Oog voor techniek (kennis) samenvatting (FORMULE BLAD KRIJGEN WE TIJDENS TOETS)
1. Thermische kwaliteit
Definitie bouwfysica: deelgebied van bouwkunde dat zich bezighoudt met de natuurkundige
verschijnselen die van invloed zijn op:
• Comfort
• Energiehuishouding
• Bewoonbarheid van gebouw uit gezondheid technisch oogpunt
• Duurzaamheid van gebouwen’
• Brandveiligheid
Wat doen ze nog meer:
• Geluid
• Onderzoek materialen
• Luchtvervuiling
• Stedenbouwfysica
Warmteverlies beperken = energie besparen
Isolatiematerialen → gebouw warm aankleden
Drie mogelijke mechanismen om warmte te transporteren
1. Geleiding
2. Straling (hoeveel warmte ze afstoten)
3. Convectie (hoeveel beweging er in een vloeistof of lucht is)
Warmtestroom komt op gang door verschil van temperatuur (zelfde als AK) H → L
Hoe dikker het materiaal, hoe hoger de weerstand van het identieke materiaal
Rm = d : λcalc [m2K/W]
D = dikte in meter - λ = lambda waarde - Rc = de som van alle Rm’en (c is
constructie)
Rspouw = 0,18
Isolatie met warmte reflecterende laag → altijd aan de spouwzijde (luchtzijde)
plaatsen
,Warmteovergangsweerstanden Rsi en Rse
i → binnen e → buiten
De overdracht gat niet vanzelf naar omgeving (vv), er is weerstand.
Grootte weerstand:
- Luchtsnelheid aan het oppervlakte
- Richting van de warmtestroom
- Omgevingstemperaturen
Rt = Rtotaal
Het Bbl schrijft volgens een norm voor hoe de thermische weerstand van de schil berekend dient te
worden. Er moet rekening worden gehouden worden met:
- Spouwankers
- Spouw
- Verschillende opbouw in constructie
- Aansluiting
R-waarde samengesteld constructie
Rsamengesteld = = [(A1 X R1 ) + (A2 x R2 ) + (A3 X R3 )] / Atotaal
A → oppervlakte
R → Rm (d : lambda)
Gemiddelde U-waarde gevel (U = doorgangscoeficient)(U is incl Rsi en Rse)
Ugemiddeld = ( [Adicht x Udicht ] + [Aopen x Uopen) ] / Atotaal
1 : Rt = U
Zie powerpoint voor voorbeelden van opdrachten!
, 2. Daglicht
• Nodig voor de gezondheid (Vitamine D), fysiek en mentaal.
• Sfeer
• Om te kunnen zien
Soorten:
1. Direct (zonder wolken)
2. Diffuus (met wolken dus minder licht)
3. Gereflecteerd, niet zichtbaar
4. Gereflecteerd, zichtbaar
• Alle materialen hebben een kleur en een helderheid
• Welke kleur een materiaal heeft hangt van zijn samenstelling af, maar ook van het opvallend licht
• De zon zendt straling uit in alle golflengten. Kunstlicht meestal niet.
• Als een rood object wordt aangestraald door een lamp die geen rood licht uitzendt, nemen wij
het object als zwart waar.
• Andersom geldt hetzelfde. De slager maakt hier dankbaar gebruik van.
Hoeveel (dag)licht in een ruimte nodig is hangt af van:
• Welke werkzaamheden er uitgevoerd gaan
worden
• Welke sfeer men in een ruimte wilt creëren
Met daglicht kan een algemene lichtsterkte in een ruimte
worden bereikt.
• Met kunstlicht kan dit worden aangevuld (bij donker
weer). Er kunnen ook lichtaccenten worden aangegeven
Bbl
Omdat daglicht zo belangrijk is worden hier eisen aan gesteld in het Bbl.
Deze staan onder het hoofdstuk gezondheid:
• Bbl afd. 4.3: in een woonfunctie (geen woonwagen) moet een equivalent daglicht oppervlak (Ae)
aanwezig zijn van minimaal 10% van het verblijfsgebied (m²).
• In een verblijfsruimte moet minimaal 0,5 m² equivalent daglichtoppervlak (Ae) aanwezig zijn.
• Minimaal 2,0m vanaf de perceelgrens
Dus wettelijke eis voor daglicht in een gebouw!
1. Thermische kwaliteit
Definitie bouwfysica: deelgebied van bouwkunde dat zich bezighoudt met de natuurkundige
verschijnselen die van invloed zijn op:
• Comfort
• Energiehuishouding
• Bewoonbarheid van gebouw uit gezondheid technisch oogpunt
• Duurzaamheid van gebouwen’
• Brandveiligheid
Wat doen ze nog meer:
• Geluid
• Onderzoek materialen
• Luchtvervuiling
• Stedenbouwfysica
Warmteverlies beperken = energie besparen
Isolatiematerialen → gebouw warm aankleden
Drie mogelijke mechanismen om warmte te transporteren
1. Geleiding
2. Straling (hoeveel warmte ze afstoten)
3. Convectie (hoeveel beweging er in een vloeistof of lucht is)
Warmtestroom komt op gang door verschil van temperatuur (zelfde als AK) H → L
Hoe dikker het materiaal, hoe hoger de weerstand van het identieke materiaal
Rm = d : λcalc [m2K/W]
D = dikte in meter - λ = lambda waarde - Rc = de som van alle Rm’en (c is
constructie)
Rspouw = 0,18
Isolatie met warmte reflecterende laag → altijd aan de spouwzijde (luchtzijde)
plaatsen
,Warmteovergangsweerstanden Rsi en Rse
i → binnen e → buiten
De overdracht gat niet vanzelf naar omgeving (vv), er is weerstand.
Grootte weerstand:
- Luchtsnelheid aan het oppervlakte
- Richting van de warmtestroom
- Omgevingstemperaturen
Rt = Rtotaal
Het Bbl schrijft volgens een norm voor hoe de thermische weerstand van de schil berekend dient te
worden. Er moet rekening worden gehouden worden met:
- Spouwankers
- Spouw
- Verschillende opbouw in constructie
- Aansluiting
R-waarde samengesteld constructie
Rsamengesteld = = [(A1 X R1 ) + (A2 x R2 ) + (A3 X R3 )] / Atotaal
A → oppervlakte
R → Rm (d : lambda)
Gemiddelde U-waarde gevel (U = doorgangscoeficient)(U is incl Rsi en Rse)
Ugemiddeld = ( [Adicht x Udicht ] + [Aopen x Uopen) ] / Atotaal
1 : Rt = U
Zie powerpoint voor voorbeelden van opdrachten!
, 2. Daglicht
• Nodig voor de gezondheid (Vitamine D), fysiek en mentaal.
• Sfeer
• Om te kunnen zien
Soorten:
1. Direct (zonder wolken)
2. Diffuus (met wolken dus minder licht)
3. Gereflecteerd, niet zichtbaar
4. Gereflecteerd, zichtbaar
• Alle materialen hebben een kleur en een helderheid
• Welke kleur een materiaal heeft hangt van zijn samenstelling af, maar ook van het opvallend licht
• De zon zendt straling uit in alle golflengten. Kunstlicht meestal niet.
• Als een rood object wordt aangestraald door een lamp die geen rood licht uitzendt, nemen wij
het object als zwart waar.
• Andersom geldt hetzelfde. De slager maakt hier dankbaar gebruik van.
Hoeveel (dag)licht in een ruimte nodig is hangt af van:
• Welke werkzaamheden er uitgevoerd gaan
worden
• Welke sfeer men in een ruimte wilt creëren
Met daglicht kan een algemene lichtsterkte in een ruimte
worden bereikt.
• Met kunstlicht kan dit worden aangevuld (bij donker
weer). Er kunnen ook lichtaccenten worden aangegeven
Bbl
Omdat daglicht zo belangrijk is worden hier eisen aan gesteld in het Bbl.
Deze staan onder het hoofdstuk gezondheid:
• Bbl afd. 4.3: in een woonfunctie (geen woonwagen) moet een equivalent daglicht oppervlak (Ae)
aanwezig zijn van minimaal 10% van het verblijfsgebied (m²).
• In een verblijfsruimte moet minimaal 0,5 m² equivalent daglichtoppervlak (Ae) aanwezig zijn.
• Minimaal 2,0m vanaf de perceelgrens
Dus wettelijke eis voor daglicht in een gebouw!