SCHADEVERGOEDINGSRECHT
2025 – MARC KRUITHOF
1
1: wat het recht is
2: wat het recht zou moeten zijn
,HOOFDSTUK 1: INLEIDING
INLEIDING
TEAM
ZAP: prof. dr. MARC KRUITHOF
o vleugel D, 1ste verdieping (naast ingang Koepelzaal Bibliotheek), lokaal
06.02.110.051
o spreekuur: na elke lesbijeenkomst of op afspraak ()
AAP:
o voltijds assistent: drs. FLORIAN STAUTEMAS BAELE
Universiteitstraat, 1ste verdieping, lokaal 06.02.110.059
o deeltijds praktijkassistenten:
mr. STÉPHANE VEREECKEN ()
mr. LIZE SCHOONBAERT ()
ATP: mevr. ISABEL SNICK, Universiteitstraat, 2de verdieping, lokaal 06.02.120.016
STUDIEMATERIAAL
Ufora-cursus: B001663A – Schadevergoedingsrecht
Slides: in pdf in Ufora-cursus (tab ‘Inhoud’)
Lesnotities: zelf noteren (= instant synthetiseren) is het leerproces
Cursustekst: verdeeld per hoofdstuk in de loop van het semester
KRUITHOF M. & TANGHE J., Aansprakelijkheidsrecht, 2024-2025
Enkele aanvullende documenten in Ufora-cursus (tab ‘Inhoud’)
Boek 6 BW en diverse wetten aansprakelijkheid & verzekering (codex &
www.ejustice.just.fgov.be/cgi_wet/rech.pl?language=nl&view_numac=)
AANBEVOLEN LITERATUUR
Handboeken
o VANSWEEVELT & WEYTS, Handboek buitencontractueel
aansprakelijkheidsrecht, 2025
o STIJNS & SAMOY , Verbintenissenrecht (Leerboek), Boek 1bis, 2025
o F. GEORGE & R. JAFFERALI (ed.), Manuel de droit de la responsabilité civile,
2022
o BOCKEN & BOONE m.m.v. KRUITHOF, Inleiding tot het
schadevergoedingsrecht, 2014 + boeken verbintenissenrecht (VAN GERVEN†
& VAN OEVELEN 2021, VAN OMMESLAGHE)
Monografieën & verzamelbundels/verslagboeken congressen/studiedagen
Artikelen in juridische tijdschriften (TPR, RW, TBBR, RGAR, JT, NjW, T.Verz., …)
Overzichten van rechtspraak in
o Les Dossiers du Journal des Tribunaux (JT)
o Tijdschrift voor Privaatrecht (TPR)
RECHTSTHEORETISCH UTIGANGSPUNT
2
1: wat het recht is
2: wat het recht zou moeten zijn
,Kruithof heeft een opvatting en hierdoor maakt hij duidelijk dat iedereen het recht op een
andere manier kan uitleggen Recht is dus een opinie die niet mag worden opgelegd (het
mag niet worden opgelegd alsof het objectief is want dan wordt het opgelegd/
geïndoctrineerd)
Studieobject = bestaand recht (= lex lata1 ≠ lex ferenda2)
Juridische realiteit = concrete beslissingen in specifieke feitensituaties = rechtspraak
we kunnen dit fenomeen empirisch waarnemen
Recht = sociaal feit = systematiek in rechtspraak (de regelmaat die ervoor zorgt dat
bepaalde feiten tot een bepaalde beslissing leiden) → voorspelbaarheid (voorspellen
wat de rechters doen dus anticiperen om onaangenaamheden te vermijden) (O.W.
HOLMES)
wij zullen die systematiek bestuderen
MAAR volgens veel personen denken theologisch/ metafysica en zien objectieve feiten waar
het objectieve recht op wordt toegepast (recht zou op zichzelf staan volgens hen)
Volgens Kruithof klopt dit niet want we hebben geen objectieve methode om feiten toe
te passen op het recht (zie the one and only Peeraer)
Theorie (positieve = de lege lata ≠ normatieve = de lege ferenda)
= weergave/ zicht op de realiteit
= poging om realiteit te vatten in beperkt aantal onderling consistente wetmatigheden
= talige (in woorden en syntax) weergave van recht = rechtsleer = doctrine
→ motivering in rechterlijke beslissing = doctrine (= poging om in een taal die
wetmatigheden die in de juridische realiteit zitten weer te geven in de vorm van regels) ≠
recht (ontologisch)
Rechtsregel = feitelijke wetmatigheid in rechterlijke beslissingen in functie van feiten
≠ empirisch waarneembaar (wet = tekst = bron van recht → wet ≠ recht)
bestaat (‘toont zich’) alleen in ‘werking’ ervan (‘toepassing’): conformiteit beslissingen
Geformuleerde regel = theoretische constructie die bestaand recht zou weergeven
Praktijk: discussie mogelijk over welke regel het recht het meest accuraat weergeeft!
daarom aandacht aan alternatieve doctrines voor zelfde bestaande recht
‘gangbare doctrine’ = regels die volgens meeste juristen het recht accuraat weergeven
(opinie die de meeste juristen in België delen)
OPGELET: soms verandert de doctrine maar het recht niet maar ook soms
omgekeerd
CONCLUSIE: Er zijn verschillende manieren om het (schadevergoedings)recht uit te leggen. Er
is niet ‘1 uitleg’ die is MAAR die uitlegging is de theorie over de praktijk. Wat in de boeken
staat is dus maar 1 manier om het uit te leggen. Vb.: je kan met dezelfde stukjes een andere
constructie maken
Het Franse recht verschilt van het Belgische recht is wat kort door de bocht WANT eigenlijk
verschilt de Franse doctrine (= wat juristen zeggen dat het nationale recht is) gewoon van de
Belgische doctrine (= wat juristen zeggen dat het nationale recht is).
NAGESTREEFDE COMPETENTIES
3
1: wat het recht is
2: wat het recht zou moeten zijn
, 1. Grondig inzichtelijke kennis van concepten (= de taal van de aansprakelijkheidsdoctrine)
= nodig om bepaalde oplossing te kunnen beargumenteren (legitimeren, verklaren)
= nodig om te kunnen deelnemen aan doctrinale discussie
= nodig om eventuele toekomstige gewijzigde doctrine te begrijpen (want het recht zal
wijzigen in de toekomst)
2. Basiskennis van
Juridische realiteit, zodat de student basiscasussen kan oplossen
o Wat wordt wel/niet gerepareerd/vergoed
o Wat houdt repareren/vergoeden in
o Wie is jegens benadeelde gehouden tot reparatie/vergoeding
o Wie draagt uiteindelijke last reparatie/vergoeding
Gangbare doctrine: geformuleerde rechtsregels die geacht worden te gelden/bestaan
3. Inzicht in de relativiteit gangbare doctrine: besef dat alternatieven mogelijk
4. Basiskennis van belangrijkste wijzigingen in geformuleerde regels: nieuw BW Boek 6
ONDERWIJSACTIVITEITEN
ONDERWIJSACTIVITEITEN
Colleges:
Dinsdag 16:00 – 19:00 (Blandijn Aud 2 – Franz Cumont)
Donderdag 08:30 – 11:30 (Blandijn Aud 3 – Suzanne Lilar)
Lesvoorbereiding: volg Ufora-agenda of ‘Planning cursus’ in Ufora-cursus (vooraf planning –
achteraf rapportering)
Interactie
• studenten mogen altijd (op elk moment!) vragen stellen in de les
• studenten moeten (heel af en toe) vragen beantwoorden in de les
Sessie casussen oplossen (voorbereiding examen): video in Uforacursus
EVALUATIE
Schriftelijk examen
Toegelaten:
o niet-geannoteerde codex in boekvorm (zie Reglement)
o drank & (niet krakende nog lekkende) snack
Beperkt aantal open vragen:
o Theoretische kennis (altijd begrip getest)
2 casussen
1 grote theorievraag (verbanden leggen!)
reeks kleinere vragen
o Kritisch inzicht: analyse & synthese
o Toepassing & issue spotting (casussen oplossen)
o Geschreven antwoorden in essay style: gebruik zinnen en alinea’s
o De kwaliteit (o.a. precisie) van de formuleringen telt ook!
Werken onder tijdsdruk (2.5 uur) = deel van de test
Voorbeeldexamen (Ufora-cursus, ‘Inhoud’, module ‘00 Algemeen’, submodule
‘Examen’)
4
1: wat het recht is
2: wat het recht zou moeten zijn