Franse revolutie
1. Belang Franse revolutie
- Einde 18de eeuw – WOI: breed veranderingsproces
- Drie ijkpunten:
o Standenmaatschappij gelijke burgers
o Soevereine vorsten soevereine naties (macht vanuit
burgers)
o Privilege systeem staatsbureaucratieën
- FR= startpunt
- Franse expansie 1793-1814: export revolutionaire principes
o Burgerlijke revoluties 1830, 1848
o Amerikaans continent
o Russische revolutie in 1917
o Communistische China
- Blijvende discussie grote principes
Volkssoevereiniteit, ‘identiteit’ en ‘natie’, scheiding Kerk en Staat,
Scheiding der machten, rechtsstaat, sociale rechtvaardigheid,
politiek radicalisme…
kan je de verlichting verplicht opleggen?
- FR= omwenteling, radicale en snelle verandering
Frans grondbezit
2. Oorzaken Franse revolutie
̶ 10% clerus
1) Standenmaatschappij= versleten ̶ 20% adel
- Clerus: 100.000 – 10% land ̶ 20% rijke burgerij
- Adel: 400.000 – 20% land ̶ 40% boeren
o geen belastingen ̶ 10% kroondomeinen, gemene en
woeste gronden
o feodale privilegies + hoge functies
probeert deze privileges in de 18de eeuw te versterken
- Derde Stand: rest bevolking
o rijke burgers - 20% land
1
, o boeren - 40% land (meeste boeren beschikken over eigen
land)
o (land)arbeiders, armen …
Betalen belastingen, geen privilegies
Systeem van fiscaliteit is niet meer aangepast aan de verdeling van
het land en de derde stand (vooral bourgeoisie) begon hier tegenin te
gaan
2) Franse identiteit
- Centrale staat en koningschap
ontstaan nationale intellectuele ruimte (boeken, kranten…)
vergemakkelijkt communicatie en uitwisseling kritische ideeën
- Identiteit= mobiliserende kracht
gevoel van verbondenheid
- Jacobijnen: hervormingsbeweging voor ondeelbaar republiek
boerenbevolking (later)
Bevolking had helemaal geen sterk Frans gevoel in begin 19de
eeuw tot invoeren van oa onderwijspolitiek en
nationaliseringspolitiek
3) Fiscaal onvermogen Franse staat
- Inefficiënt regerings- en economisch systeem
- Vergeefse pogingen fiscale hervormingen sterk verzet van clerus
en adel
- Clerus en adel =
o vrijgesteld bepaalde belastingen
o gekant tegen hervormingen
- Oorlogvoering staatsschulden
4) Staten-Generaal (mei 1789)
- Staan in voor belastingen
o sinds begin 17de eeuw niet meer samengeroepen door de
vorst
o In 1789 geeft de koning toe en wordt de Staten-Generaal
samengeroepen
2
, - Samengesteld per stand, vertegenwoordigers per regio
Vergaderen per stand, maar 3de stand heeft dubbel zo veel
vertegenwoordigers (vertegenwoordigen 99% van de
bevolking)
o Derde stand wil gemeenschappelijke vergadering en dus meer
inspraak
+gelijk stemrecht
o Uitspraak hoge rechtscollege (parlement van Parijs): apart
vergaderen
ontevredenheid en opstand derde stand
3. Verloop
Eed op de kaatsbaan (20 juni 1789):
- derde stand blijft bij elkaar tot er hervormingen komen
- Vormen een nationale vergadering: Assemblée nationale
o willen nieuwe rechtvaardige grondwet
o Ook vertegenwoordigers van andere standen aanwezig
volk gaat tegen de vorst in (idee van volkssoevereiniteit)
- oorspronkelijk niet idee om vorst af te zetten en republiek te
vormen
- vorst kiest de kant van de adel
La grande peur juli 1789
- boerenbevolking had hoop gekregen bij samenroepen van Staten-
Generaal
+slechte economische en sociale omstandigheden
ontevredenheid
o uit eigen beweging adellijke privileges afschaffen
o vernietiging van documenten en eigendommen
- 14 juli 1789: bestorming van de Bastille in Parijs (speciale
gevangenis voor elite)
eerder symbolisch: nog maar 7 gevangenen aanwezig
- angst bij adel verspreid zich: dreiging van terreur en bendes
o zwakke positie van adel vorst erkent de positie van de
derde stand
3
, o Assemblée nationale wordt erkent + afschaffing feodaal
systeem
la déclaration des droits de l’homme et du citoyen (26
augustus 1789)
- beschrijving van alle moderne vrijheden
- soevereiniteit van Franse volk benadrukt
zowel binnen als buiten FR veel effect
- meeste rechten niet van toepassing op vrouwen of niet-blanken
mochten niet stemmen of hoge functies uitoefenen
de assemblée constituante (=assemblée nationale)
- eerste grondwet 1791
- politiek zwaartepunt: assemblée legislative (parlement) 1-
kamerstelsel
- zwakke uitvoerende macht
o geen vetorecht voor de koning
o afschaffen van adellijke privileges
constitutionele monarchie
- Franse koning aan kant van adel
o opstand in Parijs en koning dwingen daar te blijven onder
toezicht
o nog altijd niet anti-monarchaal (koning mocht blijven), maar
wel inperken van macht
- vertegenwoordigende democratie
o actieve burgers vs passieve burgers
cijnskiesrecht: bepaald vermogen om inspraak te hebben
o vrouwen ondergeschikt (~ verklaring rechten van de mens)
- scheiding der machten: onafhankelijke rechterlijke macht
- Administratieve uniformering
4
1. Belang Franse revolutie
- Einde 18de eeuw – WOI: breed veranderingsproces
- Drie ijkpunten:
o Standenmaatschappij gelijke burgers
o Soevereine vorsten soevereine naties (macht vanuit
burgers)
o Privilege systeem staatsbureaucratieën
- FR= startpunt
- Franse expansie 1793-1814: export revolutionaire principes
o Burgerlijke revoluties 1830, 1848
o Amerikaans continent
o Russische revolutie in 1917
o Communistische China
- Blijvende discussie grote principes
Volkssoevereiniteit, ‘identiteit’ en ‘natie’, scheiding Kerk en Staat,
Scheiding der machten, rechtsstaat, sociale rechtvaardigheid,
politiek radicalisme…
kan je de verlichting verplicht opleggen?
- FR= omwenteling, radicale en snelle verandering
Frans grondbezit
2. Oorzaken Franse revolutie
̶ 10% clerus
1) Standenmaatschappij= versleten ̶ 20% adel
- Clerus: 100.000 – 10% land ̶ 20% rijke burgerij
- Adel: 400.000 – 20% land ̶ 40% boeren
o geen belastingen ̶ 10% kroondomeinen, gemene en
woeste gronden
o feodale privilegies + hoge functies
probeert deze privileges in de 18de eeuw te versterken
- Derde Stand: rest bevolking
o rijke burgers - 20% land
1
, o boeren - 40% land (meeste boeren beschikken over eigen
land)
o (land)arbeiders, armen …
Betalen belastingen, geen privilegies
Systeem van fiscaliteit is niet meer aangepast aan de verdeling van
het land en de derde stand (vooral bourgeoisie) begon hier tegenin te
gaan
2) Franse identiteit
- Centrale staat en koningschap
ontstaan nationale intellectuele ruimte (boeken, kranten…)
vergemakkelijkt communicatie en uitwisseling kritische ideeën
- Identiteit= mobiliserende kracht
gevoel van verbondenheid
- Jacobijnen: hervormingsbeweging voor ondeelbaar republiek
boerenbevolking (later)
Bevolking had helemaal geen sterk Frans gevoel in begin 19de
eeuw tot invoeren van oa onderwijspolitiek en
nationaliseringspolitiek
3) Fiscaal onvermogen Franse staat
- Inefficiënt regerings- en economisch systeem
- Vergeefse pogingen fiscale hervormingen sterk verzet van clerus
en adel
- Clerus en adel =
o vrijgesteld bepaalde belastingen
o gekant tegen hervormingen
- Oorlogvoering staatsschulden
4) Staten-Generaal (mei 1789)
- Staan in voor belastingen
o sinds begin 17de eeuw niet meer samengeroepen door de
vorst
o In 1789 geeft de koning toe en wordt de Staten-Generaal
samengeroepen
2
, - Samengesteld per stand, vertegenwoordigers per regio
Vergaderen per stand, maar 3de stand heeft dubbel zo veel
vertegenwoordigers (vertegenwoordigen 99% van de
bevolking)
o Derde stand wil gemeenschappelijke vergadering en dus meer
inspraak
+gelijk stemrecht
o Uitspraak hoge rechtscollege (parlement van Parijs): apart
vergaderen
ontevredenheid en opstand derde stand
3. Verloop
Eed op de kaatsbaan (20 juni 1789):
- derde stand blijft bij elkaar tot er hervormingen komen
- Vormen een nationale vergadering: Assemblée nationale
o willen nieuwe rechtvaardige grondwet
o Ook vertegenwoordigers van andere standen aanwezig
volk gaat tegen de vorst in (idee van volkssoevereiniteit)
- oorspronkelijk niet idee om vorst af te zetten en republiek te
vormen
- vorst kiest de kant van de adel
La grande peur juli 1789
- boerenbevolking had hoop gekregen bij samenroepen van Staten-
Generaal
+slechte economische en sociale omstandigheden
ontevredenheid
o uit eigen beweging adellijke privileges afschaffen
o vernietiging van documenten en eigendommen
- 14 juli 1789: bestorming van de Bastille in Parijs (speciale
gevangenis voor elite)
eerder symbolisch: nog maar 7 gevangenen aanwezig
- angst bij adel verspreid zich: dreiging van terreur en bendes
o zwakke positie van adel vorst erkent de positie van de
derde stand
3
, o Assemblée nationale wordt erkent + afschaffing feodaal
systeem
la déclaration des droits de l’homme et du citoyen (26
augustus 1789)
- beschrijving van alle moderne vrijheden
- soevereiniteit van Franse volk benadrukt
zowel binnen als buiten FR veel effect
- meeste rechten niet van toepassing op vrouwen of niet-blanken
mochten niet stemmen of hoge functies uitoefenen
de assemblée constituante (=assemblée nationale)
- eerste grondwet 1791
- politiek zwaartepunt: assemblée legislative (parlement) 1-
kamerstelsel
- zwakke uitvoerende macht
o geen vetorecht voor de koning
o afschaffen van adellijke privileges
constitutionele monarchie
- Franse koning aan kant van adel
o opstand in Parijs en koning dwingen daar te blijven onder
toezicht
o nog altijd niet anti-monarchaal (koning mocht blijven), maar
wel inperken van macht
- vertegenwoordigende democratie
o actieve burgers vs passieve burgers
cijnskiesrecht: bepaald vermogen om inspraak te hebben
o vrouwen ondergeschikt (~ verklaring rechten van de mens)
- scheiding der machten: onafhankelijke rechterlijke macht
- Administratieve uniformering
4