Sociale & Culturele Psychologie
Hoofdstuk 1: Inleiding tot de sociale psychologie
1.1 Wat is sociale psychologie?
Psychologie --> De wetenschappelijke studie naar het gedrag en het
innerlijke leven (gedachten en gevoelens) van mensen.
Wat is sociale psychologie? --> De wetenschappelijke studie naar de
wijze waarop de echte of denkbeeldige aanwezigheid van anderen de
gedachten, gevoelens en gedragingen van mensen beïnvloedt. De kern
van de sociale psychologie is dus het fenomeen ‘sociale invloed’.
Wat is cultuur? --> De voor een groep of samenleving kenmerkende kijk
op de werkelijkheid – het geheel van betekenisverlening aan allerlei
verschijnselen in en om ons heen.
Evolutionaire psychologie --> Wetenschappelijke discipline die sociaal
gedrag probeert te verklaren op basis van erfelijke factoren die zich door
de tijd heen hebben ontwikkeld volgens de principes van natuurlijke
selectie.
Empirische methode --> Op waarneming en/of onderzoek gebaseerde
methode voor het toetsen van hypothesen.
Persoonlijkheidspsychologen proberen sociaal gedrag te verklaren met
behulp van individuele verschillen. Sociaal psychologen ontkennen niet
dat persoonlijkheden verschillen, maar zij verklaren sociaal gedrag in
termen van de macht die de sociale situatie uitoefent. Het analyseniveau
van de sociale psychologie is het individu in de context van een bepaalde
sociale situatie.
Sociale omgeving --> De echte of denkbeeldige aanwezigheid van
andere mensen.
Sociale invloed --> Woorden / gedragingen / (denkbeeldige)
aanwezigheid van anderen beïnvloeden onze gedachten, gevoelens en
gedragingen.
Construct --> De manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen,
begrijpen en interpreteren.
Determinant --> Bepalende factor van menselijk gedrag / ontwikkeling /
toestand.
Sociale psychologische kennis:
- Voordelen
o 1 variabele manipuleren
, o Overige controleren
o Efficiënt + goedkoop
o Je kunt negatief gedrag en zeldzame situaties bestuderen
- Werkwijze
o Wetenschappelijke studie
o Lab
o West-Europa / VS
o Coverstory --> Halve waarheid vertellen
o Soms veldexperiment
o Vaak: Selecte steekproef + randomisatie
- Nadelen
o Externe validatie
o Misleiding
Ethische richtlijnen (de proefpersoon):
- Moet schriftelijk worden geïnformeerd (informatiebrief)
- Moet voldoende bedenktijd krijgen
- Moet schriftelijk toestemming geven voor deelname (geïnformeerde
toestemmingsverklaring)
- Mag ten alle tijden en zonder opgaaf van redenen stoppen
- Moet verzekerd zijn voor schade door het onderzoek
- Debriefing + eventueel nazorg
Cross cultureel onderzoek --> Proefpersonen uit verschillende culturen.
Onderzoeksmateriaal --> Vertalen /aanpassen / opnieuw maken.
Geïnformeerde toestemming bij kinderen:
- <12 jaar --> Informed consent ouders (wanneer kind tijdens
onderzoek 12 wordt, geeft kind ook toestemming).
- 12-16 jaar --> Informed consent ouders + kind.
- >16 jaar --> Kind geeft zelf toestemming.
1.2 De macht van de situatie
Sociaal psychologen proberen sociale invloed op een andere manier te
begrijpen dan op basis van gezond verstand.
Het voornaamste probleem van het vertrouwen op dergelijke bronnen, is
dat ze elkaar vaak tegenspreken. Ook het simpelweg vragen aan mensen
waarom ze doen wat ze doen is niet betrouwbaar, omdat mensen zich
vaak niet bewust zijn van de redenen achter hun gevoelens en reacties.
Sociaal psychologen ontwikkelen daarom verklaringen voor sociale
,invloed aan de hand van empirisch onderzoek, zoals het doen van
experimenten waarvoor zij hypothesen opstellen en de te bestuderen
variabelen zorgvuldig beheersen.
Fundamentele attributiefout / correspondentie vertekening -->
Neiging om mate waarin iemands gedrag wordt veroorzaakt door
persoonlijke eigenschappen en andere interne, factoren te overschatten &
de rol van externe, situationele factoren te onderschatten.
Attributie --> Het toeschrijven van oorzaken aan het eigen of aan
andermans gedrag en het daarmee voorzien van verklaringen.
De relatie tussen individuen en situaties bestaat uit tweerichtingsverkeer,
het begrijpen hoe situaties individuen beïnvloeden en hoe mensen de
sociale wereld en het gedrag van anderen waarnemen en interpreteren
(construeren).
1.3 De macht van sociale interpretatie
Gestaltpsychologie --> Psychologische stroming die het belang
benadrukt van het bestuderen van de persoonlijke (subjectieve) manier
waarop een object wordt waargenomen (het gestalt of geheel), in plaats
van het bestuderen van de manier waarop de objectieve, fysieke
eigenschappen zich combineren tot het object. Volgens gestaltpsychologie
moet je je richten op fenomenologie --> Filosofische stroming die
probeert door de geestelijke-intuïtieve beschouwing (door de directe
ervaring) van de dingen, niet door de rationele kennis, de wereld en het
wezen der dingen te beschrijven. Kurt Lewin paste de gestaltprincipes toe
op de perceptie van de sociale wereld.
Naïef realisme --> De overtuiging dat we dingen waarnemen zoals ze
echt zijn, daarbij onderschattend hoeveel we dat wat we zien,
interpreteren of zelfs verdraaien.
1.4 De oorsprong van constructen: fundamentele menselijke motieven
Twee motieven die van essentieel belang zijn, zijn de behoefte om ons
goed te voelen over onszelf en de behoefte om de wereld accuraat waar
te nemen.
Het zelfverheffingsmotief:
- Zelfwaardering --> De beoordeling van mensen van wat ze zelf
waard zijn; dat wil zeggen: de mate waarin ze zichzelf als goed,
competent en fatsoenlijk zien.
o Positieve zelfwaardering --> Een positieve waardering van
zichzelf.
, - Zelfverheffingsmotief --> De voorkeur die mensen hebben voor
informatie die hen in een positief daglicht stelt, ofwel voor
informatie die hun zelfwaardering doet stijgen.
o Menselijke wezens zijn gemotiveerd om een positief beeld van
zichzelf in stand te houden, deels door hun gedrag te
rechtvaardigen.
o Dit brengt hen onder bepaalde omstandigheden toe dingen te
doen die in eerste instantie verrassend of paradoxaal lijken.
Het accuraatheidsmotief:
- Sociale cognitie --> Hoe mensen denken over zichzelf en de
sociale wereld; het selecteren, interpreteren, herinneren en
gebruiken van sociale informatie om oordelen te vormen en
beslissingen te nemen.
- Accuraatheidsmotief --> De behoefte van mensen om een beeld
te creëren dat zo veel mogelijk met de werkelijkheid overeenkomt.
- Selffulfilling prophecy --> Je verwacht bepaald gedrag van jezelf
of van iemand anders, dus handel je op zo’n manier dat je
verwachtingen waarheid wordt.
Overige motieven:
- Biologische drijfveren --> Honger, dorst etc.
- Behoefte aan controle
Hoofdstuk 1: Inleiding tot de sociale psychologie
1.1 Wat is sociale psychologie?
Psychologie --> De wetenschappelijke studie naar het gedrag en het
innerlijke leven (gedachten en gevoelens) van mensen.
Wat is sociale psychologie? --> De wetenschappelijke studie naar de
wijze waarop de echte of denkbeeldige aanwezigheid van anderen de
gedachten, gevoelens en gedragingen van mensen beïnvloedt. De kern
van de sociale psychologie is dus het fenomeen ‘sociale invloed’.
Wat is cultuur? --> De voor een groep of samenleving kenmerkende kijk
op de werkelijkheid – het geheel van betekenisverlening aan allerlei
verschijnselen in en om ons heen.
Evolutionaire psychologie --> Wetenschappelijke discipline die sociaal
gedrag probeert te verklaren op basis van erfelijke factoren die zich door
de tijd heen hebben ontwikkeld volgens de principes van natuurlijke
selectie.
Empirische methode --> Op waarneming en/of onderzoek gebaseerde
methode voor het toetsen van hypothesen.
Persoonlijkheidspsychologen proberen sociaal gedrag te verklaren met
behulp van individuele verschillen. Sociaal psychologen ontkennen niet
dat persoonlijkheden verschillen, maar zij verklaren sociaal gedrag in
termen van de macht die de sociale situatie uitoefent. Het analyseniveau
van de sociale psychologie is het individu in de context van een bepaalde
sociale situatie.
Sociale omgeving --> De echte of denkbeeldige aanwezigheid van
andere mensen.
Sociale invloed --> Woorden / gedragingen / (denkbeeldige)
aanwezigheid van anderen beïnvloeden onze gedachten, gevoelens en
gedragingen.
Construct --> De manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen,
begrijpen en interpreteren.
Determinant --> Bepalende factor van menselijk gedrag / ontwikkeling /
toestand.
Sociale psychologische kennis:
- Voordelen
o 1 variabele manipuleren
, o Overige controleren
o Efficiënt + goedkoop
o Je kunt negatief gedrag en zeldzame situaties bestuderen
- Werkwijze
o Wetenschappelijke studie
o Lab
o West-Europa / VS
o Coverstory --> Halve waarheid vertellen
o Soms veldexperiment
o Vaak: Selecte steekproef + randomisatie
- Nadelen
o Externe validatie
o Misleiding
Ethische richtlijnen (de proefpersoon):
- Moet schriftelijk worden geïnformeerd (informatiebrief)
- Moet voldoende bedenktijd krijgen
- Moet schriftelijk toestemming geven voor deelname (geïnformeerde
toestemmingsverklaring)
- Mag ten alle tijden en zonder opgaaf van redenen stoppen
- Moet verzekerd zijn voor schade door het onderzoek
- Debriefing + eventueel nazorg
Cross cultureel onderzoek --> Proefpersonen uit verschillende culturen.
Onderzoeksmateriaal --> Vertalen /aanpassen / opnieuw maken.
Geïnformeerde toestemming bij kinderen:
- <12 jaar --> Informed consent ouders (wanneer kind tijdens
onderzoek 12 wordt, geeft kind ook toestemming).
- 12-16 jaar --> Informed consent ouders + kind.
- >16 jaar --> Kind geeft zelf toestemming.
1.2 De macht van de situatie
Sociaal psychologen proberen sociale invloed op een andere manier te
begrijpen dan op basis van gezond verstand.
Het voornaamste probleem van het vertrouwen op dergelijke bronnen, is
dat ze elkaar vaak tegenspreken. Ook het simpelweg vragen aan mensen
waarom ze doen wat ze doen is niet betrouwbaar, omdat mensen zich
vaak niet bewust zijn van de redenen achter hun gevoelens en reacties.
Sociaal psychologen ontwikkelen daarom verklaringen voor sociale
,invloed aan de hand van empirisch onderzoek, zoals het doen van
experimenten waarvoor zij hypothesen opstellen en de te bestuderen
variabelen zorgvuldig beheersen.
Fundamentele attributiefout / correspondentie vertekening -->
Neiging om mate waarin iemands gedrag wordt veroorzaakt door
persoonlijke eigenschappen en andere interne, factoren te overschatten &
de rol van externe, situationele factoren te onderschatten.
Attributie --> Het toeschrijven van oorzaken aan het eigen of aan
andermans gedrag en het daarmee voorzien van verklaringen.
De relatie tussen individuen en situaties bestaat uit tweerichtingsverkeer,
het begrijpen hoe situaties individuen beïnvloeden en hoe mensen de
sociale wereld en het gedrag van anderen waarnemen en interpreteren
(construeren).
1.3 De macht van sociale interpretatie
Gestaltpsychologie --> Psychologische stroming die het belang
benadrukt van het bestuderen van de persoonlijke (subjectieve) manier
waarop een object wordt waargenomen (het gestalt of geheel), in plaats
van het bestuderen van de manier waarop de objectieve, fysieke
eigenschappen zich combineren tot het object. Volgens gestaltpsychologie
moet je je richten op fenomenologie --> Filosofische stroming die
probeert door de geestelijke-intuïtieve beschouwing (door de directe
ervaring) van de dingen, niet door de rationele kennis, de wereld en het
wezen der dingen te beschrijven. Kurt Lewin paste de gestaltprincipes toe
op de perceptie van de sociale wereld.
Naïef realisme --> De overtuiging dat we dingen waarnemen zoals ze
echt zijn, daarbij onderschattend hoeveel we dat wat we zien,
interpreteren of zelfs verdraaien.
1.4 De oorsprong van constructen: fundamentele menselijke motieven
Twee motieven die van essentieel belang zijn, zijn de behoefte om ons
goed te voelen over onszelf en de behoefte om de wereld accuraat waar
te nemen.
Het zelfverheffingsmotief:
- Zelfwaardering --> De beoordeling van mensen van wat ze zelf
waard zijn; dat wil zeggen: de mate waarin ze zichzelf als goed,
competent en fatsoenlijk zien.
o Positieve zelfwaardering --> Een positieve waardering van
zichzelf.
, - Zelfverheffingsmotief --> De voorkeur die mensen hebben voor
informatie die hen in een positief daglicht stelt, ofwel voor
informatie die hun zelfwaardering doet stijgen.
o Menselijke wezens zijn gemotiveerd om een positief beeld van
zichzelf in stand te houden, deels door hun gedrag te
rechtvaardigen.
o Dit brengt hen onder bepaalde omstandigheden toe dingen te
doen die in eerste instantie verrassend of paradoxaal lijken.
Het accuraatheidsmotief:
- Sociale cognitie --> Hoe mensen denken over zichzelf en de
sociale wereld; het selecteren, interpreteren, herinneren en
gebruiken van sociale informatie om oordelen te vormen en
beslissingen te nemen.
- Accuraatheidsmotief --> De behoefte van mensen om een beeld
te creëren dat zo veel mogelijk met de werkelijkheid overeenkomt.
- Selffulfilling prophecy --> Je verwacht bepaald gedrag van jezelf
of van iemand anders, dus handel je op zo’n manier dat je
verwachtingen waarheid wordt.
Overige motieven:
- Biologische drijfveren --> Honger, dorst etc.
- Behoefte aan controle