Ik ook van jou
College 1
Verschillende relatievormen:
- Ongehuwd samenwonen (met of zonder samenlevingscontract)
- Geregistreerd partnerschap (met of zonder partnerschapsvoorwaarden)
- Huwelijk (met of zonder huwelijkse voorwaarden)
Het huwelijk en geregistreerd partnerschap komen tot stand via ambtenaar van burgerlijke
stand. Het gaat uit van gemeenschap van goederen. Willen de partners dit niet, dan moeten
zij huwelijksvoorwaarden of partnerschapsvoorwaarden opstellen bij de notaris.
Ongehuwd samenwonen in het algemeen
Geen civielrechtelijke gevolgen voort. In ons burgerlijk wetboek geen regeling voor
samenwoners. Samenlevingspartner houden een ieder hun eigen vermogen, er bestaat geen
gemeenschap van goederen.
Ze zijn ook niet verantwoordelijk voor elkaars schulden, tenzij als ze zich hoofdelijk
aansprakelijk stellen voor een aangegane schuld.
Schuldeisers van samenwoner kunnen zich niet op het vermogen van de ander verhalen.
Gaat één van de twee failliet dan bevat het faillissementsboedel alleen van die persoon en
niet van de partner.
Samenwoner heeft geen recht op partneralimentatie en de langst levende partner krijgt geen
pensioen na het overlijden van de eerste partner. Ze zijn ook niet elkaars erfgenaam.
Willen ze wel civielrechtelijke gevolgen? dan samenlevingscontract maken. Dit leidt niet
tot gemeenschap van goederen.
Samenlevingscontract: vrijwel altijd notariële akte, maar dit is niet verplicht het kan ook
onderhands. Sommige faciliteiten is wel een notariële akte vereist, denk aan
nabestaandenpensioen.
Ze kunnen alles afspreken, omdat we in Nederland contractvrijheid hebben alleen dit mag
niet in strijd zijn met openbare orde en goede zeden.
Groepen voor samenlevingscontract:
1. Regelingen gedurende het samenwonen
2. Regelingen tijdens het uit elkaar gaan oorlogsrecht
3. Regelingen in geval van overlijden
Tijdens het samenwonen
Verzorgingsverplichting; over en weer verplicht zijn om in elkaars levensonderhoud te
voorzien. Gevolg is dat betalingen t.b.v. de andere partner niet uit vrijgevigheid worden
gedaan, maar als nakoming van een verplichting. Deze kunnen dan niet als schenking
worden aangemerkt.
Kosten van huishouding; wat de kosten zijn is aan de samenwoners te bepalen. Kan o.a.
zijn: Kosten boodschappen, water en energiekosten, kosten van de inboedel en
huur/hypotheek en verzekering van de woning.
Zijn de kosten bepaald, dan is van belang welke verhouding de partners meebetalen aan de
kosten van de huishouding.
Het is niet verstandig om de helft van de kosten te betalen. Het loopt namelijk fout als er een
inkomensverschil tussen de partners is of na verloop van tijd ontstaat.
, (zie voorbeeld in de sheets)
- Het is beter dat kosten van huishouding naar rato van de inkomens worden betaald.
Vergoedingsverplichting; Omdat samenwoners elk een eigen vermogen hebben en houden,
ontstaat er een verplichting tot vergoeding als de betaling van de ene partner leidt tot
voordeel van de andere partner.
Om te voorkomen dat er discussie ontstaat over de hoogte van de vordering is het
verstandig om in het samenlevingscontract vastte leggen of de vordering wordt afgerekend
met in achtneming van het nominaliteitsbeginsel, dan wel met toepassing van de
beleggingsleer
- Nominaal (vordering A is € 3000,- en die blijft € 3000,-)
- Beleggingsleer (schuldeiser is gerechtigd tot een deel van de waarde van de auto
dat overeenkomt met het gedeelte van de tegenprestatie dat hij heeft verschaft.
Vordering is afhankelijk van waardeverandering van de auto)
- Vervaltermijn, kan voorkomen dat betalingen uit een ver verleden dat die bij het
einde van de samenwoning nog tot discussie te leiden. Bijvoorbeeld vervaltermijn 5
jaar.
Inkomensbegrip; als bijdrage aan kosten van huishouding afhankelijk wordt gesteld aan
hoogte van de inkomens van de partners. Dan is van belang wat er onder inkomen wordt
verstaan.
- Inkomsten uit arbeid (salaris)
- Uitkeringen en pensioen
- Winst uit onderneming dan moet gekeken welk deel van de winst als inkomen
dient te worden beschouwd. Dit kunnen partners in onderling overleg vaststellen of
wat in het maatschappelijk verkeer als redelijk wordt gezien.
- Inkomsten uit vermogen rente van erfenis of huuropbrengsten
Van wie de roerende zaken banksaldi zal zijn; ook de inboedelgoederen die tijdens de
samenwoning worden verkregen horen toe aan de partner de inboedelgoederen geleverd
worden. Betaald de andere partner daaraan mee, dan ontstaat er een vergoedingsplicht.
je kunt afspraken dat de inboedelgoederen gemeenschappelijk eigendom zijn. Met
eventueel lijst met privégoederen. Dit moeten zij goed bijhouden.
Voorbeeld: bankstel van € 25.000 door A betaald. Dan heeft zij dit van B tegoed, want ze zijn
samen eigenaar. Na 3 jaar eindigt samenwoning. A is eigenaar van inmiddels waardeloos
bankstel en moet zien hoe hij dit van B tegoed krijgt.
Voor vervoermiddelen zijn 2 regelingen mogelijk:
1. Tenaamstelling van het kenteken beslissend is, of
2. Vervoersmiddelen gemeenschappelijk eigendom zijn
Voor beide geld, tenzij schriftelijk anders is vastgelegd.
Vaak hebben partners een en/of rekening en een eigen rekening. Zij maken dan geld over op
en/of rekening. Het zegt nog niets over wie tot het saldo gerechtigd is. Formeel moet je het
bijhouden, ieders aandeel.
Tezamen bewoonde woning; allebei huurder of intrekt. Je wordt nog geen medehuurder als
je intrekt, dan heeft partner geen enkel huurrecht.
Verkoop van huis is voor de eigenaar. Hier moeten de samenwoners rekening houden bij het
betalen van kosten (hypotheekschuld, verbouwing).
Oorlogsrecht
Soms is het onduidelijk wanneer de samenwoning geëindigd is.
College 1
Verschillende relatievormen:
- Ongehuwd samenwonen (met of zonder samenlevingscontract)
- Geregistreerd partnerschap (met of zonder partnerschapsvoorwaarden)
- Huwelijk (met of zonder huwelijkse voorwaarden)
Het huwelijk en geregistreerd partnerschap komen tot stand via ambtenaar van burgerlijke
stand. Het gaat uit van gemeenschap van goederen. Willen de partners dit niet, dan moeten
zij huwelijksvoorwaarden of partnerschapsvoorwaarden opstellen bij de notaris.
Ongehuwd samenwonen in het algemeen
Geen civielrechtelijke gevolgen voort. In ons burgerlijk wetboek geen regeling voor
samenwoners. Samenlevingspartner houden een ieder hun eigen vermogen, er bestaat geen
gemeenschap van goederen.
Ze zijn ook niet verantwoordelijk voor elkaars schulden, tenzij als ze zich hoofdelijk
aansprakelijk stellen voor een aangegane schuld.
Schuldeisers van samenwoner kunnen zich niet op het vermogen van de ander verhalen.
Gaat één van de twee failliet dan bevat het faillissementsboedel alleen van die persoon en
niet van de partner.
Samenwoner heeft geen recht op partneralimentatie en de langst levende partner krijgt geen
pensioen na het overlijden van de eerste partner. Ze zijn ook niet elkaars erfgenaam.
Willen ze wel civielrechtelijke gevolgen? dan samenlevingscontract maken. Dit leidt niet
tot gemeenschap van goederen.
Samenlevingscontract: vrijwel altijd notariële akte, maar dit is niet verplicht het kan ook
onderhands. Sommige faciliteiten is wel een notariële akte vereist, denk aan
nabestaandenpensioen.
Ze kunnen alles afspreken, omdat we in Nederland contractvrijheid hebben alleen dit mag
niet in strijd zijn met openbare orde en goede zeden.
Groepen voor samenlevingscontract:
1. Regelingen gedurende het samenwonen
2. Regelingen tijdens het uit elkaar gaan oorlogsrecht
3. Regelingen in geval van overlijden
Tijdens het samenwonen
Verzorgingsverplichting; over en weer verplicht zijn om in elkaars levensonderhoud te
voorzien. Gevolg is dat betalingen t.b.v. de andere partner niet uit vrijgevigheid worden
gedaan, maar als nakoming van een verplichting. Deze kunnen dan niet als schenking
worden aangemerkt.
Kosten van huishouding; wat de kosten zijn is aan de samenwoners te bepalen. Kan o.a.
zijn: Kosten boodschappen, water en energiekosten, kosten van de inboedel en
huur/hypotheek en verzekering van de woning.
Zijn de kosten bepaald, dan is van belang welke verhouding de partners meebetalen aan de
kosten van de huishouding.
Het is niet verstandig om de helft van de kosten te betalen. Het loopt namelijk fout als er een
inkomensverschil tussen de partners is of na verloop van tijd ontstaat.
, (zie voorbeeld in de sheets)
- Het is beter dat kosten van huishouding naar rato van de inkomens worden betaald.
Vergoedingsverplichting; Omdat samenwoners elk een eigen vermogen hebben en houden,
ontstaat er een verplichting tot vergoeding als de betaling van de ene partner leidt tot
voordeel van de andere partner.
Om te voorkomen dat er discussie ontstaat over de hoogte van de vordering is het
verstandig om in het samenlevingscontract vastte leggen of de vordering wordt afgerekend
met in achtneming van het nominaliteitsbeginsel, dan wel met toepassing van de
beleggingsleer
- Nominaal (vordering A is € 3000,- en die blijft € 3000,-)
- Beleggingsleer (schuldeiser is gerechtigd tot een deel van de waarde van de auto
dat overeenkomt met het gedeelte van de tegenprestatie dat hij heeft verschaft.
Vordering is afhankelijk van waardeverandering van de auto)
- Vervaltermijn, kan voorkomen dat betalingen uit een ver verleden dat die bij het
einde van de samenwoning nog tot discussie te leiden. Bijvoorbeeld vervaltermijn 5
jaar.
Inkomensbegrip; als bijdrage aan kosten van huishouding afhankelijk wordt gesteld aan
hoogte van de inkomens van de partners. Dan is van belang wat er onder inkomen wordt
verstaan.
- Inkomsten uit arbeid (salaris)
- Uitkeringen en pensioen
- Winst uit onderneming dan moet gekeken welk deel van de winst als inkomen
dient te worden beschouwd. Dit kunnen partners in onderling overleg vaststellen of
wat in het maatschappelijk verkeer als redelijk wordt gezien.
- Inkomsten uit vermogen rente van erfenis of huuropbrengsten
Van wie de roerende zaken banksaldi zal zijn; ook de inboedelgoederen die tijdens de
samenwoning worden verkregen horen toe aan de partner de inboedelgoederen geleverd
worden. Betaald de andere partner daaraan mee, dan ontstaat er een vergoedingsplicht.
je kunt afspraken dat de inboedelgoederen gemeenschappelijk eigendom zijn. Met
eventueel lijst met privégoederen. Dit moeten zij goed bijhouden.
Voorbeeld: bankstel van € 25.000 door A betaald. Dan heeft zij dit van B tegoed, want ze zijn
samen eigenaar. Na 3 jaar eindigt samenwoning. A is eigenaar van inmiddels waardeloos
bankstel en moet zien hoe hij dit van B tegoed krijgt.
Voor vervoermiddelen zijn 2 regelingen mogelijk:
1. Tenaamstelling van het kenteken beslissend is, of
2. Vervoersmiddelen gemeenschappelijk eigendom zijn
Voor beide geld, tenzij schriftelijk anders is vastgelegd.
Vaak hebben partners een en/of rekening en een eigen rekening. Zij maken dan geld over op
en/of rekening. Het zegt nog niets over wie tot het saldo gerechtigd is. Formeel moet je het
bijhouden, ieders aandeel.
Tezamen bewoonde woning; allebei huurder of intrekt. Je wordt nog geen medehuurder als
je intrekt, dan heeft partner geen enkel huurrecht.
Verkoop van huis is voor de eigenaar. Hier moeten de samenwoners rekening houden bij het
betalen van kosten (hypotheekschuld, verbouwing).
Oorlogsrecht
Soms is het onduidelijk wanneer de samenwoning geëindigd is.
