MODULE ONDERZOEK EN BEHANDELING IIA
ORTHOPEDIE
Orthopedie:
• Orthopedische chirurgie of orthopedie (ook gespeld als orthopedische chirurgie en orthopedie) is de
tak van chirurgie die zich bezighoudt met aandoeningen van het bewegingsapparaat. Orthopedisch
chirurgen gebruiken zowel chirurgische als niet-chirurgische middelen om spiertrauma's,
sportblessures, degeneratieve ziekten, infecties, tumoren en aangeboren aandoeningen te
behandelen. = specialiteit die zich bezighoudt met musculoskeletale aandoeningen en vooral met de
locoregionale aanpak ervan
• Orthopedie houdt zich vooral bezig met de behandeling van osteoporose gerelateerde fracturen maar
niet met de behandeling van osteoporose als aandoening.
• Orthopedie houdt zich bezig met het vervangen van een beschadigd gewricht tgv rheumatoïde artritis
maar niet met de systemische aanpak van reuma…
Traumatologie:
• Trauma, ook bekend als verwonding, is een fysiologische wond veroorzaakt door een externe bron.
• “Koude” orthopedie → ziekte van het bewegingsstelsel
• Traumatologie vh bewegingsstelsel → musculoskeletale aandoeningen tgv trauma
o Kunnen aanleiding geven tot koude orthopedie
1. PRAKTISCH KLINISCH GERICHT DENKEN
Het is belangrijk dat je eerst
obv een grondig gesprek
met de Patiënt alsook een
grondig klinisch onderzoek
probeert tot een diagnose te
komen en vanuit deze
differentieel diagnose op te
starten met een
behandeling
1
,Klinisch gericht denken: niet altijd 1 duidelijke diagnose → differentiaaldiagnose, het kan meerdere
mogelijkheden uitgaan
2
, 2. LETSELS VAN HET MUSCULOSKELETAAL SYSTEEM
• Contusie = kneuzing
o Inwendige bloeduitstorting
o Rechtstreeks weefselbeschadiging
o → Inflammatie
o Lichaam fixt dit volledig zelf → zo snel mogelijk zo veel mogelijk bewegen, naargelang wat de
patiënt aankan
• Distorsie = verstuiking
o Met gewrichtbandletsel:
▪ Graad 1: <5mm opening → Stabiel R/ functioneel
▪ Graad 2: 5-10mm opening → relatief Stabiel R/Bracing + Functioneel
▪ Graad 3: volledige ruptuur → onstabiel R/hechting/Bracing + Functioneel
o Gips soms aangelegd om P rust te geven
• Dislocatie = ontwrichting
o Dystortio met verlies van congruentie van het gewricht = gewricht uit de kom
o Kan ook met prothese gebeuren
• Spier/peesscheur
o Musculeus → R/functioneel
▪ Wordt niet geopereerd want kan je niet hechten
o Musculotendineus → R/functioneel, operatie
o Tendineus → R/ operatie
o
o Avulsie → afscheuring
o Midden in spier →
conservatief behandeld
(geneest spontaan en
goed)
o Op aanhechting spier op
bot → moet snel
hersteld worden, want
is een belangrijk punt
voor werking spier, dus
voor functionaliteit
• Fractuur = breuk
Symptomen:
• Rubor → roodheid
• Calor → warmte
• Dolor → pijn
• Tumor → zwelling
• Funtiolaesa → functieverlies
3
, Basisprincipes (PRICE):
• Protect
• Rest
• Ice
o !! discussie: Inflammatoir proces + pijn verminderen in het begin → Maar als je te lang ijs
drukt dan gaat het de inflammatoire processen die nodig zijn voor herstel onderdrukken
• Compressie
• Elevation
3. FRACTUREN VAN HET BOT
Vanaf dat de kracht die op het bot plaats vindt groter is dan de kracht die het bot aan kan → bot breekt
ACUUT TRAUMA:
➔ Traumatische breuk (bv. Verkeersongeval)
Krachten > normaal > botweerstand
REPETITIEF TRAUMA:
➔ Stressfractuur (bv. Marathonloper)
Kracht normaal, frequentie te hoog
Callus = verbreding van bot door verkalking → toont aan op geneesproces van breuk: lichaam zet dit
automatisch spontaan in bij elke breuk
VERZWAKKING VAN HET BOT
➔ Minder kracht nodig om bot te breken: Insufficiëntie fractuur
Kracht normaal, bot verzwakt
Combinatie van oorzaken
• Obese patiënt met osteoporose die begint te joggen (start to run) en zich mistrapt
o Kracht > normaal door obesitas
o Overbelasting door “start to run”
o Mineur trauma dat misschien in normale omstandigheden geen fx had veroorzaakt maar nu
wel
PATHOLOGISCHE FRACTUUR
3.1 SOORTEN FRACTUREN
• Indeling volgens morfologie
o Dwars, schuin, spiroïd, compressie, afrukking
o Enkelvoudig, plurifragmentair, comminutief
• Indeling volgens lokalisatie
o Diafysair, metafysair, intra-articulair of extra-articulair
o Bij kinderen: met of zonder groeischijf aantasting
4
ORTHOPEDIE
Orthopedie:
• Orthopedische chirurgie of orthopedie (ook gespeld als orthopedische chirurgie en orthopedie) is de
tak van chirurgie die zich bezighoudt met aandoeningen van het bewegingsapparaat. Orthopedisch
chirurgen gebruiken zowel chirurgische als niet-chirurgische middelen om spiertrauma's,
sportblessures, degeneratieve ziekten, infecties, tumoren en aangeboren aandoeningen te
behandelen. = specialiteit die zich bezighoudt met musculoskeletale aandoeningen en vooral met de
locoregionale aanpak ervan
• Orthopedie houdt zich vooral bezig met de behandeling van osteoporose gerelateerde fracturen maar
niet met de behandeling van osteoporose als aandoening.
• Orthopedie houdt zich bezig met het vervangen van een beschadigd gewricht tgv rheumatoïde artritis
maar niet met de systemische aanpak van reuma…
Traumatologie:
• Trauma, ook bekend als verwonding, is een fysiologische wond veroorzaakt door een externe bron.
• “Koude” orthopedie → ziekte van het bewegingsstelsel
• Traumatologie vh bewegingsstelsel → musculoskeletale aandoeningen tgv trauma
o Kunnen aanleiding geven tot koude orthopedie
1. PRAKTISCH KLINISCH GERICHT DENKEN
Het is belangrijk dat je eerst
obv een grondig gesprek
met de Patiënt alsook een
grondig klinisch onderzoek
probeert tot een diagnose te
komen en vanuit deze
differentieel diagnose op te
starten met een
behandeling
1
,Klinisch gericht denken: niet altijd 1 duidelijke diagnose → differentiaaldiagnose, het kan meerdere
mogelijkheden uitgaan
2
, 2. LETSELS VAN HET MUSCULOSKELETAAL SYSTEEM
• Contusie = kneuzing
o Inwendige bloeduitstorting
o Rechtstreeks weefselbeschadiging
o → Inflammatie
o Lichaam fixt dit volledig zelf → zo snel mogelijk zo veel mogelijk bewegen, naargelang wat de
patiënt aankan
• Distorsie = verstuiking
o Met gewrichtbandletsel:
▪ Graad 1: <5mm opening → Stabiel R/ functioneel
▪ Graad 2: 5-10mm opening → relatief Stabiel R/Bracing + Functioneel
▪ Graad 3: volledige ruptuur → onstabiel R/hechting/Bracing + Functioneel
o Gips soms aangelegd om P rust te geven
• Dislocatie = ontwrichting
o Dystortio met verlies van congruentie van het gewricht = gewricht uit de kom
o Kan ook met prothese gebeuren
• Spier/peesscheur
o Musculeus → R/functioneel
▪ Wordt niet geopereerd want kan je niet hechten
o Musculotendineus → R/functioneel, operatie
o Tendineus → R/ operatie
o
o Avulsie → afscheuring
o Midden in spier →
conservatief behandeld
(geneest spontaan en
goed)
o Op aanhechting spier op
bot → moet snel
hersteld worden, want
is een belangrijk punt
voor werking spier, dus
voor functionaliteit
• Fractuur = breuk
Symptomen:
• Rubor → roodheid
• Calor → warmte
• Dolor → pijn
• Tumor → zwelling
• Funtiolaesa → functieverlies
3
, Basisprincipes (PRICE):
• Protect
• Rest
• Ice
o !! discussie: Inflammatoir proces + pijn verminderen in het begin → Maar als je te lang ijs
drukt dan gaat het de inflammatoire processen die nodig zijn voor herstel onderdrukken
• Compressie
• Elevation
3. FRACTUREN VAN HET BOT
Vanaf dat de kracht die op het bot plaats vindt groter is dan de kracht die het bot aan kan → bot breekt
ACUUT TRAUMA:
➔ Traumatische breuk (bv. Verkeersongeval)
Krachten > normaal > botweerstand
REPETITIEF TRAUMA:
➔ Stressfractuur (bv. Marathonloper)
Kracht normaal, frequentie te hoog
Callus = verbreding van bot door verkalking → toont aan op geneesproces van breuk: lichaam zet dit
automatisch spontaan in bij elke breuk
VERZWAKKING VAN HET BOT
➔ Minder kracht nodig om bot te breken: Insufficiëntie fractuur
Kracht normaal, bot verzwakt
Combinatie van oorzaken
• Obese patiënt met osteoporose die begint te joggen (start to run) en zich mistrapt
o Kracht > normaal door obesitas
o Overbelasting door “start to run”
o Mineur trauma dat misschien in normale omstandigheden geen fx had veroorzaakt maar nu
wel
PATHOLOGISCHE FRACTUUR
3.1 SOORTEN FRACTUREN
• Indeling volgens morfologie
o Dwars, schuin, spiroïd, compressie, afrukking
o Enkelvoudig, plurifragmentair, comminutief
• Indeling volgens lokalisatie
o Diafysair, metafysair, intra-articulair of extra-articulair
o Bij kinderen: met of zonder groeischijf aantasting
4