100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Examenvragen biomoleculen

Rating
-
Sold
-
Pages
6
Uploaded on
19-11-2025
Written in
2022/2023

Hierin zitten de zelf-opgestelde examenvragen van de les, waarvan de prof duidelijk maakte dat ze gingen gesteld worden. Bij mijn examen waren de helft van deze vragen effectieve examenvragen!

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
November 19, 2025
Number of pages
6
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Examenvragen biomoleculen (les)


Open vragen:

- Verklaar de vorming van NaCl.
o Na (L in tabel) gaat e- afstaan  lage ionisatieE, lage e- affiniteit = donor Na+
o Cl (R in tabel) gaat e- opnemen  hoge ionisatieE, hoge e-affiniteit = acceptor Cl-
 een ionbinding komt tot stand dmv e- overdracht

- Leg sp, sp2, sp3 hybridisatie uit en verklaar de gevolgen hiervan voor de moleculen.
o Sp
o Sp2
o Sp3
 gevolgen: atoom gaat van grondtoestand naar aangeslagen toestand waarbij e-
gepromoveerd w = halfgevulde orbitalen met ongepaarde e-
o Adhv C: C wil zoveel mogelijk valentie e- betrekken om max E vrij te maken en
stabieler te w, DWZ: wil zoveel mogelijk halfgevulde orbitalen (ongepaarde e-) op
buitenste schil
--> grondtoestand (min Einhoud en stabielste): 2s^2 2p^6
--> atoom gaat naar aangeslagen toestand (e- w gepromoveerd): 1 s e- gaat naar




overige p-orbitaal = compromis
 °4 gelijke gehybridiseerde sp3 orbitalen (C kan 4 bindingen aangaan)

- Verklaar datieve (cov) bindingen adhv het Chloor-atoom:
o HClO2 heeft geen eenzame e- DUS datieve binding nodig
 Cl deelt 1 v zijn vrije doubletten met O, °overlapping tss gevuld orbitaal en leeg
orbitaal = molecuulorbitaal ( H-O-Cl-O )
o Ook: HClO3, HClO4, ammoniak (NH3 + H+  NH4+), H2O (H2O + H+  H3O+)

- Verklaar polaire cov binding adhv H2 en HCl:
o H2 is een diatomische verbinding waarbij de atomen identisch zijn, de e- vertonen
geen voorkeur, ze blijven even lang bij het ene als het andere atoom = APOLAIR
o HCl is een diatomische molecule waarbij de atomen verschillen, er wordt meer aan
de e- getrokken door 1 vd atomen. Dit duidt op een gedeeltelijke e- overdracht
(zowel cov als ionische eig) en een ongelijke e- dichtheid (dichtheid rond Cl is veel
groter dan rond H) = POLAIR

- 1. Verklaar de elektronegativiteit adhv de Lewis structuur (geg: ammoniak en H20)
o Ammoniak en H2O worden in elkaar getrokken dmv intermoleculaire F’en: doordat
de + H van H2O aan – N van NH3 trekt, en – O van H2O aan + H van NH3 trekt

,  hoe sterk een atoom e- naar zich toetrekt is EN, hoe hoger deze is hoe meer het
atoom zin heeft om e- naar zich toe te trekken.
(EN < 1,7 = polair cov binding, EN > 1,7 = ionbinding)

- 2. Het oplossen van ammoniak in water is het gevolg van de intermoleculaire
krachten tussen de ammoniak en watermoleculen, verklaar:
o Zelfde als 1 en 3

- 3. Verklaar oplosbaarheid van waterstofbruggen tss ammoniak
en water adhv de Lewis structuur met de EN gegeven:
o Intermoleculaire F’en trekken NH3 en H20 in elkaar: + H van H2O trekt – N van NH3
aan, en – O van H2O trekt + H van NH3 aan. Hierdoor lost ammoniak willekeurig op
in H2O tot er een homogene oplossing ontstaat. De niet-cov bindingen die hier
gevormd worden zijn waterstofbruggen. (binding tss e- paar op een sterk EN atoom
en een naburig Hatoom, gebonden aan een ander sterk EN atoom zoals N, O, F)

- 4. Waarom heeft H2O zo’n hoog kookpunt ivm HF?
o Per waterstofbrug is er een + en een – deellading nodig  HF heeft maar 1 + en 1 –
deellading, terwijl H2O 2 + en 2 – deelladingen heeft. H2O kan dus 4 bindingen
aangaan per molecule terwijl HF maar 1. Het aantal waterstofbindingen is
rechtevenredig met een stijgend kookpunt.

- Waarom kunnen sommige reacties spontaan verlopen?
o Spontane reacties zijn gebaseerd op vrije E die rekening houdt met het streven naar
entropie (hvlheid wanorde  om orde te creëren heb je E nodig) samen met de zin
om een lage potentiële E inhoud te hebben, enthalpie (warmte E  kan positief =
endotherm, E opname OF negatief = exotherm, E vrijgave), endo-en exotherme
reacties en de T. Bij een
negatieve vrije E verloopt
de reactie spontaan,
bij een positieve
vrije E verloopt de reactie
niet-spontaan.

- Interpreteer de pijlen:




- Wat zijn isotopen en wat zijn de gevolgen? Leg uit adhv isotopen van H en C
o Isotopen zijn atomen van hetzelfde element die een andere atoommassa hebben
door een verschillend aantal neutronen. Ze hebben identieke chem eig (e-) maar een
verschil in fys eig (massa) en een verschil in aantal
$6.07
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
lobkeroeykens

Get to know the seller

Seller avatar
lobkeroeykens Vrije Universiteit Brussel
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
2 weeks
Number of followers
0
Documents
41
Last sold
18 hours ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions