VERSLAG HANDELEND DIAGNOSTICEREN
Handelend diagnosticeren
ANDREA SCHULZE (0546721)
Academiejaar 2020-2021
Prof. Jurgen Lemiere
Assistent Delphine West
Psychologie en Educatiewetenschappen
,Inhoudsopgave
1. Diagnostisch verslag .............................................................................................................................. 1
1.1. Intakefase ............................................................................................................................................. 1
1.2. Strategiefase ........................................................................................................................................ 4
1.3. Onderzoeksfase .................................................................................................................................... 7
1.3.1. Op welke manier wordt ze op school ondersteund op niveau van verhoogde zorg? ..................... 7
1.3.2. Valt zij uit op vlak van intellectueel functioneren of eerder op vlak van adaptief gedrag of op
beide vlakken? ............................................................................................................................................... 7
1.3.3. Zal C zicht beter ontwikkelen binnen een OV 1-werking? ............................................................... 9
1.3.4. Conclusie ......................................................................................................................................... 9
1.4. Indiceringfase ..................................................................................................................................... 10
2. Handelingsplan .................................................................................................................................... 13
3. Persoonlijke evaluatie ......................................................................................................................... 15
4. Bijlagen ............................................................................................................................................... 17
, Voor deze taak mocht ik samenwerken met GO! CLB Dender. Door de COVID-19 maatregelen was
ik genoodzaakt over te schakelen naar een papieren casus. Ik zal met de letter C refereren naar het
kind, zodat haar anonimiteit gewaarborgd blijft.
1. Diagnostisch verslag
1.1. Intakefase
Het intakegesprek vond plaats op school, op drie verschillende momenten. Op het eerste
overlegmoment waren enkel de zorgcoördinator en de leerlingbegeleider aanwezig. Tijdens een later
overlegmoment volgde er een intakegesprek met uitsluitend C en nadien ook een intakegesprek met
haar vader en stiefmoeder. Opvallend is dat de drie partijen, namelijk de school, de ouders en C zelf,
nooit tegelijkertijd aanwezig waren. Het aangaan van een samenwerkingsrelatie is nochtans een
belangrijk onderdeel van de intakefase binnen de handelingsgerichte diagnostiek.
C is 17 jaar oud en afkomstig uit Congo. Ze kent veel rouw om haar overleden moeder. In 2014 is
ze naar België verhuisd samen met haar gezin. Ze woont nu samen met haar zeven brussen, haar
vader en haar stiefmoeder. Op het moment van de intakefase loopt C onderwijs in opleidingsvorm 2
type 2 (OV2 T2). Kort gezegd omvat deze opleidingsvorm een algemene en sociale vorming, alsook
een arbeidstraining met oog op een integratie in een beschermd werk- en leefmilieu. Type 2 wijst op
het feit dat het gaat om een kind met een matige of ernstige mentale handicap. Op vraag van de
school wordt er tijdens de samenkomst overlegd over een mogelijke heroriëntering naar OV 1 type 2.
Deze opleidingsvorm biedt ook een sociale vorming, maar enkel met oog op een integratie in een
beschermd leefmilieu. Deze hulpvraag van de school komt er aan het begin van het nieuwe
schooljaar, in de maand oktober. De aanleiding van deze hulpvraag zijn de grote problemen die C
vertoont rond opdrachtenbegrip. Uit een logo-test blijkt dat deze problematiek niet te wijten is aan
haar taalachterstand. Volgens de klastitularis is het ook moeilijk om in gesprek te gaan met C,
aangezien ze vaak niet begrijpt wat er gezegd wordt. Daarnaast kan C zichzelf niet goed uitdrukken
en heeft ze een zeer zwak inzicht in het eigen functioneren. Vader gaat akkoord met de hulpvraag
van de school, hij staat open voor de mogelijkheid tot een heroriëntering. C daarentegen gaat
helemaal niet akkoord.
Wanneer we de beleefde klachten bekijken, merken we verschillen op tussen de drie betrokken
partijen. De school geeft aan dat C concentratieproblemen vertoont. Verder toont C onvoldoende
initiatief en moet ze steeds aangespoord worden tot het uitvoeren van verzoeken. In de klas neemt C
een zeer dominante houding aan en pakt ze andermans spullen af zonder het te vragen. De vader
van C heeft een ander klachtenbeeld dan de school. Dit kan logischerwijze verklaard worden door het
feit dat er thuis andere vaardigheden verwacht worden dan binnen de schoolcontext. Vader
rapporteert dat er thuis een moeilijke communicatie is tussen hem en C en dat zij ook moeilijk kritiek
kan verdragen. Verder geeft hij, net als de school, aan dat C zich thuis ook dominant kan gedragen.
1
Handelend diagnosticeren
ANDREA SCHULZE (0546721)
Academiejaar 2020-2021
Prof. Jurgen Lemiere
Assistent Delphine West
Psychologie en Educatiewetenschappen
,Inhoudsopgave
1. Diagnostisch verslag .............................................................................................................................. 1
1.1. Intakefase ............................................................................................................................................. 1
1.2. Strategiefase ........................................................................................................................................ 4
1.3. Onderzoeksfase .................................................................................................................................... 7
1.3.1. Op welke manier wordt ze op school ondersteund op niveau van verhoogde zorg? ..................... 7
1.3.2. Valt zij uit op vlak van intellectueel functioneren of eerder op vlak van adaptief gedrag of op
beide vlakken? ............................................................................................................................................... 7
1.3.3. Zal C zicht beter ontwikkelen binnen een OV 1-werking? ............................................................... 9
1.3.4. Conclusie ......................................................................................................................................... 9
1.4. Indiceringfase ..................................................................................................................................... 10
2. Handelingsplan .................................................................................................................................... 13
3. Persoonlijke evaluatie ......................................................................................................................... 15
4. Bijlagen ............................................................................................................................................... 17
, Voor deze taak mocht ik samenwerken met GO! CLB Dender. Door de COVID-19 maatregelen was
ik genoodzaakt over te schakelen naar een papieren casus. Ik zal met de letter C refereren naar het
kind, zodat haar anonimiteit gewaarborgd blijft.
1. Diagnostisch verslag
1.1. Intakefase
Het intakegesprek vond plaats op school, op drie verschillende momenten. Op het eerste
overlegmoment waren enkel de zorgcoördinator en de leerlingbegeleider aanwezig. Tijdens een later
overlegmoment volgde er een intakegesprek met uitsluitend C en nadien ook een intakegesprek met
haar vader en stiefmoeder. Opvallend is dat de drie partijen, namelijk de school, de ouders en C zelf,
nooit tegelijkertijd aanwezig waren. Het aangaan van een samenwerkingsrelatie is nochtans een
belangrijk onderdeel van de intakefase binnen de handelingsgerichte diagnostiek.
C is 17 jaar oud en afkomstig uit Congo. Ze kent veel rouw om haar overleden moeder. In 2014 is
ze naar België verhuisd samen met haar gezin. Ze woont nu samen met haar zeven brussen, haar
vader en haar stiefmoeder. Op het moment van de intakefase loopt C onderwijs in opleidingsvorm 2
type 2 (OV2 T2). Kort gezegd omvat deze opleidingsvorm een algemene en sociale vorming, alsook
een arbeidstraining met oog op een integratie in een beschermd werk- en leefmilieu. Type 2 wijst op
het feit dat het gaat om een kind met een matige of ernstige mentale handicap. Op vraag van de
school wordt er tijdens de samenkomst overlegd over een mogelijke heroriëntering naar OV 1 type 2.
Deze opleidingsvorm biedt ook een sociale vorming, maar enkel met oog op een integratie in een
beschermd leefmilieu. Deze hulpvraag van de school komt er aan het begin van het nieuwe
schooljaar, in de maand oktober. De aanleiding van deze hulpvraag zijn de grote problemen die C
vertoont rond opdrachtenbegrip. Uit een logo-test blijkt dat deze problematiek niet te wijten is aan
haar taalachterstand. Volgens de klastitularis is het ook moeilijk om in gesprek te gaan met C,
aangezien ze vaak niet begrijpt wat er gezegd wordt. Daarnaast kan C zichzelf niet goed uitdrukken
en heeft ze een zeer zwak inzicht in het eigen functioneren. Vader gaat akkoord met de hulpvraag
van de school, hij staat open voor de mogelijkheid tot een heroriëntering. C daarentegen gaat
helemaal niet akkoord.
Wanneer we de beleefde klachten bekijken, merken we verschillen op tussen de drie betrokken
partijen. De school geeft aan dat C concentratieproblemen vertoont. Verder toont C onvoldoende
initiatief en moet ze steeds aangespoord worden tot het uitvoeren van verzoeken. In de klas neemt C
een zeer dominante houding aan en pakt ze andermans spullen af zonder het te vragen. De vader
van C heeft een ander klachtenbeeld dan de school. Dit kan logischerwijze verklaard worden door het
feit dat er thuis andere vaardigheden verwacht worden dan binnen de schoolcontext. Vader
rapporteert dat er thuis een moeilijke communicatie is tussen hem en C en dat zij ook moeilijk kritiek
kan verdragen. Verder geeft hij, net als de school, aan dat C zich thuis ook dominant kan gedragen.
1
