1.1, 1.2, 1.5 en 1.6 ∣ Minimaal 4% ∣ Maximaal 5% ∣Meerkeuze
1.1 De kandidaat kan de functies van de externe verslaggeving
benoemen
Functies van de externe verslaggeving
1. De verantwoordingsfunctie
2. De allocatiefunctie
3. De ‘corportate governance’ functie
1.2 De kandidaat kan de wettelijke bepalingen voor de externe
verslaggeving benoemen
1. Inrichtingseisen
Het gaat hier om bepalingen die we in acht moeten nemen bij het opstellen
van de volgende drie overzichten:
1. De jaarrekening
2. Het jaarverslag
3. De overige te verstrekken gegevens ter vaststelling en decharge van
bestuurders
2. Publicatie-eisen
Deze eisen hebben betrekking op het openbaar maken van de zojuist
genoemde onderdelen van het jaarlijkse externe financiële verslag.
3. Controle eisen
Hier gaat het om voorschriften over de controle van de jaarrekening en het
onderzoek van het jaarverslag en de overige gegevens door een daartoe
bevoegde externe deskundige.
1.5 De kandidaat kan de regelgevende organen die in Nederland
van belang zijn voor de externe verslaggeving benoemen
De Nederlandse regelgeving voor externe jaarverslaggeving is te vinden in:
• Titel 9 Boek 2 BW
• De richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ).
,De richtlijnen van de RJ geven invulling aan Titel 9 Boek 2 BW. Al deze
regelgeving wordt aangeduid met Dutch GAAP.
De autoriteit Financiële Markten (AFM) controleert beursgenoteerde
bedrijven op de naleving van de voorschriften voor externe verslaggeving.
Naast de wetgever en de RJ is er nog een organisatie: het ISAB. Deze geeft
ook standaarden af: deze worden aangeduid als IFRS. Dit is verplicht voor
alle beursgenoteerde ondernemingen in de EU met een geconsolideerde
jaarrekening. Andere ondernemingen mogen vrijwillig voor IFRS kiezen.
1.6 De kandidaat kan de bepalingen in het Stramien voor de
opstelling en vormgeving van jaarrekeningen benoemen
• Het doel van de jaarrekening:
Het doel is het verschaffen van informatie over de financiële positie
en resultaten.
• Kwalitatieve kenmerken van de jaarrekening:
Begrijpelijkheid, relevantie, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid.
• De elementen van de jaarrekening:
Hier worden definities, verwerking en waardering besproken.
• Vermogensbegrippen en vermogensinstandhoudingsdoelstellingen:
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de financiële
vermogensinstandhouding (een groter wordend eigen vermogen) en
een fysieke vermogensinstandhouding (een groter wordende
productiecapaciteit).
,1.3 en 1.4 ∣ Minimaal 4% ∣ Maximaal 5% ∣ Begripsvragen
1.3 De kandidaat kan de grondslagen van waardering en
resultaatbepaling uitleggen
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
Volgens artikel 2:384 lid 1 mogen de volgende grondslagen worden
gebruikt:
• De verkrijgingsprijs/ vervaardigingsprijs
• De actuele waarde
Algemene bepalingen
Voorzichtigheidsbeginsel in ruime zin
Hiertoe behoren:
• Realisatiebeginsel: Winsten mogen alleen worden opgevoerd als
ze ook werkelijk zijn behaald.
• Voorzichtigheidsbeginsel in enge zin: verplichtingen die hun
oorsprong vinden vóór het einde van het boekjaar moeten in acht
worden genomen, indien zij vóór het opmaken van de jaarrekening
bekend zijn geworden.
Continuïteitsbeginsel
Dat betekent dat ervan wordt uitgegaan dat je het bedrijf wilt voortzetten.
Bestaat er daar om welke reden dan ook twijfel over, dan moet dat in de
toelichting van de jaarrekening worden verklaard, inclusief de invloed die
het heeft op het vermogen en het resultaat.
Bestendige gedragslijn
De waardering van activa en passiva mogen alleen wegens gegronde
redenen afwijken van die welke in het vorige jaar werden gehanteerd.
Individuele waardering
Activa en passiva moeten, bij uiteenlopende betekenis voor het inzicht in de
jaarrekening, individueel worden gewaardeerd. Kunnen activa en passiva
voor het inzicht in het vermogen als een geheel worden beschouwd, dan
kunnen zij als groep worden gewaardeerd.
, Afschrijvingen en waardeverminderingen van activa moeten onafhankelijk
zijn van het resultaat
Het systeem dat wordt gebruikt voor afschrijven mag niet afhangen van het
resultaat in het betrokken boekjaar.
1.4 De kandidaat kan de inrichtingseisen op grond van de omvang
van de rechtspersoon uitleggen
Criteria Kleine Middelgrote Grote
onderneming onderneming onderneming
Waarde activa < 4,4 Tussen 4,4 en > 17,5
(miljoen euro) 17,5
Netto omzet < 8,8 Tussen 8,8 en 35 > 35
(miljoen euro)
Gemiddeld < 50 Tussen 50 en > 250
aantal 250
werknemers
Inrichtingseisen
Micro Klein Middelgroot Groot
Balans Zeer beknopt Beknopt Verplicht Verplicht
Resultatenrekening Zeer beknopt Beknopt Beknopt Verplicht
Toelichting Vrijgesteld Beknopt Beknopt Verplicht
Jaarverslag Vrijgesteld Vrijgesteld Beknopt Verplicht
Overige gegevens Vrijgesteld Verplicht Verplicht Verplicht
Deskundigenonderzoek Vrijgesteld Vrijgesteld Verplicht Verplicht
Publicatie eisen
Micro Klein Middelgroot Groot
Balans Zeer beknopt Beknopt Beknopt Verplicht
Resultatenrekening Vrijgesteld Vrijgesteld Beknopt Verplicht
Toelichting Vrijgesteld Beknopt Beknopt Verplicht
Jaarverslag Vrijgesteld Vrijgesteld Beknopt Verplicht
Overige gegevens Vrijgesteld Vrijgesteld Beknopt Verplicht
1.1 De kandidaat kan de functies van de externe verslaggeving
benoemen
Functies van de externe verslaggeving
1. De verantwoordingsfunctie
2. De allocatiefunctie
3. De ‘corportate governance’ functie
1.2 De kandidaat kan de wettelijke bepalingen voor de externe
verslaggeving benoemen
1. Inrichtingseisen
Het gaat hier om bepalingen die we in acht moeten nemen bij het opstellen
van de volgende drie overzichten:
1. De jaarrekening
2. Het jaarverslag
3. De overige te verstrekken gegevens ter vaststelling en decharge van
bestuurders
2. Publicatie-eisen
Deze eisen hebben betrekking op het openbaar maken van de zojuist
genoemde onderdelen van het jaarlijkse externe financiële verslag.
3. Controle eisen
Hier gaat het om voorschriften over de controle van de jaarrekening en het
onderzoek van het jaarverslag en de overige gegevens door een daartoe
bevoegde externe deskundige.
1.5 De kandidaat kan de regelgevende organen die in Nederland
van belang zijn voor de externe verslaggeving benoemen
De Nederlandse regelgeving voor externe jaarverslaggeving is te vinden in:
• Titel 9 Boek 2 BW
• De richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ).
,De richtlijnen van de RJ geven invulling aan Titel 9 Boek 2 BW. Al deze
regelgeving wordt aangeduid met Dutch GAAP.
De autoriteit Financiële Markten (AFM) controleert beursgenoteerde
bedrijven op de naleving van de voorschriften voor externe verslaggeving.
Naast de wetgever en de RJ is er nog een organisatie: het ISAB. Deze geeft
ook standaarden af: deze worden aangeduid als IFRS. Dit is verplicht voor
alle beursgenoteerde ondernemingen in de EU met een geconsolideerde
jaarrekening. Andere ondernemingen mogen vrijwillig voor IFRS kiezen.
1.6 De kandidaat kan de bepalingen in het Stramien voor de
opstelling en vormgeving van jaarrekeningen benoemen
• Het doel van de jaarrekening:
Het doel is het verschaffen van informatie over de financiële positie
en resultaten.
• Kwalitatieve kenmerken van de jaarrekening:
Begrijpelijkheid, relevantie, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid.
• De elementen van de jaarrekening:
Hier worden definities, verwerking en waardering besproken.
• Vermogensbegrippen en vermogensinstandhoudingsdoelstellingen:
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de financiële
vermogensinstandhouding (een groter wordend eigen vermogen) en
een fysieke vermogensinstandhouding (een groter wordende
productiecapaciteit).
,1.3 en 1.4 ∣ Minimaal 4% ∣ Maximaal 5% ∣ Begripsvragen
1.3 De kandidaat kan de grondslagen van waardering en
resultaatbepaling uitleggen
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
Volgens artikel 2:384 lid 1 mogen de volgende grondslagen worden
gebruikt:
• De verkrijgingsprijs/ vervaardigingsprijs
• De actuele waarde
Algemene bepalingen
Voorzichtigheidsbeginsel in ruime zin
Hiertoe behoren:
• Realisatiebeginsel: Winsten mogen alleen worden opgevoerd als
ze ook werkelijk zijn behaald.
• Voorzichtigheidsbeginsel in enge zin: verplichtingen die hun
oorsprong vinden vóór het einde van het boekjaar moeten in acht
worden genomen, indien zij vóór het opmaken van de jaarrekening
bekend zijn geworden.
Continuïteitsbeginsel
Dat betekent dat ervan wordt uitgegaan dat je het bedrijf wilt voortzetten.
Bestaat er daar om welke reden dan ook twijfel over, dan moet dat in de
toelichting van de jaarrekening worden verklaard, inclusief de invloed die
het heeft op het vermogen en het resultaat.
Bestendige gedragslijn
De waardering van activa en passiva mogen alleen wegens gegronde
redenen afwijken van die welke in het vorige jaar werden gehanteerd.
Individuele waardering
Activa en passiva moeten, bij uiteenlopende betekenis voor het inzicht in de
jaarrekening, individueel worden gewaardeerd. Kunnen activa en passiva
voor het inzicht in het vermogen als een geheel worden beschouwd, dan
kunnen zij als groep worden gewaardeerd.
, Afschrijvingen en waardeverminderingen van activa moeten onafhankelijk
zijn van het resultaat
Het systeem dat wordt gebruikt voor afschrijven mag niet afhangen van het
resultaat in het betrokken boekjaar.
1.4 De kandidaat kan de inrichtingseisen op grond van de omvang
van de rechtspersoon uitleggen
Criteria Kleine Middelgrote Grote
onderneming onderneming onderneming
Waarde activa < 4,4 Tussen 4,4 en > 17,5
(miljoen euro) 17,5
Netto omzet < 8,8 Tussen 8,8 en 35 > 35
(miljoen euro)
Gemiddeld < 50 Tussen 50 en > 250
aantal 250
werknemers
Inrichtingseisen
Micro Klein Middelgroot Groot
Balans Zeer beknopt Beknopt Verplicht Verplicht
Resultatenrekening Zeer beknopt Beknopt Beknopt Verplicht
Toelichting Vrijgesteld Beknopt Beknopt Verplicht
Jaarverslag Vrijgesteld Vrijgesteld Beknopt Verplicht
Overige gegevens Vrijgesteld Verplicht Verplicht Verplicht
Deskundigenonderzoek Vrijgesteld Vrijgesteld Verplicht Verplicht
Publicatie eisen
Micro Klein Middelgroot Groot
Balans Zeer beknopt Beknopt Beknopt Verplicht
Resultatenrekening Vrijgesteld Vrijgesteld Beknopt Verplicht
Toelichting Vrijgesteld Beknopt Beknopt Verplicht
Jaarverslag Vrijgesteld Vrijgesteld Beknopt Verplicht
Overige gegevens Vrijgesteld Vrijgesteld Beknopt Verplicht
