100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Persoonlijke documenten & constructie van de levensloop

Rating
-
Sold
-
Pages
14
Uploaded on
15-09-2025
Written in
2023/2024

H1-10 van het boek van Wrightsman; tentamenstof voor Persoonlijke documenten & constructie van de levensloop.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
September 15, 2025
Number of pages
14
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

H1 – CONCEPTEN VAN PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING IN DE VOLWASSENHEID
Vroegere assumptie: mensen passeren de trauma’s van adolescentie, zoals school, en settelen als volwassene
door te trouwen, werken, etc. Niet veel nieuws zou hen overkomen tot de dood.
Hedendaagse assumptie: volwassenheid is geen periode van consistentie. Velen ervaren persoonlijkheids- en
gedragsveranderingen die op sommige manieren een tweede adolescentie representeren.

Er zijn drie verschillende theoretische perspectieven m.b.t. processen tijdens de volwassenheid.

1. Vroege formatie benadering
Nadat je persoonlijkheidsstructuur is ontstaan, verandert deze nauwelijks gedurende je leven. Je bent dus wat
je was, alleen groter en meer. Wat er later gebeurt, is dus slechts een uitbreiding van vroeger. Benaderingen:
1. Persoonlijke constructtheorie van George Kelly: ieders interpretatie van constructen (mensen, dingen)
is anders, door uiteenlopende cognitieve determinanten. Bovendien wordt je interpretatie van
constructen gedurende je leven steeds specifieker door meer ervaring (leren dat een hond en kat
anders zijn). Door verschillende interpretaties en constructen in iedereens hoofd zal iedereen anders
reageren. Dit kan worden gemeten door de Role Construct Repertory Test, ofwel REP Test. Kelly past
enigszins niet 100% bij deze benadering, want hij gelooft dus dat mensen later andere verklaringen
(interpretaties) voor hun wereld kunnen creëren t.o.v. vroeger.
2. Psychoanalytische theorie van Freud: uitgelegd in H2. Past bij deze benadering, want Freud neemt aan
dat persoonlijkheid m.n. gevormd wordt tijdens de eerste vijf jaren van leven. Deze structuur is
bepalend voor de rest van het leven.
3. Levensscript benadering van o.a. Eric Berne en Claude Steiner: meest extreme psychoanalyse variant.
Tijdens de eerste vijf levensjaren omarmt een kind een levensscript, oftewel de oriëntatie t.o.v.
mensen en gebeurtenissen. Deze produceert consistente gedragingen in de jaren erna. Dit latere
gedrag is consistent door een neiging om ongelukkige kindertijd herinneringen te herhalen. Zie
voorbeelden blz. 11-13. Uiteindelijk is het script self-defeating.
Scripttheorie van Tomkins: stelt dat het script niet dominerend is tot de dood. Wel stelt hij dat het
script tijdens de eerste weken wordt gevormd. Tevens is het script niet self-defeating volgens Tomkins,
i.t.t. Bernes idee.

2. Stadium theorieën van volwassen ontwikkeling
Erik Erikson breidde Freuds psychoanalyse uit d.m.v. acht stadia van ontwikkeling. In ieder stadium vindt een
crisis of kritische keuze plaats, die resulteert in een abrupt einde van de periode. Echter kan de overgang naar
het volgende stadium diverse maanden of zelfs jaren duren. De stadia bouwen op elkaar en de manier waarop
iedere crisis is opgelost, beïnvloedt je vermogen om de komende crises succesvol op te lossen. Kritische
stappen worden gezet door een proces van progressie, regressie, integratie en retardatie.

Verschillen tussen stadium en vroege formatie benadering:
̶ Volgens Erikson wordt de persoonlijkheid niet volledig bepaald gedurende de eerste levensjaren. Wel
wordt toekomstige ontwikkeling beïnvloed door de manier waarop het vertrouwen-wantrouwen
stadium opgelost wordt.
̶ Stadium theorieën stellen dat er verschillende taken zijn die we gedwongen voelen om te doen op
verschillende leeftijden.
̶ Erikson beaamt dat determinanten van persoonlijkheid voortborduren op biologische en
familiefactoren.

Overeenkomsten stadium en vroege formatie benadering:
̶ Men creëert een levensscript dat hen helpt goed of accuraat te handelen in situaties, om conflict te
voorkomen. Erikson stelt ook dat men met goed gedrag moet komen bij elke crisis om deze op te
lossen. Beide doelen dus op groei en oplossen.

Een andere stadium theorie is die van Marjorie Fiske Lowenthal. Zij focust op ‘grote’ transities in het leven, zoals
afstuderen, trouwen, ouderschap, etc. Tijdens deze transities worden door de maatschappij veranderende
gedragingen verwacht, zoals toenemende verantwoordelijkheid. Echter past deze theorie daarom misschien
beter bij een sociologisch perspectief, i.p.v. een psychologische.

, Douglas Kimbel stelt dat sociale rollen gerelateerd zijn aan leeftijd. Men heeft verwachtingen voor passend
gedrag voor iedere leeftijd, wat onze grote beslissingen en levenspatronen bepaalt, maar ook onze emotionele
gesteldheid en relaties met anderen. Er is dus sprake van een soort sociale klok.

Ann Weick haar groei-taak model stelt dat er groei plaatsvindt in sequentiële, leeftijd gerelateerde
veranderingen. Volwassenen verfijnen dus continu hun gedrag, bijv. m.b.t. voeding en productiviteit.
Midvolwassenen worden dus niet verwacht perfect te zijn, maar voelen zich uitgedaagd om te veranderen en
groeien.

3. Dialectische benadering van persoonlijkheidsontwikkeling
Deze benadering is relatief nieuw binnen de psychologie. Aanhangers stellen dat persoonlijkheid kan worden
beschreven als een collectie van kenmerken die strijden voor controle binnen het individu (ze duwen en
trekken). Ieder kenmerk heeft zijn eigen kwaliteit. Bij tegenovergestelde kwaliteiten betekent de aanwezigheid
van de ene niet perse de afwezigheid van de ander. Je kan bijv. tegelijk waarde hechten aan affiliatie en privacy.
Andere voorbeelden zijn openheid-geslotenheid; stabiliteit-verandering; harmonie-conflict; altruïsme-agressie;
competitie-coöperatie; afhankelijkheid-onafhankelijkheid; isolatie-community.

De kenmerken staan altijd onder spanning. Hun relatie tot elkaar is cyclisch en veranderlijk i.p.v. stabiel.
Ongeacht de invloed van een sterk kenmerk, hebben ook zwakkere kenmerken dus nog hun invloed. Het wordt
daarom gezien als een ‘never ending struggle’.

Een periode van balans of homeostase is nooit permanent, want de natuur van het gedrag verandert continu.
Binnen deze benadering kunnen dingen nooit voor eens en altijd gesetteld worden, i.t.t. de conflicten en crises
genoemd in de vorige benaderingen. Klaus Riegel: ‘het moment dat iets afgemaakt lijkt te worden, beginnen er
alweer twijfels op ander gebied.’ Wel is verandering een cumulatief proces; de effecten worden geïntegreerd.
Sommige psychologen, zoals Kant, waren het echter niet eens met dit cumulatieve idee.

Levinson: vier polariteiten die opgelost moeten worden bij midvolwassen mannen:
1. Hechting-gescheidenheid
2. Vernieling-creatie
3. Masculien-feminien
4. Jong-oud
Elke polariteit representeert tegenovergestelde neigingen binnen mannen op die leeftijd.

H2 – PSYCHOANALYSE ALS EEN VROEGE FORMATIE THEORIE
Freud stelt dat mensen drie systemen kennen die hun innerlijke drijfveren of motivaties sturen. Deze zijn tegens
grotendeels onbewust, dus je kan niet uitleggen waarom iets je precies aanstuurt om iets te doen.
1. Id: ongetemde, egoïstische, dierlijke motivatie vanaf de geboorte. Het id is dominant als kind zijnde;
kinderen doen wat ze willen en houden geen rekening met anderen.
2. Superego: zowel morele als ideale principes die de gedragingen van de id remmen. Het superego leeft
dus normen na, maar ook ego-idealen voor jezelf. Het superego wordt pas na het id ontwikkeld.
3. Ego: een intelligent, rationeel tussensysteem. Echter kan deze soms de controle verliezen.
Het ego kan groeien, maar deze kans is met name gedurende de eerste vijf jaar.

Volgens Freud volgt menselijke energie dezelfde wetten als andere vormen van energie binnen de natuur. Hij
zag angst, paranoia en andere emotionele stoornissen ook als reflecterende responsen die adaptief waren voor
de mens tijdens de evolutie.

Freud zag het libido als de energie die mensen motiveert. Tijdens de ontwikkeling wordt het libido steeds op
een ander gebied gericht: oraal (0-1) -> anaal (2-3) -> fallisch (3-5) -> latent (5) -> genitaal. Als een kind zijn orale
behoeftes vroeger niet zijn bevredigd (zuigen etc.), kan dit in zijn latere leven naar boven komen door bijv. veel
kauwgom te kauwen, roken, etc. Hetzelfde geldt voor andere fases.

Tijdens de fallische fase is een kind gericht op zelfbevrediging. Ook kan een jongetje jaloezie ontwikkelen
tegenover zijn vader en gevoelens van affectie naar zijn moeder: Oedipus complex.
$7.18
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
mnagtegaal

Get to know the seller

Seller avatar
mnagtegaal Rijksuniversiteit Groningen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
7
Member since
3 year
Number of followers
4
Documents
10
Last sold
1 month ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions