SAMENVATTING PSYCHOLOGIE
Rank samenvatting:
Titel H
Groot thema
Tussenstuk
Exp, woorden, opsommingen
DUIDING EXAMEN
Redenering: Iemand die niets kent, verdient 0/40 -> dus: - 1/3 bij foutief antwoord
Redenering bij quotering:
1. Je kent het antwoord: 1 x 1 + 0 x (- 1/3) = +1
2. 2 alternatieven uitschakelen: ½ x 1 + ½ x (- 1/3) = + 1/3
3. 1 alternatief uitschakelen: 1/3 x 1 + 2/3 x (- 1/3) = + 1/9
4. Geen alternatief uitschakelen: ¼ x 1 + ¾ x (- 1/3) = 0
Cesuurbepaling: Hoe van x/40 naar x/20 -> niet via ‘schoolmastermethode’ (y = x/40 x 20)
Wel volgens ‘methode De Groot’: vooraf 10-tal cesuurvragen (niet makkelijk of moeilijk)
Na examen bepalen moeilijkheidsgraad (p-waarde) van alle cesuurvragen
Nagaan in de cumulatieve resultatenverdeling met welke uitslag deze p-waarde
overeenkomt
ZIE PPT
Elk hoofdstuk = roos pijltje boek
HOOFDSTUK 1 : OM TE BEGINNEN
Wat is psychologie en wat is het niet
Psychologie is de wetenschappelijke (<-> empirische) studie van de mentale processen en
gedrag
Psychologie betwist ongefundeerde uitspraken van pseudowetenschappelijke aard
Pseudowetenschap: poging fenomenen te verklaren zonder empirische observatie of
wetenschappelijke methode.
Het Freud-probleem -> Freud is eigenlijk geen psycholoog
Freud-methode = psychoanalyse -> niet representztief voor gangbare psychologie
= afleiden van wetmatigheden uit klassieke gevalstudies
Wordt ondersteund door minder dan 104 van de leden van de APA (American Psychology
Association)
3 belangrijke kenmerken van het soort van wetenschap
Systematisch empirisme
Publiek verifieerbare kennis
1
,Toetsbare theorieën en uitspraken
1. Systematisch empirisme
-> wetenschappelijke kennis die zich laat leiden door waarnemen van de werkelijkheid
-> geen gezagsargumenten bij wetenschappelijke kennis
= hoe bekend de wetenschappen ook zijn, moet empirisch bewijs hebben
-> gebrek aan systematisch empirisme kan leiden tot wetenschappelijke dwalingen
Voorbeeld
Benj Rush behandelde patiënten met aderlatingen. Hij stelde dat elke genezing door zijn methode
kwam en elke dood door de ernst van de ziekte. Hij voerde bij de methode geen systematische studie
uit.
-> ook psychoanalyse van Freud bekritiseerd want maar slechts op beperkt aantal patiënten
uitgevoerd.
2. Publiek verifieerbare kennis
-> kennis moet repliceerbaar zijn = zelfde procedure moet leiden tot zelfde resultaat
-> systeem van peer view = wetenschappelijk artikel beoordeeld door collega’s vóór publicatie
3. Toetsbare theorieën
-> enkel oplosbare problemen: moeten toetsbaar en falsifieerbaar zijn = het moet mogelijk zijn om
aan te tonen dat de uitspraak foutief is.
-> niet falsifieerbaar: psychoanalytici doen een post-hoeverklaringen = verklaring na bekijken
resultaat
Voorbeelden
Nixons onbewuste oedipale drang naar falen: door slechte jeugd probleemvorming leed tot zijn
aftreden.
Dit is post-hoeverklaring want indien dit niet gebeurd was, was deze ‘diagnose’ nooit gegeven.
Psychoanalytische verklaring Tourette
-> hierdoor meer patiënten naar psycholoog ipv naar neuroloog
-> later toch aangetoond dat het een neurologisch probleem is.
Het 5-stappenproces van de wetenschappelijke methode
1. Hypothetische ontwikkeling: resultaat wetenschappelijke studie voorspellen
-> gebruik operationele definitie: exacte procedures om experimentele condities en metingen van
het resultaat vast te leggen
2. Gecontroleerde test
- onafhankelijke variabele (door onderzoeker gemanipuleerd)
- randomivatie: gebruik maken van toeval voor vastleggen volgorde, stimuli of proefpersoon
3. Objectieve data verzamelen
- gegevens (data) = verzamelen info vóór het testen van de hypothese
- afhankelijke variabele = gemeten resultaten van de studie, responsen van de deelnemers
4. analyseren van de resultaten
- gebaseerd statistische analyse: hypothese aanhouden of verwerpen
5. publiceren, bekritiseren en repliceren van de resultaten
- in wetenschappelijk tijdschrift
Types van psychologisch onderzoek
2
,Neuralistische observatie
-> gebeurt in natuurlijke situatie
-> probleem: gedrag aanpassen als ze zien dat ze geobserveerd worden
Vb kijken naar geweld, kijken of dit verband heeft
Gevalstudie
-> 1 persoon/voorbeeld heeft gedetailleerd bestudeerd
-> vb Freuds psychoanalyse, 1 patiënt honderden uren behandelen
-> er is discussie over evidentie
Interviews
-> respondenten op directe manier bevraagd
- vb positieve correlatie tussen geweld en gewelddadige films
-> geen conclusie over de causale richting
Surveys
-> verzamelen steekproef v opinies en besluit over hele populatie te trekken
-> ervan uitgaan dat getrokken steekproef representatief en waarheidsgetrouw is
Tests
- Methode meest eigen aan psychologische wetenschap
- vereisten: - standaardisatie: test steeds op dezelfde manier afnemen
- betrouwbare test: nauwkeurig, resultaten veranderen niet met de tijd
- validiteit: test meet wat de test beoogt
Interne: foutloos opgezet en uitgevoerd
Externe: situatie veralgemenen naar situatie buiten labo
Correlationeel onderzoek
- bestudeert verband tussen karakteristieken
- bekomen correlatiecoëfficiënt: -1 = perfect omgekeerd verband
0= geen verband
1 = perfect lineair verband
- toont nooit causaal verband aan
- kan soms komen door derde variabele: vb tienerzwangerschap in Taiwan en TV
-> derde verband = welvaart
Experimentele studie
- onderzoeker creëert situatie, grijpt in op systematische manier
Vb: pellagra= ziekte, dachten dat het veroorzaakt werd door hygiëne
-> Coldberger denkt anders en manipuleert kritische variabelen systematisch
-> bewijst dat het lag aan dieet
- altijd rekening houden met foutencomponent
- resultaat gebaseerd op gemiddelde waarde
Exemplarische voorbeelden
1) gevalstudie: nagaan hoe brein werkt, info over objecten en levende dingen op andere plek
-> onafhankelijk bewaard/ontdekt door patiënt met herpes te onderzoeken (deze hadden
semantische stoornissen)
Verklaring: Perceptuele (natural kinds) en functionele (artefacten) eigenschap aangetast
2) Correlationele studie
(1) 5 persoonlijkheidstrekken ‘extraversie), vriendelijkheid, gewetensvolheid, neuroticisme en alg
ontw)
Onderzoeksmethode: - vragenlijst, een score op schaal
-Zelfbeoordeling /1-itemmethode
- Vrijzelfbeschrijvingsmethode
-> vorming correlaties v gebruikte methodes
3
, (2) geluk, 2 componenten: - algemene levenstevredenheid
- positieve emoties
-> volgens verschillende onderzoeken
Besluit: tevredenheid hangt – positief samen met positieve emoties
- negatief samen met positieve emoties
-> op verschillende plekken meer invloed: - (neg) emoties = in individualistische landen
+ (pos) emoties = landen die zelfexpressie uitdrukken
(3) experimentele studie
(1) experiment mannen v Mars
-> studie: empathisch vermogen mannen en vrouwen
-> dubbelblinde studie = weten niet van wie antwoord is, anderen kennen hypothese niet
: man-vrouw en betaalt- niet betaalt
Resultaat: vrouwen maar accurate inschatting gevoelens, bij betaling inschatting beter = hoofdeffect
Besluit: niet genetisch bepaald, motivatiefactor werkt verschil weg = interactie-effect
-> geen verschil in betaalde conditie, wel bij controleconditie
(2) Experiment voelen zonder te voelen
-> therapeutische touch = patiënten genezen zonder te raken
Testen of dit echt is: indien wel: 100% onjuist
Indien niet (gokken): 50% juist
Hoofd -en interactie-effecten -> extra doc toledo om te lezen
Vb
A1 A2
B1 20 20
B2 20 20
Geen hoofdeffect
A1 A2
B1 25 25
B2 20 20
Hoofdeffect B
A1 A2
B1 25 20
B2 25 20
Hoofdeffect A
A1 A2
B1 20 25
B2 25 30
A en B Hoofdeffect
A1 A2
B1 20 30
B2 20 20
Niet gekruiste interactie
Hoofdeffect A en B
A1 A2
4
Rank samenvatting:
Titel H
Groot thema
Tussenstuk
Exp, woorden, opsommingen
DUIDING EXAMEN
Redenering: Iemand die niets kent, verdient 0/40 -> dus: - 1/3 bij foutief antwoord
Redenering bij quotering:
1. Je kent het antwoord: 1 x 1 + 0 x (- 1/3) = +1
2. 2 alternatieven uitschakelen: ½ x 1 + ½ x (- 1/3) = + 1/3
3. 1 alternatief uitschakelen: 1/3 x 1 + 2/3 x (- 1/3) = + 1/9
4. Geen alternatief uitschakelen: ¼ x 1 + ¾ x (- 1/3) = 0
Cesuurbepaling: Hoe van x/40 naar x/20 -> niet via ‘schoolmastermethode’ (y = x/40 x 20)
Wel volgens ‘methode De Groot’: vooraf 10-tal cesuurvragen (niet makkelijk of moeilijk)
Na examen bepalen moeilijkheidsgraad (p-waarde) van alle cesuurvragen
Nagaan in de cumulatieve resultatenverdeling met welke uitslag deze p-waarde
overeenkomt
ZIE PPT
Elk hoofdstuk = roos pijltje boek
HOOFDSTUK 1 : OM TE BEGINNEN
Wat is psychologie en wat is het niet
Psychologie is de wetenschappelijke (<-> empirische) studie van de mentale processen en
gedrag
Psychologie betwist ongefundeerde uitspraken van pseudowetenschappelijke aard
Pseudowetenschap: poging fenomenen te verklaren zonder empirische observatie of
wetenschappelijke methode.
Het Freud-probleem -> Freud is eigenlijk geen psycholoog
Freud-methode = psychoanalyse -> niet representztief voor gangbare psychologie
= afleiden van wetmatigheden uit klassieke gevalstudies
Wordt ondersteund door minder dan 104 van de leden van de APA (American Psychology
Association)
3 belangrijke kenmerken van het soort van wetenschap
Systematisch empirisme
Publiek verifieerbare kennis
1
,Toetsbare theorieën en uitspraken
1. Systematisch empirisme
-> wetenschappelijke kennis die zich laat leiden door waarnemen van de werkelijkheid
-> geen gezagsargumenten bij wetenschappelijke kennis
= hoe bekend de wetenschappen ook zijn, moet empirisch bewijs hebben
-> gebrek aan systematisch empirisme kan leiden tot wetenschappelijke dwalingen
Voorbeeld
Benj Rush behandelde patiënten met aderlatingen. Hij stelde dat elke genezing door zijn methode
kwam en elke dood door de ernst van de ziekte. Hij voerde bij de methode geen systematische studie
uit.
-> ook psychoanalyse van Freud bekritiseerd want maar slechts op beperkt aantal patiënten
uitgevoerd.
2. Publiek verifieerbare kennis
-> kennis moet repliceerbaar zijn = zelfde procedure moet leiden tot zelfde resultaat
-> systeem van peer view = wetenschappelijk artikel beoordeeld door collega’s vóór publicatie
3. Toetsbare theorieën
-> enkel oplosbare problemen: moeten toetsbaar en falsifieerbaar zijn = het moet mogelijk zijn om
aan te tonen dat de uitspraak foutief is.
-> niet falsifieerbaar: psychoanalytici doen een post-hoeverklaringen = verklaring na bekijken
resultaat
Voorbeelden
Nixons onbewuste oedipale drang naar falen: door slechte jeugd probleemvorming leed tot zijn
aftreden.
Dit is post-hoeverklaring want indien dit niet gebeurd was, was deze ‘diagnose’ nooit gegeven.
Psychoanalytische verklaring Tourette
-> hierdoor meer patiënten naar psycholoog ipv naar neuroloog
-> later toch aangetoond dat het een neurologisch probleem is.
Het 5-stappenproces van de wetenschappelijke methode
1. Hypothetische ontwikkeling: resultaat wetenschappelijke studie voorspellen
-> gebruik operationele definitie: exacte procedures om experimentele condities en metingen van
het resultaat vast te leggen
2. Gecontroleerde test
- onafhankelijke variabele (door onderzoeker gemanipuleerd)
- randomivatie: gebruik maken van toeval voor vastleggen volgorde, stimuli of proefpersoon
3. Objectieve data verzamelen
- gegevens (data) = verzamelen info vóór het testen van de hypothese
- afhankelijke variabele = gemeten resultaten van de studie, responsen van de deelnemers
4. analyseren van de resultaten
- gebaseerd statistische analyse: hypothese aanhouden of verwerpen
5. publiceren, bekritiseren en repliceren van de resultaten
- in wetenschappelijk tijdschrift
Types van psychologisch onderzoek
2
,Neuralistische observatie
-> gebeurt in natuurlijke situatie
-> probleem: gedrag aanpassen als ze zien dat ze geobserveerd worden
Vb kijken naar geweld, kijken of dit verband heeft
Gevalstudie
-> 1 persoon/voorbeeld heeft gedetailleerd bestudeerd
-> vb Freuds psychoanalyse, 1 patiënt honderden uren behandelen
-> er is discussie over evidentie
Interviews
-> respondenten op directe manier bevraagd
- vb positieve correlatie tussen geweld en gewelddadige films
-> geen conclusie over de causale richting
Surveys
-> verzamelen steekproef v opinies en besluit over hele populatie te trekken
-> ervan uitgaan dat getrokken steekproef representatief en waarheidsgetrouw is
Tests
- Methode meest eigen aan psychologische wetenschap
- vereisten: - standaardisatie: test steeds op dezelfde manier afnemen
- betrouwbare test: nauwkeurig, resultaten veranderen niet met de tijd
- validiteit: test meet wat de test beoogt
Interne: foutloos opgezet en uitgevoerd
Externe: situatie veralgemenen naar situatie buiten labo
Correlationeel onderzoek
- bestudeert verband tussen karakteristieken
- bekomen correlatiecoëfficiënt: -1 = perfect omgekeerd verband
0= geen verband
1 = perfect lineair verband
- toont nooit causaal verband aan
- kan soms komen door derde variabele: vb tienerzwangerschap in Taiwan en TV
-> derde verband = welvaart
Experimentele studie
- onderzoeker creëert situatie, grijpt in op systematische manier
Vb: pellagra= ziekte, dachten dat het veroorzaakt werd door hygiëne
-> Coldberger denkt anders en manipuleert kritische variabelen systematisch
-> bewijst dat het lag aan dieet
- altijd rekening houden met foutencomponent
- resultaat gebaseerd op gemiddelde waarde
Exemplarische voorbeelden
1) gevalstudie: nagaan hoe brein werkt, info over objecten en levende dingen op andere plek
-> onafhankelijk bewaard/ontdekt door patiënt met herpes te onderzoeken (deze hadden
semantische stoornissen)
Verklaring: Perceptuele (natural kinds) en functionele (artefacten) eigenschap aangetast
2) Correlationele studie
(1) 5 persoonlijkheidstrekken ‘extraversie), vriendelijkheid, gewetensvolheid, neuroticisme en alg
ontw)
Onderzoeksmethode: - vragenlijst, een score op schaal
-Zelfbeoordeling /1-itemmethode
- Vrijzelfbeschrijvingsmethode
-> vorming correlaties v gebruikte methodes
3
, (2) geluk, 2 componenten: - algemene levenstevredenheid
- positieve emoties
-> volgens verschillende onderzoeken
Besluit: tevredenheid hangt – positief samen met positieve emoties
- negatief samen met positieve emoties
-> op verschillende plekken meer invloed: - (neg) emoties = in individualistische landen
+ (pos) emoties = landen die zelfexpressie uitdrukken
(3) experimentele studie
(1) experiment mannen v Mars
-> studie: empathisch vermogen mannen en vrouwen
-> dubbelblinde studie = weten niet van wie antwoord is, anderen kennen hypothese niet
: man-vrouw en betaalt- niet betaalt
Resultaat: vrouwen maar accurate inschatting gevoelens, bij betaling inschatting beter = hoofdeffect
Besluit: niet genetisch bepaald, motivatiefactor werkt verschil weg = interactie-effect
-> geen verschil in betaalde conditie, wel bij controleconditie
(2) Experiment voelen zonder te voelen
-> therapeutische touch = patiënten genezen zonder te raken
Testen of dit echt is: indien wel: 100% onjuist
Indien niet (gokken): 50% juist
Hoofd -en interactie-effecten -> extra doc toledo om te lezen
Vb
A1 A2
B1 20 20
B2 20 20
Geen hoofdeffect
A1 A2
B1 25 25
B2 20 20
Hoofdeffect B
A1 A2
B1 25 20
B2 25 20
Hoofdeffect A
A1 A2
B1 20 25
B2 25 30
A en B Hoofdeffect
A1 A2
B1 20 30
B2 20 20
Niet gekruiste interactie
Hoofdeffect A en B
A1 A2
4