Onrechtmatige daad: het handelen in strijd met het recht door toerekenbaar schade aan anderen te
veroorzaken. De onrechtmatige daad is onder te verdelen in vijf criteria:
1. Onrechtmatig handelen of nalaten
2. Toerekenbaarheid
3. Schade
4. Causaal verband
5. Relativiteit
Onrechtmatig handelen:
- Een inbreuk plegen op het recht van een ander.
- Het handelen in strijd met een wettelijke plicht.
- Handelen in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid. Als je gevaar in de samenleving
creëert moet je dit afwenden. Wanneer je dit niet doet ben je aansprakelijk en handel je dus
in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid.
Rechtvaardigingsgrond: rechtvaardiging van het onrechtmatig handelen waardoor de
aansprakelijkheid vervalt. Hiervan is sprake bij situaties zoals:
- Noodweer
- Noodtoestand/overmacht
- Toestemming benadeelde
- Ambtelijk bevel
- Wettelijk voorschrift
Toerekenbaarheid: de onrechtmatige daad moet de dader worden aangerekend wegens:
- Schuldaansprakelijkheid
- Verwijtbaar gedrag
Volgens de wet ben je ( risico aansprakelijkheid ) bij:
- Eigen gedrag of gedrag van een derde.
- Bewijs door benadeelde niet nodig.
- Mogelijkheid tot disculpatie dader.
- Toerekenbaar eigen gedraging en gedraging van derden.
- Deel uitmaken van een bepaalde groep.
In het verkeer gelden de volgende opvattingen:
Schade
Er moet schade zijn of dreiging ervan. Er zijn twee soorten schaden:
- Materiële schade ( vermogensschade )
- Immateriële schade (mentale schade )
Causaal verband: Oorzakelijk verband, er moet een rechtstreeks verband zijn tussen de schade en de
handeling.