,Week 3
HC16 preventie van infectie bij immuunsuppressie
Afweersysteem
Aangeboren/innate immuniteit Adaptieve/verworven immuniteit
Aspecifiek Specifiek
Deze afweer hebben we allemaal Deze afweer moeten we opdoen
en zijn we mee geboren in de loop van ons leven door
blootstelling aan pathogenen
waartegen je immuniteit vormt
Humoraal Complement Antistoffen
(stofjes) Cytokinen B-lymfocyten
Lysozyme
MBL
Cellulair Macrofagen T-lymfocyten
(cellen) Dendritische cellen
NK cellen
Neutrofielen
Monocyten
• Het kan misgaan in dit soort onderdelen van de afweer. Er zijn aangeboren
stoornissen die zorgen dat mensen bijvoorbeeld niet genoeg complement hebben.
Hier hoef je niet altijd iets van te merken, maar er zijn ook mensen die hier wel
problemen van hebben.
• Er zijn ook mensen die ziektes oplopen in de loop van het leven in de adaptieve
humorale afweer zoals CLL en multiple myeloom. Beide zijn veel voorkomende
chronische hematologische ziekte bij ouderen. Die kenmerken zich door een
uitrijpingsstoornis in de B-cel.
o Bij CLL ligt dit wat vroeger in de ontwikkeling van de B-cel en
o Bij multiple myeloom ligt dit bij de plasmacel (eindstadium B-cel). Hier is de
plasmacel een tumorcel geworden die één soort immunoglobuline maakt,
maar niet de juiste. Hierdoor kunnen deze mensen niet genoeg normale
immunoglobulines maken en heb je een defect in de humorale afweer.
o Aangeboren stoornissen in de humorale afweer heet CVID en hierbij is er ook
een uitrijpingsstoornis in de B-cellen die vaak op kinderleeftijd gesteld wordt.
Deze mensen krijgen immunoglobulinesuppletie therapie.
• Cellulaire aspecifieke immuniteit kunnen ook stoornissen in ontstaan zoals:
o Myelodysplastisch syndroom (MDS) is een hematologische ziekte waarbij
er een verstoorde uitrijping is van de myeloïde reeks waardoor er geen goede
neutrofielen meer gevormd worden. Dit kan ontaarden in acute leukemie. Dit
is ook een ziekte van oudere leeftijd. Mensen kunnen zich dan presenteren
met veel infecties.
o Ook bij sepsis kan er een acute immuunparalyse ontstaan waardoor je eigen
neutrofielen verstoord of verlaagd raken.
o Een hele zeldzame primaire afweerstoornis van de neutrofielen is CGD
(chronische granulomateuze ziekte). De neutrofiel kan hierbij het
pathogeen niet doden. De mensen krijgen hierdoor vreselijke abcessen
• Verworven ziekte waarbij de T lymfocyten niet goed werken is:
o HIV. Het HIV virus infecteert de CD4+ T cellen waardoor ze niet meer actief
kunnen zijn
o Bij mensen na een hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT) om
bijvoorbeeld leukemie te genezen moet je het eigen immuunsysteem
onderdrukken want anders krijg je afstoting. Het nieuwe immuunsysteem van
de donor moet tegen de kanker gaan vechten. Deze mensen hebben een
cellulair immuundefect.
,Chronische ziekte waarbij er meerdere problemen zijn op meerdere vlakken van de afweer.
• Mensen met levercirrose noemen we niet immuungecompromitteerd maar zijn heel
kwetsbaar voor infecties. De lever functioneert niet goed waardoor de B cel en T cel
niet goed functioneert en de neutrofielen functie is ook minder.
• Bij nierinsufficiëntie heb je soms eiwitverlies van antistoffen
Aangeboren afweer / innate immunity
Een bacterie zit in weefsel waarna complement eiwitten op de bacterie gaan zitten.
Complement kan zelf een bacterie kapot maken, maar kan er ook voor zorgen dat fagocyten
worden aangetrokken en de bacterie beter herkennen en fagocyteren en doodmaken.
Medicatie die aangrijpt op het aangeboren immuunsysteem
Biologicals of small molecules grijpen aan op een van deze processen. Dit heeft effect op de
immuniteit van de patiënt.
Verworven afweer / adaptieve immuniteit
Dit gaat met name over T- en B-cellen.
• T-cel (basiliximab, ATG): remt de T-cel proliferatie
o Basiliximab wordt veel gebruikt bij orgaantransplantaties of
stamceltransplantatie en dit zorgt ervoor dat de T cel niet meer kan uitrijpen.
• B-cel (anti CD20 Rituximab): B-cel apoptose
o Wordt gebruikt bij NHL en auto-immuunziekten. Het wordt veel gebruikt en
zorgt ervoor dat de B-cel in apoptose gaat. De B-cel kan dan geen antistoffen
meer maken.
Medicatie die aangrijpt op de afweer
Aangeboren/innate immuniteit Adaptieve/verworven immuniteit
Aspecifiek Specifiek
Humoraal Eculuzimab: remt complement Rituximab: remt B-cel
(stofjes) Anakinra: remt IL-1 Ibrutinib: remt B-cel
, Tozoluzimab: remt IL-6 Cellcept: remt T-cel en B-cel
Cellulair Chemotherapie: remt met name de Cellcept: remt T-cel en B-cel
(cellen) aangeboren cellulaire immuniteit en De meeste immuunsuppressiva
een klein beetje de T-lymfocyten grijpen aan op de cellulaire
adaptieve immuniteit dus de T-
cellen zoals JAK remmers,
calcineurineremmers, ATG en
temozolomide. Dit komt omdat T-
cellen een belangrijke rol spelen bij
auto-immuunziekten en afstoting bij
transplantaties.
De T-lymfocyten remming is de
grootste groep.
Corticosteroïden
Dit middel gebruiken we het meest als immuunsuppressiva. Het werkt heel goed en breed.
Het werkt ook heel goed voor ziekten die nog niet gediagnosticeerd zijn, maar omdat het zo
breed werkt, heeft het ook veel bijwerkingen en nadelen. Corticosteroïden heeft niet alleen
een immuun onderdrukkende werking, maar ook invloed op de bothomeostase en
hormoonbalans.
• Cellulaire immuniteit: verminderen functie CD4+ T-cel
• Mindere mate onderdrukking van de aangeboren en humorale immuniteit
o Aangeboren immuniteit
▪ Verstoring signalering via TLR/TCR
▪ Verstoren functie DC → de presentatie van de antigenen aan
verworven immuunsysteem gaat niet goed
o Humorale immuniteit
▪ Apoptose onrijpe B-cellen, rijpe B-cellen minder gevoelig → minder B-
cel signalering en B-cel productie
▪ Invloed BCR signalering (NF-kB)
Opportunistische infecties
Als je afweerstoornissen hebt, dan heb je een groter risico om bijzondere infectie te krijgen.
Er zijn banale infecties (huis, tuin en keukeninfecties die iedereen kan krijgen zoals LWI,
UWI)
• Opportunistisch betekent van de gelegenheid gebruikmakend
• Opportunistische infecties worden veroorzaakt door micro-organismen die onder
normale omstandigheden geen ziekte veroorzaken maar dit wel kunnen doen bij
mensen met verminderde weerstand of een verzwakt afweersysteem zoals bij AIDS,
chemotherapie of tijdens behandeling met middelen die de afweer onderdrukken
zoals prednison.
• Dit zijn vaak pathogenen die die wij bij ons dragen en ons helemaal niet ziek maken
maar als je afweer verstoord is kan dit wel een infectie geven. Een voorbeeld is
candida oesofagitis. Candida is een gist en zit in ons hele maagdarmstelsel vanuit de
slokdarm tot de dikke darm. Mensen met bijvoorbeeld eindstadium HIV hebben een
verminderde cellulaire immuniteit. Candida kan een ernstige ontsteking van de
slokdarm geven.
Opportunistische infecties kun je indelen in groepen
Het zijn allemaal niet-virulente micro-organismen:
• Micro-organismen van binnenuit → schimmels en gisten die we bij ons dragen
o Zoals PJP schimmel. Deze schimmel ademen we in en 80% van de mensen
dragen deze schimmel bij zicht. Normaal wordt PJP in de longen door
HC16 preventie van infectie bij immuunsuppressie
Afweersysteem
Aangeboren/innate immuniteit Adaptieve/verworven immuniteit
Aspecifiek Specifiek
Deze afweer hebben we allemaal Deze afweer moeten we opdoen
en zijn we mee geboren in de loop van ons leven door
blootstelling aan pathogenen
waartegen je immuniteit vormt
Humoraal Complement Antistoffen
(stofjes) Cytokinen B-lymfocyten
Lysozyme
MBL
Cellulair Macrofagen T-lymfocyten
(cellen) Dendritische cellen
NK cellen
Neutrofielen
Monocyten
• Het kan misgaan in dit soort onderdelen van de afweer. Er zijn aangeboren
stoornissen die zorgen dat mensen bijvoorbeeld niet genoeg complement hebben.
Hier hoef je niet altijd iets van te merken, maar er zijn ook mensen die hier wel
problemen van hebben.
• Er zijn ook mensen die ziektes oplopen in de loop van het leven in de adaptieve
humorale afweer zoals CLL en multiple myeloom. Beide zijn veel voorkomende
chronische hematologische ziekte bij ouderen. Die kenmerken zich door een
uitrijpingsstoornis in de B-cel.
o Bij CLL ligt dit wat vroeger in de ontwikkeling van de B-cel en
o Bij multiple myeloom ligt dit bij de plasmacel (eindstadium B-cel). Hier is de
plasmacel een tumorcel geworden die één soort immunoglobuline maakt,
maar niet de juiste. Hierdoor kunnen deze mensen niet genoeg normale
immunoglobulines maken en heb je een defect in de humorale afweer.
o Aangeboren stoornissen in de humorale afweer heet CVID en hierbij is er ook
een uitrijpingsstoornis in de B-cellen die vaak op kinderleeftijd gesteld wordt.
Deze mensen krijgen immunoglobulinesuppletie therapie.
• Cellulaire aspecifieke immuniteit kunnen ook stoornissen in ontstaan zoals:
o Myelodysplastisch syndroom (MDS) is een hematologische ziekte waarbij
er een verstoorde uitrijping is van de myeloïde reeks waardoor er geen goede
neutrofielen meer gevormd worden. Dit kan ontaarden in acute leukemie. Dit
is ook een ziekte van oudere leeftijd. Mensen kunnen zich dan presenteren
met veel infecties.
o Ook bij sepsis kan er een acute immuunparalyse ontstaan waardoor je eigen
neutrofielen verstoord of verlaagd raken.
o Een hele zeldzame primaire afweerstoornis van de neutrofielen is CGD
(chronische granulomateuze ziekte). De neutrofiel kan hierbij het
pathogeen niet doden. De mensen krijgen hierdoor vreselijke abcessen
• Verworven ziekte waarbij de T lymfocyten niet goed werken is:
o HIV. Het HIV virus infecteert de CD4+ T cellen waardoor ze niet meer actief
kunnen zijn
o Bij mensen na een hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT) om
bijvoorbeeld leukemie te genezen moet je het eigen immuunsysteem
onderdrukken want anders krijg je afstoting. Het nieuwe immuunsysteem van
de donor moet tegen de kanker gaan vechten. Deze mensen hebben een
cellulair immuundefect.
,Chronische ziekte waarbij er meerdere problemen zijn op meerdere vlakken van de afweer.
• Mensen met levercirrose noemen we niet immuungecompromitteerd maar zijn heel
kwetsbaar voor infecties. De lever functioneert niet goed waardoor de B cel en T cel
niet goed functioneert en de neutrofielen functie is ook minder.
• Bij nierinsufficiëntie heb je soms eiwitverlies van antistoffen
Aangeboren afweer / innate immunity
Een bacterie zit in weefsel waarna complement eiwitten op de bacterie gaan zitten.
Complement kan zelf een bacterie kapot maken, maar kan er ook voor zorgen dat fagocyten
worden aangetrokken en de bacterie beter herkennen en fagocyteren en doodmaken.
Medicatie die aangrijpt op het aangeboren immuunsysteem
Biologicals of small molecules grijpen aan op een van deze processen. Dit heeft effect op de
immuniteit van de patiënt.
Verworven afweer / adaptieve immuniteit
Dit gaat met name over T- en B-cellen.
• T-cel (basiliximab, ATG): remt de T-cel proliferatie
o Basiliximab wordt veel gebruikt bij orgaantransplantaties of
stamceltransplantatie en dit zorgt ervoor dat de T cel niet meer kan uitrijpen.
• B-cel (anti CD20 Rituximab): B-cel apoptose
o Wordt gebruikt bij NHL en auto-immuunziekten. Het wordt veel gebruikt en
zorgt ervoor dat de B-cel in apoptose gaat. De B-cel kan dan geen antistoffen
meer maken.
Medicatie die aangrijpt op de afweer
Aangeboren/innate immuniteit Adaptieve/verworven immuniteit
Aspecifiek Specifiek
Humoraal Eculuzimab: remt complement Rituximab: remt B-cel
(stofjes) Anakinra: remt IL-1 Ibrutinib: remt B-cel
, Tozoluzimab: remt IL-6 Cellcept: remt T-cel en B-cel
Cellulair Chemotherapie: remt met name de Cellcept: remt T-cel en B-cel
(cellen) aangeboren cellulaire immuniteit en De meeste immuunsuppressiva
een klein beetje de T-lymfocyten grijpen aan op de cellulaire
adaptieve immuniteit dus de T-
cellen zoals JAK remmers,
calcineurineremmers, ATG en
temozolomide. Dit komt omdat T-
cellen een belangrijke rol spelen bij
auto-immuunziekten en afstoting bij
transplantaties.
De T-lymfocyten remming is de
grootste groep.
Corticosteroïden
Dit middel gebruiken we het meest als immuunsuppressiva. Het werkt heel goed en breed.
Het werkt ook heel goed voor ziekten die nog niet gediagnosticeerd zijn, maar omdat het zo
breed werkt, heeft het ook veel bijwerkingen en nadelen. Corticosteroïden heeft niet alleen
een immuun onderdrukkende werking, maar ook invloed op de bothomeostase en
hormoonbalans.
• Cellulaire immuniteit: verminderen functie CD4+ T-cel
• Mindere mate onderdrukking van de aangeboren en humorale immuniteit
o Aangeboren immuniteit
▪ Verstoring signalering via TLR/TCR
▪ Verstoren functie DC → de presentatie van de antigenen aan
verworven immuunsysteem gaat niet goed
o Humorale immuniteit
▪ Apoptose onrijpe B-cellen, rijpe B-cellen minder gevoelig → minder B-
cel signalering en B-cel productie
▪ Invloed BCR signalering (NF-kB)
Opportunistische infecties
Als je afweerstoornissen hebt, dan heb je een groter risico om bijzondere infectie te krijgen.
Er zijn banale infecties (huis, tuin en keukeninfecties die iedereen kan krijgen zoals LWI,
UWI)
• Opportunistisch betekent van de gelegenheid gebruikmakend
• Opportunistische infecties worden veroorzaakt door micro-organismen die onder
normale omstandigheden geen ziekte veroorzaken maar dit wel kunnen doen bij
mensen met verminderde weerstand of een verzwakt afweersysteem zoals bij AIDS,
chemotherapie of tijdens behandeling met middelen die de afweer onderdrukken
zoals prednison.
• Dit zijn vaak pathogenen die die wij bij ons dragen en ons helemaal niet ziek maken
maar als je afweer verstoord is kan dit wel een infectie geven. Een voorbeeld is
candida oesofagitis. Candida is een gist en zit in ons hele maagdarmstelsel vanuit de
slokdarm tot de dikke darm. Mensen met bijvoorbeeld eindstadium HIV hebben een
verminderde cellulaire immuniteit. Candida kan een ernstige ontsteking van de
slokdarm geven.
Opportunistische infecties kun je indelen in groepen
Het zijn allemaal niet-virulente micro-organismen:
• Micro-organismen van binnenuit → schimmels en gisten die we bij ons dragen
o Zoals PJP schimmel. Deze schimmel ademen we in en 80% van de mensen
dragen deze schimmel bij zicht. Normaal wordt PJP in de longen door