Enkelvoudige regressie (HC 1 tot 3)
1. Van welke vorm van steekproeftrekking wordt er uitgegaan bij deze cursus?
2. Beschrijf het verband van de grafiek hieronder.
7
6
5
Variabele x2
4
3
2
1
0
0 0.5 1 1.5 2 2.5 3 3.5 4 4.5
Variabele x1
N=16
3. a) Bestudeer de SPSS output die hoort bij de data van de grafiek. Wat is de
correlatie tussen de variabelen en hoe zou je die beschrijven (zwak, matig of
sterk)?
b) Bereken de toetsingsgrootheid met behulp van de SPSS output en test voor
significantie (𝛼 = .01).
c) Noteer de resultaten met de behulp van de SPSS output op de juiste wijze.