goederenrecht
2024-2025
HoGent
,THEMA 1: INLEIDING
BEGRIP EN SITUERING VAN HET GOEDERENRECHT
BEGRIP ‘GOEDERENRECHT’
Het goederenrecht zijn regels over de rechten die personen (= ‘rechtssubjecten) kunnen
hebben op goederen (= ‘rechtsobjecten’, die vatbaar zijn voor toe-eigening), m.a.w. het
gaat over zakelijke rechten.
SITUERING ‘GOEDERENRECHT’
Het goederenrecht is onderdeel van het vermogensrecht (= recht tot regeling van de
patrimoniale rechten)
Patrimoniale rechten zijn rechten die betrekking hebben op zaken die in geld
waardeerbaar zijn. Er zijn 3 categorieën patrimoniale rechten, namelijk:
- Vorderingsrechten
- Intellectuele rechten
- Zakelijke rechten
VORDERINGSRECHTEN (VERBINTENISSENRECHT)
Het gaat over de verhouding tussen rechtssubjecten. Het geeft een rechtssubject een
recht op een prestatie van een ander rechtssubject. De prestatie kan hierbij zijn om iets
(niet) te doen, iets te geven of iets te garanderen.
INTELLECTUELE RECHTEN (INTELLECTUEEL EIGENDOMSRECHT)
Het geeft een tijdelijk en exclusief exploitatierecht op een originele creatie van de
menselijke geest aan de auteur van die creatie.
ZAKELIJKE RECHTEN (GOEDERENRECHT)
Het gaat over de verhouding tussen een rechtssubject en een rechtsobject (‘goed’). Het
geeft een rechtssubject een rechtstreekse zeggenschap over een goed of de geldwaarde
van een goed. Het is met een variabele draagwijdte in functie van het soort van zakelijk
recht.
Er zijn verschillende soorten zakelijke rechten, zie tabel op de volgende pagina.
1
,ZAKELIJKE RECHTEN: SOORTEN (ART. 3.3, TWEEDE T.E.M. VIERDE LID BW )
Zakelijke hoofdrechten Zakelijke zekerheden
Betreffen het goed zelf Betreffen de geldwaarde van het goed
- Verlenen aan de titularis een - Vormen een accessorium (bijzaak)
rechtstreekse zeggenschap van een schuldvordering
over het goed zelf - Waarborgen deze
- Met variabele draagwijdte in schuldvordering en bieden
funcite van de soort van zakelijk voorrang op andere schuldeisers
hoofdrecht in ‘samenloopsituaties’
- Doorbreken het beginsel van de
gelijkheid van de schuldeisers
- Eigendomsrecht = meest - Voorrechten
volkomen zakelijke recht (ruimste - Pand
zeggenschap) (art. 3.3, tweede lid - Hypotheek
BW) - Retentierecht (art. 3.3, vierde lid
- Mede-eigendom = variant van BW)
eigendomsrecht met eigen
kenmerken (art. 3.3, tweede lid
BW)
- Zakelijke gebruiksrechten =
zakelijke rechten met minder
omvangrijke zeggenschap
(vruchtgebruik, opstalrecht,
erfpacht, erfdienstbaarheden)
(art. 3.3, derde lid BW)
RECHTSBRONNEN VAN HET GOEDERENRECHT
Voor 1 september 2021 Sinds 1 september 2021
- Oud Burgerlijk Wetboek Boek 3 “goederen” (nieuw) Burgerlijk
- Afzonderlijke wetten Wetboek
- Gedateerd - Eenmaking (integratie op één
- Gericht op landbouwsamenleving plaats)
- Verspreid over diverse delen oud - Herstructurering
BW en afzonderlijke wetten - modernisering
BELANG VAN HET GOEDERENRECHT
BELANG VOOR DDE MAATSCHAPPELIJKE WELVAART
- Het bepaalt de omvang van vermogen (belangrijk oor de levenskwaliteit)
- Het bepaalt de mate waarin krediet kan worden verkregen voor verdere
investeringen (belangrijk voor de economie)
CRUCIAAL ONDERDEEL GOEDEREN RECHT: PUBLICITEITSSYSTEEM
- Systeem waaruit snel en met zekerheid blijkt wie welke zakelijke rechten bezit en
op welke goederen
- Nuttig in meerdere opzichten: voor medecontractanten, schuldeisers,
investeerderd, overheid …
2
, - In België: enkel een uitgewerkt publiciteitssysteem voor (rechten op) onroerende
goederen (art. 3.30-3.34 BW – ‘regime van de onroerende publiciteit’)
INDELING VAN DE GOEDEREN
WAAROM INDELINGEN?
Er zijn verschillende indelingen omdat elke categorie van goederen een eigen juridisch
statuur heeft.
SOORTEN INDELINGEN
- Volgens de graad van toe-eigening:
o Bv. Goederen in vs. buiten de handel (art. 5.48 BW)
In de handel: kunnen het voorwerp zijn van private toe-eigening en
verhandelingen tussen burgers
Buiten de handel: komen in feite wel in aanmerking voor private
toe-eigening en verhandeling, maar niet in recht
- Volgens het gebruik:
o Bv. Verbruikbare vs. niet-verbruikbare goederen (art. 3.44, tweede lid BW)
- Volgens hun aard:
o Lichamelijke vs. onlichamelijke voorwerpen (art. 3.40 BW)
o Roerende vs. Onroerende goederen (art. 3.46-3.49 BW)
Zie schema hieronder
INDELING VAN GOEDEREN – VOLGENS HUN AARD (ROEREND VS.
ONROEREND)
Onroerende goederen Roerende goederen
- Niet beweegelijk/verplaatsbaar, Art. 3.46 BW: “alles wat niet roerend is”
minstens niet bedoeld om te = restcategorie
worden verplaats wegens nauwe
band met een fysiek
onverplaatsbaar goed
- Onroerende goederen uit hun aard - Roerende goederen uit hun aard
(art. 3.47, eerste lid BW) = fysiek verplaatsbare goederen
= grond die niet onroerend zijn
- Onroerende goederen door - Roerende goederen door hun
incorporatie (art. 3.47, tweede lid voorwerp (onlichamelijke roerende
BW) goederen, d.w.z. rechten m.b.t. een
= bouwwerken en beplanting die in roeren goed)
de grond geïncorporeerd zijn
+ inherente bestanddelen van - Vervroegd roerende goederen
geïncorporeerde bouwwerken en (art. 3.48, eerste lid BW)
beplantingen (= bestanddelen die = onroerende goederen door
fysiek nauw zijn verbonden met incorporatie of bestemming,
3
2024-2025
HoGent
,THEMA 1: INLEIDING
BEGRIP EN SITUERING VAN HET GOEDERENRECHT
BEGRIP ‘GOEDERENRECHT’
Het goederenrecht zijn regels over de rechten die personen (= ‘rechtssubjecten) kunnen
hebben op goederen (= ‘rechtsobjecten’, die vatbaar zijn voor toe-eigening), m.a.w. het
gaat over zakelijke rechten.
SITUERING ‘GOEDERENRECHT’
Het goederenrecht is onderdeel van het vermogensrecht (= recht tot regeling van de
patrimoniale rechten)
Patrimoniale rechten zijn rechten die betrekking hebben op zaken die in geld
waardeerbaar zijn. Er zijn 3 categorieën patrimoniale rechten, namelijk:
- Vorderingsrechten
- Intellectuele rechten
- Zakelijke rechten
VORDERINGSRECHTEN (VERBINTENISSENRECHT)
Het gaat over de verhouding tussen rechtssubjecten. Het geeft een rechtssubject een
recht op een prestatie van een ander rechtssubject. De prestatie kan hierbij zijn om iets
(niet) te doen, iets te geven of iets te garanderen.
INTELLECTUELE RECHTEN (INTELLECTUEEL EIGENDOMSRECHT)
Het geeft een tijdelijk en exclusief exploitatierecht op een originele creatie van de
menselijke geest aan de auteur van die creatie.
ZAKELIJKE RECHTEN (GOEDERENRECHT)
Het gaat over de verhouding tussen een rechtssubject en een rechtsobject (‘goed’). Het
geeft een rechtssubject een rechtstreekse zeggenschap over een goed of de geldwaarde
van een goed. Het is met een variabele draagwijdte in functie van het soort van zakelijk
recht.
Er zijn verschillende soorten zakelijke rechten, zie tabel op de volgende pagina.
1
,ZAKELIJKE RECHTEN: SOORTEN (ART. 3.3, TWEEDE T.E.M. VIERDE LID BW )
Zakelijke hoofdrechten Zakelijke zekerheden
Betreffen het goed zelf Betreffen de geldwaarde van het goed
- Verlenen aan de titularis een - Vormen een accessorium (bijzaak)
rechtstreekse zeggenschap van een schuldvordering
over het goed zelf - Waarborgen deze
- Met variabele draagwijdte in schuldvordering en bieden
funcite van de soort van zakelijk voorrang op andere schuldeisers
hoofdrecht in ‘samenloopsituaties’
- Doorbreken het beginsel van de
gelijkheid van de schuldeisers
- Eigendomsrecht = meest - Voorrechten
volkomen zakelijke recht (ruimste - Pand
zeggenschap) (art. 3.3, tweede lid - Hypotheek
BW) - Retentierecht (art. 3.3, vierde lid
- Mede-eigendom = variant van BW)
eigendomsrecht met eigen
kenmerken (art. 3.3, tweede lid
BW)
- Zakelijke gebruiksrechten =
zakelijke rechten met minder
omvangrijke zeggenschap
(vruchtgebruik, opstalrecht,
erfpacht, erfdienstbaarheden)
(art. 3.3, derde lid BW)
RECHTSBRONNEN VAN HET GOEDERENRECHT
Voor 1 september 2021 Sinds 1 september 2021
- Oud Burgerlijk Wetboek Boek 3 “goederen” (nieuw) Burgerlijk
- Afzonderlijke wetten Wetboek
- Gedateerd - Eenmaking (integratie op één
- Gericht op landbouwsamenleving plaats)
- Verspreid over diverse delen oud - Herstructurering
BW en afzonderlijke wetten - modernisering
BELANG VAN HET GOEDERENRECHT
BELANG VOOR DDE MAATSCHAPPELIJKE WELVAART
- Het bepaalt de omvang van vermogen (belangrijk oor de levenskwaliteit)
- Het bepaalt de mate waarin krediet kan worden verkregen voor verdere
investeringen (belangrijk voor de economie)
CRUCIAAL ONDERDEEL GOEDEREN RECHT: PUBLICITEITSSYSTEEM
- Systeem waaruit snel en met zekerheid blijkt wie welke zakelijke rechten bezit en
op welke goederen
- Nuttig in meerdere opzichten: voor medecontractanten, schuldeisers,
investeerderd, overheid …
2
, - In België: enkel een uitgewerkt publiciteitssysteem voor (rechten op) onroerende
goederen (art. 3.30-3.34 BW – ‘regime van de onroerende publiciteit’)
INDELING VAN DE GOEDEREN
WAAROM INDELINGEN?
Er zijn verschillende indelingen omdat elke categorie van goederen een eigen juridisch
statuur heeft.
SOORTEN INDELINGEN
- Volgens de graad van toe-eigening:
o Bv. Goederen in vs. buiten de handel (art. 5.48 BW)
In de handel: kunnen het voorwerp zijn van private toe-eigening en
verhandelingen tussen burgers
Buiten de handel: komen in feite wel in aanmerking voor private
toe-eigening en verhandeling, maar niet in recht
- Volgens het gebruik:
o Bv. Verbruikbare vs. niet-verbruikbare goederen (art. 3.44, tweede lid BW)
- Volgens hun aard:
o Lichamelijke vs. onlichamelijke voorwerpen (art. 3.40 BW)
o Roerende vs. Onroerende goederen (art. 3.46-3.49 BW)
Zie schema hieronder
INDELING VAN GOEDEREN – VOLGENS HUN AARD (ROEREND VS.
ONROEREND)
Onroerende goederen Roerende goederen
- Niet beweegelijk/verplaatsbaar, Art. 3.46 BW: “alles wat niet roerend is”
minstens niet bedoeld om te = restcategorie
worden verplaats wegens nauwe
band met een fysiek
onverplaatsbaar goed
- Onroerende goederen uit hun aard - Roerende goederen uit hun aard
(art. 3.47, eerste lid BW) = fysiek verplaatsbare goederen
= grond die niet onroerend zijn
- Onroerende goederen door - Roerende goederen door hun
incorporatie (art. 3.47, tweede lid voorwerp (onlichamelijke roerende
BW) goederen, d.w.z. rechten m.b.t. een
= bouwwerken en beplanting die in roeren goed)
de grond geïncorporeerd zijn
+ inherente bestanddelen van - Vervroegd roerende goederen
geïncorporeerde bouwwerken en (art. 3.48, eerste lid BW)
beplantingen (= bestanddelen die = onroerende goederen door
fysiek nauw zijn verbonden met incorporatie of bestemming,
3