DEEL 1: DE WETTELIJKE ERFOPVOLGING
INLEIDENDE BEGRIPPEN EN VOORWAARDEN OM TE ERVEN
erflater of decujus (DC) De persoon die overlijdt, van wie de nalatenschap ‘openvalt’.
Nalatenschap (of erfenis) Het vermogen van de persoon die overleden is, dit vermogen wordt
‘nagelaten’.
erfgerechtigde De persoon die tot de nalatenschap wordt ‘geroepen’ => door de wet of
door het testament.
erfgenaam De persoon die de nalatenschap verkrijgt. (door aanvaarden nalatenschap)
- wettelijke erfgenaam
- testamentaire erfgenaam
ERFBEKWAAMHEID
4 VOORWAARDEN
1) Bestaan
Ø Fysieke persoon
Ø Begin juridisch bestaan = geboorte
Ø Reeds verwekt kind bij goede geboorte
2) In leven zijn
3) Niet uitgesloten of vervallen verklaard zijn om te kunnen erfen
Ø Ontzetting ouderlijk gezag
4) Niet onwaardig zijn
Ø feiten plegen die geleid hebben tot de dood van de erflater / een poging tot een dergelijk feit
=> dader / mededader / medeplichtige is strafrechtelijk schuldig bevonden.
Ø feiten plegen die een ernstige inbreuk betekenen op de fysieke integriteit van de DC zonder de
dood tot gevolg (bv. verkrachting, slagen en verwondingen …)
=> slachtoffer kan ev. testamentaire vergiffenis schenken en dus onwaardigheid ongedaan
maken
, TECHNIEKEN
5 technieken erfrechtelijke orde lijn graad kloving plaatsvervulling
ERFRECHTELIJKE ORDE
= Een orde is een groep van erfgenamen die een andere groep uitsluit van de erfenis.
LLE | LLP behoren niet tot een orde !!
1ste ORDE: Descendenten of afstammelingen = kinderen, kleinkinderen ... rechte neergaande lijn
2de ORDE: Nauwe zijverwanten = broers en zussen, en hun afstammelingen + V&M
3de ORDE: V&M indien geen broers of zussen + verdere ascendenten zoals GV / GM
4de ORDE: de niet-bevoorrechte zijlijn of niet-bevoorrechte collateralen
= Oom / tante / afstammelingen van oom & tante / grootoom / groottante
LIJN
Verwanten worden opgedeeld in de rechte lijn en de zijlijn
GRAAD
= de afstand tussen de bloedverwanten
o In de rechte lijn wordt elke generatie een graad genoemd.
o In de zijlijn wordt de graad bepaald door het tellen van het aantal generaties, te rekenen tot aan de
gemeenschappelijke stamouder en daarna terug tot aan de andere verwant.
KLOVING
= De nalatenschap wordt in twee gelijke helften verdeeld tussen de bloedverwanten van de vaderlijke lijn en de
moederlijke lijn.
PRINCIPE VAN DE KLEINE KLOVING
- DC overlijdt en er zijn geen afstammelingen (geen 1e orde)
- Volle broer / volle zus => komen samen tot de nalatenschap
Halve broer / halve zus => Principe van de kleine kloving: 1/2 voor de vaderlijke lijn
1/2 voor de moederlijke lijn
INLEIDENDE BEGRIPPEN EN VOORWAARDEN OM TE ERVEN
erflater of decujus (DC) De persoon die overlijdt, van wie de nalatenschap ‘openvalt’.
Nalatenschap (of erfenis) Het vermogen van de persoon die overleden is, dit vermogen wordt
‘nagelaten’.
erfgerechtigde De persoon die tot de nalatenschap wordt ‘geroepen’ => door de wet of
door het testament.
erfgenaam De persoon die de nalatenschap verkrijgt. (door aanvaarden nalatenschap)
- wettelijke erfgenaam
- testamentaire erfgenaam
ERFBEKWAAMHEID
4 VOORWAARDEN
1) Bestaan
Ø Fysieke persoon
Ø Begin juridisch bestaan = geboorte
Ø Reeds verwekt kind bij goede geboorte
2) In leven zijn
3) Niet uitgesloten of vervallen verklaard zijn om te kunnen erfen
Ø Ontzetting ouderlijk gezag
4) Niet onwaardig zijn
Ø feiten plegen die geleid hebben tot de dood van de erflater / een poging tot een dergelijk feit
=> dader / mededader / medeplichtige is strafrechtelijk schuldig bevonden.
Ø feiten plegen die een ernstige inbreuk betekenen op de fysieke integriteit van de DC zonder de
dood tot gevolg (bv. verkrachting, slagen en verwondingen …)
=> slachtoffer kan ev. testamentaire vergiffenis schenken en dus onwaardigheid ongedaan
maken
, TECHNIEKEN
5 technieken erfrechtelijke orde lijn graad kloving plaatsvervulling
ERFRECHTELIJKE ORDE
= Een orde is een groep van erfgenamen die een andere groep uitsluit van de erfenis.
LLE | LLP behoren niet tot een orde !!
1ste ORDE: Descendenten of afstammelingen = kinderen, kleinkinderen ... rechte neergaande lijn
2de ORDE: Nauwe zijverwanten = broers en zussen, en hun afstammelingen + V&M
3de ORDE: V&M indien geen broers of zussen + verdere ascendenten zoals GV / GM
4de ORDE: de niet-bevoorrechte zijlijn of niet-bevoorrechte collateralen
= Oom / tante / afstammelingen van oom & tante / grootoom / groottante
LIJN
Verwanten worden opgedeeld in de rechte lijn en de zijlijn
GRAAD
= de afstand tussen de bloedverwanten
o In de rechte lijn wordt elke generatie een graad genoemd.
o In de zijlijn wordt de graad bepaald door het tellen van het aantal generaties, te rekenen tot aan de
gemeenschappelijke stamouder en daarna terug tot aan de andere verwant.
KLOVING
= De nalatenschap wordt in twee gelijke helften verdeeld tussen de bloedverwanten van de vaderlijke lijn en de
moederlijke lijn.
PRINCIPE VAN DE KLEINE KLOVING
- DC overlijdt en er zijn geen afstammelingen (geen 1e orde)
- Volle broer / volle zus => komen samen tot de nalatenschap
Halve broer / halve zus => Principe van de kleine kloving: 1/2 voor de vaderlijke lijn
1/2 voor de moederlijke lijn