100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Complete samenvatting van alle literatuur voor het vak Baby’s, peuters en kleuters: Ontwikkeling, opvoeding en onderzoek

Beoordeling
5.0
(1)
Verkocht
9
Pagina's
40
Geüpload op
24-11-2025
Geschreven in
2025/2026

Uitgebreide samenvatting van alle literatuur voor BPK inclusief de antwoorden a.d.h.v. de studiewijzer voor het boekhoofdstuk Temperament and Personality van Garstein et al. (2016). College 1: Introductie Bornstein, M. H., Arterberry, M. E., & Lamb, M. E. (2014). Methods of Research in Infancy. Olson, T. L., Roggman, L. A., & Innocenti, M. S. (2020). Developmental research methods with infants & young children. College 2: Ontwikkelingsondersteuning van prematuur geboren kinderen Flierman, M., Möller, E. L., Engelbert, R. H., van Kaam, A. H., Bossen, D., & Jeukens-Visser, M.(2024). Feasibility of a Dutch post-discharge parenting intervention (TOP program) formoderate preterm born infants. Jeukens‐Visser, M., Koldewijn, K., van Wassenaer‐Leemhuis, A. G., Flierman, M., Nollet, F., & Wolf, M. J. (2021). Development and nationwide implementation of a postdischarge responsive parenting intervention program for very preterm born children: The TOP program. Provasi, J. (2019). Parent-preterm infant interaction. Roze, E., Jeukens-Visser, M., Flierman, M., & Leemhuis, A. (2023). Het TOP-programma voorprematuren. Een evidence-based interventie ter preventie van ontwikkelingsproblemen. College 3: Psychofysiologisch onderzoek naar emoties bij jonge kinderen de Vente, W., Majdandžić, M., & Bögels, S. M. (2020). Intergenerational transmission of anxiety: linking parental anxiety to infant autonomic hyperarousal and fearful temperament. Lench, H. C., Flores, S. A., & Bench, S. W. (2011). Discrete emotions predict changes in cognition, judgment, experience, behavior, and physiology: a meta-analysis of experimental emotion elicitations. Nikolić, M., de Vente, W., Colonnesi, C., & Bögels, S. M. (2016). Autonomic arousal in children of parents with and without Social Anxiety Disorder: A high-risk study. Toates, F. (2011). Biological psychology (3rd Ed.). College 4: Emotionele expressies tijdens sociale interacties Colonnesi, C., Nikolić, M., de Vente, W., & Bögels, S. M. (2017). Social anxiety symptoms in young children: Investigating the interplay of theory of mind and expressions of shyness. Colonnesi, C., Zijlstra, B. J., van der Zande, A., & Bögels, S. M. (2012). Coordination of gaze, facial expressions and vocalizations of early infant communication with mother and father. Colonnesi, C., Salvadori, E. A., Oort, F. J., & Messinger, D. S. (2024). Not too shy to point! Exploring the relationship between shyness and pointing in the second year. Stockdale, L. A., Porter, C. L., Coyne, S. M., Essig, L. W., Booth, M., Keenan‐Kroff, S., & Schvaneveldt, E. (2020). Infants’ response to a mobile phone modified still‐face paradigm: Links to maternal behaviors and beliefs regarding technoference. College 5: Het meten van temperament en opvoedingsgedrag bij jonge kinderen Gartstein, M.A., Putnam, S.P., Aron, E.N. & Rothbart, M.K. (2016). Temperament and Personality. Majdandžić, M., De Vente, W., & Bögels, S. M. (2016). Challenging parenting behavior from infancy to toddlerhood: Etiology, measurement, and differences between fathers and mothers. McCormick, M. P., O’Connor, E. E., Cappella, E., & McClowry, S. G. (2015). Getting a good start in school: Effects of INSIGHTS on children with high maintenance temperaments. College 6: Sensitiviteit en mind-mindedness (deel 1) & Voorspellers van welbevinden in de context van gastouderopvang en kinderdagverblijf (deel 2) Ainsworth, M. (1969). Maternal Sensitivity Scales. The Baltimore Longitudinal Project. Colonnesi, C., Zeegers, M. A., Majdandžić, M., van Steensel, F. J., & Bögels, S. M. (2019). Fathers’ and mothers’ early mind-mindedness predicts social competence and behavior problems in childhood. Larkin, F., Oostenbroek, J., Lee, Y., Hayward, E., Fernandez, A., Wang, Y., ... & Meins, E. (2024). A smartphone app effectively facilitates mothers' mind‐mindedness: A randomized controlled trial. Meins, E., & Fernyhough, C. (2015). Mind-mindedness coding manual, Version 2.2. Fukkink, R. (2021). Exploring Children’s Well-being in Daycare: How do Children Feel all Day. Rosanne M.V. Sluiter, Minne Fekkes & Ruben G. Fukkink (2023). Comparing center-based with home-based childcare: type of care moderates the association between process quality and child functioning.

Meer zien Lees minder
Instelling
Vak











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
24 november 2025
Aantal pagina's
40
Geschreven in
2025/2026
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Literatuur – Baby, peuters en kleuters:
Ontwikkeling, opvoeding en onderzoek
College 1 – Introductie
Bornstein et al. – Methods of research in infancy
Onderzoek van baby’s is lastig, omdat baby’s niet kunnen praten, motorisch beperkt zijn en
omdat hun toestand snel veranderd. Er zijn verschillende methoden om dit te doen, waarbij
een combinatie van methodes het meest betrouwbaar en overzichtelijk is.

Onderzoek designs:
• Voor inzicht in status (hoe iets er op een bepaald moment uitziet), functie (hoe het
werkt) en oorsprong/determinanten van ontwikkeling worden longitudinaal en
cross-sectioneel onderzoek ingezet. Beide methoden kunnen tot dezelfde resultaten
leiden, bijvoorbeeld bij habituatie-onderzoek.
o Longitudinaal onderzoek = dezelfde groep herhaaldelijk over tijd.
▪ Toont stabiliteit (rangorde tussen individuen) en continuïteit
(veranderingen in groepsgemiddelde).
▪ Het is duur, heeft te maken met veel uitval, er kan sprake zijn van
habituatie en is tijdsintensief.
o Cross-sectioneel onderzoek = verschillende leeftijden op één moment.
▪ Het is snel en testen worden niet herhaald.
▪ Het kan geen individuele veranderingen of oorzaken aantonen.
▪ Risico op cohort-effecten (verschillende leeftijdsgroepen hebben
verschillende ervaringen, waardoor de groepen verschillend zijn).
• Verschillen tussen nature en nurture worden onderzocht met natuurlijke experimenten,
tweelingstudies en adoptieonderzoek.
o Natuurlijke experimenten = vergelijking van kinderen in hun natuurlijke
omgeving (bv. opgroeien in een instelling of thuis).
▪ Vroege deprivatie heeft ernstige, maar deels herstelbare, gevolgen.
o Tweelingstudies = vergelijking monozygotische (eeneiig) met dizygotische
(twee-eiig) tweelingen.
▪ Hogere overeenkomt bij eeneiig, maar omgeving speelt ook een rol.
o Adoptieonderzoek = vergelijking adoptiekinderen met biologische en
adoptieouders.
• Voor specifieke vragen zijn er specifieke ontwikkelingsdesigns.
o Age-held-constant paradigm = onderzoekt baby’s van dezelfde leeftijd die
verschillen in ervaring (bv. kruipers vs. lopers).
o Preterm vs. full term studies = vergelijking premature baby’s (< 40 weken)
en full-term baby’s voor het effect van biologische maturatie en ervaring.
o Matched designs = onderzoekt baby’s die gelijk zijn op bepaalde kenmerken,
maar verschillen op één variabele om achter de oorzakelijke invloed van
specifieke factoren te komen.
▪ Bijvoorbeeld premature baby’s vs. full-term baby’s gematcht op
conceptieleeftijd (tegelijkertijd verwekt; rijpingsleeftijd) of postnatale
leeftijd (even lang na geboorte gemeten; experiëntele leeftijd).

,Procedures en technieken:
• Baby biografieën = dagboeken of gedetailleerde beschrijvingen van de ontwikkeling
van één kind.
o Domestic (door ouders voor zichzelf), educatief (invloed opvoeding) of
wetenschappelijk (systematisch onderzoek).
o Rijk aan details, maar subjectief en niet representatief.
• Casestudie = diepgaande analyse van één kind of een klein aantal kinderen met de
focus op specifieke gedragingen of omstandigheden.
o Systematisch en doelgericht.
o Beperkte generaliseerbaarheid.
• Systematische observaties = observeren in natuurlijke of gecontroleerde situaties
voor inzicht in patronen, frequenties en interactie.
o Naturalistisch is realistisch, maar moeilijk vergelijkbaar. Gestandaardiseerd is
gecontroleerder en vergelijkbaarder.
o Video en checklists verhogen precisie en betrouwbaarheid.
• Interviews en vragenlijsten = ouder/verzorger geeft informatie over gedrag,
tijdsbesteding of context.
o Representatief, maar risico op subjectieve bias.
o Q-sort methode = gestructureerde zelfrapportage die sociaal wenselijke
antwoorden beperkt (betere betrouwbaarheid).
• Neurologische assessment van het autonoom zenuwstelsel = meet fysiologische
reacties zoals hartslag, ademhaling en zweetreacties.
o Vagal tone = maat voor zelfregulatie en aandacht (hartslagvariabiliteit).
o Hormonen zoals cortisol (stress) en oxytocine (hechting) worden via het
speeksel gemeten.
• Neurologische assessment van het centraal zenuwstelsel = bestudeert
hersenactiviteit via EEG/ERP (elektrische activiteit tijdens stimuli), MEG
(magnetische hersenvelden) en fMRI/NIRS/PET (beeldvorming van hersenfuncties).
o Hiermee kan spraakperceptie, geheugen, aandacht en hersenontwikkeling
gemeten worden.
o Het is objectief, maar een indirecte meting met veel inferentie. Daarnaast is het
duur en gevoelig voor beweging (moeilijk bij baby’s).
• Gestructureerde testen = gestandaardiseerde experimenten met controle over stimuli
die kijkduur, zuigfrequentie en hoofdbewegingen meten.
o Veel gebruikte paradigma’s zijn habituatie (leren en geheugen), conditionering
(leren via beloning) en voorkeurstaken (natuurlijke voorkeur).
o Sterke mate van controle en vergelijkbaarheid tussen baby’s.

Methodologische en ethische overwegingen:
• Resultaten moeten consistent en meetbaar zijn.
o Betrouwbaarheid = consistentie van metingen.
o Validiteit = meten wat je beoogt te meten.
• Oorzaak-gevolg relaties moeten met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd.
• Informed consent verloopt via ouders/voogden.
• Vermijd stress, ongemak of schade.
• De onderzoeksgegevens zijn vertrouwelijk en er is te allen tijde recht op terugtrekking
van deelname aan het onderzoek.

,Olson et al. – Developmental research methods with infants and young children
Onderzoek naar baby’s en jonge kinderen moet worden aangepast aan hun
ontwikkelingsniveau en kwetsbaarheid. Omdat jonge kinderen vaak niet kunnen praten of
zich moeilijk kunnen concentreren zijn alternatieve methoden nodig die stress minimaliseren
en toch betrouwbare gegevens opleveren zodat de menselijke ontwikkeling schematisch kam
worden beschreven, verklaart en voorspelt. Baby’s en jonge kinderen ontwikkelen zich binnen
contexten van gezin, cultuur en gemeenschap. Goed onderzoek houdt rekening met die
context om verkeerde interpretaties of schade te vermijden.

Soorten ontwikkelingsonderzoek:
• Basisonderzoek = breidt kennis en theorieën over ontwikkeling uit.
• Toegepast onderzoek = test programma’s of interventies.
• Beide versterken elkaar en translational onderzoek vertaalt basisonderzoek naar
praktische toepassingen.

Onderzoeksmethoden:
• Kwantitatieve methoden = cijfermatige gegevens en statistische analyses gericht op
verbanden, voorspellers en effecten.
o Betrouwbaar, generaliseerbaar en controle over variabelen.
• Kwalitatieve methoden = onderzoek naar betekenis, beleving en context van gedrag
middels woorden, observaties of interviews.
o Geschikt voor ouderervaringen en opvoedingspraktijken.
o Wordt gebruikt om nieuwe hypothesen te genereren of kwantitatieve
resultaten te verklaren.
• Mixed methods = combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve methoden.
o Sequentieel = eerst cijfers, dan interviews.
o Concurrerend = tegelijkertijd voor een completer beeld.

Onderzoekdesigns:
• Experimenteel design = manipulatie van één variabele (onafhankelijk) om het effect
op een andere variabele (afhankelijk) te meten.
o Random toewijzing aan experimentele en controlegroepen.
o Causale uitspraken mogelijk.
• Quasi-experimenteel design = wanneer randomisatie niet mogelijk of ethisch is.
o Controle via vergelijkbare groepen of statistische correcties.
o Natuurlijke experimenten = bv. de impact van orkanen op prenatale stress.
o Regressie discontinuïteit = groepen worden gevormd rond een natuurlijke
grens (bv. leeftijdsgrenzen voor school).
o Pre-post design = meting voor en na interventie binnen dezelfde groep.
• Descriptief design = beschrijven van gedrag of omgeving zonder manipulatie.
• Correlatiestudies = onderzoeken van verbanden tussen variabelen.
o Kan geen causaliteit aantonen, maar wel sterke aanwijzingen geven.
• Cross-sectioneel design = verschillende leeftijden op één moment.
• Longitudinaal design = dezelfde kinderen over tijd.
o Cohort-sequentieel = herhaalde studies in nieuwe cohorten.
o Cross-sequentieel = herhaalde metingen bij verschillende leeftijdsgroepen.

, Sampling:
• De steekproef moet de doelpopulatie representeren.
• Poweranalyse = bepaalt benodigde groepsgrootte voor betrouwbare resultaten.
• Eenvoudig willekeurig = iedereen heeft gelijke kans.
• Systematisch = elke x-de persoon uit lijst.
• Gestratificeerd = uit subgroepen (bv. etniciteit, leeftijd).
• Niet-willekeurig = geen berekenbare kans (minder generaliseerbaar).
o Gemak = participanten die direct beschikbaar zijn.
o Quota = gemak, maar percentages verschillende typen participanten.
o Doelgericht = selectie specifieke participanten (bv. expertise) voor een
specifiek doel of representanten van uiteinden van een kenmerk.

Meetmethoden:
• Gestandaardiseerde test = objectieve, vergelijkbare metingen van cognitieve of
motorische ontwikkeling.
o Norm-referenced = vergelijking met leeftijdsnormen.
o Criterion-referenced = vergelijking met standaarden.
• Ouderrapportage = ouders rapporteren gedrag, temperament of vaardigheden van
hun kind. Nuttig bij niet-observeerbare gedragingen.
• Observatie = direct observeren van gedrag in natuurlijke of gecontroleerde setting.
o Goed getrainde observatoren en duidelijke definities zijn belangrijk.
o Gezichtsuitdrukkingen worden gebruikt om emoties te identificeren.
▪ Codering = elke spierbeweging gaat samen met een specifieke emotie.
▪ Still face paradigm = ouder kijkt neutraal en reageert niet op kind
waardoor baby distress (boos, huilen, wegkijken) toont.
• Meet de behoefte aan sociale reactie.
▪ Violation of expectation = baby’s kijken langer bij ‘onmogelijke’
gebeurtenissen (begrip van oorzaak-gevolg en objectpermanentie).
o Visuele aandacht laat zien wat een baby opmerkt of interessant vindt.
▪ Visual preference paradigm = tijd dat baby naar beeld kijkt wordt
gemeten. Langer kijken betekent meer interesse.
▪ Habituatie = baby verliest interesse in een herhaalde stimulus.
• Dishabituatie = nieuwe stimulus herstelt interesse, de baby
merkt het verschil op (leren, geheugen en categorisatie).
▪ Joint attention = kijken of baby de blikrichting van een volwassene
volgt of naar hetzelfde object kijkt.
• Dit is een vroege vorm van sociale cognitie en belangrijk voor
taalontwikkeling.
▪ Eye-tracking technologie = registreert exact waar, hoe lang en in
welke volgorde een baby kijkt.
• Kan voorkeuren of aandacht patronen meten.
o Interactie-observatie richt zich op hoe baby’s met anderen omgaan.
▪ Micro-analytisch = gedetailleerde analyse van korte momenten.
▪ Globaal/rating scales = algemene beoordelingen.
▪ Complexe interactiesystemen = hechting, co-regulatie, spelinteractie
of emotionele afstemming.
• Fysiologische metingen = hersenactiviteit (EEG, fMRI, fNIRS; perceptie, taal en
aandacht), hartslag (focus, stress en ontspanning), lichaamschemie (cortisol/stress en
oxytocine/hechting) en temperatuur (emoties via infrarood).

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle reviews worden weergegeven
1 week geleden

5.0

1 beoordelingen

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
cradegroot Universiteit Utrecht
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
302
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
162
Documenten
22
Laatst verkocht
3 dagen geleden

4.1

22 beoordelingen

5
12
4
4
3
4
2
1
1
1

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen