1.3cEC1
CRAST
De spatiële resolutie is de kleinste afstand tussen 2 reflectoren waarbij deze nog
ondubbelzinnig als 2 objecten kunnen worden afgebeeld
In 3 richtingen:
- Axiaal (longitudinaal): in richting van echo-beeldlijnen; boven naar beneden.
Afhankelijk van golflengte
- Lateraal: in richting loodrecht op beeldlijnen; minder verschillen te zien dan bij axiaal.
Afhankelijk van breedte
- Dikte: in richting van “3e dimensie”
Hoe kleiner de afstand, hoe beter de spatiële resolutie.
Resolutie: hoe breder de bundel, zorgt voor grote stappen en dus een slechte resolutie in
links rechts. Hoe smaller de bundel, hoe meer details in link rechts richting.
Golflengte, resolutie en diepte: hoe hoger frequentie hoe minder diep scannen.
Axiale resolutie is bepaald door de zend-frequentie:
Z > = c/f
Z = 3.
Zendfrequentie kan door de gebruiker worden gekozen
Laterale resolutie is bepaald door “bundelbreedte”:
X = 6.
Bundelbreedte kan worden aangepast met zgn. “focus”
De axiale resolutie is beter, want meer details.
Bundelbreedte is groter, dit betekend dat beeldkwaliteit van boven naar beneden beter is
dan van links naar rechts.
Beeldkwaliteit, temporele resolutie:
“Temporal” resolutie is het correct beschrijven van beweging, een afbeelding zonder “blur”
(vervaging)
Framerate (“fps” of “Hz”)= aantal beelden per seconde
Hoe meer beelden per seconde, hoe scherper beeld.
In de echografie 20 – 80 fps.
- Smaller beeld; sneller volgende beeld
- Minder diep; minder lang hoeven wachten
- Minder echo lijnen (meer interpolatie); kost beeldkwaliteit, maar levert snelheid op
- Focuspunten verminderen
Beeldkwaliteit, sharpness:
“Sharpness”, het vermogen van een echo-systeem om overgangen in weefsels, zo
nauwkeurig afgegrensd als mogelijk, weer te geven.
- Dit is een digitaal proces
- Het is een post-processing; dus tijdens onderzoek
- Directe relatie met spatiële resolutie
Beeldkwaliteit, ruis:
, “Noise” (Ruis), de willekeurige variatie in de amplitude van de gemeten echoes en, hieraan
direct gerelateerd, de variaties van grijswaarden in het echobeeld.
- Elektronische ruis
- Akoestische ruis
Fantomen= object waarmee je objectief probeert om beeldkwaliteit te meten. Wit / zwart
Tissue mimicking: testobjecten van weefselequivalente materialen met daarin draden en
een aantal laesies.
1.3cEC2
Veiligheid in echografie:
• Ultrageluid = Energie
• Energie wordt voor een deel gereflecteerd “ECHO””
• Energie wordt voor een deel geabsorbeerd “Verzwakking”
• Deze verzwakking is “Energieverlies”
“Energie gaat nooit verloren”
• Hoge frequentie worden meer verzwakt, dus meer energie achterblijven in lichaam,
dus schadelijker dan lage frequenties
• Verzwakking is frequentieafhankelijk
Verzwakking:
• Vermogen: De hoeveelheid energie die per seconde
door het totale transduceroppervlak wordt
uitgestraald:
1 Watt = 1 joule per seconde (J/s)
Naar hele groep of naar hele plek. Bij focuspunt intensiteit vrij hoog.
• Intensiteit: Het vermogen dat per iedere m2 transduceroppervlak wordt uitgestraald
CRAST
De spatiële resolutie is de kleinste afstand tussen 2 reflectoren waarbij deze nog
ondubbelzinnig als 2 objecten kunnen worden afgebeeld
In 3 richtingen:
- Axiaal (longitudinaal): in richting van echo-beeldlijnen; boven naar beneden.
Afhankelijk van golflengte
- Lateraal: in richting loodrecht op beeldlijnen; minder verschillen te zien dan bij axiaal.
Afhankelijk van breedte
- Dikte: in richting van “3e dimensie”
Hoe kleiner de afstand, hoe beter de spatiële resolutie.
Resolutie: hoe breder de bundel, zorgt voor grote stappen en dus een slechte resolutie in
links rechts. Hoe smaller de bundel, hoe meer details in link rechts richting.
Golflengte, resolutie en diepte: hoe hoger frequentie hoe minder diep scannen.
Axiale resolutie is bepaald door de zend-frequentie:
Z > = c/f
Z = 3.
Zendfrequentie kan door de gebruiker worden gekozen
Laterale resolutie is bepaald door “bundelbreedte”:
X = 6.
Bundelbreedte kan worden aangepast met zgn. “focus”
De axiale resolutie is beter, want meer details.
Bundelbreedte is groter, dit betekend dat beeldkwaliteit van boven naar beneden beter is
dan van links naar rechts.
Beeldkwaliteit, temporele resolutie:
“Temporal” resolutie is het correct beschrijven van beweging, een afbeelding zonder “blur”
(vervaging)
Framerate (“fps” of “Hz”)= aantal beelden per seconde
Hoe meer beelden per seconde, hoe scherper beeld.
In de echografie 20 – 80 fps.
- Smaller beeld; sneller volgende beeld
- Minder diep; minder lang hoeven wachten
- Minder echo lijnen (meer interpolatie); kost beeldkwaliteit, maar levert snelheid op
- Focuspunten verminderen
Beeldkwaliteit, sharpness:
“Sharpness”, het vermogen van een echo-systeem om overgangen in weefsels, zo
nauwkeurig afgegrensd als mogelijk, weer te geven.
- Dit is een digitaal proces
- Het is een post-processing; dus tijdens onderzoek
- Directe relatie met spatiële resolutie
Beeldkwaliteit, ruis:
, “Noise” (Ruis), de willekeurige variatie in de amplitude van de gemeten echoes en, hieraan
direct gerelateerd, de variaties van grijswaarden in het echobeeld.
- Elektronische ruis
- Akoestische ruis
Fantomen= object waarmee je objectief probeert om beeldkwaliteit te meten. Wit / zwart
Tissue mimicking: testobjecten van weefselequivalente materialen met daarin draden en
een aantal laesies.
1.3cEC2
Veiligheid in echografie:
• Ultrageluid = Energie
• Energie wordt voor een deel gereflecteerd “ECHO””
• Energie wordt voor een deel geabsorbeerd “Verzwakking”
• Deze verzwakking is “Energieverlies”
“Energie gaat nooit verloren”
• Hoge frequentie worden meer verzwakt, dus meer energie achterblijven in lichaam,
dus schadelijker dan lage frequenties
• Verzwakking is frequentieafhankelijk
Verzwakking:
• Vermogen: De hoeveelheid energie die per seconde
door het totale transduceroppervlak wordt
uitgestraald:
1 Watt = 1 joule per seconde (J/s)
Naar hele groep of naar hele plek. Bij focuspunt intensiteit vrij hoog.
• Intensiteit: Het vermogen dat per iedere m2 transduceroppervlak wordt uitgestraald
