Werkgroep week 6 – Internationale handel en economie
Alle materialen (waaronder syllabi, tentamenvragen, opdrachten) die vanwege de UvA voor
onderwijsdoeleinden ter beschikking worden gesteld, zijn uitsluitend bedoeld voor eigen
(studie-)gebruik. Alle auteursrechten, naburige rechten en databankrechten worden door de
UvA voorbehouden.
Studiemateriaal
Boek:
o Hoofdstuk 11: Duurzame ontwikkeling (11.1 t/m 11.5)
Regelgeving (o.a.):
o The General Agreement on Tariffs and Trade (GATT) (1994)
o Transforming Our World: The 2030 Agenda for Sustainable Development
(AV VN Res. 70/1) (2015)
o Netherlands model Investment Agreement (2019)
Jurisprudentie:
o United States of America, Import Prohibition of Certain Shrimp and
Shrimp Products, Report,World Trade Organization (Appellate Body), 12
October 1998
o European Communities, Measures Affecting Asbestos and Asbestos
Containing Products, Report,World Trade Organization (Appellate Body),
12 March 2001
Overig:
Advies Raad van State inzake de goedkeuring van het voornemen tot
opzegging op 17 december 1994 te Lissabon tot stand gekomen Verdrag
inzake het Energiehandvest (ECT) (Trb. 1995, 108) (Bijlage 1)
Vragen
1. Een fundamenteel beginsel in de GATT (Art. III) is het beginsel van ‘nationale
behandeling’.
a. Licht toe wat onder dit beginsel wordt verstaan.
Het beginsel van nationale behandeling (Art. III GATT 1994) verplicht lidstaten om
ingevoerde producten niet minder gunstig te behandelen dan soortgelijke nationale
producten wat betreft binnenlandse belastingen en regulering.
Het doel is te voorkomen dat staten met binnenlandse maatregelen de voordelen van
tariefconcessies tenietdoen.
Met andere woorden: zodra een product de grens over is, mag het niet discriminerend worden
behandeld t.o.v. binnenlandse producten die “soortgelijk” zijn.
1
, Als een land een voordeel geeft aan een ander land, dan moeten ze dat voordeel ook geven
aan andere landen die mee doen.
Art. 1, 3 en 11 van de GATT zijn het belangrijkst
Als iemand het handelssysteem misbruikt en bijv. zonnepanelen probeert te verkopen onder
de kostprijs dan kan je maatregelen te nemen, art. 6 (zie rondom p. 146 van jurisprudentie).
Uitzonderingen op die drie hoofdregels (staat in 1, 3 en 11 van The General Agreement …. P.
146). Zie ook art. 20 en 21.
Je hebt a, b en c. Je hebt maatregelen die noodzakelijk zijn. Art. 21 security exceptions, bijv.
voor wapenhandel en art. 24 voor vrijhandelsakkoorden en douaneunies. Anders zou je
krijgen dat alles wat NL binnen de EU geeft aan de andere landen dat je dat ook aan de rest
van de wereld moet geven.
Bestudeer European Communities, Measures Affecting Asbestos and Asbestos
Containing Products. Frankrijk verbood de invoer van asbesthoudende (en dus
kankerverwekkende) producten uit Canada. Canada diende een klacht in via het
geschillenbeslechtingsmechanisme van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Omdat
handelsverkeer tot de bevoegdheden van de Europese Gemeenschap (nu: Europese
Unie) behoort, trad de EG op voor Frankrijk.
Tijdens de procedure voor het Panel (in eerste aanleg) voerde de Europese
Gemeenschap aan dat kankerverwekkende producten niet als ‘soortgelijke producten’
(‘like products’) in de zin van artikel III van de GATT kunnen worden beschouwd ten
opzichte van niet-kankerverwekkende producten. Op grond hiervan betoogde de EG
dat zij de invoer van asbest uit Canada mocht verbieden. Nu het niet ging om
‘soortgelijke producten’, was de EG immers niet verplicht om de producten volgens
één en dezelfde -nationale- standaard te behandelen.
Het Panel verwierp dit argument. Weliswaar won de EG wel onder art. XX, op grond
van het argument dat invoerbeperking nodig was voor de bescherming van leven,
maar de EG ging in hoger beroep tegen het oordeel dat kankerverwekkende producten
en niet-kankerverwekkende producten zouden gelden als ‘soortgelijke producten’.
b. Hoe oordeelde het Beroepsorgaan (Appellate Body) van de WTO
vervolgens in deze kwestie?
De EG stelde dat asbesthoudende (kankerverwekkende) producten niet “soortgelijk” waren
aan niet-kankerverwekkende materialen, zodat geen sprake was van ongelijke behandeling.
2
Alle materialen (waaronder syllabi, tentamenvragen, opdrachten) die vanwege de UvA voor
onderwijsdoeleinden ter beschikking worden gesteld, zijn uitsluitend bedoeld voor eigen
(studie-)gebruik. Alle auteursrechten, naburige rechten en databankrechten worden door de
UvA voorbehouden.
Studiemateriaal
Boek:
o Hoofdstuk 11: Duurzame ontwikkeling (11.1 t/m 11.5)
Regelgeving (o.a.):
o The General Agreement on Tariffs and Trade (GATT) (1994)
o Transforming Our World: The 2030 Agenda for Sustainable Development
(AV VN Res. 70/1) (2015)
o Netherlands model Investment Agreement (2019)
Jurisprudentie:
o United States of America, Import Prohibition of Certain Shrimp and
Shrimp Products, Report,World Trade Organization (Appellate Body), 12
October 1998
o European Communities, Measures Affecting Asbestos and Asbestos
Containing Products, Report,World Trade Organization (Appellate Body),
12 March 2001
Overig:
Advies Raad van State inzake de goedkeuring van het voornemen tot
opzegging op 17 december 1994 te Lissabon tot stand gekomen Verdrag
inzake het Energiehandvest (ECT) (Trb. 1995, 108) (Bijlage 1)
Vragen
1. Een fundamenteel beginsel in de GATT (Art. III) is het beginsel van ‘nationale
behandeling’.
a. Licht toe wat onder dit beginsel wordt verstaan.
Het beginsel van nationale behandeling (Art. III GATT 1994) verplicht lidstaten om
ingevoerde producten niet minder gunstig te behandelen dan soortgelijke nationale
producten wat betreft binnenlandse belastingen en regulering.
Het doel is te voorkomen dat staten met binnenlandse maatregelen de voordelen van
tariefconcessies tenietdoen.
Met andere woorden: zodra een product de grens over is, mag het niet discriminerend worden
behandeld t.o.v. binnenlandse producten die “soortgelijk” zijn.
1
, Als een land een voordeel geeft aan een ander land, dan moeten ze dat voordeel ook geven
aan andere landen die mee doen.
Art. 1, 3 en 11 van de GATT zijn het belangrijkst
Als iemand het handelssysteem misbruikt en bijv. zonnepanelen probeert te verkopen onder
de kostprijs dan kan je maatregelen te nemen, art. 6 (zie rondom p. 146 van jurisprudentie).
Uitzonderingen op die drie hoofdregels (staat in 1, 3 en 11 van The General Agreement …. P.
146). Zie ook art. 20 en 21.
Je hebt a, b en c. Je hebt maatregelen die noodzakelijk zijn. Art. 21 security exceptions, bijv.
voor wapenhandel en art. 24 voor vrijhandelsakkoorden en douaneunies. Anders zou je
krijgen dat alles wat NL binnen de EU geeft aan de andere landen dat je dat ook aan de rest
van de wereld moet geven.
Bestudeer European Communities, Measures Affecting Asbestos and Asbestos
Containing Products. Frankrijk verbood de invoer van asbesthoudende (en dus
kankerverwekkende) producten uit Canada. Canada diende een klacht in via het
geschillenbeslechtingsmechanisme van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Omdat
handelsverkeer tot de bevoegdheden van de Europese Gemeenschap (nu: Europese
Unie) behoort, trad de EG op voor Frankrijk.
Tijdens de procedure voor het Panel (in eerste aanleg) voerde de Europese
Gemeenschap aan dat kankerverwekkende producten niet als ‘soortgelijke producten’
(‘like products’) in de zin van artikel III van de GATT kunnen worden beschouwd ten
opzichte van niet-kankerverwekkende producten. Op grond hiervan betoogde de EG
dat zij de invoer van asbest uit Canada mocht verbieden. Nu het niet ging om
‘soortgelijke producten’, was de EG immers niet verplicht om de producten volgens
één en dezelfde -nationale- standaard te behandelen.
Het Panel verwierp dit argument. Weliswaar won de EG wel onder art. XX, op grond
van het argument dat invoerbeperking nodig was voor de bescherming van leven,
maar de EG ging in hoger beroep tegen het oordeel dat kankerverwekkende producten
en niet-kankerverwekkende producten zouden gelden als ‘soortgelijke producten’.
b. Hoe oordeelde het Beroepsorgaan (Appellate Body) van de WTO
vervolgens in deze kwestie?
De EG stelde dat asbesthoudende (kankerverwekkende) producten niet “soortgelijk” waren
aan niet-kankerverwekkende materialen, zodat geen sprake was van ongelijke behandeling.
2