HOOFDSTUK 4: BEGELEIDING, OPVANG EN ONDERSTEUNING VAN PERSONEN MET EEN BEPERKING
1. INLEIDING (lezen)
In Vlaanderen zijn de bevoegdheden rond personen met een beperking verdeeld over:
- Federale niveau:
Staat voor het verstrekken van financiële steun (tegemoetkomingen) en andere steunmaatregelen
zoals:
● sociale of fiscale compensaties
● Financiële ondersteuning
● Compensatie via de Directie-Generaal Personen met een handicap (onderdeel van de federale
overheidsdienst Sociale Zekerheid)
- Vlaamse niveau:
Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) speelt vooral een belangrijke rol in
de (materiële) ondersteuning en zorg aan personen met een beperking
- Gemeentelijke niveau:
Zijn de lokale besturen onder andere bevoegd voor de formele indiening van de aanvragen voor
tegemoetkomingen en parkeerkaarten.
➔ Sommige gemeenten bieden ook mantelzorgpremie aan
Door de verdeling van bevoegdheden voor personen met een beperking over de verschillende bestuursniveaus
is het ook voor personen met een beperking en hun netwerk niet altijd eenvoudig om snel bij de juiste dienst aan
de kloppen
Verschillende overheden werken ook niet altijd samen, hanteren ze elk hun eigen definitie van handicap en
hebben ze elk hun eigen administratieve procedures
Organisatie van de ondersteuning en zorg aan personen met een beperking is ook sterk geëvolueerd:
- Nieuwe (theoretische) orthopedagogische inzichten
- Veranderde maatschappelijke beeldvorming ten aanzien van de persoon met een beperking
- Stem van personen met een beperking zelf zorgden voor beleidsmatige ontwikkelingen en
veranderingen
➔ De basis van conceptnota Perspectief 2020
Conceptnota Perspectief 2020:
- Ontwikkeld van Jo Vandeurzen = Vlaams minister van Welzijn en Volksgezondheid en Gezin
- In 2010 goedgekeurd door de Vlaamse Regering
Basisidee: Elke persoon met een beperking een volwaardige plaats moet krijgen in de samenleving
2 krachtlijnen:
1. Tegen 2020 moet alle zorg vraaggestuurd zijn
2. Er moet een zorggarantie komen voor mensen met de grootste ondersteuningsnood
2. HISTORISCH OVERZICHT
2.1 HET GEMEENTEFONDS EN SPECIAAL ONDERSTANDSFONDS (1876-1960)
- Door de overheid georganiseerd
- Opgericht in 1876
Gemeentefonds: Gaf aan de gemeenten de opdracht te zorgen voor onderhoud en verzorging (in aparte
instellingen) van geesteszieken, doofstommen, blinden en andere personen die hulpbehoeftig waren en die in
staat waren in hun eigen levensonderhoud te voorzien
Subsidiëring van die zorg viel niet volledig ten laste van de gemeenten maar werd opgesplitst:
- 1/8 voor rekening van de gemeenten
- 3/8 ten laste van de provincie waar de persoon met een beperking afkomstig was
- 4/8 via een staatstoelage
,Na hervorming van het gemeentefonds in 1920 nam het Speciaal Onderstandsfonds de opdracht van de
gemeenten over
Accent werd verlegd naar ‘behoeftigen’ in gesloten afdelingen van psychiatrische instellingen
- Geestes- of karaktergestoorden
- Blinden
- Doofstommen
- Polio
- Kanker
- ...
die verbleven in een psychiatrische instelling verbleven
Het Speciaal Onderstandsfonds voorzag een dagprijs voor verschillende categorieën van personen met een
beperking als tussenkomst in het onderhoud en de verzorging.
➔ Dagprijs verschilde naargelang de persoon in het ziekenhuis, sanatorium, gesloten afdeling van de
psychiatrie, dan wel thuis verbleef
De ‘behoeftigen’ of hun gezin dienden een bepaalde bijdrage te leveren in functie van hun inkomen
De aanvraag tot tussenkomst werd ingediend bij de OCMW of de provinciegouverneur
Provincie bracht advies uit bij het Ministerie van Volksgezondheid, dat uiteindelijk de beslissing nam
➔ Wanneer een noodgeval zich voordeed (omwille gezondheidstoestand van de betrokkene), mocht
het OCMW dadelijk overgaan tot plaatsing. Het dossier werd binnen de 10 dagen aan de gouverneur
overgemaakt
2.2 HET RIJKSFONDS EN FONDS 81 (1963-1990)
1963: De ziekte- en invaliditeitsverzekering en de sociale reclassering van mindervaliden bij wet geregeld
De psychiatrische instellingen werden in de ziekenhuiswetgeving opgenomen.
Het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten werd in 1967 opgericht en verving
het Speciaal Onderstandsfonds.
Het Rijksfonds voor de sociale Reclassering van Mindervaliden (R.S.R.M.V) opgericht in 1963 met volgende
doelstellingen:
1. Het nemen van alle nodige maatregelen voor re-integratie van personen met een beperking in het
economisch en maatschappelijk leven
2. Het bevorderen van de functionele revalidatie en de sociale reclassering van personen met een
beperking
In de wet van het uitvoeringsbesluit (KB 15 juli 1963) werd er een uitgebreid gamma van diensten voorzien. De
tegemoetkomingen van het Rijksfonds gebeurden enerzijds onder de vorm van individuele prestaties die aan de
persoon met een beperking persoonlijk werden toegekend, en anderzijds onder de vorm van collectieve
prestaties uitgekeerd aan instellingen voor personen met een beperking
➔ Rijksfonds ook bevoegd voor de tewerkstelling van pers. met een beperking, met inbegrip van de aan
tewerkstelling voorafgaande stadia zoals
- gespecialiseerde beroepsopleiding
- oriëntering
- functionele revalidatie
- ...
in functie van de sociale reclassering
Na onderzoek van de aanvraag, werd door het R.S.R.M.V. een sociaal reclasseringsdossier opgemaakt
- Personen die minstens voor 30% een lichamelijke of voor minstens 20% een verstandelijke beperking
hadden, of personen met een beperking hadden, of personen met een beperking die dankzij revalidatie
meer of betere kansen op tewerkstelling zouden krijgen, konden in aanmerking komen
In 1967 werd het Fonds voor Medische, Sociale en Pedagogische Zorg voor Gehandicapten (Fonds 81)
opgericht.
1
, Het KB nummer 81 van 10 november 1967 bepaalde dat de gemeenschap de kosten voor huisvesting,
onderhoud, behandeling en opvoeding van bepaalde categorieën van personen met een beperking in
daartoe erkende instellingen diende te dragen
➔ Het beleid maakte dus scherper onderscheid tussen zieken en personen met een beperking.
➔ De basis voor een autonome zorg voor personen met een beperking werd gelegd, dit maakte
een meer specifieke aanpak mogelijk
➔ Een verruiming en verbreding van de zorg voor personen met een beperking
➔ Zorg werd uitgebreid naar meerderjarigen en tot semi-internaten, dagverblijven, tehuizen of
pleeggezinnen
SAMENVATTING:
Het Fonds voor Medische, Sociale en Pedagogische hulp aan gehandicapten (het Fonds 81) was dus
bevoegd voor opvang, behandeling en begeleiding via residentiële en ambulante voorzieningen. De oprichting
ervan leidde tot een bijzonder goede uitbouw van de zorg voor personen met een beperking, samengaand met
een grote en snelle expansie van het aantal voorzieningen en snel stijgende overheidsuitgaven.
2.3 HET VLAAMS FONDS VOOR SOCIALE INTEGRATIE VAN PERSONEN MET EEN HANDICAP (1980-
2005)
2.3.1 INLEIDING (lezen)
Kritieken die aanleiding tot het nadenken over een beleid voor personen met een beperking:
- Het gebrek aan planning en programmatie
- De opnameprocedure: De vraag welke voorziening voor wie geschikt is en in welke mate er afstemming
is tussen het aanbod enerzijds en het profiel van de persoon met een beperking anderzijds
- De residentiële sector werd te eenzijdig uitgebouwd. Nieuwe inzichten met betrekking tot ambulante en
gezinszorg dienen verder uitgewerkt te worden
- Ook de wijze van betoelaging van de voorzieningen, onder de vorm van het semi-forfaitaire
dagprijzensysteem, was een punt van kritiek
6 december 1984 (Rika Steyaert - Gemeenschapsminister van Gezin en Welzijnszorg) nieuw Vlaams
Gehandicaptenbeleid = EPOS-Steyaert (aangepast Emancipatorisch, Participatief en Optioneel Systeem) hierbij
horen verschillende krachtlijnen naar voren:
- Institutionele organisatie van de zorg voor personen met een beperking binnen de Vlaamse
gemeenschap: Oprichting van één alomvattend Vlaams fonds voor de zorg voor personen met een
beperking, met een Raad van Beheer en Adviserende comités
● Enige toegangspoort tot voorzieningen via een multidisciplinaire evaluatie, kan leiden tot
inschrijving en een individueel integratieprotocol
- De nood aan preventieve en vroegtijdige detectie van beperkingen:
● Voor de diagnose en oriëntering naar verschillende mogelijke oplossingen en voorzieningen
worden gespecialiseerde centra opzicht
- Oprichting van een 3 tal begeleidingsdiensten om de persoon met een beperking en maximale
begeleiding te kunnen geven binnen zijn eigen omgeving: Thuisbegeleiding, begeleid wonen voor
personen met een verstandelijke beperking en zelfstandig wonen voor personen met een verstandelijke
en sensoriële beperking en zelfstandig wonen voor personen met een fysieke beperking (diensten ter
ondersteuning van Activiteiten van het Dagelijks Leven = ADL-diensten)
- Aanpassingen van bestaande voorzieningen (beschutte werkplaatsen, activiteitencentra, . . .) aan
een meer gezinsgerichte benadering of aan nieuwe noden (personen meervoudige beperkingen,
revalidatie, crisisopvang, . . .)
- Integratie en participatie van de betrokkenen (persoon met een beperking, zijn gezin, . . .):
centraal staat de mondigheid van de persoon met de beperking. Bewonersraden en
2
, verblijfsovereenkomsten, beheer van gelden en maatregelen ter bescherming van de persoon met een
beperking worden georganiseerd.
- Vereenvoudiging van het dagprijzen en een vermindering van het persoonlijk aandeel door een
grotere mondigheid van de persoon met een beperking
Op 27 juni 1990 werd er goedkeuring gegeven en werd het decreet het Vlaamse Fonds voor de Sociale
Integratie van Personen met een Handicap opgericht.
Het Vlaamse Fonds werd volledig operationeel op 1 januari ‘93. Vanaf die datum werd het bevoegd voor het
geheel van voorzieningen voor zowel de sociale als professionele integratie van personen met een beperking.
- Sociale zekerheid: Diverse individuele tegemoetkomingen ten voordele van personen met een
beperking, zoals de inkomensvervangende en integratietegemoetkomingen, kinderbijslag, de
ziekteverzekering, . . .
- De beschermingsstatuten voor handelingsonbekwame personen bv. multidisciplinaire invalshoeken,
meer dan een louter medische evaluatie als basis voor een individueel integratieprotocol
2.3.2 Basisprincipes van het Vlaams Fonds
Belangrijkste basisprincipes bij de oprichting van het Vlaams Fonds waren:
- Administratieve vereenvoudiging: één enkele dienst met een eenvormig dossier
- Vervangen van de begrippen ‘reclassering’ door ‘sociale integratie
- Het samenbrengen van diverse vormen van hulpverlening
- Evaluatie van de persoon met een beperking vanuit een multidisciplinaire invalshoek, meer dan een
louter medische evaluatie als basis voor een individueel integratieprotocol
2.3.3 Opdrachten van het Vlaamse Fonds
Het decreet van 27 juni 1990 stipuleerde de opdrachten van het Vlaams Fonds als volgt:
- Voorlichting en oriëntering van personen met een beperking en hun gezinsleden bevorderen
- Personen met een beperking die om bijstand verzoeken inschrijven
- Ervoor zorgen dat de persoon met een beperking, hun familieleden of bij ontstentenis van familieleden,
degenen die voor hen in staat, het voordeel van bijstand en de voorzieningen kunnen ontvangen
- De preventie, detectie en diagnose van beperkingen, alsmede de kennis van de weerslag van de
beperking op het totaal functioneren van de personen met een beperking bevorderen
- Scholing, beroepsopleiding of omscholing van personen met een beperking bevorderen
- Integratie van personen met een beperking in de maatschappij bevorderen
- Integratie van personen met een beperking in het arbeidsmiddel bevorderen
- Studie en onderzoek verrichten of laten verrichten in het kader van zijn opdrachten
- Documentatie en informatie verzamelen en verspreiden betreffende de sociale integratie van personen
met een beperking
2.3.4 Krachtlijnen van het Vlaams Fonds
De werking van het Vlaams Fonds vertrok vanuit de volgende krachtlijnen:
- Duidelijkheid: De administratieve vereenvoudiging en het samenbrengen van vroeger gespreide
bevoegdheden vergemakkelijkt de zoektocht naar de juiste zorg en ondersteuning voor personen met
een beperking.
De Provinciale Evaluatiecommissie (PEC) als enige toegangspoort tot de verschillende modaliteiten
van de zorg voor personen met een beperking dient transparant en duidelijk te zijn voor de zorgvrager.
3
1. INLEIDING (lezen)
In Vlaanderen zijn de bevoegdheden rond personen met een beperking verdeeld over:
- Federale niveau:
Staat voor het verstrekken van financiële steun (tegemoetkomingen) en andere steunmaatregelen
zoals:
● sociale of fiscale compensaties
● Financiële ondersteuning
● Compensatie via de Directie-Generaal Personen met een handicap (onderdeel van de federale
overheidsdienst Sociale Zekerheid)
- Vlaamse niveau:
Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) speelt vooral een belangrijke rol in
de (materiële) ondersteuning en zorg aan personen met een beperking
- Gemeentelijke niveau:
Zijn de lokale besturen onder andere bevoegd voor de formele indiening van de aanvragen voor
tegemoetkomingen en parkeerkaarten.
➔ Sommige gemeenten bieden ook mantelzorgpremie aan
Door de verdeling van bevoegdheden voor personen met een beperking over de verschillende bestuursniveaus
is het ook voor personen met een beperking en hun netwerk niet altijd eenvoudig om snel bij de juiste dienst aan
de kloppen
Verschillende overheden werken ook niet altijd samen, hanteren ze elk hun eigen definitie van handicap en
hebben ze elk hun eigen administratieve procedures
Organisatie van de ondersteuning en zorg aan personen met een beperking is ook sterk geëvolueerd:
- Nieuwe (theoretische) orthopedagogische inzichten
- Veranderde maatschappelijke beeldvorming ten aanzien van de persoon met een beperking
- Stem van personen met een beperking zelf zorgden voor beleidsmatige ontwikkelingen en
veranderingen
➔ De basis van conceptnota Perspectief 2020
Conceptnota Perspectief 2020:
- Ontwikkeld van Jo Vandeurzen = Vlaams minister van Welzijn en Volksgezondheid en Gezin
- In 2010 goedgekeurd door de Vlaamse Regering
Basisidee: Elke persoon met een beperking een volwaardige plaats moet krijgen in de samenleving
2 krachtlijnen:
1. Tegen 2020 moet alle zorg vraaggestuurd zijn
2. Er moet een zorggarantie komen voor mensen met de grootste ondersteuningsnood
2. HISTORISCH OVERZICHT
2.1 HET GEMEENTEFONDS EN SPECIAAL ONDERSTANDSFONDS (1876-1960)
- Door de overheid georganiseerd
- Opgericht in 1876
Gemeentefonds: Gaf aan de gemeenten de opdracht te zorgen voor onderhoud en verzorging (in aparte
instellingen) van geesteszieken, doofstommen, blinden en andere personen die hulpbehoeftig waren en die in
staat waren in hun eigen levensonderhoud te voorzien
Subsidiëring van die zorg viel niet volledig ten laste van de gemeenten maar werd opgesplitst:
- 1/8 voor rekening van de gemeenten
- 3/8 ten laste van de provincie waar de persoon met een beperking afkomstig was
- 4/8 via een staatstoelage
,Na hervorming van het gemeentefonds in 1920 nam het Speciaal Onderstandsfonds de opdracht van de
gemeenten over
Accent werd verlegd naar ‘behoeftigen’ in gesloten afdelingen van psychiatrische instellingen
- Geestes- of karaktergestoorden
- Blinden
- Doofstommen
- Polio
- Kanker
- ...
die verbleven in een psychiatrische instelling verbleven
Het Speciaal Onderstandsfonds voorzag een dagprijs voor verschillende categorieën van personen met een
beperking als tussenkomst in het onderhoud en de verzorging.
➔ Dagprijs verschilde naargelang de persoon in het ziekenhuis, sanatorium, gesloten afdeling van de
psychiatrie, dan wel thuis verbleef
De ‘behoeftigen’ of hun gezin dienden een bepaalde bijdrage te leveren in functie van hun inkomen
De aanvraag tot tussenkomst werd ingediend bij de OCMW of de provinciegouverneur
Provincie bracht advies uit bij het Ministerie van Volksgezondheid, dat uiteindelijk de beslissing nam
➔ Wanneer een noodgeval zich voordeed (omwille gezondheidstoestand van de betrokkene), mocht
het OCMW dadelijk overgaan tot plaatsing. Het dossier werd binnen de 10 dagen aan de gouverneur
overgemaakt
2.2 HET RIJKSFONDS EN FONDS 81 (1963-1990)
1963: De ziekte- en invaliditeitsverzekering en de sociale reclassering van mindervaliden bij wet geregeld
De psychiatrische instellingen werden in de ziekenhuiswetgeving opgenomen.
Het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten werd in 1967 opgericht en verving
het Speciaal Onderstandsfonds.
Het Rijksfonds voor de sociale Reclassering van Mindervaliden (R.S.R.M.V) opgericht in 1963 met volgende
doelstellingen:
1. Het nemen van alle nodige maatregelen voor re-integratie van personen met een beperking in het
economisch en maatschappelijk leven
2. Het bevorderen van de functionele revalidatie en de sociale reclassering van personen met een
beperking
In de wet van het uitvoeringsbesluit (KB 15 juli 1963) werd er een uitgebreid gamma van diensten voorzien. De
tegemoetkomingen van het Rijksfonds gebeurden enerzijds onder de vorm van individuele prestaties die aan de
persoon met een beperking persoonlijk werden toegekend, en anderzijds onder de vorm van collectieve
prestaties uitgekeerd aan instellingen voor personen met een beperking
➔ Rijksfonds ook bevoegd voor de tewerkstelling van pers. met een beperking, met inbegrip van de aan
tewerkstelling voorafgaande stadia zoals
- gespecialiseerde beroepsopleiding
- oriëntering
- functionele revalidatie
- ...
in functie van de sociale reclassering
Na onderzoek van de aanvraag, werd door het R.S.R.M.V. een sociaal reclasseringsdossier opgemaakt
- Personen die minstens voor 30% een lichamelijke of voor minstens 20% een verstandelijke beperking
hadden, of personen met een beperking hadden, of personen met een beperking die dankzij revalidatie
meer of betere kansen op tewerkstelling zouden krijgen, konden in aanmerking komen
In 1967 werd het Fonds voor Medische, Sociale en Pedagogische Zorg voor Gehandicapten (Fonds 81)
opgericht.
1
, Het KB nummer 81 van 10 november 1967 bepaalde dat de gemeenschap de kosten voor huisvesting,
onderhoud, behandeling en opvoeding van bepaalde categorieën van personen met een beperking in
daartoe erkende instellingen diende te dragen
➔ Het beleid maakte dus scherper onderscheid tussen zieken en personen met een beperking.
➔ De basis voor een autonome zorg voor personen met een beperking werd gelegd, dit maakte
een meer specifieke aanpak mogelijk
➔ Een verruiming en verbreding van de zorg voor personen met een beperking
➔ Zorg werd uitgebreid naar meerderjarigen en tot semi-internaten, dagverblijven, tehuizen of
pleeggezinnen
SAMENVATTING:
Het Fonds voor Medische, Sociale en Pedagogische hulp aan gehandicapten (het Fonds 81) was dus
bevoegd voor opvang, behandeling en begeleiding via residentiële en ambulante voorzieningen. De oprichting
ervan leidde tot een bijzonder goede uitbouw van de zorg voor personen met een beperking, samengaand met
een grote en snelle expansie van het aantal voorzieningen en snel stijgende overheidsuitgaven.
2.3 HET VLAAMS FONDS VOOR SOCIALE INTEGRATIE VAN PERSONEN MET EEN HANDICAP (1980-
2005)
2.3.1 INLEIDING (lezen)
Kritieken die aanleiding tot het nadenken over een beleid voor personen met een beperking:
- Het gebrek aan planning en programmatie
- De opnameprocedure: De vraag welke voorziening voor wie geschikt is en in welke mate er afstemming
is tussen het aanbod enerzijds en het profiel van de persoon met een beperking anderzijds
- De residentiële sector werd te eenzijdig uitgebouwd. Nieuwe inzichten met betrekking tot ambulante en
gezinszorg dienen verder uitgewerkt te worden
- Ook de wijze van betoelaging van de voorzieningen, onder de vorm van het semi-forfaitaire
dagprijzensysteem, was een punt van kritiek
6 december 1984 (Rika Steyaert - Gemeenschapsminister van Gezin en Welzijnszorg) nieuw Vlaams
Gehandicaptenbeleid = EPOS-Steyaert (aangepast Emancipatorisch, Participatief en Optioneel Systeem) hierbij
horen verschillende krachtlijnen naar voren:
- Institutionele organisatie van de zorg voor personen met een beperking binnen de Vlaamse
gemeenschap: Oprichting van één alomvattend Vlaams fonds voor de zorg voor personen met een
beperking, met een Raad van Beheer en Adviserende comités
● Enige toegangspoort tot voorzieningen via een multidisciplinaire evaluatie, kan leiden tot
inschrijving en een individueel integratieprotocol
- De nood aan preventieve en vroegtijdige detectie van beperkingen:
● Voor de diagnose en oriëntering naar verschillende mogelijke oplossingen en voorzieningen
worden gespecialiseerde centra opzicht
- Oprichting van een 3 tal begeleidingsdiensten om de persoon met een beperking en maximale
begeleiding te kunnen geven binnen zijn eigen omgeving: Thuisbegeleiding, begeleid wonen voor
personen met een verstandelijke beperking en zelfstandig wonen voor personen met een verstandelijke
en sensoriële beperking en zelfstandig wonen voor personen met een fysieke beperking (diensten ter
ondersteuning van Activiteiten van het Dagelijks Leven = ADL-diensten)
- Aanpassingen van bestaande voorzieningen (beschutte werkplaatsen, activiteitencentra, . . .) aan
een meer gezinsgerichte benadering of aan nieuwe noden (personen meervoudige beperkingen,
revalidatie, crisisopvang, . . .)
- Integratie en participatie van de betrokkenen (persoon met een beperking, zijn gezin, . . .):
centraal staat de mondigheid van de persoon met de beperking. Bewonersraden en
2
, verblijfsovereenkomsten, beheer van gelden en maatregelen ter bescherming van de persoon met een
beperking worden georganiseerd.
- Vereenvoudiging van het dagprijzen en een vermindering van het persoonlijk aandeel door een
grotere mondigheid van de persoon met een beperking
Op 27 juni 1990 werd er goedkeuring gegeven en werd het decreet het Vlaamse Fonds voor de Sociale
Integratie van Personen met een Handicap opgericht.
Het Vlaamse Fonds werd volledig operationeel op 1 januari ‘93. Vanaf die datum werd het bevoegd voor het
geheel van voorzieningen voor zowel de sociale als professionele integratie van personen met een beperking.
- Sociale zekerheid: Diverse individuele tegemoetkomingen ten voordele van personen met een
beperking, zoals de inkomensvervangende en integratietegemoetkomingen, kinderbijslag, de
ziekteverzekering, . . .
- De beschermingsstatuten voor handelingsonbekwame personen bv. multidisciplinaire invalshoeken,
meer dan een louter medische evaluatie als basis voor een individueel integratieprotocol
2.3.2 Basisprincipes van het Vlaams Fonds
Belangrijkste basisprincipes bij de oprichting van het Vlaams Fonds waren:
- Administratieve vereenvoudiging: één enkele dienst met een eenvormig dossier
- Vervangen van de begrippen ‘reclassering’ door ‘sociale integratie
- Het samenbrengen van diverse vormen van hulpverlening
- Evaluatie van de persoon met een beperking vanuit een multidisciplinaire invalshoek, meer dan een
louter medische evaluatie als basis voor een individueel integratieprotocol
2.3.3 Opdrachten van het Vlaamse Fonds
Het decreet van 27 juni 1990 stipuleerde de opdrachten van het Vlaams Fonds als volgt:
- Voorlichting en oriëntering van personen met een beperking en hun gezinsleden bevorderen
- Personen met een beperking die om bijstand verzoeken inschrijven
- Ervoor zorgen dat de persoon met een beperking, hun familieleden of bij ontstentenis van familieleden,
degenen die voor hen in staat, het voordeel van bijstand en de voorzieningen kunnen ontvangen
- De preventie, detectie en diagnose van beperkingen, alsmede de kennis van de weerslag van de
beperking op het totaal functioneren van de personen met een beperking bevorderen
- Scholing, beroepsopleiding of omscholing van personen met een beperking bevorderen
- Integratie van personen met een beperking in de maatschappij bevorderen
- Integratie van personen met een beperking in het arbeidsmiddel bevorderen
- Studie en onderzoek verrichten of laten verrichten in het kader van zijn opdrachten
- Documentatie en informatie verzamelen en verspreiden betreffende de sociale integratie van personen
met een beperking
2.3.4 Krachtlijnen van het Vlaams Fonds
De werking van het Vlaams Fonds vertrok vanuit de volgende krachtlijnen:
- Duidelijkheid: De administratieve vereenvoudiging en het samenbrengen van vroeger gespreide
bevoegdheden vergemakkelijkt de zoektocht naar de juiste zorg en ondersteuning voor personen met
een beperking.
De Provinciale Evaluatiecommissie (PEC) als enige toegangspoort tot de verschillende modaliteiten
van de zorg voor personen met een beperking dient transparant en duidelijk te zijn voor de zorgvrager.
3