Samenvatting Communicatiebasics
Onderwijsweek 1
Kennisclip 2
Wat is communicatie?
We kunnen niet niet communiceren
Communicatie is een interactief proces van zenden en ontvangen van boodschappen.
De effectiviteit van iedereen communicatie hangt af van de mate waarin het begrip van de
ontvanger overeenkomt met de bedoeling van de zender.
Wat is het verschil tussen communicatie en informatie?
Communicatie heeft in de basis de intentie om iets te delen, het gaat om het beïnvloeden
van het gedrag. Informatie zijn je zintuigen.
Definitie: De uitwisseling van symbolische informatie tussen mensen die zich van elkaars
onmiddellijke of gemedieerde aanwezigheid bewust zijn. Deze informatie wordt deels
bewust, deels onbewust gegeven, ontvangen en geïnterpreteerd. Het is dus symbolische
informatie, bedoeld en onbedoeld.
Soorten communicatie
Intrapersoonlijke communicatie -> communicatie met jezelf (in je hoofd bijvoorbeeld).
Interpersoonlijke communicatie -> communicatie tussen mensen onderling.
Massacommunicatie -> openbare communicatie, veel mensen ontvangen het.
Waarom communiceren mensen?
Mensen kunnen niet zonder communicatie.
- Biologisch motief: alle niet-sociale motieven, bevrediging primaire behoeften (eten,
drinken) en secundaire behoeften (als primaire behoeften bevredigd zijn)
- Interpersoonlijke motief: elk contact tussen mensen.
- Maatschappelijk motief: samenwerking tussen groepen voor de maatschappij.
Kennisclip 3
Uitleg procesmodel communicatie
Communicatiemodel
Z = zender
O = ontvanger
B = boodschap
M = medium (via welke manier je communiceert)
Kanalen
- Vocaal auditief (horen)
- Visueel (zien)
- Tactiel (ruiken, proeven, aanraken)
, Kanaalruis
Ruis = een van de kanalen wordt onderbroken en de boodschap wordt verstoord.
Fysieke ruis: interne ruis (slechthorend of blind) of externe ruis (geluidsoverlast van bijv.
tractor).
Psychologisch ruis: gedachte, kennis of ervaring van kennis/ontvanger.
Semantische ruis: spreekt of begrijpt elkaars taal niet.
Encoderen: hoe ga je iets uitleggen, de gedachte over hoe je iets gaat doen tot code.
Decoreren: je probeert het verhaal te begrijpen tot betekenis.
De enige boodschap die telt, is de boodschap die de ontvanger ontvangt. Dit gaat fout,
omdat je een andere betekenis geeft aan wat een ander doet of zegt.
Congruente boodschap: non-verbaal en verbaal zijn gelijk.
Incongruente boodschap: non-verbaal en verbaal zijn niet gelijk. (Kijkt boos maar zegt ik ben
blij)
Voorbeeld: Fijn dat je er bent
Referentiele aspect: Ik vind je aanwezigheid prettig (Wat hoor je aan feitelijke informatie)
Expressieve aspect: Ik voel me eenzaam (Wat hoor ik over de denkwereld)
Relationele aspect: Ik mis je (Wat hoor ik over onze relatie)
Appellerende aspect: Bezoek me vaker (wat wil de ander bereiken)
Encoderen Decoderen
Onderwijsweek 1
Kennisclip 2
Wat is communicatie?
We kunnen niet niet communiceren
Communicatie is een interactief proces van zenden en ontvangen van boodschappen.
De effectiviteit van iedereen communicatie hangt af van de mate waarin het begrip van de
ontvanger overeenkomt met de bedoeling van de zender.
Wat is het verschil tussen communicatie en informatie?
Communicatie heeft in de basis de intentie om iets te delen, het gaat om het beïnvloeden
van het gedrag. Informatie zijn je zintuigen.
Definitie: De uitwisseling van symbolische informatie tussen mensen die zich van elkaars
onmiddellijke of gemedieerde aanwezigheid bewust zijn. Deze informatie wordt deels
bewust, deels onbewust gegeven, ontvangen en geïnterpreteerd. Het is dus symbolische
informatie, bedoeld en onbedoeld.
Soorten communicatie
Intrapersoonlijke communicatie -> communicatie met jezelf (in je hoofd bijvoorbeeld).
Interpersoonlijke communicatie -> communicatie tussen mensen onderling.
Massacommunicatie -> openbare communicatie, veel mensen ontvangen het.
Waarom communiceren mensen?
Mensen kunnen niet zonder communicatie.
- Biologisch motief: alle niet-sociale motieven, bevrediging primaire behoeften (eten,
drinken) en secundaire behoeften (als primaire behoeften bevredigd zijn)
- Interpersoonlijke motief: elk contact tussen mensen.
- Maatschappelijk motief: samenwerking tussen groepen voor de maatschappij.
Kennisclip 3
Uitleg procesmodel communicatie
Communicatiemodel
Z = zender
O = ontvanger
B = boodschap
M = medium (via welke manier je communiceert)
Kanalen
- Vocaal auditief (horen)
- Visueel (zien)
- Tactiel (ruiken, proeven, aanraken)
, Kanaalruis
Ruis = een van de kanalen wordt onderbroken en de boodschap wordt verstoord.
Fysieke ruis: interne ruis (slechthorend of blind) of externe ruis (geluidsoverlast van bijv.
tractor).
Psychologisch ruis: gedachte, kennis of ervaring van kennis/ontvanger.
Semantische ruis: spreekt of begrijpt elkaars taal niet.
Encoderen: hoe ga je iets uitleggen, de gedachte over hoe je iets gaat doen tot code.
Decoreren: je probeert het verhaal te begrijpen tot betekenis.
De enige boodschap die telt, is de boodschap die de ontvanger ontvangt. Dit gaat fout,
omdat je een andere betekenis geeft aan wat een ander doet of zegt.
Congruente boodschap: non-verbaal en verbaal zijn gelijk.
Incongruente boodschap: non-verbaal en verbaal zijn niet gelijk. (Kijkt boos maar zegt ik ben
blij)
Voorbeeld: Fijn dat je er bent
Referentiele aspect: Ik vind je aanwezigheid prettig (Wat hoor je aan feitelijke informatie)
Expressieve aspect: Ik voel me eenzaam (Wat hoor ik over de denkwereld)
Relationele aspect: Ik mis je (Wat hoor ik over onze relatie)
Appellerende aspect: Bezoek me vaker (wat wil de ander bereiken)
Encoderen Decoderen
