Leereenheid 1: uitgangspunten
Het doel van het strafproces is te bewerkstelligen dat schuldigen worden gestraft
(instrumentaliteit) en het voorkomen van de bestraffing van onschuldigen
(rechtsbescherming). Een bijkomend doel is het voorkomen van eigenrichting.
In het strafprocesrecht zijn het EVRM en IVBPR een steeds belangrijker rol gaan spelen.
Beide verdragen formuleren een aantal grondrechten die het strafprocesrecht raken en
binnen de Nederlandse rechtsorde rechtstreekse werking hebben (Art. 93 en 94 Gw).
De belangrijkste verdragsrechten op het terrein van het strafprocesrecht zijn neergelegd in
Art. 5, 6 en 8 EVRM (vergelijkbaar Art. 9, 14 en 17 IVBPR).
Leereenheid 2: opsporing, verdachte en dwangmiddelen
Aanwijzingen → geldt alleen ten aanzien van terroristische misdrijven.
Redelijk vermoeden van schuld → Uit feiten of omstandigheden, waarbij ook rekening
gehouden mag worden met de ervaring en plaatselijke bekendheid van de betrokken
verbalisanten.
Ernstige bezwaren → Uit de feiten of omstandigheden volgt meer dan een redelijk
vermoeden.
De overtuiging → de zwaarste graad van verdenking. De overtuiging is vereist, wil de rechter
uiteindelijk tot de conclusie komen dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft gepleegd.
Opsporing → Art. 132a Sv
1. Onderzoek in verband met strafbare feiten;
2. Onder gezag van de OvJ;
3. Met als doel het nemen van een strafvorderlijke beslissing.
verdachte → Art. 27 Sv
1. Vermoeden van schuld aan een strafbaar feit;
2. Dat vermoeden moet redelijk zijn, dus objectief gerechtvaardigd;
3. Het vermoeden van schuld moet voortvloeien uit feiten en omstandigheden.
Staande houden → Art. 52 Sv
Verdenking: redelijk vermoeden van schuld; Verdachte ex Art. 27 Sv
- Vermoeden van schuld aan een strafbaar feit;
- Dat vermoeden moet redelijk zijn, dus objectief gerechtvaardigd;
- Het vermoeden van schuld moet voortvloeien uit feiten en omstandigheden.
Wie: Opsporingsambtenaar ex Art. 127 jo. Art. 141 of 142 Sv
Geval: elk strafbaar feit
Doel: ter identificatie ex Art. 27a Sv
Duur: zo lang als nodig is
*Let op waarborg Art. 27c Sv
Het doel van het strafproces is te bewerkstelligen dat schuldigen worden gestraft
(instrumentaliteit) en het voorkomen van de bestraffing van onschuldigen
(rechtsbescherming). Een bijkomend doel is het voorkomen van eigenrichting.
In het strafprocesrecht zijn het EVRM en IVBPR een steeds belangrijker rol gaan spelen.
Beide verdragen formuleren een aantal grondrechten die het strafprocesrecht raken en
binnen de Nederlandse rechtsorde rechtstreekse werking hebben (Art. 93 en 94 Gw).
De belangrijkste verdragsrechten op het terrein van het strafprocesrecht zijn neergelegd in
Art. 5, 6 en 8 EVRM (vergelijkbaar Art. 9, 14 en 17 IVBPR).
Leereenheid 2: opsporing, verdachte en dwangmiddelen
Aanwijzingen → geldt alleen ten aanzien van terroristische misdrijven.
Redelijk vermoeden van schuld → Uit feiten of omstandigheden, waarbij ook rekening
gehouden mag worden met de ervaring en plaatselijke bekendheid van de betrokken
verbalisanten.
Ernstige bezwaren → Uit de feiten of omstandigheden volgt meer dan een redelijk
vermoeden.
De overtuiging → de zwaarste graad van verdenking. De overtuiging is vereist, wil de rechter
uiteindelijk tot de conclusie komen dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft gepleegd.
Opsporing → Art. 132a Sv
1. Onderzoek in verband met strafbare feiten;
2. Onder gezag van de OvJ;
3. Met als doel het nemen van een strafvorderlijke beslissing.
verdachte → Art. 27 Sv
1. Vermoeden van schuld aan een strafbaar feit;
2. Dat vermoeden moet redelijk zijn, dus objectief gerechtvaardigd;
3. Het vermoeden van schuld moet voortvloeien uit feiten en omstandigheden.
Staande houden → Art. 52 Sv
Verdenking: redelijk vermoeden van schuld; Verdachte ex Art. 27 Sv
- Vermoeden van schuld aan een strafbaar feit;
- Dat vermoeden moet redelijk zijn, dus objectief gerechtvaardigd;
- Het vermoeden van schuld moet voortvloeien uit feiten en omstandigheden.
Wie: Opsporingsambtenaar ex Art. 127 jo. Art. 141 of 142 Sv
Geval: elk strafbaar feit
Doel: ter identificatie ex Art. 27a Sv
Duur: zo lang als nodig is
*Let op waarborg Art. 27c Sv