1. Startup versus Scale-up
Startup: Vroege fase, bezig met product-market fit (klopt het
product met de markt?). Klein team, veel experimenteren.
Scale-up: Heeft al klanten & omzet → focust op groeien (team,
processen, winst). Minder experiment, meer structuur.
2. Friedman versus betekeniseconomen
Friedman: “De enige verantwoordelijkheid van een bedrijf is winst
maken voor aandeelhouders.”
Betekeniseconomen: Bedrijven moeten ook maatschappelijke
impact hebben (milieu, mens, ethiek). Winst + betekenis.
3. De doughnut economie
Model van Kate Raworth:
o Binnenste ring = sociale basisbehoeften (gezondheid,
onderwijs, etc.).
o Buitenste ring = ecologische grenzen (klimaat, biodiversiteit).
o Doel: economie binnen deze doughnut laten draaien =
duurzaam én sociaal rechtvaardig.
,4. Groeidrivers
Factoren die groei aansturen. Er zijn er 3:
1. Strategie: de juiste koers.
2. Uitvoering: goed uitvoeren wat je hebt gepland.
3. Leiderschap: inspirerend en sturend leiderschap.
5. Groeiformule
Groeiformule = Waarde × Klant × Exponentiële groei
Waarde: goed product/dienst leveren.
Klant: juiste doelgroep bereiken.
Exponentiële groei: slim opschalen (via tech, netwerkeffecten, etc.).
6. Drie cruciale aandachtspunten van de groeidriver Strategie
1. Positionering: Waar ben je uniek in?
2. Focus: Wat doe je wél en wat niet?
3. Keuzes maken: durven nee zeggen om ja te zeggen tegen je
strategie.
7. Nieuwe groeistrategie opstellen
5 Stappen:
1. Marktanalyse (klanten, trends).
2. Huidige positie bepalen.
3. Doelen stellen.
4. Strategie kiezen.
5. Actieplan maken.
, 8. De 7 lagen van strategie
Van boven naar beneden:
1. Why (waarom besta je?)
2. Ambitie (waar wil je heen?)
3. Waardepropositie (wat bied je?)
4. Doelgroepen (voor wie?)
5. Kernactiviteiten (wat doe je?)
6. Kernmiddelen (wat heb je nodig?)
7. Meetpunten (hoe meet je succes?)
9. De drie routines van de groeidriver uitvoering
1. Structuur: processen, rollen en overlegmomenten.
2. Ritme: vaste routines (dag/week/maand) voor planning en bijsturen.
3. Discipline: doen wat je zegt. Uitvoering serieus nemen.
De 10 Rockefeller Habits
1. Het hele team is op de hoogte van de top 5 prioriteiten van het
bedrijf.
Iedereen kent de belangrijkste doelen van dit kwartaal.
2. De leidinggevenden hebben kwartaaldoelen die aansluiten bij de
bedrijfsprioriteiten.
Doelen zijn concreet, meetbaar en gekoppeld aan het grotere
plaatje.
3. Iedereen heeft een KPI (Key Performance Indicator) en weet of ze die
halen.
Medewerkers meten hun eigen succes.
4. Er is een ritme van dagelijkse, wekelijkse, maandelijkse, kwartaal- en
jaarlijkse meetings.
Duidelijk overlegstructuur op elk niveau.
5. Snel en effectief probleemoplossend vermogen in het team.
Problemen worden direct besproken en opgelost.
6. De kernwaarden van het bedrijf worden actief gebruikt bij aanname
en evaluatie.
Gedrag wordt gestuurd door duidelijke waarden.