niet meer wegsteken maar erover praten.
Behavioristische stroming: grondlegger Watson (1878-1958)
- Psychologie moet zich niet bezig houden met wat er in het hoofd van mensen afspeelt,
want dat kunnen we niet bewijzen.
- Richten op uiterlijk waarneembaar gedrag
- Iemand is agressief -> agressie aanpakken
- Mensen gaan belonen
- Gedragstherapie: gewenst gedrag belonen en ongewenst gedrag straffen
- Bv: kinderen, mensen met verstandelijke beperking
Cognitieve stroming:
- Gedachten die mensen kunnen ziek maken
- Hoe denken mensen met een depressie? Wat zeggen mensen met een depressie vaak
over zichzelf? (bv: ik kan niks, het is mijn schuld…) -> de negatieve cognities
veroorzaken de depressie
- Mensen die u anders gaan leren denken (bv: met dagboeken)
- Behandelen OCD: richten op dwanggedachten
- Voordelen: niet graven in het verleden
- Combinatie gedragstherapie (straffen en belonen) en cognitieve therapie = cognitieve
gedragstherapie
Humanistische psychologie (Carl Rogers) (niet kennen)
Biopsychosociale stroming:
- Meest gehanteerde benadering
- Probleem wordt veroorzaakt door 3 componenten: biologische, psychologische en
sociaal
- Depressie heeft een biologische oorzaak: tekort aan serotonine in de hersenen,
genetische aspect (in bepaalde families meer suïcides, psychoses…) -> wordt
aangepakt met medicatie
- Psychologische factor: vroeger gepest, copingsmechanisme -> dingen die je meemaakt
en hoe je daarmee omgaat
- Sociale factoren: omgeving -> vrienden, armoede, migratie
Systemische stroming:
- Komt veel voor
, - Problemen worden veroorzaakt door het systeem waarin je leeft
- Bv: gezinnen, problemen met kinderen? Koppelrelatie?
- Bv: pestgedrag -> de groep behandelen en niet het individu
- Eetstoornissen zijn vaak systemisch
Als hulpverlener moet je de basis kennen van het aanbod. Wat past er het beste bij het
probleem van die persoon? Kinderen gaat men vaak systemisch begeleiden.
Onderzoeksmethoden
Wetenschappelijke studie -> er wordt onderzoek naar gedaan
2 soorten onderzoeksmethoden
- Kwantitatieve methoden: vragenlijst, testen, sommige experimenten
o Gericht op meten en cijfers, statistiek om samenhang aan te tonen (in cijfers)
o Testen die men afneemt (bv: IQ test)
o Op de cijfers gaat men statistiek om samenhang aan te tonen (bv samenhang
tussen agressie en psychopathie)
- Kwalitatieve methoden: casestudy, testen zoals projectieve testen, interview en
enquête, observatie
o Gericht op beschrijvingen en interpreteren (in woorden)
o Casus beschrijven (bv: hoe gedragen kinderen van 5 jaar zich tijdens de
speeltijd)
De observatie
- Voorbeeld van open participerende observatie: Konrad Lorenz
- Imprinting: het eerste wat ganzen zien, zien ze als ‘de
moedergans’ en volgen ze
- Als er over een bepaald onderwerp geen gegevens zijn (nieuw
onderwerp)
- Open versus bedekte observatie (via one way screen)
- Participerende (onderzoeker maakt deel uit) versus niet-
participerende (onderzoeker gaat observeren) observatie
Knelpunten:
- Tijdsverslindend
- Onderzoekers zijn vaak geneigd te zien wat ze willen zien
- Moeilijk voor herhaling en controlevatbaar
- Als mensen weten dat ze geobserveerd worden, gedragen ze zich mogelijks anders
Kwalitatieve methode
Het experiment
Milgram experiment
- Test de bereidheid om te gehoorzamen aan gezag ook al gaat het in tegen je geweten
- Opzet: invloed van straf (= elektroshock) op leren
- Niet-participerende observatie