Stofwisseling en energetica
Inleiding
Waaruit bestaat voeding?
Essentiële voedingsstoffen (KH, eiwitten, vetten, water, mineralen en vitaminen)
Wat zijn voedingsstoffen?
= bruikbare bestanddelen van voedingsmiddelen
Hoe zijn deze voedingsstoffen?
Grote complexe organische moleculen van eenvoudigere moleculen
• KH → ketens enkelvoudige suikers
• Eiwitten → ketens aminozuren
• Vetten → meestal ketens vetzuren
Welke verteringsenzymen zijn er?
• Carbohydrasen
• Proteasen
• Lipasen
Wat is hydrolyse?
Het proces waarbij verteringsenzymen chemische bindingen verbreken van complexe
moleculen.
Hoe verlopen de voedingstoffen tot hun eindbestemming?
Absorptie darmepitheel → bloedsomloop → cellen
Stofwisseling en energetica
Wat is stofwisseling?
= alle biochemische reacties in het lichaam
Geef een synoniem voor stofwisseling?
Metabolisme
Wat is energetica?
= de studie van het transport en transformatie van energie
Celstofwisseling
Waaruit bestaat celstofwisseling?
• Katabolisme
• Anabolisme
Wat is katabolisme?
= afbraak van organische moleculen
Wat is anabolisme?
= vorming van organische moleculen
1
,Hoe verloopt de celstofwisseling?
1. Aminozuren, vetten en enkelvoudige
suikers komen via plasmamembraan het
cytoplasma binnen
2. In het cytoplasma komen ze in de
nutriëntenpool terecht, die bestaat uit:
a. Nutriënten afkomstig van
voeding/spijsverteringskanaal
b. Reeds aanwezige organische
moleculen
3. In cytoplasma:
Katabolisme: grotere organische
moleculen worden afgebroken tot kleinere
fragmenten:
a. KH → monosachariden
b. Eiwitten → aminozuren
c. Vetten → glycerol + vetzuren
→vorming van weinig ATP
4. In mitochondria:
Verwerking van de eenvoudige moleculen
(aeroob metabolisme) met vrijstellen van
energie:
a. 40% energie → ATP
b. 60% energie → afgegeven als
warmte
5. In cytoplasma:
Gebruik ATP (energie) voor:
a. Anabole processen
b. Andere functies cel
6. Cellen gebruiken ATP voor vormen van
nieuwe verbindingen (anabolisme) voor:
a. Structureel onderhoud en herstel
→voortdurend verwijdering en
vervanging van structuren cel =
metabolische turnover
b. Groei
c. Vorming klierproducten
d. Opslag reserve voedingstoffen
7. Cellen gebruiken ATP ook voor andere
celfuncties:
a. Beweging trilharen en cellen
b. Contractie
c. Actief transport
d. Cytokinese
e. Endocytose
f. Exocytose
2
, Wat is metabolische turnover?
Voortdurend verwijderen en vervangen van structuren in de cel
Wat is de volgorde van verbruik voedingstoffen uit de nutriënten poel bij anabolische
(opbouw) en katabolische (afbraak) reacties?
Anabolische reactie (opbouw) Katabolische reactie (afbraak)
• Aminozuren (eiwitten) • KH
• Vetten • Vetten
• Slechts weinig KH • Zelden aminozuren (eiwitten)
Koolhydraatstofwisseling
Uit wat bestaat koolhydraatstofwisseling?
• Glycolyse
• Glyconeogenese
Wat is glycolyse?
KH afbraak → Glykus = zoet, lysis = afbraak
Wat is gluconeogenese?
KH opbouw → Glykus = zoet, neo= nieuw, genese= oorsprong
Waar zorgt de KH stofwisseling voor?
ATP productie
Glycolyse
Hoe gebeurt glycolyse?
Glucosemolecuul (6 c-atomen) wordt afgebroken tot 2 pyruvaatmoleculen (2x3 c-atomen)
met behulp van enzymatische reacties
Wat is de nettowinst bij glycolyse?
2 ATP moleculen
Is glycolyse aeroob of anaeroob?
Anaeroob → zonder zuurstof!
Citroenzuurcyclus of Krebs-cyclus
Geef synoniem voor citroenzuurcyclus?
Krebs-cyclus
Hoe gebeurt de citroenzuurcyclus?
Pyruvaatmoleculen (vanuit glycolyse) worden volledig afgebroken in mitochondriën
Wat levert het citroenzuurcyclus op?
• C en O atomen → CO2
• H atomen → NADH en FADH2 → ETS (elektronen transport systeem)
Is citroenzuurcyclus aeroob of anaeroob?
Aeroob → met zuurstof!
3
Inleiding
Waaruit bestaat voeding?
Essentiële voedingsstoffen (KH, eiwitten, vetten, water, mineralen en vitaminen)
Wat zijn voedingsstoffen?
= bruikbare bestanddelen van voedingsmiddelen
Hoe zijn deze voedingsstoffen?
Grote complexe organische moleculen van eenvoudigere moleculen
• KH → ketens enkelvoudige suikers
• Eiwitten → ketens aminozuren
• Vetten → meestal ketens vetzuren
Welke verteringsenzymen zijn er?
• Carbohydrasen
• Proteasen
• Lipasen
Wat is hydrolyse?
Het proces waarbij verteringsenzymen chemische bindingen verbreken van complexe
moleculen.
Hoe verlopen de voedingstoffen tot hun eindbestemming?
Absorptie darmepitheel → bloedsomloop → cellen
Stofwisseling en energetica
Wat is stofwisseling?
= alle biochemische reacties in het lichaam
Geef een synoniem voor stofwisseling?
Metabolisme
Wat is energetica?
= de studie van het transport en transformatie van energie
Celstofwisseling
Waaruit bestaat celstofwisseling?
• Katabolisme
• Anabolisme
Wat is katabolisme?
= afbraak van organische moleculen
Wat is anabolisme?
= vorming van organische moleculen
1
,Hoe verloopt de celstofwisseling?
1. Aminozuren, vetten en enkelvoudige
suikers komen via plasmamembraan het
cytoplasma binnen
2. In het cytoplasma komen ze in de
nutriëntenpool terecht, die bestaat uit:
a. Nutriënten afkomstig van
voeding/spijsverteringskanaal
b. Reeds aanwezige organische
moleculen
3. In cytoplasma:
Katabolisme: grotere organische
moleculen worden afgebroken tot kleinere
fragmenten:
a. KH → monosachariden
b. Eiwitten → aminozuren
c. Vetten → glycerol + vetzuren
→vorming van weinig ATP
4. In mitochondria:
Verwerking van de eenvoudige moleculen
(aeroob metabolisme) met vrijstellen van
energie:
a. 40% energie → ATP
b. 60% energie → afgegeven als
warmte
5. In cytoplasma:
Gebruik ATP (energie) voor:
a. Anabole processen
b. Andere functies cel
6. Cellen gebruiken ATP voor vormen van
nieuwe verbindingen (anabolisme) voor:
a. Structureel onderhoud en herstel
→voortdurend verwijdering en
vervanging van structuren cel =
metabolische turnover
b. Groei
c. Vorming klierproducten
d. Opslag reserve voedingstoffen
7. Cellen gebruiken ATP ook voor andere
celfuncties:
a. Beweging trilharen en cellen
b. Contractie
c. Actief transport
d. Cytokinese
e. Endocytose
f. Exocytose
2
, Wat is metabolische turnover?
Voortdurend verwijderen en vervangen van structuren in de cel
Wat is de volgorde van verbruik voedingstoffen uit de nutriënten poel bij anabolische
(opbouw) en katabolische (afbraak) reacties?
Anabolische reactie (opbouw) Katabolische reactie (afbraak)
• Aminozuren (eiwitten) • KH
• Vetten • Vetten
• Slechts weinig KH • Zelden aminozuren (eiwitten)
Koolhydraatstofwisseling
Uit wat bestaat koolhydraatstofwisseling?
• Glycolyse
• Glyconeogenese
Wat is glycolyse?
KH afbraak → Glykus = zoet, lysis = afbraak
Wat is gluconeogenese?
KH opbouw → Glykus = zoet, neo= nieuw, genese= oorsprong
Waar zorgt de KH stofwisseling voor?
ATP productie
Glycolyse
Hoe gebeurt glycolyse?
Glucosemolecuul (6 c-atomen) wordt afgebroken tot 2 pyruvaatmoleculen (2x3 c-atomen)
met behulp van enzymatische reacties
Wat is de nettowinst bij glycolyse?
2 ATP moleculen
Is glycolyse aeroob of anaeroob?
Anaeroob → zonder zuurstof!
Citroenzuurcyclus of Krebs-cyclus
Geef synoniem voor citroenzuurcyclus?
Krebs-cyclus
Hoe gebeurt de citroenzuurcyclus?
Pyruvaatmoleculen (vanuit glycolyse) worden volledig afgebroken in mitochondriën
Wat levert het citroenzuurcyclus op?
• C en O atomen → CO2
• H atomen → NADH en FADH2 → ETS (elektronen transport systeem)
Is citroenzuurcyclus aeroob of anaeroob?
Aeroob → met zuurstof!
3