Beroepskritische situatie thema revalidatie, week 3 en 4
Een andere doelgroep die jullie aanspreekt zijn de patiënten die een vasculair accident hebben
gehad. In jaar 2 hebben jullie geleerd hoe je patiënten met gezondheidsproblemen als gevolg
van een vasculair accident in het cerebrum kan behandelen. Op jullie stage hebben jullie
gezien dat er ook patiënten zijn die een vasculaire stoornis in de kleine hersenen, het
cerebellum, gehad hebben. Jullie hebben gezien dat er overeenkomsten zitten in de impact die
zo’n gebeurtenis kan hebben op een patiënt en de klachten die patiënten ervaren die een
vasculaire stoornis in het cerebrum of cerebellum hebben gehad, zo hebben ze bijvoorbeeld
allebei uitvalsverschijnselen aan een kant van het lichaam. Jullie hebben echter ook gezien dat
er verschillen zitten tussen deze patiënten, zo hebben patiënten met een vasculaire stoornis in
het cerebellum geen spierkrachtsverlies. Jullie besluiten om uit te zoeken welke stoornissen
kenmerkend zijn voor een vasculaire stoornis in het cerebellum en hoe je deze kan verklaren
aan de hand van de werking van het zenuwstelsel.
Tijdens jullie stage hebben jullie gezien dat de KNGF-richtlijn Beroerte zich niet lijkt te
richten op patiënten met een vasculaire stoornis in het cerebellum. Toch hebben jullie wel het
idee dat jullie stagebegeleider elementen uit deze richtlijn gebruikt in het diagnostisch en
therapeutisch proces. En als je deze richtlijn niet of maar deels kan gebruiken, hoe ziet het
diagnostisch en therapeutisch proces bij deze patiënten er dan wel uit? Om je behandeling
vorm te geven besluiten jullie om te kijken of er delen van de KNGF-richtlijn wel van
toepassing zijn en welke recente literatuur beschikbaar is om jullie handelen vorm te geven en
te onderbouwen. Jullie besluiten om op Pubmed eens te gaan zoeken naar de betrouwbaarheid
en/of validiteit van verschillende meetinstrumenten op de gevolgen van een cerebellaire
aandoening te kunnen objectiveren. Als jullie deze gegevens gevonden hebben, hebben jullie
wel nog de uitdagende taak om te besluiten wat je met deze informatie doet.
Het raamwerk motorisch leren heeft jullie de afgelopen weken de nodige handvatten gegeven
om een keuze te maken hoe je het aanleren van “nieuwe” vaardigheden bij patiënten vorm kan
geven en met welke factoren je allemaal rekening moet houden. Jullie hopen dat dit jullie in
de praktijk ook wat meer handvaten zal geven om keuzes te maken. Maar jullie realiseren je
ook goed dat dit vooral de theoretische uitwerking is. Hoe jullie dan in de behandeling de
verschillende oefeningen zullen moeten instrueren en hoe jullie feedback geven aan de patiënt
is nog iets anders. De komende weken willen jullie hier wat meer mee gaan stoeien en eens
verschillende instructies proberen. Zo kunnen jullie straks in de praktijk een goede
onderbouwde keuze maken voor een motorische leerstrategie passend bij een bepaalde patiënt
en deze ook duidelijk terug laten komen bij het uitvoeren van jullie behandeling.
,,
BKS:
Vier weken geleden is de heer Cramer (58 jaar) getroffen door een
beroerte (infarct), rechts in de kleine hersenen. Hij is drie weken in het
ziekenhuis opgenomen geweest. Afgelopen week is hij overgeplaatst naar
het revalidatiecentrum. Vandaag zie je de heer Cramer voor de eerste
keer.
Acteur versie de heer Cramer
De heer Cramer is een man van 58 jaar en woonachtig in een luxe
appartement in het centrum van Rotterdam. Hij leeft van zijn vervroegd
pensioen. Daarnaast heeft hij een grote geldsom geërfd na het overlijden
van zijn ouders. Hierdoor kon hij stoppen met werken. Vroeger stond de
heer Cramer achter de bar van zijn eigen cafe dicht bij de club. Daarnaast
is hij een fervent museumbezoekers. Samen met een vriend gaat hij elk
weekend naar een museum in Nederland met zijn museumjaarkaart. De
heer Cramer neemt voor kleine en grote afstanden de auto. Hij heeft geen
partner en geen kinderen. Wel heeft de heer Cramer een vaste groep
vrienden en is hij naar eigen zeggen nooit alleen.
Vier weken geleden is de heer Cramer getroffen door een beroerte
(infarct), rechts in de kleine hersenen. Hij is drie weken in het ziekenhuis
opgenomen geweest. Afgelopen week is hij overgeplaatst naar het
revalidatiecentrum. De heer Cramer ervaart op dit moment veel
misselijkheid en hij is moe. De verpleging laat hem geregeld zitten, zoals
het zitschema voorschrijft. Als de heer Cramer overeind komt, voelt het
voor hem alsof hij in een draaimolen zit. Hij is nog niet in staat om
zichtzelf te wassen en te kleden. Eigenlijk schiet zijn hand steeds voorbij
een armsgat van een trui of een hemd. En de washand schier ook steeds
zijn doel voorbij. De heer Cramer is rechtshandig en dit maakt alle
dagelijkse handelingen nu heel moeilijk. De verzorging helpt hem, daarom,
bij het kleden en wassen.
De ergotherapeut is onlangs bij de heer Cramer op de kamer geweest en
heeft het eten en aankleden geobserveerd. De vraag van de
ergotherapeut is om samen te kijken naar de zitbalans en samen op zoek
te gaan naar een optimaal behandelplan voor de heer Cramer. Meneer
Cramer wil graag naar huis en weer volledig zelfstandig functioneren.
2
,,
Inhoudsopgave
Algemeen...................................................................................................... 4
Voorbereidingen:........................................................................................... 6
Aantekeningen les:.......................................................................................12
Les 1............................................................................................................................. 12
Les 2............................................................................................................................. 14
Les 3............................................................................................................................. 25
Les 4............................................................................................................................. 28
Skills:.......................................................................................................... 32
Aantekeningen internet:...............................................................................38
Leestaken:................................................................................................... 41
Leerboek klinische neurologie......................................................................................41
Kennisclip Neurofysiologie en beweegstoornissen na CNA (centraal neurologische
aandoeningen).............................................................................................................. 47
Kennisclip Cerebellaire stoornissen na CNA..................................................................54
Consensus Paper: Revisiting the Symptoms and Signs of Cerebellar Syndrome.
Cerebellum................................................................................................................... 61
The assessment and treatment of postural disorders in cerebellar ataxia: A systematic
review........................................................................................................................... 74
Kennisclip: organisatie..................................................................................................77
Kennisclip: instructie..................................................................................................... 79
Kennisclip: feedback..................................................................................................... 80
Kennisclip: analogie leren.............................................................................................81
Kennisclip: foutloos leren.............................................................................................. 82
Kennisclip 6: dubbeltaak leren......................................................................................83
Hermsdorf F, Fricke C, Stockert A., Classen J, Rumpf J. (2020). Motor Performance But
Neither Motor Learning Nor Motor Consolidation Are Impaired in Chronic Cerebellar
Stroke Patients. Cerebellum 19(2):275-285 – samenvatting.........................................84
Toepassing van het ‘Raamwerk klinimetrie voor evidence based products’ om
meetinstrumenten te ordenen in de KNGF-richtlijnen. Amersfoort: Koninklijk Nederlands
Genootschap voor Fysiotherapie...................................................................................84
3
,,
Algemeen
Rompstabiliteit/zitbalans
Tremor
- Ritmische, bevende, onwillekeurige beweging die ontstaat
wanneer spieren zich herhaaldelijk samentrekken en weer
verslappen
Dysmetrie:
- Betekend dat als er een doelgerichte beweging wordt
gemaakt, dat er ruimtelijk afgeweken wordt van het doel. Bv
met je vinger naar je neus toe willen en er voorbij schieten
Hypermetrie
- Voorbij schieten van een beweging
Hypometrie:
- Dat de bewegingsuitslag te klein is en dat je het doel niet
bereikt
Titubatie – tremor van het hoofd
-
Nystagmus
- Het ritmisch heen en weer bewegen van de ogen zonder dat je
dit zelf stuurt
Dysartrie:
-
Gestoorde reboud
- Iemand kan niet snel reageren op veranderingen/behouden
van posities
Gestoorde reflexen
Diadochokinese:
- Het onvermogen tot het maken van snelle, tegengestelde bewegingen
Cognitieve stoornissen
- COCO P test
AHV
Activiteiten – lopen, traplopen etc
4
,,
Ataxie:
- Bekendste motorische verschijnsel wat optreedt na een letsel van
het cerebellum
- Verzamelbegrip voor diverse verschijnselen
- Ongeordend bewegen zonder dat er sprake is van spierzwakte
Uitingen van ataxie:
Dysmetrie (hyper/hypo):
- Betekend dat als er een doelgerichte beweging wordt gemaakt, dat
er ruimtelijk afgeweken wordt van het doel. Bv met je vinger naar je
neus toe willen en er voorbij schieten
- Hypermetrie: het feit dat de beweging te ver doorschiet
- Hypometrie: dat de bewegingsuitslag te klein is en dat je het doel
niet bereikt
Cerebellaire tremor:
- Intentietremor: ontstaat bij het naderen van het doel, bv op het
moment dat je met je vinger naar je neus gaat, kan het zo zijn dat je
vinger eigenlijk gaat trillen zodra je je neus nadert
- Titubatie: er zijn met name axiale problemen in het controleren van
de romp en daarbij schudden hoofd en romp heen en weer
Nystagmus:
- Het ritmisch ongecontroleerd bewegen van de ogen
Dysartrie:
- Het hebben van spraakproblemen, onduidelijk praten op basis van
gestoorde mondmotoriek
Dysdiadochokinese:
- Het onvermogen om alternerende bewegingen te maken
Gestoorde rebound:
- Dat je een doorschietende beweging maakt na een statische
contractie tegen weerstand
Gangataxie:
- Sprake van een onvaste gang met vaak een verbreed gangspoor
- Mensen hebben vaak moeite met het draaien, wenden en keren
- Wordt gekenmerkt door het hebben van verhoogde
spieraanspanning als compensatie door het been te verstijven en
het daarmee compenseren voor de slechte spiercontrole
Rompataxie:
- Verminderde rompcontrole
5
,,
Voorbereidingen:
Vier weken geleden is de patiënt getroffen door een infarct, rechts in het
cerebellum.
De patiënt is drie weken in het ziekenhuis opgenomen geweest. Afgelopen
week is de patiënt
overgeplaatst naar het revalidatiecentrum. Graag uw hulp
*Welke vroege hypotheses (moment 1 MFH document) kan je
formuleren op basis van deze verwijzing? (Bedenk er minimaal 10
en probeer deze gelijkmatig te verdelen over de verschillenden
categorieën van het ICF)
Zelfde helft lichaamszijde - ongekruist
Stoornis in functie:
- Verminderde coordinatie – ataxie - het verlies van orde in bewegingen zonder
dat er sprake is van spierzwakte - dit leidt tot grote bewegingen en doorschieten van
bewegingen of te laat stoppen met compenserende bewegingen (gestoorde rebound)
- Verminderde balans/evenwicht
- Verminderde regulatie spierspanning - Gestoorde perceptie van
kracht
- Verminderde sensibiliteit/somatosensorische functie
- Onzeker/aangepast looppatroon
- Cognitie – functie: Verwerken ruimtelijk en auditieve informatie,
Beperkingen in executieve functies
- Emotie - Invloed op affectieve functies
- Visus
- Nystagmus - het ritmisch heen en weer bewegen van de ogen
zonder dat je dit zelf stuurt
- Tremor
- Duizeligheid
- Verminderde kwaliteit van geautomatiseerde bewegingen
- Hypometrie
- Hypermetrie -voorbij schieten van een beweging
- Dysmetrie - Betekend dat als er een doelgerichte beweging wordt
gemaakt, dat er ruimtelijk afgeweken wordt van het doel. Bv met je
vinger naar je neus toe willen en er voorbij schieten
- Spraak – dysartrie
- Hypotonie – hypertonie - spasme
Activiteiten:
- Lopen, traplopen, fietsen
- Transfers
- Adl
Participatie:
6
,,
- Werk, sport, sociaal
Extern:
Persoonlijk:
- Angst, onzeker, depressie
- Cognitieve stoornissen
Mensen met cerebellaire ataxie kunnen moeite hebben met:
- De richting van de beweging
- De snelheid van de spierbeweging
- Het regelen van de kracht voor de beweging
- Moeite met precisie van de beweging
- Het juiste ritme voor de beweging
- Dubbelzien of het zien van bewegende beelden
*Welke kennis heb je hiervoor nodig van anatomie,
pathofysiologie en epidemiologie?
*Je hebt de casuïstiek uit LP1 uitgewerkt in het RPS-formulier, zodanig dat je dit kunt
presenteren.
Stoornis in functie:
- Misselijkheid en moe
- Duizelig bij opzitten -> heeft een zitschema -> 3x per dag 1 uur
zitten
- Verminderde rompbalans tijdens zitten
- Hypermetrie -> schiet voorbij zijn doel tijdens bv aankleden
Activiteiten:
- ADL (wassen, toiletgang, aankleden) met hulp van verzorging
- Transfers met hulp van verzorging
Participatie:
- Niet in staat om deze op dit moment uit te voeren
- Deed voorheen veel met een goede vrienden (musea’s bezoeken,
uitjes, tuinieren)
- Verplaatste zichzelf voorheen met de auto, liep niet veel, kleine
afstanden ook met de auto (kon voorheen zelfstandig zonder
hulpmiddel lopen)
- Werkt niet meer – vervoegd pensioen en geldsom geërfd na
overlijden ouders
- Sport: niet
Externe factoren:
- Woont in een appartement in centrum Rdam – lift aanwezig, geen
drempels of opstapjes, geen aanpassingen als in
douchestoel/beugels en toiletbeugels
7
,,
- Woont alleen, veel vrienden ‘ben eigenlijk nooit alleen’
- Ervaart voldoende steun vanuit vrienden, ook mogelijkheid tot hulp
thuis van hun in de toekomst waarin nodig
Persoonlijke factoren:
- Geen actieve leefstijl
- Roken: ja
- Meneer is rechtshandig
- Geen andere gezondheidsaandoeningen of medicijngebruik
- Geen cognitieve problemen
- Meneer is bang om op zo een vroege leeftijd al afhankelijk te
moeten zijn van andere mensen en hoopt snel weer alles zelf te
kunnen
Hulpvraag: zo snel mogelijk naar huis waar ik weer volledig zelfstandig kan
functioneren
Onderzoek:
- TCT – rompbalans/zitbalans (test is incl transfer lig-zit en vv)
- Transfers bekijken van zit naar zit en vv
- Transfers bekijken van zit naar stand en vv
- Indien mogelijk lopen bekijken
- Hypermetrie test: vinger neus proef
Alert zijn op de duizeligheid tijdens uitvoeren onderzoek
*Bereid je voor op het doen van een fysiotherapeutisch lichamelijk onderzoek bij
iemand met cerebellair letsel. Oriënteer je hierbij op verschillende meetinstrumenten die
er zijn om ataxie te onderzoeken. Gebruik hierbij www.meetinstrumentenindezorg.nl en
Rehab Measures www.sralab.org/rehabilitation-measures/database
- SARA
- ICARS
*Doelstelling
- Je formuleert een diagnostische onderzoeksvraag en een systematische opgestelde
zoekstrategie (DDU-methodiek) gericht op de validiteit en betrouwbaarheid van de
SARA bij een patiënt met een cerebellaire vasculaire stoornis (stappen EBP 1 en 2).
- Je selecteert een onderzoek waarmee de onderzoeksvraag kan worden beantwoord
(stap EBP: 2).
*Inhoud
- Bespreken diagnostische onderzoeksvragen.
- Uitvoeren van systematisch zoeken op Pubmed aan de hand van de DDU-
methodiek.
- Een onderzoek selecteren waarmee je de onderzoeksvraag beantwoordt.
- De resultaten interpreteren en toepassen bij klinische besluitvorming bij een patiënt
8
,,
Wat is de betrouwbaarheid en validiteit van de SARA bij patiënten met een
cerebellaire vascualire stoornis?
D: SARA
D: patiënten met een cerebellaire vasculaire stoornis
U: Betrouwbaarheid en validiteit
Engels: Synoniemen Mesh
D: Patiënten Patients with cerebellar
met een cerebellar dysfunction
cerebellaire dysfunction
vasculaire
stoornis
D: SARA SARA
U: Reliability and
Betrouwbaarh validity
eid en
validiteit
(((cerebellar dysfunction[MeSH Terms]) OR (cerebellar dysfunction[Title/Abstract])) AND
(SARA[Title/Abstract])) AND (Reliability[Title/Abstract] AND validity[Title/Abstract])
11 resultaten
Free full text: 6 artikelen
9
, ,
*Meenemen fysiotherapeutische diagnose.
Fysiotherapeutische diagnose
Meneer, 58 jaar. Cerebellair infarct rechts. 4 wkn geleden.
Opname ziekenhuis van 3 weken. Afgelopen week overgeplaatst naar
revalidatiecentrum.
Meneer ervaart op dit moment misselijkheid en vermoeidheidsklachten.
Meneer heeft op dit moment een zitschema -> 3x per dag 1 uur rechtop
zitten. Hij ervaart op dat moment een verminderde rompbalans (TCT 25-
25-12-25) en het voelt alsof hij ‘in een draaimolen zit’. Transfer van zit-zit
en vv: met behulp van 1 persoon. Opstaan durft meneer nog niet vanwege
zijn verminderde rompbalans die hij ervaart.
Er is sprake van hypermetrie (positieve topneusproef) van de rechterarm,
meneer geeft aan dit vooral te ervaren tijdens bv het aankleden, waarbij
hij voorbij zijn doel schiet. Meneer is rechtshandig en geeft aan hierdoor
beperkt te worden in zijn arm-handvaardigheid.
ADL (wassen, toiletgang, aankleden) gaat met behulp van de verzorging.
Meneer ligt buiten om zijn zitschema continu in bed.
Meneer was voorheen geheel ADL zelfstandig, liep zonder LHM.
Woonachtig in appartement centrum van R’dam. Lift aanwezig, geen
drempels of opstapjes, geen aanpassingen als in douchestoel/beugels en
toiletbeugels.
Werkt niet, leeft van zijn vervroegd pensioen en geërfde geldsom na het
overlijden van zijn ouders. Gaat verder wekelijks met een vriend naar
musea. Geen partner en kinderen, wel een groep vaste vrienden, hij is
‘nooit alleen’. Hij houdt van tuinieren en uitjes met zijn vrienden.
Meneer ervaart voldoende steun vanuit vrienden, ook mogelijkheid tot
hulp thuis van hun in de toekomst waarin nodig.
Meneer heeft geen actieve leefstijl; sport niet en pakt voor alle afstanden
de auto. Hij rookt ong 8 sigaretten per dag.
Meneer gaat adequaat met zijn gezondheidsprobleem om. Hij geeft aan
bang te zijn om op zo een vroege leeftijd al afhankelijk te moeten zijn van
andere mensen en hoopt snel weer alles zelf te kunnen zoals voorheen.
Geen sprake van andere gezondheidsaandoeningen of medicijngebruik.
Hulpvraag: zo snel mogelijk naar huis waar meneer weer volledig
zelfstandig kan functioneren en zijn hobby’s kan uitvoeren
Indicatie fysiotherapie: ja, meneer is niet in staat dit probleem zelf op te
lossen en heeft hier hulp bij nodig
Prognose:??
Rompataxie test nog toevoegen?? – SARA – deze als algemene test – hier
zit al heel veel in
10