Leerdoelen Materieel Strafrecht K2
Week 1: Bronnen, beginselen en theorieën van strafrecht
Na bestudering van deze onderwijsweek kan de student:
de bronnen van het materiële strafrecht benoemen
Wet Wetboek van Strafrecht en bijzondere strafwetten (o.a. WVW, WWM, Opiumwet)
Jurisprudentie
Verdragen
Rechtsbeginselen
Literatuur
Boek 1 van het wetboek van strafrecht staan de algemene bepalingen. Deze gelden
voor het gehele strafrecht dus ook de bijzondere wetten Art. 91 Sr, tenzij de wet
anders bepaalt.
uitleggen wat het materieelrechtelijke legaliteitsbeginsel inhoudt
Legaliteitsbeginsel, ook wel Nulla poena sine praevia lege poenali
Berusten op voorgaande wettelijke strafbepaling: Art. 16 GW, 1 lid 1 Sr en 7 lid 1 EVRM
Subregels uit nulla poena
De straf moet berusten op een wet in formele zin
Het verbod van terugwerkende kracht
Bestimmtheitsgebot (lex certa) de zekerheid dat er gene vage termen zijn, uit de
bepalingen die er zijn moet je als burger gelijk kunnen op maken waar je aan toe
bent.
Het verbod van analogische interpretatie je moet je als rechter houden aan de wet
maar je mag wel meegaan met de tijd.
het beginsel ‘geen straf zonder schuld’ toelichten
Verwijtbaarheid Dat voor strafbaarheid schuld vereist is, wil zeggen dat de dader van
de inbreuk op de strafwet een verwijt moet kunnen worden gemaakt. Schuld betekent
dus verwijtbaarheid.
Verdachte wordt voor onschuldig gehouden totdat schuld door de rechter is vastgesteld
(art. 6 lid 2 EVRM) onschuldpresumptie
de doelen en functies van straffen beschrijven en deze in een rechterlijke uitspraak
herkennen
materieel recht regelt een negatieve reactie op norm overschrijdend gedrag.
Kenmerken:
Monopoliepositie van de overheid
Verbod en tegengaan van eigenrichting
Straf als vergelding/resocialisatie
Straf(recht) als ultimum remedium als uiterste redmiddel
Het primaire doel van het materiele strafrecht is het toevoegen van leed. We straffen om af
te schrikken (generale preventie) of om te voorkomen dat het nog een keer gebeurd
(speciale preventie). De wetgever bepaalt wat de straf is en de rechter past dit toe.
, Rechtvaardiging van de straf:
Absolute theorieën vergelding
De absolute theorieën zeggen dat de balans is de samenleving dan mis gaat, dus dan
moet er een straf opgelegd worden. Je straft omdat er wordt gezondigd.
Relatieve theorieën generale en speciale preventie
Er moet niet gestraft worden omdat er gezondigd is maar omdat er niet meer gezondigd
moet worden.
o Generale preventie: er wordt gestraft om te voorkomen dat anderen de wet ook gaan
overtreden. (koppelen aan vergelding)
o Speciale preventie: er wordt gestraft om te voorkomen dat de dader recidiveert.
(koppelen aan resocialisatie)
Meer richting verharding en verzakelijking, maar ook preventie en mediation
Week 2: Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Na bestudering van deze onderwijsweek kan de student:
van een willekeurige delictsomschrijving de verschillende bestanddelen
onderscheiden
Week 1: Bronnen, beginselen en theorieën van strafrecht
Na bestudering van deze onderwijsweek kan de student:
de bronnen van het materiële strafrecht benoemen
Wet Wetboek van Strafrecht en bijzondere strafwetten (o.a. WVW, WWM, Opiumwet)
Jurisprudentie
Verdragen
Rechtsbeginselen
Literatuur
Boek 1 van het wetboek van strafrecht staan de algemene bepalingen. Deze gelden
voor het gehele strafrecht dus ook de bijzondere wetten Art. 91 Sr, tenzij de wet
anders bepaalt.
uitleggen wat het materieelrechtelijke legaliteitsbeginsel inhoudt
Legaliteitsbeginsel, ook wel Nulla poena sine praevia lege poenali
Berusten op voorgaande wettelijke strafbepaling: Art. 16 GW, 1 lid 1 Sr en 7 lid 1 EVRM
Subregels uit nulla poena
De straf moet berusten op een wet in formele zin
Het verbod van terugwerkende kracht
Bestimmtheitsgebot (lex certa) de zekerheid dat er gene vage termen zijn, uit de
bepalingen die er zijn moet je als burger gelijk kunnen op maken waar je aan toe
bent.
Het verbod van analogische interpretatie je moet je als rechter houden aan de wet
maar je mag wel meegaan met de tijd.
het beginsel ‘geen straf zonder schuld’ toelichten
Verwijtbaarheid Dat voor strafbaarheid schuld vereist is, wil zeggen dat de dader van
de inbreuk op de strafwet een verwijt moet kunnen worden gemaakt. Schuld betekent
dus verwijtbaarheid.
Verdachte wordt voor onschuldig gehouden totdat schuld door de rechter is vastgesteld
(art. 6 lid 2 EVRM) onschuldpresumptie
de doelen en functies van straffen beschrijven en deze in een rechterlijke uitspraak
herkennen
materieel recht regelt een negatieve reactie op norm overschrijdend gedrag.
Kenmerken:
Monopoliepositie van de overheid
Verbod en tegengaan van eigenrichting
Straf als vergelding/resocialisatie
Straf(recht) als ultimum remedium als uiterste redmiddel
Het primaire doel van het materiele strafrecht is het toevoegen van leed. We straffen om af
te schrikken (generale preventie) of om te voorkomen dat het nog een keer gebeurd
(speciale preventie). De wetgever bepaalt wat de straf is en de rechter past dit toe.
, Rechtvaardiging van de straf:
Absolute theorieën vergelding
De absolute theorieën zeggen dat de balans is de samenleving dan mis gaat, dus dan
moet er een straf opgelegd worden. Je straft omdat er wordt gezondigd.
Relatieve theorieën generale en speciale preventie
Er moet niet gestraft worden omdat er gezondigd is maar omdat er niet meer gezondigd
moet worden.
o Generale preventie: er wordt gestraft om te voorkomen dat anderen de wet ook gaan
overtreden. (koppelen aan vergelding)
o Speciale preventie: er wordt gestraft om te voorkomen dat de dader recidiveert.
(koppelen aan resocialisatie)
Meer richting verharding en verzakelijking, maar ook preventie en mediation
Week 2: Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Na bestudering van deze onderwijsweek kan de student:
van een willekeurige delictsomschrijving de verschillende bestanddelen
onderscheiden
