Beslissen en motiveren
Formele vragen (ambtshalve)
Vraag Beslissen Motiveren
F1 art. 358 lid 1 Sv art. 359 lid 2 1e zin Sv
F2 art. 358 lid 1 Sv art. 359 lid 2 1e zin Sv
F3 art. 358 lid 1 Sv art. 359 lid 2 1e zin Sv
F4 art. 358 lid 1 Sv art. 359 lid 2 1e zin Sv
Materiële vragen (ambtshalve)
Vraag Beslissen Motiveren
M1 art. 358 lid 2 Sv art. 359 lid 2 1e zin en 3 Sv
M2 art. 358 lid 2 Sv art. 359 lid 2 Sv
M3 art. 358 lid 2 Sv art. 359 lid 2 Sv
M4 art. 358 lid 2 Sv art. 359 lid 2 Sv
Art. 358 lid 3 Sv verweren
Vraag Beslissen Motiveren
Alle formele vragen art. 358 lid 3 Sv art. 359 lid 2 1e zin Sv
M2 art. 358 lid 3 Sv art. 359 lid 2 1e zin Sv
M3 art. 358 lid 3 Sv art. 359 lid 2 1e zin Sv
Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt
- Kan op alle formele en materiële vragen
- Op grond van art. 359 lid 2 2e zin Sv motiveren
- Duidelijk, door argumenten onderbouwd, ondubbelzinnige conclusie, tegenover de
feitenrechter
, Strafrecht 2 – schema’s D.M. de Vries
Culpa
1. Schuldverband: waarop moet schuld zien?
2. Onvoorzichtig: iets niet hebben voorzien, wat wel had gemoeten.
a. Voorzienbaarheid
i. Subjectief: de vraag die je stelt: “Zou een normaal mens ook zo hebben
gehandeld?”
Gedrag dat leidt tot voorzienbare ongewenste gevolgen, moeten
achterwege gelaten worden.
ii. Objectief: gedraging in strijd met gedragsvoorschrift.
b. Plicht om gedraging achterwege te laten?
i. Nee, indien geoorloofd risico (let op: Garantenstellung)
ii. Nee, indien rechtvaardigingsgrond
3. Verwijtbaar: vermijdbaar handelen = verwijtbaar handelen. Hierbij speelt de vraag:
“Kon van de dader worden gevergd dat hij anders zou handelen?”
Verwijtbaar, tenzij schulduitsluitingsgrond.
4. Aanmerkelijke mate: Is het onvoorzichtig gedrag van voldoende gewicht om
aanmerkelijk te worden genoemd?
a. Geertvliet: Kijk naar geheel van gedragingen, aard + ernst omstandigheden.
Uit ernst van gedraging kan schuld niet worden afgeleid. Een enkel ogenblik
van momentane onoplettendheid is onvoldoende voor schuld; schuld is dan
niet aanmerkelijk.
b. Onvoldoende rechts houden te Winssen: Verschillende factoren spelen mee,
ernst niet.
5. Causaal verband: Leer van de redelijke toerekening wordt hierbij gebruikt.
a. CSQN: Zou gevolg zonder gedraging ook zijn ingetreden?
b. Relativiteitsvereiste
c. Indicatoren voor redelijke toerekening
Culpoos gevolgsdelict: hieraan is voldaan als je hier op uitkomt
d. Contra-indicatoren: Toerekening toch niet redelijk? Slechts in zeer bijzondere
gevallen wordt de causale keten doorbroken.
Roekeloosheid
1. Buitengewoon onvoorzichtige gedraging
2. Daardoor zeer ernstig gevaar in het leven geroepen
3. Verdachte was zich daarvan bewust, althans dit had hij moeten zijn
Hoge Raad stelt dat roekeloosheid niet is beperkt tot het bewust nemen van risico’s.
Dan is namelijk slechts sprake van gewone schuld, er moet sprake zijn van meer om
van roekeloosheid te kunnen spreken.