Beleid en organisatie in het onderwijs [P0R54a]
op basis van de gekregen cursusteksten
Inhoudstafel:
Deel 1: Wie is wie? 21 pagina’s
Deel 2: Welke overheid voor welk onderwijs? 15 pagina’s
Deel 3: School als organisatie 18 pagina’s
,Deel 1: Wie is wie?
Situering
Invloeden op onderwijs
= eerste waar we aan denken
→ focussen op niveau buiten ‘de klas’
Ook veel andere factoren hebben impact op
lesgevers:
leerlingen, directie, schoolbestuur, koepels,
zorgleerkrachten, ouders, CLB, collega’s,
inspectie, vakgroep, Vlaamse Onderwijsraad,
leerplannen en eindtermen, Minister van
Onderwijs, schoolgemeenschap…
1831 – 1970: België = unitaire, gecentraliseerde staatsstructuur
- Eenvormige wetgeving en besturing voor hele land
- Beslissingen onder controle van gewestelijke & nationale, wetgevende & uitvoerende macht
Taalstrijd → zes staatshervormingen en grondwetswijzigingen
derde staatshervorming belangrijk voor onderwijs: implicaties eindelijk in grondwet
België = federaal systeem
- Soevereiniteit verdeeld over centrale staat en deelstaten
- Bevoegdheid voor onderwijs naar gemeenschappen
,1. Vrijheid van onderwijs
Grondwettelijke vrijheid van onderwijs
o Actief
▪ Recht van oprichting
= mag school oprichten + vorm en inhoud bepalen + getuigschriften uitreiken
▪ Recht van inrichting
= mag zelf kiezen wie je in je school inzet (organisatie en werking)
vb: inschrijvingsbeleid, schoolreglement, grootte klassen, personeel…
▪ Recht van richting = pedagogische vrijheid
= mag kiezen hoe onderwijs wordt ingericht (levensbeschouwelijk, filosofisch, …)
o Ook passief geïnterpreteerd: recht onderwezen te worden in school naar keuze
Schoolstrijd 1.0: lager onderwijs
o Met als inzet ‘de ziel van het kind’ / ‘de school zonder ziel’
o Eerste organieke wet (1842) → elke gemeente verplicht om kosteloos lagere school in te
richten, maar kon ook bestaande katholieke school overnemen
o Tweede organieke wet (1879) → verbod op aannemen/subsidiëren van vrije school
o Derde organieke wet (1884) → terug naar vroeger
Schoolstrijd 2.0: secundair onderwijs
minister wilde subsidies aan katholieke scholen verminderen, voorwaarden voor subsidies
verscherpen en extra openbare scholen oprichten
Schoolpactwet (1959) brengt organisatie van onderwijs in stroomversnelling
o Netten (financieringsstromen):
▪ Gemeenschapsonderwijs (GO!)
vroeger: officiële rijksonderwijs
▪ Officieel gesubsidieerd onderwijs (OGO)
▪ Vrij gesubsidieerd onderwijs (VGO)
o Ontstaan koepels
Afspraken rond kwaliteitszorg → werd aan voldaan in ruil voor subsidies
o Voorwaarden rond:
▪ Eindtermen
▪ Minimumaantal leerlingen
▪ Benamingen studierichtingen
▪ Goedgekeurde leerplannen
o Pedagogisch project als ‘sterk merk’
2. Leerplicht
Lange weg naar leerplicht
o Leerplichtleeftijd
▪ 1912: 6-12j
▪ 1914: 6-14j
▪ 1983: 6-18j (waarvan tot 16j voltijds)
▪ 2020: 5-18j
o = een van de enige federale onderwijsmateries
Terugkerende twistappel
o Vragen
▪ Ondergrens verlagen tot 5? Bovengrens verlagen tot 16? Alternatieven zoeken?
o Verlenging van leerplicht gekoppeld aan leeftijd en niet aan scholingsgraad
o Leerplicht ≠ schoolplicht
o Voldoen aan leerplicht = verantwoordelijkheid ouders
, 3. Onderwijs is een gemeenschapsmaterie
Federale overheid beslist:
- Wanneer leerplicht begint en stopt
- Voorwaarden om diploma te krijgen
- Lonen & pensioenen voor mensen die in onderwijs werken
Al de rest is bevoegdheid van Vlaamse gemeenschap (Minister van
Onderwijs en Vorming)
Zie Bologna-verklaring (later)
Onderwijs in Franstalige gemeenschap: onbekend en onbemind?
o ‘Pacte pour un Enseignement d’Excellence (2019)’
▪ Systeemhervorming (incl. lerarenopleiding) in co-creatie met alle betrokkenen
▪ Gemeenschappelijke basisvorming van kleuterklas tot derde jaar SO
▪ Meer autonomie en verantwoordelijkheid voor scholen en schoolleiders
▪ Meer professionalisering voor leraren
▪ Sterke klemtoon op inclusief onderwijs
▪ Inbedding van scholen in lokale context (incl. nieuwe schoolkalender)
4. Kwaliteitszorg
1991: decreet op de inspectie en begeleiding
o De kwaliteitsdriehoek op voorzet van de ‘Commissie Monard’
▪ Eindtermen als basis
▪ Inspectie ziet toe rond eindtermen
▪ Pedagogische begeleiding ondersteunt scholen
in nastreven van eindtermen
Eindtermen
en de daarop gebaseerde leerplannen en lesdoelen
o Macroniveau
o = minimumdoelen waarvan overheid verwacht dat ze gerealiseerd zijn na een
bepaalde opleiding
in kleuteronderwijs: ontwikkelingsdoelen
vb: Steinerarrest = Steinerscholen naar hof getrokken: vonden dat eindtermen botsten met hun
methoden → kregen gelijk (gebeurt niet altijd)
o Legislatuur 2014-2019
▪ Eindtermen 1e graad SO goedgekeurd in december 2018
▪ Herzien eindtermenconcept
• Indeling sleutelcompetenties
per kind individueel aantal eindtermen, i.p.v. eindtermen per vak
• Alle eindtermen moeten worden bereikt
• Elke leerling moet eindtermen ‘basisgeletterdheid’ bereiken
o Legislatuur 2019-2024
▪ Aan eenzelfde tempo volgden eindtermen van 2e en 3e graad
sindsdien meer nadruk op leerwinst + overheid heeft meer macht
▪ Parallel: centrale Vlaamse toetsen en versterken van functie inspectie
op basis van de gekregen cursusteksten
Inhoudstafel:
Deel 1: Wie is wie? 21 pagina’s
Deel 2: Welke overheid voor welk onderwijs? 15 pagina’s
Deel 3: School als organisatie 18 pagina’s
,Deel 1: Wie is wie?
Situering
Invloeden op onderwijs
= eerste waar we aan denken
→ focussen op niveau buiten ‘de klas’
Ook veel andere factoren hebben impact op
lesgevers:
leerlingen, directie, schoolbestuur, koepels,
zorgleerkrachten, ouders, CLB, collega’s,
inspectie, vakgroep, Vlaamse Onderwijsraad,
leerplannen en eindtermen, Minister van
Onderwijs, schoolgemeenschap…
1831 – 1970: België = unitaire, gecentraliseerde staatsstructuur
- Eenvormige wetgeving en besturing voor hele land
- Beslissingen onder controle van gewestelijke & nationale, wetgevende & uitvoerende macht
Taalstrijd → zes staatshervormingen en grondwetswijzigingen
derde staatshervorming belangrijk voor onderwijs: implicaties eindelijk in grondwet
België = federaal systeem
- Soevereiniteit verdeeld over centrale staat en deelstaten
- Bevoegdheid voor onderwijs naar gemeenschappen
,1. Vrijheid van onderwijs
Grondwettelijke vrijheid van onderwijs
o Actief
▪ Recht van oprichting
= mag school oprichten + vorm en inhoud bepalen + getuigschriften uitreiken
▪ Recht van inrichting
= mag zelf kiezen wie je in je school inzet (organisatie en werking)
vb: inschrijvingsbeleid, schoolreglement, grootte klassen, personeel…
▪ Recht van richting = pedagogische vrijheid
= mag kiezen hoe onderwijs wordt ingericht (levensbeschouwelijk, filosofisch, …)
o Ook passief geïnterpreteerd: recht onderwezen te worden in school naar keuze
Schoolstrijd 1.0: lager onderwijs
o Met als inzet ‘de ziel van het kind’ / ‘de school zonder ziel’
o Eerste organieke wet (1842) → elke gemeente verplicht om kosteloos lagere school in te
richten, maar kon ook bestaande katholieke school overnemen
o Tweede organieke wet (1879) → verbod op aannemen/subsidiëren van vrije school
o Derde organieke wet (1884) → terug naar vroeger
Schoolstrijd 2.0: secundair onderwijs
minister wilde subsidies aan katholieke scholen verminderen, voorwaarden voor subsidies
verscherpen en extra openbare scholen oprichten
Schoolpactwet (1959) brengt organisatie van onderwijs in stroomversnelling
o Netten (financieringsstromen):
▪ Gemeenschapsonderwijs (GO!)
vroeger: officiële rijksonderwijs
▪ Officieel gesubsidieerd onderwijs (OGO)
▪ Vrij gesubsidieerd onderwijs (VGO)
o Ontstaan koepels
Afspraken rond kwaliteitszorg → werd aan voldaan in ruil voor subsidies
o Voorwaarden rond:
▪ Eindtermen
▪ Minimumaantal leerlingen
▪ Benamingen studierichtingen
▪ Goedgekeurde leerplannen
o Pedagogisch project als ‘sterk merk’
2. Leerplicht
Lange weg naar leerplicht
o Leerplichtleeftijd
▪ 1912: 6-12j
▪ 1914: 6-14j
▪ 1983: 6-18j (waarvan tot 16j voltijds)
▪ 2020: 5-18j
o = een van de enige federale onderwijsmateries
Terugkerende twistappel
o Vragen
▪ Ondergrens verlagen tot 5? Bovengrens verlagen tot 16? Alternatieven zoeken?
o Verlenging van leerplicht gekoppeld aan leeftijd en niet aan scholingsgraad
o Leerplicht ≠ schoolplicht
o Voldoen aan leerplicht = verantwoordelijkheid ouders
, 3. Onderwijs is een gemeenschapsmaterie
Federale overheid beslist:
- Wanneer leerplicht begint en stopt
- Voorwaarden om diploma te krijgen
- Lonen & pensioenen voor mensen die in onderwijs werken
Al de rest is bevoegdheid van Vlaamse gemeenschap (Minister van
Onderwijs en Vorming)
Zie Bologna-verklaring (later)
Onderwijs in Franstalige gemeenschap: onbekend en onbemind?
o ‘Pacte pour un Enseignement d’Excellence (2019)’
▪ Systeemhervorming (incl. lerarenopleiding) in co-creatie met alle betrokkenen
▪ Gemeenschappelijke basisvorming van kleuterklas tot derde jaar SO
▪ Meer autonomie en verantwoordelijkheid voor scholen en schoolleiders
▪ Meer professionalisering voor leraren
▪ Sterke klemtoon op inclusief onderwijs
▪ Inbedding van scholen in lokale context (incl. nieuwe schoolkalender)
4. Kwaliteitszorg
1991: decreet op de inspectie en begeleiding
o De kwaliteitsdriehoek op voorzet van de ‘Commissie Monard’
▪ Eindtermen als basis
▪ Inspectie ziet toe rond eindtermen
▪ Pedagogische begeleiding ondersteunt scholen
in nastreven van eindtermen
Eindtermen
en de daarop gebaseerde leerplannen en lesdoelen
o Macroniveau
o = minimumdoelen waarvan overheid verwacht dat ze gerealiseerd zijn na een
bepaalde opleiding
in kleuteronderwijs: ontwikkelingsdoelen
vb: Steinerarrest = Steinerscholen naar hof getrokken: vonden dat eindtermen botsten met hun
methoden → kregen gelijk (gebeurt niet altijd)
o Legislatuur 2014-2019
▪ Eindtermen 1e graad SO goedgekeurd in december 2018
▪ Herzien eindtermenconcept
• Indeling sleutelcompetenties
per kind individueel aantal eindtermen, i.p.v. eindtermen per vak
• Alle eindtermen moeten worden bereikt
• Elke leerling moet eindtermen ‘basisgeletterdheid’ bereiken
o Legislatuur 2019-2024
▪ Aan eenzelfde tempo volgden eindtermen van 2e en 3e graad
sindsdien meer nadruk op leerwinst + overheid heeft meer macht
▪ Parallel: centrale Vlaamse toetsen en versterken van functie inspectie