Deze samenvatting is auteursrechtelijk beschermd. Het auteursrecht op de samenvatting is
eigendom van Shahram Malouki. Alle rechten zijn voorbehouden. Deze samenvatting is
uitsluitend bedoeld voor persoonlijk gebruik door de koper. Het is verboden om de
samenvatting geheel of gedeeltelijk te verspreiden, reproduceren of overdragen zonder
uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Shahram Malouki. Het is eveneens verboden om
de samenvatting openbaar te maken, te delen via sociale media of op welke andere manier dan
ook. Elk ongeoorloofd gebruik of verspreiding van de samenvatting is in strijd met de geldende
auteursrechtwetten en kan leiden tot juridische stappen en aansprakelijkheid voor schade.
Inhoudsopgave
Week 1 en 2: Internationale bevoegdheid ....................................................................................................... 2
1.1 Inleiding internationaal privaatrecht............................................................................................................ 2
1.2 Inleiding internationale bevoegdheid ........................................................................................................... 2
1.3 Stappenplan internationale bevoegdheid..................................................................................................... 3
Week 3 t/m 6: Toepasselijk recht .................................................................................................................. 17
1.1 Overzicht toepasselijk recht ........................................................................................................................ 17
1.2 Stappenplan toepasselijk recht bij overeenkomsten .................................................................................. 17
1.3 Stappenplan toepasselijk recht bij niet-contractuele verbintenissen ......................................................... 25
1.4 Stappenplan toepasselijk recht bij goederenrechtelijke vraagstukken ....................................................... 29
Week 7: erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke beslissingen ..................................... 32
1.1 Inleiding ...................................................................................................................................................... 32
1.2 Stappenplan erkenning en tenuitvoerlegging............................................................................................. 33
Geschreven door Shahram Malouki
,Week 1 en 2: Internationale bevoegdheid
1.1 Inleiding internationaal privaatrecht
Hoofdonderdelen IPR
Het internationaal privaatrecht bestaat uit drie hoofdonderdelen: rechterlijke
bevoegdheid (week 1 en 2), toepasselijk recht (conflictenrecht) (week 3 t/m 6) en
erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke beslissingen (week 7).
De rechterlijke bevoegdheid en erkenning/tenuitvoerlegging van buitenlandse
rechterlijke beslissingen vormen samen het formeel IPR. Het toepasselijk recht vormt
het materieel IPR.
Doelen en belangen in het IPR
Het primaire doel van het internationaal privaatrecht is een doelmatige en
rechtvaardige regeling van het internationale rechtsverkeer. Dit is in het belang van
(1) het internationale rechtsverkeer in abstracto, (2) partijen en betrokken derden en
(3) betrokken staten.
Nationaal privaatrecht
Het internationaal privaatrecht is nationaal privaatrecht: ieder land bepaalt in beginsel
zelf welke rechter bevoegd is en welk recht van toepassing is, maar op een groot
aantal onderwerpen zijn er verdragen/verordeningen getekend.
1.2 Inleiding internationale bevoegdheid
Belangen bij bevoegdheidsverdeling
1. Partijbelangen:
a. Bescherming van de verweerder;
b. Effectieve toegang voor de eiser;
c. Voorzienbaarheid en rechtszekerheid;
d. Partijautonomie (forumkeuze);
e. Een rechter kiezen die het meest geschikt is.
2. Procedurele efficiency:
a. Geschillen die verbonden zijn met een staat moeten worden beslecht
door de rechter van die staat;
b. Nabijheid van bewijs;
c. Toepasselijk recht.
3. Kostenbelang van geschillen die te ver verwijderd staat.
4. Handhavingsbelangen t.a.v. het materiele recht.
5. Voorkomen van forumshopping.
Bronnen en rangorde (internationaal) bevoegdheidsrecht
Primair dient gekeken te worden naar het bevoegdheidsrecht in de verdragen/
verordeningen, waarbij de onderlinge rangorde door deze verdragen/verordeningen
zelf wordt bepaald, en subsidiair naar het nationaal recht (art. 93/94 Gw).
Toepassingsgebied bronnen
1. Materieel toepassingsgebied: past het conflict van partijen binnen de
onderwerpen die het verdrag regelt?
2. Formeel toepassingsgebied: aanvullende voorwaarden voor het van toepassing
verklaren van verdrag/verordening?
3. Temporeel toepassingsgebied: de werking in de tijd.
Geschreven door Shahram Malouki 2
,1.3 Stappenplan internationale bevoegdheid
De relevante bronnen zijn: (1) Brussel I bis-verordening, (2) Haags
Forumkeuzeverdrag, (3) Verdrag van Lugano (overeenkomsten gesloten met partijen
in Denemarken, IJsland, Noorwegen of Zwitserland) en (4) Nederlandse wet (art. 1
t/m 14 Rv).
Bron 1: Brussel I bis-verordening
(1.1) Is Brussel I bis-verordening van toepassing?
1. Materieel toepassingsgebied (art. 1): burgerlijke en handelszaken (m.u.v.
de zaken genoemd in lid 1 en 2), ongeacht de aard van het gerecht (dus ook
van toepassing bij een zaak voor de strafrechter).
a. Geschil tussen een werknemer en de consulaire dienst van dezelfde lidstaat op het
grondgebied van een andere lidstaat (HvJEU ZN/Generalno konsulstvo na
Republika Bulgaria)
i. Sprake van een burgerlijke of handelszaak? Geschillen tussen een
overheidsinstantie en een privaatrechtelijke persoon vallen niet onder de
werkingssfeer van de art. 1 lid 1 Brussel 1-Verordening wanneer een der
partijen bij het geschil openbaar gezag uitoefent (r.o. 26), maar daar is geen
sprake van bij een werknemer van de consulaire dienst (r.o. 27).
ii. Sprake van een grensoverschrijdend karakter? Een ambassade/consulaat
vormt een “vestiging” van een lidstaat in een andere lidstaat, met als gevolg
dat een van de partijen bij het geding zijn woonplaats of gewone
verblijfplaats in een andere lidstaat heeft (r.o. 37).
2. Formeel toepassingsgebied (art. 4 t/m 6): uitgangspunt is dat de
gedaagde in een EU-lidstaat moet wonen.
a. Niet relevant is: (1) nationaliteit gedaagde, (2) het feit dat gedaagde
geen onderdaan is van een EU-lidstaat1 en (3) woonplaats van de eiser.
b. Onbekende woonplaats (artikel Van Bochove, par. 2.2): de
bevoegdheidsregels zijn ook van toepassing wanneer de gedaagde geen
bekende woonplaats heeft in een lidstaat, tenzij de aangezochte rechter
over afdoende aanwijzingen beschikt dat de gedaagde woonplaats heeft
buiten de EU.
c. Uitzondering voor gedaagde buiten de EU in geval van art. 18 lid 1
(rechtsvordering door consument), art. 21 lid 2 (rechtsvordering tegen
werkgever), art. 24 (exclusieve bevoegdheid) en art. 25 (forumkeuze)
(art. 6 lid 1).
3. Temporeel toepassingsgebied (art. 66 jo. 81): rechtsvordering ingesteld
op of na 10 januari 2015.
a. Let op: het gaat erom wanneer de vordering wordt ingesteld, niet
wanneer een overeenkomst is gesloten of het schadebrengende feit zich
heeft voorgedaan. Wijzigingen daarna hebben geen invloed op de
bevoegdheid.
Gevolg: als je eenmaal in Brussel I bis-verordening zit, dan ga je niet meer eruit!
1
Indien de gedaagde buiten de EU woont, ook al is hij een EU-onderdaan, dan valt de zaak in beginsel buiten
het formele toepassingsbereik.
Geschreven door Shahram Malouki 3
, (1.2) Welke rechter is bevoegd?
1. Is een gerecht van een lidstaat exclusief bevoegd (art. 24)? In dat geval
is uitsluitend dat gerecht bevoegd (zie ook art. 27), ongeacht de woonplaats
van partijen (ook als buiten EU) en zelfs als een forumkeuze is gemaakt (art.
25 lid 4). Categorieën van exclusieve bevoegdheid:
a. Onroerend goed:
i. Zakelijke rechten op onroerend goed: enge interpretatie, alleen
als een vordering betrekking heeft op het zakelijke recht zelf (dat
derdenwerking heeft).
1. Vordering tot vernietiging schenking van een onroerend
goed valt daar niet onder (want persoonlijk recht), maar
vordering tot doorhaling van het eigendomsrecht in het
kadaster wel (want zakelijk recht) (HvJEU
Schmidt/Schmidt2, r.o. 34 en 41).
2. Ontbinding koopovereenkomst valt daar niet onder (want
persoonlijk recht).
ii. Huur en verhuur van onroerend goed: ruime interpretatie, elk
geschil over de rechten en plichten op grond van de
huurovereenkomst.
1. Ook bij een schadevordering wegens het beschadigen van
een vakantiewoning, zelfs wanneer de vordering niet
rechtstreeks door de eigenaar van de woning is ingesteld
maar door een tussenpersoon die de woning heeft
verhuurd aan een huurder (HvJEU Dansommer).
iii. Problematiek m.b.t. onroerend goed gelegen in derde landen (zie
artikel Van Bochove):
1. Onroerend goed in derde land, maar gedaagde woont
binnen EU: overige bepalingen van Brussel I bis van
toepassing, dus terug naar hoofdregel: rechter bevoegd
woonplaats gedaagde (art. 4).
2. Onroerend goed in derde land, gedaagde woont buiten de
EU, maar wel sprake van een forumkeuze voor EU-rechter:
EU-rechter is bevoegd (art. 25).
3. Onroerend goed in derde land, gedaagde woont buiten de
EU en geen sprake van een forumkeuze: nationaal recht
toepassen.
b. Rechtspersonen (aansprakelijkheid van bestuurders valt er niet onder!)
c. Inschrijvingen in openbare registers
d. Registratie/geldigheid van IE-rechten (wie rechthebbende van IE-recht
is valt er niet onder!)
i. Geldt zowel bij hoofdvordering (dat IE-rechten ongeldig zijn) als
bij verweer (dat IE-recht ongeldig is).
e. Tenuitvoerlegging van beslissingen
2
Feiten: Vader (woonachtig in Oostenrijk) heeft aan zijn dochter (woonachtig in Duitsland) een woning
geschonken dat gelegen is in Oostenrijk. Sindsdien staat de dochter in het kadaster ingeschreven als eigenaar
van de woning. Later blijkt dat de vader leed aan een psychische stoornis en dus handelingsonbekwaam was op
het moment van de schenking. De vader vorderde bij de rechter in Oostenrijk dat de schenkingsovereenkomst
vernietigd wordt en dus dat de registratie in het kadaster ongeldig wordt verklaard.
Geschreven door Shahram Malouki 4