Algemene informatie
Samenvatting:
- Gemaakt tijdens het lezen van ALLE voorgeschreven literatuur uit de
boeken/artikelen en voorgeschreven arresten (minstens de relevante
feiten/argumenten en uitspraak HR/rechtsvraag/rechtsregel)
Studie:
- Vak: Inleiding Straf- en Strafprocesrecht
- Jaar: 1
- Universiteit: Tilburg Universiteit
Boeken:
1. Studieboek Materieel Strafrecht
- Auteur: C. Kelk
- Bewerkt door: F. de Jong
- Uitgeverij: Wolters Kluwer (Deventer)
- Druk: 8 (13 september 2023)
- ISBN: 9789013168716
2. Het Nederlands Strafprocesrecht
- Auteur: G.J.M. Corstens
- Bewerkt door: M.J. Borgers, T. Kooijmans, P.A.M. Verrest
- Uitgeverij: Wolters Kluwer (Deventer)
- Druk: 11 (2025)
,Straf deel 1
Ius puniendi: het recht van de overheid om burgers te straffen op grond van
normschendingen
Doel:
1. Ongerichte wraak voorkomen: wraak nemen zonder dat de wraak specifiek
gericht is op degene die verantwoordelijk is voor onrecht/pijn
2. Eigenrichting voorkomen: het in eigen handen nemen van het recht/de wet
zonder toezicht van de overheid bv. zelf wraak nemen/conflict oplossen
Materieel strafrecht gaat over de inhoud/werkelijkheid:
1. Welke strafbare gedragingen er zijn onder welke omstandigheden strafbaar
wat mag wel/niet
2. Waaruit bestaan de straffen en maatregelen (sanctiestelsel)
3. Onder welke voorwaarden mag het strafrecht toegepast worden
4. Strafbepalingen mogen zowel door lagere- (lokaal/provinciaal) als door hogere
overheden (nationaal) vormgegeven worden
Dus: bepaalt of, wie en hoe er gestraft kan worden
Wetboek van Strafrecht (Sr)
1. Algemeen deel
- Commuun strafrecht: codificatiegedachte art. 107 GW
2. Misdrijven
3. Overtredingen
Bijzonder strafrecht: (o. a.) Opiumwet, WWM, WED, WVW
Formeel strafrecht/strafprocesrecht
- Bepaalt de vorm waarin het strafrecht tot uiting komt en heeft betrekking op
de strafrechtelijke procedures dus: hoe en door wie wordt onderzocht of
een strafbaar feit is begaan en door wie en naar welke maatstaven daarover
en over de strafrechtelijke sancties wordt beslist
- Verwezenlijking van materiële strafrecht: rechten slachtoffer, rechten dader,
regels voor opsporing, vervolging, berechting en het geven van
bevoegdheden aan overheidsfunctionarissen
- Mag alleen door de wetgever in formele zin tot stand komen
strafprocesrecht is nationaal, niet lokaal/provinciaal geregeld (dus niet door
lagere overheden)
Wetboek van Strafvordering (Sv)
1. Algemene bepalingen van toepassing op boek 2 en 3
2. Strafvordering in eersten aanleg
3. Rechtsmiddelen
Zelfstandige werking van het strafproces: voordat een sanctie wordt opgelegd,
werkt het al preventief
Penitentiair recht:
1. Materieel: strafrechtelijke sancties
2. Formeel: uitvoeren/handhaven van de strafrechtelijke sancties
Ontwikkelingen in de maatschappij leiden tot nieuwe vormen van criminele politiek:
, - Bv. drugsdelicten, cybercrime, white collar crime (economisch)
Bronnen van straf- en strafprocesrecht:
- De wet
- De rechtspraak (jurisprudentie)
- Internationale verdragen (bv. EVRM) en EU-recht
- Algemene, ongeschreven rechtsbeginselen
- Literatuur/doctrine? secundaire rechtsbron
Doel:
1. Rechtszekerheid verdachte
2. Belang resocialiseren verdachte
3. Bescherming maatschappij
Ultimum remedium: strafrecht is het uiterste redmiddel zo’n ingrijpelijk middel dat
je het alleen mag inzetten als alle andere opties niet mogelijk zijn
- Beccaria was ook voor proportionele, niet te zware straffen
Criteria van strafbaarstelling:
1. Schade-beginsel
- Er moet sprake zijn van serieus geleden schade tegenover anderen
(individu/samenleving)
- Fysiek, emotioneel, materieel
2. Subsidiariteitsbeginsel
- Is er voor wat je wil bereiken een lichter alternatief (minder
nadelig/ingrijpend)
3. Proportionaliteitsbeginsel (vergelding)
- De straf die wordt opgelegd moet in verhouding staan met de ernst van het
misdrijf
- Weegt het doel wat je nastreeft op tegen de nadelen proportioneel
- Bv. iemand letsel toebrengen is wel strafbaar, maar een poging doen niet
4. Legaliteitsbeginsel:
- Er moet een wettelijke basis zijn voor elk overheidsoptreden
- Art. 1 Sr: ‘Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane
wettelijke strafbepaling’
- Art. 1 Sv: ‘Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien’
alleen de wetgever in formele zin mag wetten maken
Reden
1. Dit verbiedt dat waterschappen/gemeenten zelf wetten mogen maken qua
Strafvordering
2. Uniformering: eenheid in het nationale Strafprocesrecht
- Muilkorf arrest
Rechtsdelicten/misdrijven:
- Delicten die de schending van een norm bevatten waar de hele samenleving
tegen is (onderdeel opvoeding, dus logisch) bv. moord
Wetsdelicten/overtredingen:
- Delicten die strafbaar zijn alleen omdat de wet dat zegt en niet omdat de hele
samenleving er echt zo over denkt (verschillende meningen) bv.
verkeersregels
, Misdrijven en overtredingen verschil (verschilt per wet welke het is)
1. Formele wetgever kan misdrijven/overtredingen vaststellen, lagere wetgever
alleen overtredingen
2. Straffen voor misdrijven zijn zwaarder dan straffen voor overtredingen
3. Bij misdrijven spelen subjectieve bestanddelen (opzet en culpa) een rol en bij
overtredingen niet
4. Voor de berechting van misdrijven en overtredingen zijn verschillende soorten
rechters bevoegd
5. Poging/voorbereiding zijn bij misdrijven wel strafbaar en bij overtredingen niet
6. Bij misdrijf wel aantekening in justitiële documentatie (strafblad) en bij
overtreding niet
Absolute vergeldingstheorieën/de Klassieke Richting:
- Straf is gerechtvaardigd als vergelding voor de misdaad (niet naar
toekomstige effecten kijken)
- Het maatschappelijk contract (le contrat social) door burgers onderling
- Vrijheid burger voorop
- Alleen geschreven wetten tegen willekeur
- Geen onnodige strafbaarstelling tegen toenemende criminaliteit
- Duidelijke formuleringen, weinig interpretatie rechtszekerheid
- Proportionele straf (vergelding)
- Straffen met preventieve werking
- Geen preventief optreden (optreden voordat het strafbaar feit is gepleegd)
- Indeterministische benadering: de dader kan vrije keuzes maken
(ondanks bv. psychische toestand, opvoeding)
Relatieve theorieën/doeltheorieën/Moderne Richting:
- Straf is gerechtvaardigd omdat het een doel heeft: preventie (voorkomen
toekomstige misdaden), resocialisatie (verbeteren van de dader) gericht op
bereiken van toekomstige effecten
- IKV: crimineel-politieke doeleinden
- Niet de daad, maar de dader staat centraal
- Deterministische benadering: buiten de dader zijn wil gelegen invloeden
belangrijk (psychische toestand, opvoeding)
Verenigingstheorie (onze strafcultuur)
- Balans absolute- als relatieve theorie
1. Gerechtigheid (vergelding) proportioneel, strafmaximum (klassiek!)
2. Doel bereiken (preventie, resocialisatie, afschrikking, samenleving
beschermen)
Strafbepaling:
1. Delictsomschrijving: Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen,
2. Sanctienorm: wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Materieel strafrecht: H3
Legaliteitsbeginsel/nulla poena-beginsel