VERBINTENISSENRECHT
Lesnotities AJ 2024-2025
Ugent – prof. Ignace Claeys
,INEIDING
Les 01
INHOUD
Een verbintenis (in de zin van art. 5.1. BW) = civiele verbintenissen
Prestatie Schuldvo schuld
rdering
schuldvordering schuld
Een eenzijdig contract (art.5.6., tweede lid, BW): slechts één partij maakt een belofte, één
partij gaat ten opzichte van een andere een verbintenis aan
Een natuurlijke verbintenis (art.5.2., BW): uitvoering kan niet worden afgedwongen, maar er
is wel een juridische band
- Relevantie van bestaan van deze verbintenis: men kan het wel vrijwillig uitvoeren
- Rechtsgevolg bij vrijwillige uitvoering: het kan niet worden teruggevorderd
- Bv. Verjaarde schuld betalen
- Bv. Schuld herkennen: door een schuld te herkennen wordt een natuurlijke verbintenis
omgezet in een civiele verbintenis (volgens art. 5.1.)
Een Obliegenheit (≈last, er bestaat niet echt een NL woord dus wordt het Duitse gebruikt):
STAAT NIET IN CODEX
- <--> bij verbintenis: SE kan prestatie afdwingen van SA
- Wel verplichting MAAR SA kun je niet dwingen om iets te doen
- Als er een last is en die wordt niet nagekomen, zal degene op wie de last weegt een
nadeel hebben, nl. een verlies van aanspraak
- Sanctie op niet nakomen = verlies van aanspraak (art. 1648 OUD BW)
- Bv. Schadebeperkingsplicht
= plicht om redelijke maatregelen te nemen zoals een voorzichtig en redelijk
persoon (bonus pater familia) die nodig zijn om schade te beperken
Maatregelen moeten genomen worden door de schadelijder
1
, Eigen gedrag dus vergelijken met dat van voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde
omstandigheden
10.000 kg appels = 10.000 euro
- De koper weigert de appels af te nemen omwille van een gebrek
- MAAR stel dat de koper ze onterecht afwijst gewoon om van het contract af te geraken
(en dus doet alsof er contractbreuk is door te menen dat de appels niet voldoen aan de
voorwaarden die in het contract zouden hebben gestaan)
- Dan zit de verkoper wel met die appelen die hij zou verkopen aan de koper
De verkoper heeft een schadebeperkingsplicht en moet dus op zoek gaan naar een
andere koper
Indien hij dit niet doet, kan hij zijn aanspraak op een schuldvordering verliezen
Hij kan niet gewoon in zijn zetel achterover liggen en dan een schadevergoeding vragen
aan de koper omdat die niet heeft afgenomen, NEEN de verkoper heeft de plicht zelf
eerst actie te ondernemen om op zoek te gaan naar een andere koper omwille van zijn
schadebeperkingsplicht
Les 02
Cursus die op ufora staat gaat over de bronnen van verbintenissen en het algemeen regime
van verbintenissen.
Overzicht:
1) Bronnen van verbintenissen (!!!)
Art. 5.3 BW:
Je kan van de bepalingen in boek 5 afwijken als het gaat over regel van dwingend recht of
openbare orde => boek 5 (en 6) is in principe van aanvullend recht, behalve als blijkt dat het
over dwingend recht of openbare orde gaat. = de aard vd bepalingen van boek 5
De bronnen van verbintenissen zijn:
- Rechtshandelingen (3) => contracten (2)
- Oneigenlijke contracten (= quasi-contracten)
- Zaakwaarneming (5)
- Onverschuldigde betaling
- Ongerechtvaardigde verrijking
- Buitencontractuele aansprakelijkheid boek 6 BW (4)
- De wet (1)
2
,(1) Bv. Als je een auto koopt, ontstaat er een schuld tot betaling aan de staat, nl. BTW.
Overheden sluiten dus ook contracten, kunnen (buiten)contractueel aansprakelijk zijn, …
Wanneer bepaalde feiten zich voordoen, kunnen bepaalde wetten getriggerd worden,
waardoor een verbintenis ontstaat. In dit geval is de verbintenis het moeten betalen van
belasting op het gekochte goed.
(2) Een contract is een meerzijdige rechtshandeling (er zijn minstens twee personen bij
betrokken). De personen die hierbij betrokken zijn sluiten dit contract met de bedoeling
om de rechtsgevolgen ervan tot stand te brengen.
!!! eenzijdig contract ≠ eenzijdige rechtshandeling
- Een eenzijdig contract is een meerzijdige rechtshandeling waarbij er slechts voor
één partij verbintenissen ontstaan
- Bij een eenzijdige rechtshandeling komt er maar één partij bij kijken
Wetgever maakt geen onderscheid tussen contracten en overeenkomsten. Verschil: met
een overeenkomst kunnen er niet enkel verbintenissen ontstaan (zoals bij contract), maar
ook worden opgeheven of overgedragen. Vroeger was onderscheid belangrijk, vandaag
worden de termen door elkaar gebruikt.
(3) Eenzijdige rechtshandelingen: bv. een aanbod
- Vanaf dat je een aanbod doet ben je gebonden aan het aanbod totdat het vervalt
(als de gekozen termijn voorbij is of na de ‘redelijke termijn’, als het aanbod
geweigerd wordt of als het aanbod aanvaard wordt)
- Als je een aanbod hebt gekregen en een tegenbod doet, vervalt het oorspronkelijke
aanbod
Meerzijdige rechtshandeling (= contract): bv. schenking
- Alle regels die van toepassing zijn op contracten zijn hierop ook van toepassing
- Schenking is wel een eenzijdig contract, maar dus wel een meerzijdige
rechtshandeling
(4) Buitencontractuele aansprakelijkheid => boek 6 BW
- Naast het contract de meest belangrijke bron
- Toepassingsvoorwaarden: fout, schade en causaal verband
- Het is niet omdat je schade aan iemand toebrengt dat je een fout hebt begaan:
Bv. inspanningsverbintenis: advocaat moet een vordering instellen binnen de
verjaringstermijn, maar soms is deze zo diep verborgen in de wetgeving dat de
rechter kan toelaten dat de vordering ‘te laat’ wordt ingesteld. De advocaat
veroorzaakt hierbij schade aan de tegenpartij, maar kan hiervoor niet aansprakelijk
gesteld worden, omdat een redelijk en zorgvuldig persoon ook moeite zou gehad
hebben met de juiste verjaringstermijn te bepalen.
3
, - Bv. er is een verbintenis tussen WG en WN. De WN begaat een fout waardoor een
derde schade lijdt. Er is een causaal verband tussen de schade en de fout. In dit geval
zal de WG altijd aansprakelijk zijn obv de aansprakelijkheid van de aansteller voor
zijn aangestelde => foutloze aansprakelijkheid vd aansteller
- Bv. inval van politie in appartementsgebouw waarbij de deur wordt opengebroken.
De politie heeft het nodige mandaat om in te vallen om de huurders op te pakken,
maar de eigenaar van het appartement zit wel met de schade van de kapotte deur.
HvC creëerde aansprakelijkheidsregel: van burgers voor openbare lasten
(5) Zaakwaarneming:
- Bv. drie skiers krijgen ongeluk, eentje breekt zijn been, eentje gaat naar beneden op
zoek naar hulp, de anderen kruipen dicht bij elkaar voor lichaamswarmte. De
persoon die uit altruïsme bij de man met het gebroken been bleef, heeft zijn teen
moeten laten afzetten omdat deze was afgevroren. Hij is de zaakwaarnemer: hij
handelde naar de belangen van de persoon met het gebroken been. De persoon met
het gebroken been is hier de begunstigde van de zaakwaarnemer en is aansprakelijk
voor de schade van de teen. Er ontstaat dus een verbintenis tussen hun twee.
(6) Onverschuldigde betaling:
- Bv. plots komt er 1 000 000 op je rekening zonder daar een grondslag voor bestaat.
Er ontstaat automatisch een verbintenis: je wordt gedwongen tot terugbetaling
zonder dat je zelf iets gedaan hebt.
(7) Ongerechtvaardigde verrijking:
- Bv. relatie wordt stopgezet en de vrouw vindt dat de andere is verrijkt door haar
toedoen tijdens de relatie, dit wordt onrechtmatig na het stopzetten en ze wil dat
geld
2) Algemeen regime van de verbintenis (titel 3 boek 5 BW): gaat over regels vr
verbintenissen ongeacht de bron ervan en overdracht van verbintenissen
Het handboek gaat over het contract
Overzicht van de cursus:
Deel 2: Precontractuele fase: de onderhandelingsfase + totstandkoming van het contract
- Er mag tijdens de onderhandelingen geen foute informatie gegeven worden of informatie
worden achtergehouden
4
,- Als er tijdens de onderhandelingen een fout wordt begaan door de onderhandelaars is
deze fout obv buitencontractuele aansprakelijkheid, want er is nog geen contractuele
verbintenis tot stand gekomen
- Wanneer is een contract geldig tot stand gekomen: bij een wilsovereenstemming
o Totstandkoming ≠ geldigheid: contract komt tot stand als er een
wilsovereenstemming is, ongeacht of deze geldig was of niet: als een contract later
nietig wordt verklaard wil dat niet zeggen dat het contract voordien niet tot stand
was gekomen
o Vorm kan ook de geldigheid aantasten: bij bv verkoop van onroerend goed is een
notariële akte nodig, want deze verkoop moet worden overgeschreven bij de AAPD
om tegenwerpelijk te kunnen zijn aan derden, en dat kan enkel bij notariële akte
- Geldigheidsvereisten van een contract:
o Handelingsbekwaamheid
o Toestemming
o Oorzaak
o De wil mag niet gebrekkig gevormd zijn
Sanctie als hieraan niet voldaan is: nietigverklaring (contractuele aansprakelijkheid)
en (event.) schadevergoeding (buitencontractuele aansprakelijkheid: fout + schade)
of restitutie
Deel 3: Contractuele fase: de uitvoeringsfase: de inhoud van het contract zal bepalen wat je
moet doen met het contract
- Hoofdstuk II van deel 3: partij en derde*: in welke mate geldt het afgesloten contract
voor anderen dan de partijen? Wat is de werking van contracten tov derden?
Deel 4: Als er een wanprestatie wordt begaan, welke sancties zijn er dan
Deel 5: Het contract wordt niet gebroken door wanprestatie, maar door overmacht
Doorheen de cursus zien we verschillende manieren waarop het contract op zijn einde kan
komen: overmacht, ontbinding, nietigverklaring, duur loopt af, …
(Hij heeft niet gezegd welk deel): postcontractuele fase: een ‘extra’ contract nadat het
belangrijkste contract is afgelopen
*Iemand wil een huis bouwen en stelt een hoofdaannemer aan om dit de doen. Deze hoofd-
aannemer stelt vaak onderaannemer(s) aan die op zijn beurt weer °onderaannemers en
leveranciers aanstelt. (= contractsketting). De opdrachtgever heeft geen contractuele band
met de °onderaannemers of de leveranciers. Kan de opdrachtgever deze toch contractueel
aansprakelijk stellen voor eventuele schade? Zie hstk II deel 3
5
,Les 03
Boek 5 BW in de tijd
Data van inwerkingtreding van de boeken in BW verschillen enorm van elkaar. De basisregel
voor boek 5 (contracten, niet buitencontractuele aansprakelijkheid want dat is boek 6) stelt
dat oude contracten gaan volgens het oud recht, nieuwe contracten volgens het nieuw recht.
De grens van oud naar nieuw is de datum van inwerkingtreding van boek 5: 1 januari 2023.
Hiernaast zijn er drie bijzondere regels: twee voor oude contracten, eentje voor nieuwe.
Oud contract:
- Heeft vaak nog gevolgen vanaf 1 jan 2023 (= toekomstige gevolgen van oude contracten),
op deze gevolgen moet ook het oude recht worden toegepast. Dit is op zich niet
afwijkend de normale regels inzake de werking in de tijd. Wat wel afwijkend is, is dat deze
regel ook geldt voor dwingend recht of openbare orde.
- Bv. een ontbindende voorwaarde: werkt in het nieuw recht niet meer
retroactief, maar vanaf dat de ontbindende voorwaarde zich realiseert
- Voor toekomstige rechtshandelingen m.b.t. een verbintenis uit een oud contract, blijft
ook het oude recht gelden
- Bv. een betaling van een koopprijs obv van een koopcontract van voor 1 jan ‘23
- Bv. een aanvulling van een oud contract (uitvoeringscontract in het kader van
raamcontracten, verlenging of vernieuwing, overdracht van schuldvordering, …)
Nieuw contract: Wat bij twijfelgevallen?
- Vaak een anticipatieve toepassing: “we gaan het nieuwe recht op het oude recht
toepassen als we wat twijfel hebben over wat het oudere recht precies inhoudt”
6
,- Het is niet zo evident om dit direct te doen zodra er wat betwisting bestaat over het oud
recht, want zo doe je tekort aan de verwachtingen van contractpartijen.
- Bv. nietigverklaringsvordering:
- Oud recht: Als een contract is aangetast door een nietigheidsgrond dan kan
degene die beschermd is door de nietigheid de nietigverklaring vorderen.
- Nieuw recht: als de nietigverklaring kennelijk ongeschikt is, gelet op het doel
van de regel die geschonden is, dat moet de rechter deze afwijzen => HvC
heeft dit al toegepast op een oud contract: ze hebben anticipatief
toepassing gemaakt hierop
- Vraag waar niemand in de rechtspraak zich over heeft uitgesproken: wat met de
imprevisieregel (art. 5.74)?
- Imprevisieregel = wanneer het bijzonder moeilijk of kostelijk wordt om een
verbintenis na te komen, dan zijn er wegen om veranderingen aan het
contract aan te brengen of zelfs het contract te beëindigen.
- Is een regel van suppletief recht
- Mag de imprevisieregel toegepast worden op oude contracten?
Vroeger was de imprevisieleer nog niet ingeschreven in de wet, maar kon je
het wel voorzien in je contract. Als nu het HvC plots zou zeggen dat je de
leer op oude contracten kan toepassen, creëer je een kortsluiting, want op
het moment dat het contract was gesloten gingen de partijen ervan uit dat
er geen imprevisieregel was. Je ontneemt dan de partijen bij het oude
contract de mogelijkheid om die imprevisieregel in hun contract uit te
sluiten, aangezien hun contracten al gesloten waren.
Einde inleiding
7
,DEEL 1: CONTRACTVRIJHEID => GEBONDENHEID
Dit deel is van belang voor alle fases van het contract, maar ook voor buitencontractuele
rechtsverhoudingen.
Algemene normen die altijd van toepassing zijn: algemene zorgvuldigheidsnorm, de goede
trouw, verbod van rechtsmisbruik, …. Soms vind je in een case geen specifieke regels die je
kan toepassen, dan moet je altijd terugdenken aan dit deel en de algemene normen.
Basis van het contractenrecht: je geniet contractsvrijheid, maar door een contract te sluiten
ga je jezelf binden.
Contractsvrijheid: je bent vrij om onderhandelingen aan te vatten, met wie dan ook wel of
niet te contracteren, welke inhoud (wel altijd beperkingen), …
Er is materiële en formele vrijheid (consensualisme: contract moet niet per se met specifieke
bewoordingen tot stand gebracht worden)
art. 5.14-15 BW, boek 3-4 WER, art. 16 Handvest
Vier kernwoorden bij contractsvrijheid:
- Wilsautonomie: ieder heeft de zelfstandigheid om zijn eigen leven te ontplooien door
iets wel of niet te willen: gaat over de wil van de partij bij het sluiten van een contract.
Het is beter om de inhoud van een contract aan de wil van partijen over te laten aan de
partijen dan aan een bevoegde rechter.
Reden waarom er geen regel bestaat over een iustum pretium (de juiste prijs): het
principe is nog altijd dat het de partijen zijn die de prijs gaan bepalen voor een
tegenprestatie, de rechter moet daar niet in tussenkomen (wel uitzonderingen: soms
controle bij prijs onroerend goed, mededingingsrecht (concurrentierecht) zodat niet alle
macht in handen komt van één partij of bij misbruik van een dominantie machtspositie,
…).
- Vertrouwen: het rechtmatig vertrouwen van de andere partij. De reden waarom een
contract binden is, is omdat er een belofte gemaakt is. Als je een belofte krijgt, moet je
ervan kunnen uitgaan dat die wordt nagekomen. De gebondenheid die met
contractsvrijheid gepaard gaat, is om het vertrouwen van de ander in de belofte van de
ene in stand te houden.
- Efficiëntie: bv. online aankopen: je moet vaak akkoord gaan met de algemene
voorwaarden, maar je leest die vaak niet. Er wordt in dat geval dus niet onderhandeld
over het contract. Die algemene voorwaarden zijn toch bindend als je ermee instemt, ook
al heb je ze niet gelezen, omdat dit efficiënt is. Als iedereen zou kunnen onderhandelen
over de voorwaarden van de online aankoop, kunnen er veel minder transacties
plaatsvinden.
8
, - Rechtvaardigheid: wordt vooral ingeroepen om uitzonderingen te creëren op die
wilsautonomie en contractsvrijheid via allerlei mechanismen ter bescherming van
partijen die kwetsbaar worden geacht.
In art. 5.69 en 5.74, eerste lid BW staat de basisregel over gebondenheid. De wetgever wil
dit, omdat hij ervan uitgaat dat contracten positieve gevolgen hebben voor de maatschappij
en de vrije markt onze welvaart en welzijn zou bevorderen.
Als er een wanprestatie is van het contract zijn er verschillende sancties:
- Bevel tot uitvoering in natura
- Schadevergoeding
- Ontbinding van het contract met schadevergoeding
- …
9
Lesnotities AJ 2024-2025
Ugent – prof. Ignace Claeys
,INEIDING
Les 01
INHOUD
Een verbintenis (in de zin van art. 5.1. BW) = civiele verbintenissen
Prestatie Schuldvo schuld
rdering
schuldvordering schuld
Een eenzijdig contract (art.5.6., tweede lid, BW): slechts één partij maakt een belofte, één
partij gaat ten opzichte van een andere een verbintenis aan
Een natuurlijke verbintenis (art.5.2., BW): uitvoering kan niet worden afgedwongen, maar er
is wel een juridische band
- Relevantie van bestaan van deze verbintenis: men kan het wel vrijwillig uitvoeren
- Rechtsgevolg bij vrijwillige uitvoering: het kan niet worden teruggevorderd
- Bv. Verjaarde schuld betalen
- Bv. Schuld herkennen: door een schuld te herkennen wordt een natuurlijke verbintenis
omgezet in een civiele verbintenis (volgens art. 5.1.)
Een Obliegenheit (≈last, er bestaat niet echt een NL woord dus wordt het Duitse gebruikt):
STAAT NIET IN CODEX
- <--> bij verbintenis: SE kan prestatie afdwingen van SA
- Wel verplichting MAAR SA kun je niet dwingen om iets te doen
- Als er een last is en die wordt niet nagekomen, zal degene op wie de last weegt een
nadeel hebben, nl. een verlies van aanspraak
- Sanctie op niet nakomen = verlies van aanspraak (art. 1648 OUD BW)
- Bv. Schadebeperkingsplicht
= plicht om redelijke maatregelen te nemen zoals een voorzichtig en redelijk
persoon (bonus pater familia) die nodig zijn om schade te beperken
Maatregelen moeten genomen worden door de schadelijder
1
, Eigen gedrag dus vergelijken met dat van voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde
omstandigheden
10.000 kg appels = 10.000 euro
- De koper weigert de appels af te nemen omwille van een gebrek
- MAAR stel dat de koper ze onterecht afwijst gewoon om van het contract af te geraken
(en dus doet alsof er contractbreuk is door te menen dat de appels niet voldoen aan de
voorwaarden die in het contract zouden hebben gestaan)
- Dan zit de verkoper wel met die appelen die hij zou verkopen aan de koper
De verkoper heeft een schadebeperkingsplicht en moet dus op zoek gaan naar een
andere koper
Indien hij dit niet doet, kan hij zijn aanspraak op een schuldvordering verliezen
Hij kan niet gewoon in zijn zetel achterover liggen en dan een schadevergoeding vragen
aan de koper omdat die niet heeft afgenomen, NEEN de verkoper heeft de plicht zelf
eerst actie te ondernemen om op zoek te gaan naar een andere koper omwille van zijn
schadebeperkingsplicht
Les 02
Cursus die op ufora staat gaat over de bronnen van verbintenissen en het algemeen regime
van verbintenissen.
Overzicht:
1) Bronnen van verbintenissen (!!!)
Art. 5.3 BW:
Je kan van de bepalingen in boek 5 afwijken als het gaat over regel van dwingend recht of
openbare orde => boek 5 (en 6) is in principe van aanvullend recht, behalve als blijkt dat het
over dwingend recht of openbare orde gaat. = de aard vd bepalingen van boek 5
De bronnen van verbintenissen zijn:
- Rechtshandelingen (3) => contracten (2)
- Oneigenlijke contracten (= quasi-contracten)
- Zaakwaarneming (5)
- Onverschuldigde betaling
- Ongerechtvaardigde verrijking
- Buitencontractuele aansprakelijkheid boek 6 BW (4)
- De wet (1)
2
,(1) Bv. Als je een auto koopt, ontstaat er een schuld tot betaling aan de staat, nl. BTW.
Overheden sluiten dus ook contracten, kunnen (buiten)contractueel aansprakelijk zijn, …
Wanneer bepaalde feiten zich voordoen, kunnen bepaalde wetten getriggerd worden,
waardoor een verbintenis ontstaat. In dit geval is de verbintenis het moeten betalen van
belasting op het gekochte goed.
(2) Een contract is een meerzijdige rechtshandeling (er zijn minstens twee personen bij
betrokken). De personen die hierbij betrokken zijn sluiten dit contract met de bedoeling
om de rechtsgevolgen ervan tot stand te brengen.
!!! eenzijdig contract ≠ eenzijdige rechtshandeling
- Een eenzijdig contract is een meerzijdige rechtshandeling waarbij er slechts voor
één partij verbintenissen ontstaan
- Bij een eenzijdige rechtshandeling komt er maar één partij bij kijken
Wetgever maakt geen onderscheid tussen contracten en overeenkomsten. Verschil: met
een overeenkomst kunnen er niet enkel verbintenissen ontstaan (zoals bij contract), maar
ook worden opgeheven of overgedragen. Vroeger was onderscheid belangrijk, vandaag
worden de termen door elkaar gebruikt.
(3) Eenzijdige rechtshandelingen: bv. een aanbod
- Vanaf dat je een aanbod doet ben je gebonden aan het aanbod totdat het vervalt
(als de gekozen termijn voorbij is of na de ‘redelijke termijn’, als het aanbod
geweigerd wordt of als het aanbod aanvaard wordt)
- Als je een aanbod hebt gekregen en een tegenbod doet, vervalt het oorspronkelijke
aanbod
Meerzijdige rechtshandeling (= contract): bv. schenking
- Alle regels die van toepassing zijn op contracten zijn hierop ook van toepassing
- Schenking is wel een eenzijdig contract, maar dus wel een meerzijdige
rechtshandeling
(4) Buitencontractuele aansprakelijkheid => boek 6 BW
- Naast het contract de meest belangrijke bron
- Toepassingsvoorwaarden: fout, schade en causaal verband
- Het is niet omdat je schade aan iemand toebrengt dat je een fout hebt begaan:
Bv. inspanningsverbintenis: advocaat moet een vordering instellen binnen de
verjaringstermijn, maar soms is deze zo diep verborgen in de wetgeving dat de
rechter kan toelaten dat de vordering ‘te laat’ wordt ingesteld. De advocaat
veroorzaakt hierbij schade aan de tegenpartij, maar kan hiervoor niet aansprakelijk
gesteld worden, omdat een redelijk en zorgvuldig persoon ook moeite zou gehad
hebben met de juiste verjaringstermijn te bepalen.
3
, - Bv. er is een verbintenis tussen WG en WN. De WN begaat een fout waardoor een
derde schade lijdt. Er is een causaal verband tussen de schade en de fout. In dit geval
zal de WG altijd aansprakelijk zijn obv de aansprakelijkheid van de aansteller voor
zijn aangestelde => foutloze aansprakelijkheid vd aansteller
- Bv. inval van politie in appartementsgebouw waarbij de deur wordt opengebroken.
De politie heeft het nodige mandaat om in te vallen om de huurders op te pakken,
maar de eigenaar van het appartement zit wel met de schade van de kapotte deur.
HvC creëerde aansprakelijkheidsregel: van burgers voor openbare lasten
(5) Zaakwaarneming:
- Bv. drie skiers krijgen ongeluk, eentje breekt zijn been, eentje gaat naar beneden op
zoek naar hulp, de anderen kruipen dicht bij elkaar voor lichaamswarmte. De
persoon die uit altruïsme bij de man met het gebroken been bleef, heeft zijn teen
moeten laten afzetten omdat deze was afgevroren. Hij is de zaakwaarnemer: hij
handelde naar de belangen van de persoon met het gebroken been. De persoon met
het gebroken been is hier de begunstigde van de zaakwaarnemer en is aansprakelijk
voor de schade van de teen. Er ontstaat dus een verbintenis tussen hun twee.
(6) Onverschuldigde betaling:
- Bv. plots komt er 1 000 000 op je rekening zonder daar een grondslag voor bestaat.
Er ontstaat automatisch een verbintenis: je wordt gedwongen tot terugbetaling
zonder dat je zelf iets gedaan hebt.
(7) Ongerechtvaardigde verrijking:
- Bv. relatie wordt stopgezet en de vrouw vindt dat de andere is verrijkt door haar
toedoen tijdens de relatie, dit wordt onrechtmatig na het stopzetten en ze wil dat
geld
2) Algemeen regime van de verbintenis (titel 3 boek 5 BW): gaat over regels vr
verbintenissen ongeacht de bron ervan en overdracht van verbintenissen
Het handboek gaat over het contract
Overzicht van de cursus:
Deel 2: Precontractuele fase: de onderhandelingsfase + totstandkoming van het contract
- Er mag tijdens de onderhandelingen geen foute informatie gegeven worden of informatie
worden achtergehouden
4
,- Als er tijdens de onderhandelingen een fout wordt begaan door de onderhandelaars is
deze fout obv buitencontractuele aansprakelijkheid, want er is nog geen contractuele
verbintenis tot stand gekomen
- Wanneer is een contract geldig tot stand gekomen: bij een wilsovereenstemming
o Totstandkoming ≠ geldigheid: contract komt tot stand als er een
wilsovereenstemming is, ongeacht of deze geldig was of niet: als een contract later
nietig wordt verklaard wil dat niet zeggen dat het contract voordien niet tot stand
was gekomen
o Vorm kan ook de geldigheid aantasten: bij bv verkoop van onroerend goed is een
notariële akte nodig, want deze verkoop moet worden overgeschreven bij de AAPD
om tegenwerpelijk te kunnen zijn aan derden, en dat kan enkel bij notariële akte
- Geldigheidsvereisten van een contract:
o Handelingsbekwaamheid
o Toestemming
o Oorzaak
o De wil mag niet gebrekkig gevormd zijn
Sanctie als hieraan niet voldaan is: nietigverklaring (contractuele aansprakelijkheid)
en (event.) schadevergoeding (buitencontractuele aansprakelijkheid: fout + schade)
of restitutie
Deel 3: Contractuele fase: de uitvoeringsfase: de inhoud van het contract zal bepalen wat je
moet doen met het contract
- Hoofdstuk II van deel 3: partij en derde*: in welke mate geldt het afgesloten contract
voor anderen dan de partijen? Wat is de werking van contracten tov derden?
Deel 4: Als er een wanprestatie wordt begaan, welke sancties zijn er dan
Deel 5: Het contract wordt niet gebroken door wanprestatie, maar door overmacht
Doorheen de cursus zien we verschillende manieren waarop het contract op zijn einde kan
komen: overmacht, ontbinding, nietigverklaring, duur loopt af, …
(Hij heeft niet gezegd welk deel): postcontractuele fase: een ‘extra’ contract nadat het
belangrijkste contract is afgelopen
*Iemand wil een huis bouwen en stelt een hoofdaannemer aan om dit de doen. Deze hoofd-
aannemer stelt vaak onderaannemer(s) aan die op zijn beurt weer °onderaannemers en
leveranciers aanstelt. (= contractsketting). De opdrachtgever heeft geen contractuele band
met de °onderaannemers of de leveranciers. Kan de opdrachtgever deze toch contractueel
aansprakelijk stellen voor eventuele schade? Zie hstk II deel 3
5
,Les 03
Boek 5 BW in de tijd
Data van inwerkingtreding van de boeken in BW verschillen enorm van elkaar. De basisregel
voor boek 5 (contracten, niet buitencontractuele aansprakelijkheid want dat is boek 6) stelt
dat oude contracten gaan volgens het oud recht, nieuwe contracten volgens het nieuw recht.
De grens van oud naar nieuw is de datum van inwerkingtreding van boek 5: 1 januari 2023.
Hiernaast zijn er drie bijzondere regels: twee voor oude contracten, eentje voor nieuwe.
Oud contract:
- Heeft vaak nog gevolgen vanaf 1 jan 2023 (= toekomstige gevolgen van oude contracten),
op deze gevolgen moet ook het oude recht worden toegepast. Dit is op zich niet
afwijkend de normale regels inzake de werking in de tijd. Wat wel afwijkend is, is dat deze
regel ook geldt voor dwingend recht of openbare orde.
- Bv. een ontbindende voorwaarde: werkt in het nieuw recht niet meer
retroactief, maar vanaf dat de ontbindende voorwaarde zich realiseert
- Voor toekomstige rechtshandelingen m.b.t. een verbintenis uit een oud contract, blijft
ook het oude recht gelden
- Bv. een betaling van een koopprijs obv van een koopcontract van voor 1 jan ‘23
- Bv. een aanvulling van een oud contract (uitvoeringscontract in het kader van
raamcontracten, verlenging of vernieuwing, overdracht van schuldvordering, …)
Nieuw contract: Wat bij twijfelgevallen?
- Vaak een anticipatieve toepassing: “we gaan het nieuwe recht op het oude recht
toepassen als we wat twijfel hebben over wat het oudere recht precies inhoudt”
6
,- Het is niet zo evident om dit direct te doen zodra er wat betwisting bestaat over het oud
recht, want zo doe je tekort aan de verwachtingen van contractpartijen.
- Bv. nietigverklaringsvordering:
- Oud recht: Als een contract is aangetast door een nietigheidsgrond dan kan
degene die beschermd is door de nietigheid de nietigverklaring vorderen.
- Nieuw recht: als de nietigverklaring kennelijk ongeschikt is, gelet op het doel
van de regel die geschonden is, dat moet de rechter deze afwijzen => HvC
heeft dit al toegepast op een oud contract: ze hebben anticipatief
toepassing gemaakt hierop
- Vraag waar niemand in de rechtspraak zich over heeft uitgesproken: wat met de
imprevisieregel (art. 5.74)?
- Imprevisieregel = wanneer het bijzonder moeilijk of kostelijk wordt om een
verbintenis na te komen, dan zijn er wegen om veranderingen aan het
contract aan te brengen of zelfs het contract te beëindigen.
- Is een regel van suppletief recht
- Mag de imprevisieregel toegepast worden op oude contracten?
Vroeger was de imprevisieleer nog niet ingeschreven in de wet, maar kon je
het wel voorzien in je contract. Als nu het HvC plots zou zeggen dat je de
leer op oude contracten kan toepassen, creëer je een kortsluiting, want op
het moment dat het contract was gesloten gingen de partijen ervan uit dat
er geen imprevisieregel was. Je ontneemt dan de partijen bij het oude
contract de mogelijkheid om die imprevisieregel in hun contract uit te
sluiten, aangezien hun contracten al gesloten waren.
Einde inleiding
7
,DEEL 1: CONTRACTVRIJHEID => GEBONDENHEID
Dit deel is van belang voor alle fases van het contract, maar ook voor buitencontractuele
rechtsverhoudingen.
Algemene normen die altijd van toepassing zijn: algemene zorgvuldigheidsnorm, de goede
trouw, verbod van rechtsmisbruik, …. Soms vind je in een case geen specifieke regels die je
kan toepassen, dan moet je altijd terugdenken aan dit deel en de algemene normen.
Basis van het contractenrecht: je geniet contractsvrijheid, maar door een contract te sluiten
ga je jezelf binden.
Contractsvrijheid: je bent vrij om onderhandelingen aan te vatten, met wie dan ook wel of
niet te contracteren, welke inhoud (wel altijd beperkingen), …
Er is materiële en formele vrijheid (consensualisme: contract moet niet per se met specifieke
bewoordingen tot stand gebracht worden)
art. 5.14-15 BW, boek 3-4 WER, art. 16 Handvest
Vier kernwoorden bij contractsvrijheid:
- Wilsautonomie: ieder heeft de zelfstandigheid om zijn eigen leven te ontplooien door
iets wel of niet te willen: gaat over de wil van de partij bij het sluiten van een contract.
Het is beter om de inhoud van een contract aan de wil van partijen over te laten aan de
partijen dan aan een bevoegde rechter.
Reden waarom er geen regel bestaat over een iustum pretium (de juiste prijs): het
principe is nog altijd dat het de partijen zijn die de prijs gaan bepalen voor een
tegenprestatie, de rechter moet daar niet in tussenkomen (wel uitzonderingen: soms
controle bij prijs onroerend goed, mededingingsrecht (concurrentierecht) zodat niet alle
macht in handen komt van één partij of bij misbruik van een dominantie machtspositie,
…).
- Vertrouwen: het rechtmatig vertrouwen van de andere partij. De reden waarom een
contract binden is, is omdat er een belofte gemaakt is. Als je een belofte krijgt, moet je
ervan kunnen uitgaan dat die wordt nagekomen. De gebondenheid die met
contractsvrijheid gepaard gaat, is om het vertrouwen van de ander in de belofte van de
ene in stand te houden.
- Efficiëntie: bv. online aankopen: je moet vaak akkoord gaan met de algemene
voorwaarden, maar je leest die vaak niet. Er wordt in dat geval dus niet onderhandeld
over het contract. Die algemene voorwaarden zijn toch bindend als je ermee instemt, ook
al heb je ze niet gelezen, omdat dit efficiënt is. Als iedereen zou kunnen onderhandelen
over de voorwaarden van de online aankoop, kunnen er veel minder transacties
plaatsvinden.
8
, - Rechtvaardigheid: wordt vooral ingeroepen om uitzonderingen te creëren op die
wilsautonomie en contractsvrijheid via allerlei mechanismen ter bescherming van
partijen die kwetsbaar worden geacht.
In art. 5.69 en 5.74, eerste lid BW staat de basisregel over gebondenheid. De wetgever wil
dit, omdat hij ervan uitgaat dat contracten positieve gevolgen hebben voor de maatschappij
en de vrije markt onze welvaart en welzijn zou bevorderen.
Als er een wanprestatie is van het contract zijn er verschillende sancties:
- Bevel tot uitvoering in natura
- Schadevergoeding
- Ontbinding van het contract met schadevergoeding
- …
9