40 meerkeuzevragen
Recht boek veranderd iedere jaar
WAT IS RECHT?
• Recht is zaak van alle burgers
• Recht is voor iedereen belangrijk, niet alleen voor juristen.
• Iedereen wordt met recht geconfronteerd
• Iedereen komt in contact met wetten in het dagelijks leven (bv. verkeer,
werk, aankopen, belastingen…).
• Iedereen wordt geacht de wet te kennen
• Recht ≠ moraal
• Moraal is iets dat heel individueel en subjectief is (=jouw
persoonlijke gevoel van goed of fout)
• Overspel was vroeger strafbaar maar enkel voor vrouwen en niet voor
mannen (dus heel moraal en geen gelijke rechtsregel)
• Recht is objectief (voor iedereen dezelfde), algemeen,
weerspiegeling
• Recht ≠ godsdienstige regels
•
In België en andere westerse landen is er scheiding tussen kerk en
staat.
• Vb. in sommige religies is het huwelijk een religieuze plicht, maar in België
is het huwelijk vooral een wettelijke regeling. (bij andere samenlevingen
wel het geval maar bij ons niet)
Vb. examenvraag: In welke situatie wordt het begrip juist gebruikt?
• Een geheel van algemeen geldende normatieve regels
1. Het zijn algemeen geldende regels (voor iedereen):
• Verbodsbepalingen
• Gebodsbepalingen (=je moet iets doen bv. belastingen
betalen)
• Normen die toelating bevatten (bv. Je mag een café
openen als je een vergunning hebt)
• Organieke regels (=regels die bepalen hoe instellingen
werken)
2. Soorten recht:
• Dwingend recht (=je mag niet afwijken bv. je mag een
minderjarige niet laten werken in de fabriek, zelfs niet als hij dat
zelf wil)
• Aanvullend recht (= je mag afwijken, als je dat goed
afspreekt bv. regels over huur als je niets anders afgesproken
hebt)
• In het contractenrecht staat bv.: "De huurder betaalt elke
maand op de eerste dag van de maand." Maar als jij en de
verhuurder iets anders afspreken, geldt wat jullie
afspreken in plaats van wat er in de wet staat.
, • Normen kunnen verschillende karakter hebben
naargelang ze geformuleerd zijn (ze kunnen
verschillende toon hebben)
3. Algemene vs. Individuele normen:
• Algemene normen (= geldt voor iedereen)
• Individuele normen (=geldt voor een specifieke persoon
of groep)
• Normen die de ordening van het maatschappelijke leven
beogen
• Rechtsnormen zijn eigenlijk de regels die ervoor zorgen dat de
samenleving goed werkt.
• Door de staat opgelegde of ontvangen en bekrachtigde
normen
• Ze worden gemaakt en uitgevoerd door de staat (in systeem van
staat)
• Afdwingbare normen = Als rechtsregels niet worden nageleefd,
worden er sancties opgelegd (door de rechtbank)
• Afdwingbaar = de staat kan je verplichten om een regel na te
leven
• Als iemand de regels overtreedt, kan de rechter of politie ingrijpen.
• Vb.: Als je je huur niet betaalt, kan de verhuurder via de rechter
afdwingen dat je betaalt of vertrekt.
1. ALGEMENE INLEIDING
Gebodsbepaling – Verbodsbepaling
- Gebodsbepaling = de wet verplicht je iets te doen
Vb.: Je moet je belastingaangifte indienen.
o Je moet aangeven hoeveel inkomen je verdiend en aan de hand van
dat krijg je belasting (dus je moet belastingformulier indienen)
- Verbodsbepaling = de wet verbiedt iets
Normen die toelating bevatten – organieke regels
- Toelatingsnormen = dingen die mogen, mits aan voorwaarden voldaan is
Vb.: Je mag een bedrijf starten als je een btw-nummer hebt.
- Organieke regels = regels over de organisatie van het rechtssysteem zelf
Vb.: Wie doet wat? Hoeveel rechters zijn er? Welke bevoegdheden hebben ze?
o Organieke regels: organisatie van onze rechtssysteem, welke
figuren zijn er, hoeveel zijn er, bevoegdheden, hoeveel advocaten, zijn ze
verplicht,…
o Handtekening rechter vergeten = fout
Als een rechter geen handtekening zet op een vonnis, is dat een procedurefout. Dat
valt onder organieke regels, want het gaat over hoe het recht werkt. Zulke fouten
kunnen maken dat een uitspraak ongeldig wordt (heel belangrijk voor de rechtsstaat)!
Dwingend recht van openbare orde: beschermt de goede zeden
en is ter bescherming van de zwakken
Recht is toepassing voor iedereen zonder afwijking dwingend recht
Iedereen moet naleven bijna zonder uitzondering
, - Dwingend recht = je moet je eraan houden, je mag er niet van afwijken, ook
niet met een overeenkomst.
- Van openbare orde = regels die de goede zeden (morele normen) en zwakken is
positief, die moeten worden beschermd tegen bepaalde zaken.
o Bv.: huurders, consumenten bij bv online aankopen…
Aanvullend recht
- Aanvullend recht = regels die gelden als jij niets anders afspreekt.
Je mag afwijken, zolang je het zelf goed regelt in een overeenkomst.
o Bv.: je koopt tv, maar je betaalt een voorschot en betaalt de tv niet
volledig omdat ze de tv nog niet hebben geleverd, kot onderverhuren,..
Soort van kader van “wij zien dit..” maar we mogen optimaliseren
Heel veel regels binnen economisch recht zijn aanvullend recht, omdat bedrijven vaak
zelf afspraken maken.
Bv. betalingstermijn is 30 dagen. Maar: Jij en je klant mogen zelf afspreken dat het
binnen 10 dagen moet gebeuren.
Algemene normen – individuele normen
De meeste normen zijn algemeen maar er zijn ook individuele normen:
- Algemene normen = gelden voor iedereen (bv. verkeersregels)
- Individuele normen = gelden voor 1 specifieke persoon of groep
Vb.: De koning van België (Philippe). Hij heeft immuniteit hij kan niet
gestraft worden, zelfs bij een misdrijf. Dat is een individuele regel, speciaal
voor zijn positie.
(Soms kan de koning wel via een bepaalde procedure verantwoordelijk worden gesteld
(Procedure laten afdwingen), maar dat is heel beperkt en zeldzaam)
Regels opgesteld door de overheid
Alleen de staat (en erkende instanties) mag rechtsregels maken. Niet zomaar een
persoon of bedrijf.
Federaal: regels voor het hele land
Gemeenschappen: regels binnen een gemeenschap
Bv.: onderwijs… (Vlaamse, Franse en Duitstalige gemeenschap)
Gewesten: regels binnen een gewest
Bv.: ruimtelijke ordening… (Vlaams Gewest, Waals Gewest, Brussels Hoofdstedelijk
Gewest)
Provincies: regels voor een provincie
Bv.: rampenplan (West-Vlaanderen de zee)
Gemeente: regels per gemeente
Bv.: wanneer je je huisvuil buiten mag zetten,..
2. INDELINGEN VAN HET RECHT
• Het recht kunnen indelen in verschillende categorieën/ rechtstakken
• Iedere rechtstak heeft zijn eigen wetboek, principes,…
• “Door de bomen het bos terug zien”
OBJECTIEFRECHT (= DE WET ZELF )
- Objectiefrecht = Geheel van normen die de menselijke activiteiten,
de onderlinge verhouding tussen mensen en hun verhouding tot de
gemeenschap regelen.
o Alle algemene rechtsregels die door de overheid zijn vastgelegd en die
voor iedereen gelden.
, PRIVAAT RECHT EN PUBLIEK RECHT
• Publiek recht: Regelt de algemene belangen en heeft betrekking
op de inrichting, de werking en de onderlinge verhoudingen van de
overheidsorganen en op de verhouding van de overheid tot de
burgers
• Publiek recht is alles wat de overheid tegenover de burgers doet en
hoe de overheid zelf georganiseerd is.
• Privaat recht: Regelt de verhouding tussen de burgers
onderling
• Het gaat dus over burgerlijke zaken die geen invloed hebben op de
maatschappij als geheel, maar wel op de onderlinge relaties tussen
mensen.
• Gemengde rechtstakken
OEFENING:
De federale wetgevende macht PUBLIEK (omdat het te maken heeft
bestaat uit de Koning, de Kamer met de werking van de overheid)
van Volksvertegenwoordigers en de
Senaat
Een verhuurder wil zijn huurder PRIVAAT (relatie tussen 2 burgers (de
uitzetten wegens het houden van verhuurder en de huurder), die een
contractuele relatie hebben)
gevaarlijke dieren
Colruyt, handelaar, vergelijkt zijn GEMENGD (handels en
prijzen met Aldi, Delhaize, Albert economisch recht, privaat: 2
Heijn, enz. ondernemingen binnen elkaar die
discussie hebben MAAR OOK
publiek: heeft te maken met
consumenten en wetgeving rond
niet misleiding van consumenten,
prijszetting)
Een gearresteerde verdachte PUBLIEK (vermoorden dus
(verdacht van moord) wordt misdrijven behoort tot strafrecht
vrijgelaten wegens een en strafrecht is een voorbeeld van
procedurefout publiekrecht, omdat het te maken
heeft met de bescherming van
de samenleving)
(vertegenwoordigt de belangen van
staat het Openbare Ministerie:
ze verdedigen niemand, ze
vertegenwoordigen belangen
van ons allemaal)
Geldboete wordt betaald aan de
overheid voor de sanctie en niet aan
de slachtoffer, maar wel
schadevergoeding betalen aan de
slachtoffer